In de bakermat van de huidige sport, het Engeland van het einde van de negentiende eeuw, was training voor wedstrijden uit den boze. Nee, dat vond men niet eerlijk, het ging om de pure krachtmeting. Een gentleman sloeg de bal bij het tennissen ook zodanig dat zijn tegenstander kon terugslaan.

Nu de sportzomer in alle hevigheid is losgebarsten, met het WK voetbal in Rusland, en met Wimbledon en de Tour de France voor de deur, is de vraag gerechtvaardigd: bestaat er nog zoiets als een zuivere sport? Is er nog iets over van het pure plezier waarmee je volledig in het spel kunt opgaan? Zoals kinderen doen?

Spel als basis van de cultuur

Voor de grote Nederlandse historicus Johan Huizinga was het spel de basis van de cultuur. In brede zin. Hij werkte dit uit in zijn bekende studie Homo Ludens, op diverse gebieden zoals taal, rechtspraak, oorlogvoering, filosofie, kunst. Én sport.

Over het laatste noteerde Huizinga: ‘In de sport hadden we te doen met een activiteit, die bewust en erkend is als spel, die evenwel is opgevoerd tot zulk een graad van technische organisatie, materiële uitrusting en wetenschappelijke doordachtheid, dat in haar collectieve en publieke uitoefening de eigenlijke stemming van het spel dreigt teloor te gaan.’ Nota bene, hij schreef dit in 1938!

Bert Wagendorp, schrijver en columnist, heeft lang in de sportjournalistiek gezeten. Hij las Homo Ludens voor de filosofieserie Nieuw licht, en heeft er zo zijn gedachten bij.

Het is nog maar de vraag of de zuivere sport ooit bestaan heeft, zegt hij. Zodra er competitie bij komt, en prijzen, en de wil om te winnen, verandert het spel van karakter. Dat was in de Griekse oudheid al zo.

Sport is hoerig en speelt een immense rol in de samenleving

Maar goed, onmiskenbaar is het zo dat de sport in de loop van de vorige eeuw in de greep kwam van andere belangen en het grote geld. Sport is hoerig en speelt een immense rol in de samenleving. Het vormt het grootste deel van de entertainmentindustrie wereldwijd, en die is groter dan de olie- of wapensector. En dat heeft de sport wezenlijk aangetast.

Wagendorp onderzoekt in zijn essay Vals spel tot welke vormen van corruptie het leidt. Speciale aandacht geeft hij aan doping – zijn advies: hou er toch mee op daar zo moralistisch over te doen – matchfixing – wel een echte bedreiging, omdat het de geloofwaardigheid aantast – en nationalisme.

De grote Doorgestoken Kaart

Je kunt als land een Olympische medaille ‘kopen’, zegt hij. Nederland betaalt er ongeveer 11 miljoen euro voor. Per stuk. De rijke westerse landen slepen zo 90 procent van alle medailles naar zich toe. Hoe eerlijk is dat?

Maar als je dit allemaal doorziet, deze grote Doorgestoken Kaart, hoe kun je dan als sportliefhebber nog genieten? Volgens Wagendorp koppelen we dit allemaal los, leven we met een dubbel bewustzijn.

Hij noemt het improvisatietheater. Met alle echte onvoorspelbaarheid die daarbij hoort. De hoogspringer die zich concentreert op 2.30 m. De aanloop, de afsprong. Het ene individu tegen het andere. Ronaldo die een vrije trap neemt. En scoort. Op een beslissend moment. Briljant theater.

Op die ogenblikken ben je terug bij de spelende mens. Je kijkt ernaar als een kind, dat gelooft in het sprookje.

Misschien, zegt Wagendorp, gaat in de toekomst het echte spel juist weer een veel grotere rol spelen

En dan komt Bert Wagendorp tot een verrassende conclusie. Misschien gaat in een verre toekomst het echte spel juist weer een veel grotere rol spelen. Hij verwijst daarbij naar het boek Homo Deus van Yuval Noah Harari.

Die stelt dat we op weg zijn naar een volledig gedataïseerde en gerobotiseerde samenleving. Al het werk wordt ons uit handen genomen. Algoritmen denken voor ons. Wat blijft er dan nog over voor de mens? Waarin vinden wij nog de zin van het leven?

Nou, in het spel! Dat wil zeggen in de kunst, de sport, het gamen. Het laatste domein om ons te onderscheiden.

Hetgeen betekent dat Johan Huizinga alsnog gelijk krijgt: de mens keert terug naar zijn diepste wezen, dat van de spelende mens.

Meer lezen?

Waarom onze kinderen steeds minder spelen (en wij met een burn-out thuis zitten) Kinderen krijgen steeds minder tijd en ruimte om vrij te spelen. Ouders werken harder dan ooit, politici maken zich druk over ranglijstjes, en scholen zijn gefocust op toetsen en resultaten. Ondertussen gaat er iets heel waardevols verloren. Lees het verhaal van Rutger hier terug