Het internet had in theorie vele geweldige voetbaljournalisten moeten opleveren.

Een reden was de opkomst van online voetbalfora, waar voetballiefhebbers informatie konden uitwisselen en structureel met elkaar konden - en gingen - discussiëren. Niet zoals in de voetbalkantine, maar serieuzer: schriftelijk, controleerbaar en corrigeerbaar, in eindeloze threads.

Een andere reden was de opkomst van live voetbal op televisie. Zo’n beetje elke wedstrijd ter wereld werd wel ergens uitgezonden, en die beelden werden ergens door iemand online gezet, wat mogelijk werd door de verspreiding van het breedbandinternet. Wedstrijden waren geen vluchtige gebeurtenissen meer, maar puzzels die je kon oplossen.

De beschikbaarheid van de beelden verhoogde de kwaliteit van de discussies. In bepaalde krochten van de forums – en er waren veel krochten – ontstond een nieuw soort voetbaldiscussie. Die werd steeds minder een botsing van meningen en meer een botsing van feiten.

Oh, vind je dat?

Bewijs het maar.

Digital natives zijn een nieuw type voetbalschrijver

Deze kritische en onderzoekende cultuur van voetbalfans is de ideale voor een nieuw type voetbalschrijver: het type dat daadwerkelijk over voetbal schrijft.

Het mag gek klinken, maar voetbaljournalisten die daadwerkelijk over voetbal schrijven – als in: over wat er op het veld gebeurt - zijn zeldzaam. Collega Jesse Frederik recent over politieke journalisten dat ze alles weten over het spelletje, maar niets over wat er op het spel staat.

Voor het voetbal geldt min of meer hetzelfde. De meeste voetbaljournalisten schrijven veel over spelers, maar nauwelijks iets over het spel. Al is dat, anders dan in de Haagse journalistiek, minder een kwestie van onwil dan van onvermogen (en dus ook geen verwijt).

Hoe hadden de digital immigrants dat kunnen leren, in de tijd vóór betaaltelevisie en internetstreams? Je kon simpelweg niet genoeg uren maken in het kijken, terugspoelen, en nog eens kijken van voetbal.

Het internet haalde die weg. In theorie zouden er nu dus tal van jonge voetbaljournalisten moeten zijn die ons van alles interessants over het spel zouden kunnen vertellen. In de praktijk is er slechts een zo’n digital native journalist opgestaan.

Gelukkig is die ene journalist, wel een heel erg goede:

(N.B.: Zwart en ik zijn bevriend, wisselen regelmatig ideeën en informatie uit, we kijken zo nu en dan samen voetbal.)

Bestaat die Zwart eigenlijk wel?

Vorige maand heeft Zwart (25), werkzaam bij Voetbal International, een erg goed boek gepubliceerd:

De Val van Oranje is een bewerkte bundeling van stukken die Zwart eerder schreef. Deels voor Voetbal International, deels voor Catenaccio, het blog dat Zwart in 2009 samen met Thomas Boeschoten begon. Zij hadden elkaar leren kennen op over het computerspel Football Manager.

Aanvankelijk schreef Zwart voor Catenaccio veel over Ajax, en dan vooral de bedrijfsmatige kant van Ajax. Hij was nog maar scholier, maar bij Economie 2 en door online zelfstudie, had hij geleerd hoe je een balans leest. Dat simpele feit gaf hem een voorsprong op de meeste voetbaljournalisten.

Jaarrekeningen van het beursgenoteerde bedrijf Ajax waren - drie hoeraatjes voor het internet - zo te downloaden. De resulterende stukken waren hard maar met titels als en

En zijn informatiestroom werd groter, want mensen binnen Ajax, van jeugdopleiders tot leden van de raad van commissarissen, wilden graag met hem praten en hem infomatie toespelen. Omdat Zwart interesse in hen toonde, omdat ze hun eigen doeleinden wilden bevorderen, maar ook omdat ze benieuwd waren wie de persoon achter die stukken was.

Want ‘Pieter Zwart’, met die profielfoto van een lachend jongetje, dat moest een pseudoniem zijn van iemand binnen Ajax. Hoe kon je dit anders allemaal weten?

Stuk voor stuk kwamen ze erachter dat het toch echt een slungelige scholier uit Oldebroek was die deze scherpe stukken had geschreven.

Professioneel georganiseerde amateurs

Zwarts belangstelling voor tactiek, het onderwerp dat de hoofdmoot van De Val van Oranje en van zijn huidige werk voor Voetbal International vormt, kwam daarna.

Dat was voor een goed deel de invloed van de latere scout, die in 2012 bij Catenaccio terechtkwam. De stukken werden rond die tijd ook – diepgaander, scherper, geestiger, professioneler.

Het uitgesproken doel van Catenaccio was het schrijven van ‘vlijmscherpe voetbalanalyses’; het praktische doel was het bespotten van de stupiditeit van het Nederlandse voetbal.

En in de ogen van de redactie was er aan dat laatste geen gebrek. Van het van tot de van de grootste voetbaltalenten door de KNVB, en van het laten doodbloeden van tot de van Danny Blind als bondscoach.

Op aanbeveling van Johan Cruijff

Het duurde niet lang voordat sommige vooruitstrevende geesten in de voetbalwereld Zwart en zijn kompanen opmerkten.

Zij hadden lak aan wie hij was, maar waren geïnteresseerd in wat hij kon. de inspanningsfysioloog en opleider van voetbalcoaches, nodigde Zwart, Overheul, en (van het Duitse blog Spielverlagerung, nu assistent-trainer bij FC Salzburg) in 2014 uit om presentaties te geven over tactiek.

Een andere vooruitstrevende fan uit de voetbalwereld was Johan Cruijff. Zwart dweepte niet met Cruijff, zag hem ook niet als de warrig sprekende nationale voetbalmascotte (‘hahahaha, wat voor geks zei Cruijff nu weer!’), maar schreef nuchter over Cruijffs ideeën over voetbal.

Dankzij een aanbeveling van Cruijff gaf Johan Derksen hem een parttime contract bij Voetbal International. ‘Wat doe je nu eigenlijk voor de kost?’, vroeg Derksen aan Zwart, toen hij op audiëntie kwam in Gouda (waar destijds de redactie van het blad zat).

Zwart: ’Euh, ik schrijf voor Catenaccio. En voor

Derksen: ‘Daar hou je dan vanaf nu mee op.’

Een Spartaanse woning als een voetbalbunker

Twee hoofdredacteurs later was hij fulltime in dienst. Logisch – want hij was en is zo’n beetje de ideale journalist voor Voetbal International. Jong, goedkoop, nieuwsgierig, intellectueel lenig, ambitieus en ongebonden.

Hij heeft geen relatie en geen kinderen, wat betekent dat hij veel tijd kan steken in het analyseren van voetbal. Zijn appartement in het centrum van Utrecht - een toilet met diverse generaties bacteriën, dikke stoflagen in het keukentje, enigszins doorzichtige ruiten, en een spaarzame inrichting die niet eens het etiket ‘Spartaans’ verdient - is een voetbalbunker die getuigt van deze toewijding.

Zijn productiviteit is navenant groot. Naast het schrijven van talrijke stukken en het maken van een tactische rubriek voor Ziggo Sport, was hij de drijvende kracht achter het opzetten het online platform VI Pro - een voortzetting van Catenaccio onder de vlag Voetbal International, gestimuleerd door Christiaan Ruesink, de vernieuwende, inmiddels vertrokken hoofdredacteur van het blad.

Oh – en tussendoor schreef hij ook nog een boek.

Nederland is het Nokia van het voetbal

De Val van Oranje geeft inzicht in de problemen van het Nederlandse voetbal en biedt mogelijke handvatten voor oplossingen, aan de hand van elf hoofdstukken/stellingen.

‘Breek het ex-voetballerskartel’ gaat over de dominantie van ex-profs in het voetbal en de ideeën–inteelt die daarvan het gevolg is. ‘Lees Darwin: niet de sterkste wint’ pleit hij ervoor aanpassing aan de tegenstander; ketterij in het hoogmoedige Nederlandse voetbal. In ‘Laat je man lopen’ legt hij aan leken de verschillen tussen zone- en mandekking uit (en waarom zonedekking de toekomst heeft).

Het succesvolle verleden van het Nederlandse voetbal is een ballast, concludeert Zwart. ‘We moeten zelfkritisch zijn om de spelers te kweken, maar onze trots staat daarbij in de weg.’ Nieuwsgierigheid en leergierigheid moeten het overnemen, anders wordt Nederland de Nokia van het voetbal – ooit de hippe marktleider, nu blijkbaar nog niet failliet.

‘Als wij dat niet doen, is één ding zeker’, schrijft Zwart. ‘Dan zal de volgende revolutie aan ons voorbijgaan en zal de wereld niet meer praten over de Hollandse school, maar over de Engelse, Duitse of Deense school.’

Ik kan het iedereen aanraden, al geeft het een beetje een wc-eend gevoel om dat te schrijven. Zwart en ik zijn het over veel eens, en over veel onderwerpen in De Val van Oranje heb ik zelf ook geschreven. Dat voorbehoud gemaakt hebbende: het is dus een uitstekend boek.

YouTube
De boekpresentatie in De Balie in Amsterdam


Het eerste voetbalboek dat grotendeels over voetbal gaat

De Val van Oranje is bij mijn weten het eerste boek dat daadwerkelijk diepgaand gaat over het spel zelf, en niet de randverschijnselen.

Toch lijkt Zwart op een uiterste van het voetbaljournalistieke spectrum te staan. De uitgeverij positioneert hem ook zo op de flaptekst: ‘[I]nmiddels is hij met zijn laptop uitgegroeid tot Nederlands belangrijkste voetbalnerd.’

Het zou zonde zijn als schrijvers zoals hij door zulke polarisatie de uitzondering blijven. Hopelijk smelt het frame ‘nerd’ de komende jaren weg, als zich meer Pieter Zwarts aandienen – journalisten die de mogelijkheden van het internet ten volle benutten en hun kennis in toegankelijke stukken tentoonspreiden.

Al is dat de vraag – is Zwart een typisch product van zijn tijd, en komen er dus meer voetbaljournalisten-die-echt-over-voetbal-schrijven aan? Of is hij vooral een zeldzaam talent, dat een zeldzaam goed boek heeft geschreven?

Meer lezen?

Deze scout is een obsessieve dief van goede voetbalideeeën. Nikos Overheul is een collega van Zwart bij Catenaccio. Later ging hij als scout werken voor Brentford en Midtjylland, de respectievelijk Engelse club uit de Championship en de huidige kampioen van Denemarken. Lees het profiel hier terug. Hoe Computer Boy scout kon worden bij PSV Thomas Schaling is scout bij PSV, zonder ooit te hebben gevoetbald op niveau. Hij leerde voetballers analyseren op internet. Lees hier het profiel van Schaling.