Koop niet op het laatste moment een dure messias (en nog vijf andere lessen hoe een voetbalclub niet te leiden)

Michiel de Hoog
Correspondent Sport
Foto gemaakt door onze beeldredacteur Isabelle van Hemert

De slechtst gerunde voetbalclub ter wereld? Dat is vermoedelijk het Duitse HSV. Het boek Der Abstieg vertelt hoe de club kon degraderen en wat een voetbalbestuurder vooral níet moet doen. Les 1: wees niet ambitieus.

Neem de van FC Twente. Voeg van Ajax toe. Vermeng het met een almachtige suikeroom-eigenaar en Vitesse. Giet er de veeleisende aanhang van Feyenoord overheen.

Bestrijk het met de chronische zelfoverschatting van NAC. Voeg een scheutje Roda JC-achtige chaos toe. Besprenkel het met de nostalgie van Sparta. Versier het met de lijntjes naar de pers van Ajax. Rasp er wat voetbaluniversele vriendjespolitiek overheen. Vermenigvuldig het eindresultaat ten slotte met een factor vijftig.

Wat je dan hebt?

Het Duitse HSV (ha-es-vau).

Dit is het beeld dat oprijst uit Der Abstieg - Wie Funktionäre einen Verein ruinieren (‘Degradatie: hoe bestuurders een club kapot maken’), het hilarische boek van de Duitse journalisten en Daniel Jovanov over de ondergang van de Hamburger Sport-Verein, een van de en clubs van Duitsland.

Het boek is meer dan een fascinerende case study van incompetentie buiten en op het veld, of een biografie van de vermoedelijk slechtst gerunde voetbalclub ter wereld. Kijk breder en je leest er een slapstickachtige how not to-handleiding in voor elke ambitieuze voetbalbestuurder.

Ik zet zes lessen op een rij.

Les 1: Wees niet ambitieus (en koop geen messias)

De eerste les voor ambitieuze bestuurders is dat je niet ambitieus moet zijn. Je kunt niet binnen enkele maanden een degradant veranderen in topclub. Je kunt niet meteen de gevierde man of vrouw zijn.

In Hamburg hebben de bestuurders deze memo niet gehad. Elke nieuwe bestuurder wil meteen resultaten. Het geijkte middel daarvoor is een nieuwe sterspeler. Of speler... een messias.

Altijd zijn ze peperduur, nooit zijn ze de redding. Sterker, de messiassen zijn vaak de oorzaak voor een nieuwe (financiële) crisis. En de oplossing voor die problemen is een nieuwe messias.

Altijd zijn ze peperduur, nooit zijn ze de redding. Sterker, de messiassen zijn vaak de oorzaak voor een nieuwe (financiële) crisis

Beste voorbeeld (en begin van veel problemen voor HSV): Rafael van der Vaart. In de lente van 2012 voorkomt HSV ternauwernood degradatie. En dat terwijl de club in 2010 nog in de halve finale van de Europa League stond. Er moet iets gebeuren! De oplossing? De sterspeler uit de jaren 2005-2008, toen het de club voor de wind ging. Rafael van der Vaart.

Eén seizoen gaat het beter. Daarna zakken Van der Vaart en de ploeg in. Gevolg: trainers en bestuurders worden ontslagen (kost geld), opvolgers van naam en faam moeten worden gehaald (kost geld), en om dat te bekostigen wordt een haastige en ongunstige sponsordeal gesloten (kost op lange termijn geld). In Hamburg draait een perpetuum mobile van ongeduld en incompetentie.

Kortom: wondertrainers en wonderspelers bestaan niet. Probeer ze dus ook niet te kopen. Wat je wel moet doen: speelwijze, doelstellingen, en verantwoordelijkheden vastleggen. Het is een check op de macht: altijd zullen er namelijk mensen op het idee komen dure messiassen te kopen. Vervolgens documenteer je beslissingen, evalueer je ze, en pas je de koers eventueel lichtjes aan.

Spectaculair saai, maar vermoedelijk werkt het. Accepteer dat de glorie pas veel later komt. Accepteer dat jij de eer ervoor mogelijk nooit opstrijkt. ‘Altijd droomde men van instant succes’, schrijven Escher en Jovanov, ‘nooit droomde men ervan om na jaren degradatiestrijd na een rustig seizoen eens tiende te worden.’

Les 2: Nostalgie is voor fans

De aankoop van Van der Vaart staat voor de neiging in het voetbal om helden van weleer te recyclen. HSV heeft hierin vermoedelijk het wereldrecord in handen. Zo lang mensen de Raute im Herzen hebben – het ruitvormige clublogo belichamen en dus goed vallen bij fans en media – zijn ze voor elke denkbare functie geschikt.

Duurste voorbeeld: ex-HSV-speler Dietmar Beiersdorfer. In 2009 stapt hij vrijwillig op als technisch directeur. (Toch krijgt hij een miljoen mee. Nog een tip: gebruik je club niet als pinautomaat voor oude helden.) In 2015 wordt hij weer verwelkomd als Grote Redder. De reden? Hij zat bij een grote club uit het buitenland – Zenit St. Petersburg. Deed hij het daar goed? Nee, maar niemand die het weet, want niemand zoekt het uit.

Waarom niet? Omdat – heel banaal – niemand Russisch spreekt en checkt hoe hij het daar deed. Maar bovenal: omdat het niet gaat om wat Beiersdorfer kan, maar om wat hij is.

Beiersdorfer is een symbool van succes uit het verleden, als speler en bestuurder, en dus per definitie goed. En dus krijgt hij de baan. Nota bene: niet als technisch directeur, maar als algemeen directeur, een functie waarmee hij geen enkele ervaring heeft. Het wordt een voorspelbare ramp.

Bij gebrek aan beleid is er altijd haast, en bij haast beperken de criteria voor benoemingen zich tot twee aspecten: 1. Is iemand beschikbaar? 2. Heeft iemand de ‘ruit in het hart’?

De resultaten zijn eveneens in twee woorden te vatten: dure incompetentie. Beter plan: koop geen nostalgie, maar creëer nostalgie. Dat gebeurt vanzelf, als nieuwe competente mensen succes hebben.

Les 3: Neem kort op een verliespartij geen belangrijke beslissingen

In 2009 presteert HSV uitstekend. Maar aan het einde van het seizoen gaan enkele belangrijke wedstrijden verloren. Extra pijnlijk: het gebeurt tegen aartsrivaal Werder Bremen. Kort daarop evalueert het bestuur het seizoen.

Wat een genoeglijk samenzijn ‘met-de-voeten-op-tafel’ moet zijn, wordt een sessie vol verwijten

Wat een genoeglijk samenzijn ‘met-de-voeten-op-tafel’ moet zijn, wordt een sessie vol verwijten. De zwakste bestuurder van de driekoppige directie – Beiersdorfer – krijgt de meeste kritiek. Oud zeer komt op, nieuw zeer ontstaat, en dat terwijl de club het beste seizoen sinds 25 jaar speelde. Enkele vergaderingen later stapt Beiersdorfer op.

De club vindt geen goede opvolger. Trainer Bruno Labbadia moet zijn werk er maar bij doen. Zonder technisch directeur die bemiddelt tussen spelers, trainer, en bestuur wordt het een chaos. Dan verliest HSV een potje met 5-1. In de emotie wordt Labbadia ontslagen.

Les 4: Ga niet met honger boodschappen doen

Vanaf dat jaar wisselt HSV elk seizoen van trainer, technisch directeur, en/of algemeen directeur. Elke zomer moet deze persoon zich inwerken; elke zomer is daardoor pas laat duidelijk wat voor spelers er nodig zijn; en elke keer blijkt hetzelfde: wie laat in de transferperiode spelers koopt, koopt slecht en koopt duur.

In 2016 reist Beiersdorfer naar Brazilië om daar een verdedigende middenvelder te contracteren. Zo’n speler mist de ploeg eigenlijk al jaren. Maar de speler wil niet naar HSV. Oplossing: een andere Braziliaan. Weliswaar geen middenvelder, maar een linksback. Maar goed, Beiersdorfer kwam voor een dure Braziliaan en haalde een dure Braziliaan. Gezichtsverlies is voorkomen!

Zo haalt HSV continu spelers: laat en duur. Op de korte termijn is een probleem opgelost, op de lange termijn komen er drie problemen bij.

  1. De spelersgroep wordt een onsamenhangende erfenis van trainer-messiassen met uiteenlopende speelwijzen.
  2. Je komt desgewenst niet meer af van dure spelers, want welke andere club wil hen zo’n salaris betalen?
  3. Nieuwe spelers verwachten eveneens hoge salarissen.

Les 5: Hou je bek en voorkom dat je gedwongen in actie moet komen

Dat er uit een club wordt gelekt naar media is onvermijdelijk. Mensen kletsen nu eenmaal graag. Bij HSV lekken bestuurders gevoelige informatie. Of lekken: soms vertellen ze het gewoon in interviews.

Zo ging het in de zomer van 2012: HSV-investeerder Klaus-Michael Kühne dat hij Rafael van der Vaart wil terughalen naar Hamburg. Gevolg 1: de bestuurder wordt populairder. Gevolg 2: de ster wordt duurder. De verkopende partij – Tottenham Hotspur – weet immers dat de bestuurder niet meer terug kan.

Het bestuur van HSV krijgt vervolgens spijt. Maar het is te laat. Het einde van de transferperiode nadert, alternatieven voor Van der Vaart zijn niet voorhanden. Zugzwang heet dat: je bent gedwongen een zet te doen. ‘Als we het laten klappen, worden we de stad uitgejaagd’, zegt een HSV-commissaris. Van der Vaarts transfer wordt een duur fiasco.

De deal is nog niet rond als de club een persconferentie uitschrijft. Probleempje: de kandidaat zegt af

Keer op keer praten HSV’ers voor hun beurt. Op een zeker moment zit de club weer eens zonder trainer. Haastig wordt er onderhandeld met een ervaren opvolger. De deal is nog niet rond als de club een persconferentie uitschrijft: we gaan een nieuwe trainer presenteren. Probleempje: de kandidaat zegt die ochtend af.

Wat nu? De persconferentie cancellen? Dat is een blamage. De oplossing? Iets voor het middaguur stuurt Beiersdorfer een smsje aan de jonge en onbekende trainer van Jong HSV: even naar mijn kantoor. De verbouwereerde Zinnbauer accepteert de baan en zit een uur later voor een bomvolle perszaal als nieuwe HSV-trainer.

Naast hem hoort hij Beiersdorfer met een stalen gezicht beweren dat HSV met Zinnbauer bewust inzet op verjonging en vernieuwing.

Les 6: Vermijd een fan als geldschieter

Door het stapelen van dure kortetermijnoplossing op dure kortetermijnoplossing wordt HSV op een zeker moment financieel noodlijdend. Gelukkig is ook hiervoor een messias beschikbaar. Dit keer is het een geldschieter: miljardair en HSV-fan

Kühne is het type van ‘ik heb niks tegen belasting betalen, maar dan moet het wel een beetje fatsoenlijk worden Hij koopt in 2014 aandelen als HSV naar de beurs gaat. Hij krijgt daardoor ook zeggenschap. Dit schrikt potentiële andere investeerders af. Gevolg: de club wordt afhankelijker van Kühnes geld. Waardoor Kühne meer invloed wil op transfers.

Niet onlogisch, wel ongewenst, want Kühne heeft geen verstand van voetbal. Maar ja, de ‘voetbalmensen’ bij HSV kunnen ook niet meer beweren dat zij dat wel hebben. Het gaat immers al jaren slecht. En dus krijgt Kühne steeds vaker zijn zin, waardoor het alleen maar slechter gaat.

Immers, de voorkeur van Kühne gaat uit naar presentabele sterren. Vaak spelers die totaal niet passen bij het verdedigende degradatievoetbal dat HSV inmiddels speelt. ‘Jaar in jaar uit kocht de club technisch begaafde voetballers’, schrijven Escher en Jovanov, ‘die vervolgens alleen maar achter de bal aan moeten rennen.’

Wie schrijft de Nederlandse versie?

Dit voorjaar gebeurde Het Ondenkbare: het immens populaire HSV voor het eerst in zijn bestaan naar de Tweede Bundesliga.

Voor het perspectief: dit is alsof Ajax of Feyenoord in de Keuken Kampioen Divisie speelt. Bij het lezen vroeg ik me meermaals af of het allemaal echt is gebeurd.

Leert HSV van zijn fouten? De auteurs zijn pessimistisch. Slapstick gebeurt nog steeds. Wéér is een voormalige held tot bestuurder gemaakt; wéér is een nieuwe trainer na drie potjes de nieuwe heiland; wéér worden daarom al diens transferwensen ingewilligd; wéér worden interne twisten via de media uitgevochten; en wéér eist investeerder Kühne zeggenschap over van alles.

Er zit voor Nederlandse lezers eigenlijk maar één nadeel aan dit geweldige boek: het is in het Duits. Maar een Nederlandse versie hoeft niet lang op zich te laten wachten. Er is namelijk een voor de hand liggende Nederlandse parallel, waar ook alle ingrediënten voor slapstick aanwezig waren, naast en op het veld: FC Twente.

Meer lezen?