Hoe kun je het beste voetballen zonder keeper?
Colombia stuurde tegen Engeland in de laatste minuut de keeper mee naar voren. Zouden ploegen dat niet veel vaker moeten doen? En niet alleen in de laatste minuut? Ik ben benieuwd naar jullie ideeën.
De achtste finale van het WK Colombia-Engeland. Engeland is beter en staat terecht op een 1-0 voorsprong. De Colombianen – zonder geblesseerde sterspeler James Rodriguez – bakken er eigenlijk niks van.
Maar dan.
De laatste minuut.
Colombia is dan toch ten aanval getrokken, of Engeland is in zijn schulp gekropen – hoe dit precies werkt, blijft vaag, maar je ziet het vrijwel altijd gebeuren. Het Colombiaanse offensief leidt tot het schot van het toernooi, van Mateus Uribe.
Een volley van ver, maar toch ingehouden geschoten, vliegt richting de kruising, maar wordt gekeerd door de redding van het toernooi – keeper Jordan Pickford tikt de bal naast voor een corner.
De keeper komt mee naar voren!
Dan zie je wat wel vaker gebeurt: in de laatste minuut, als de uitslag afhangt van één doelpunt, trekt de keeper mee naar voren.
Net als de meeste keepers is David Ospina bovengemiddeld lang en ondergemiddeld handig. Maar toch: Colombia heeft een extra man in het vijandelijke strafschopgebied, en de Engelsen hebben een probleem waarvoor geen script bestaat: wie dekt Ospina? En als we hem dekken, wie laten we dan vrij?
De corner komt, Yerry Mina kopt raak, nadat hij, met dank aan Davinson Sanchez, aan zijn mandekker Jordan Henderson was ontsnapt. Colombia komt, nadat het negentig minuten weinig klaarspeelde behalve ruziemaken, op gelijke stand, en de wedstrijd krijgt een verlenging.
Even voor de helderheid: het is niet gezegd dat die goal het gevolg was van Ospina. Ik insinueer dit alleen. Maar ik vraag me wel – al langer – iets anders af: Moeten ploegen dit niet veel vaker doen, de keeper naar voren sturen? En niet alleen in de laatste minuut?
Het handbal wijst de weg
Twee jaar geleden schreef ik over Rolf Brack, de Duitse handbalcoach die zijn ploegen regelmatig zonder keeper laat spelen. In plaats van zes veldspelers en een keeper, maakt hij er zeven veldspelers van.
Het nadeel – zo nu en dan een gênante tegengoal omdat de tegenstander de bal in het lege net kan gooien – nam hij op de koop toe. Want, aldus Brack, de voordelen wegen ertegen op: we scoren meer goals. (Binnenkort bel ik hem, om nog eens wat dieper op de materie in te gaan, en om te zien of hij nog verder heeft gewerkt aan het idee.)
Deze week dacht ik er weer aan, toen ik Colombia zag, toen ik in The Mixer van Michael Cox las over Peter Schmeichel, de Deense keeper die als een van de eersten regelmatig mee naar voren ging (in blessuretijd), en toen ik een podcast luisterde van Malcolm Gladwell.
Gladwell sprak daarin met de auteurs van een paper waarin betoogd werd dat ijshockeycoaches er goed aan zouden doen om hun keeper al veel eerder van het ijs te halen. Niet één minuut voor het einde, zoals gebruikelijk, maar wel vijf (bij één doelpunt achterstand) of elf (twee doelpunten achterstand) minuten voor het einde. Dat zou optimaal zijn.
Maar wie heeft dat lef?
Net als in het handbal bestaat het risico dat je er heel dom uitziet, als de tegenstander in het lege doel scoort. Toch blijkt dat in het ijshockey nog lang niet zo makkelijk – en het voordeel van de man meer weegt, volgens de auteurs van het paper, op tegen het nadeel van de gênante tegengoal.
(Dat is ook de reden dat keepers bij strafschoppen te weinig in het midden blijven staan – het lijkt alsof je niks doet, terwijl je dan simpelweg rekening houdt met het feit dat een bal ook door het midden kan komen. Maar ja: komt de bal wel in een hoek, dan zie je er dom uit.)
Spelen zonder keeper in het voetbal – maar hoe?
Het leidt mij tot een vraag: als het klopt dat dit in het handbal en het ijshockey werkt, zou dat dan in het voetbal niet net zo goed kunnen werken?
Immers: in het handbal lijkt het makkelijker om de bal/puck in het lege net te krijgen, want het veld is kleiner en de bal/puck beheersbaarder. Je gooit een bal eenvoudiger in een leeg doel, vanaf eigen helft, dan dat je vanaf eigen helft de bal in de goal van de tegenstander trapt. Bovendien kun je de tegenstander – met Gegenpressing – onder druk zetten om te voorkomen dat hij tot een schot komt.
Wanneer zou je het doen, hoe zou dat eruit moeten zien, en hoe dek je de risico’s van een tegendoelpunt af, zodat het spelen zonder keeper toch een voordeel blijft? Benieuwd naar jullie ideeën.