Honderden doden, duizenden gewonden, tienduizenden trauma’s: verkeersleed is akelig dichtbij

Hoeveel mensen ken jij die in een verkeersongeval het leven lieten of iemand verloren? Misschien schrik je van het aantal. Misschien denk je: gelukkig zijn het er niet zo veel. Maar vrijwel zeker beschouw je hun verhalen als losstaande gebeurtenissen. Dit verhaal is een poging om daarmee te breken. Want het leed is structureel.
Ken jij iemand die een ander is verloren bij een verkeersongeval?
Ik (Thalia, penvoerder van dit verhaal) niet.
Dacht ik.
Ik had nooit zelf iemand verloren. Een paar weken geleden begon ik voorzichtig rond te vragen. Aan vrienden en collega’s, familie. En toen kwamen de verhalen los.
Zomaar een opsomming van een collega
Een eindredacteur die een eerdere versie van dit stuk meelas, somde in de kantlijn op welke betrokkenen en slachtoffers zij kent:
‘Een echtpaar verloor hun jonge dochter midden in de nacht, omdat ze op de snelweg van achteren werd aangereden. Een vage kennis uit het uitgaansleven reed zich dood tegen een viaduct. Mijn man schoof over het asfalt met zijn motor, omdat de automobilist die afsloeg hem niet had gezien. Mijn oom verloor zijn onderbeen tijdens een ongeluk met zijn vrachtwagen. Mijn opa en een andere oom heb ik nooit leren kennen omdat ze doodgereden werden in het jaar dat ik geboren ben. Een oud-dorpsgenoot, we zaten als kind in dezelfde basisschoolklas, verloor als volwassene haar ouders én haar 2-jarige kind aan een man die te hard reed (beruchte zaak geweest). En een vriend van mijn broer kwam als tiener om bij een motorongeluk.’
Bijna iedereen kent wel iemand, werd gezegd bij de ramp met de MH17. Dat is met verkeersslachtoffers niet anders
‘En dat zijn alleen nog maar de mensen die meteen in mijn hoofd opkomen’, zei ze erbij.
Naast deze eindredacteur bleek ik nog veel meer mensen – familie en vrienden – te kennen die meerdere verkeersslachtoffers of nabestaanden in hun omgeving hebben.
Het moest ook wel. Bij de ramp met de MH17 zei men al: ‘Bijna iedereen kent wel iemand.’ Dat waren 193 Nederlandse doden, eenmalig (en inderdaad: ik kende een zeer aangeslagen iemand die een vriend had die zijn hele gezin was verloren). In het Nederlandse verkeer vallen zo’n zeshonderd doden en duizenden zwaargewonden, ieder jaar weer. Het aantal mensen dat iemand verliest is vele malen groter, en het verlies is permanent. Het leed kan dus moeilijk ver weg zijn.
Waarom wist ik dit niet? Ik heb nog geen zinnig antwoord, en hoop het beter te gaan begrijpen in de loop van dit journalistieke project.

360 reacties maakten de grootte van de kring getroffenen volop voelbaar
De heftigheid van verkeersgeweld, de nasleep die vele jaren en decennia kan duren, en de grootte van de kring getroffenen werden volop zichtbaar en voelbaar in de reacties onder de oproep die Marco te Brömmelstroet en ik een paar weken geleden plaatsten om over verkeersongevallen te praten.


Er staan nu ruim 360 bijdragen onder het stuk, van zo’n 150 verschillende mensen. Ook ontstonden er boeiende gesprekken onder het stuk op Facebook.
Anderen deden nuttige suggesties in de kantlijn bij een document waarin ik bronnen verzamel. Daaruit ontstaat een beeld dat we helemaal niet zo goed weten hoe het afloopt met mensen die in een ongeval terechtkomen.
Er waren de verhalen van hulpverleners en al die andere mensen die professioneel te maken hebben met ongevallen.
Tot slot waren er de verhalen die ‘beter per mail’ konden. De belevingen van betrokkenen. Van slachtoffers en van nabestaanden, onder wie iemand die het ongeval van zijn vriend zelf meemaakte en dus ook getuige was. Getuigen van ongevallen waarbij een onbekende omkwam meldden zich nog niet – we weten niet of dat aan onze oproep lag, of aan iets anders.
Hartelijk dank aan iedereen die heeft gereageerd.
Wat we zagen en dachten bij het lezen van alle reacties
Mijn mailbox ziet eruit alsof ik oorlogsverslaggever ben geworden. Zoveel verhalen over operaties, hersenletsel, te kleine ziekenhuiskamertjes en (vaak nog onverwerkte) rouw: het is het soort gewelddadige lichamelijke en geestelijke verwonding dat ik verder alleen ken van berichten uit gebieden waar mensen op elkaar schieten en waar bommen ontploffen. Zijn ongevallen ongelukken, iets dat je treft? Zijn het botsingen: een natuurkundig verschijnsel? Is het geweld: iets dat we elkaar aandoen? Hoe noemen we dit, en wat maakt dat uit?
Er waren ook mensen die alleen maar mailden om te zeggen dat ze dit initiatief van harte verwelkomen. Of ze zeiden te vinden dat het de hoogste tijd voor zoiets was.
Verkeersongevallen leveren leed op bij een grote kring mensen rondom het slachtoffer. Een ongeval traumatiseert veel meer mensen dan alleen de verwanten in de eerste graad.
Een ongeval traumatiseert veel meer mensen dan alleen de verwanten in de eerste graad.
Verkeersleed hoopt zich op. Het verwerken van verlies en revalideren duurt bij veel mensen vele jaren, soms decennia. Stel je een rij zwaargewonden en een rij getraumatiseerden voor. Elke dag sluiten er tientallen nieuwe mensen aan in beide rijen, terwijl de processen die ze door moeten om uit de rij te komen jaren of decennia in beslag kunnen nemen. Voor sommigen houdt het proces van verwerken of revalideren helemaal niet op.
Veel mensen vertellen dat het moeilijk is om hierover te praten, of dat ze het zelden doen. Dat geldt voor veel nabestaanden uit bredere kring, maar ook voor mensen met lichamelijk letsel aan wie niets te zien is. Men ervaart onbegrip, soms het gevoel van een taboe.
De taal waarmee we over verkeersongevallen praten, voldoet niet. Het woord ‘veroorzaker’ (dat ik zelf ook gebruikte in de oproep) plaatst alle gevolgen voor de veroorzakende partij bij een ongeval buiten beeld. Ook zij zijn vaak slachtoffer. Het woord ‘schuld’ is al even lastig. In geen van de ongevallen waarover mensen me mailen, is er directe opzet in het spel. Iemand reed net iets te snel, keek net niet goed uit, of een bestuurder zag niet dat er iemand aankwam. In onze publieke ruimte kun je het leven laten door een inschattingsfout van een ander, omdat iemand denkt dat er niemand aan zal komen, of omdat iemand je niet ziet.
Mensen die van dichtbij of zelf een ernstig ongeval hebben meegemaakt, reageren duidelijk anders dan mensen die niet (expliciet) vanuit die ervaring spreken. Die laatsten komen veel sneller met oplossingen aan, en zijn vaak actiegerichter.


Wat een verkeersongeval met een mens doet
Hieronder volgen korte, indringende verhalen van elf mensen die vertellen hoe zij een verkeersongeval en de gevolgen daarvan hebben ervaren. Ze delen hun ervaring met iets wat elke dag tientallen mensen overkomt in Nederland: te horen krijgen dat je dierbare in een zeer ernstig ongeval is terechtgekomen. Of zelf zwaar gewond raken in het verkeer.
Vier van de verkeersslachtoffers waren met de auto, vijf waren met de fiets, twee waren te voet. De verhalen en ervaringen zijn heftig.


Terugkerende thema’s zijn de langdurige gevolgen, de onzichtbaarheid van het leed en dat het moeilijk is het te benoemen, erover te praten, het op te schrijven. Op één verhaal na vind je geen details over het verongelukken zelf (bij dat verhaal volgt een aparte leeswaarschuwing).
Uit de bijdragen onder de oproep:
Floris vertelde hoe een rondje wielrennen noodlottig afliep. Uit zijn bijdrage: ‘Bijna een jaar geleden. Een rustige zondagochtendtraining met zes wielrenners. Op een dijkje komt een auto tegemoet. We schikken in om ruimte te maken. Bij dat inschikken gaat het mis. Een van ons raakt uit balans, waarschijnlijk door het schampen van een ander achterwiel, gaat slingeren en botst frontaal tegen de auto. Hij is ter plekke overleden. Een noodlottig ongeval waaraan in de ogen van de betrokkenen niemand iets kon doen.’
Uit de toespraak die hij voor zijn vriend hield op de wielerclub: ‘Je lag ondanks alles, ondanks de rauwe, gruwelijke werkelijkheid, daar zo lief en vredig aan de kant van de weg.’
Niels vertelde hoe hij nog steeds aan het revalideren is na een ongeval van acht jaar geleden, waarbij hij op de fiets werd geschept door een automobilist. ‘De automobilist was verantwoordelijk voor het betalen van mijn inkomen, wat ik heb afgekocht om een passende woning (stil in verband met geluidsgevoeligheid wegens hersenletsel) te kunnen kopen. Nu, acht jaar later, zit ik op eigen verzoek in een re-integratietraject richting betaald werk. Ik doe vrijwilligerswerk op mijn oude vakgebied, wat me zeer goed afgaat. Mijn verwachting is begin volgend jaar weer betaald in loondienst te werken.’
Ik droomde van een spookrijder die op een auto afreed, soms met goede afloop
Richard vertelde hoezeer de dood op de snelweg van een echtpaar dat op zijn twee pleegzusjes paste, hem tot de dag van vandaag blijft raken, twintig jaar later. ‘Op ons gezin had het een enorme impact. Een pleegzusje vroeg zich af waarom ze iedereen die om haar gaf steeds kwijtraakte. Zelf droomde ik weleens van een spookrijder die op een auto afreed en dan soms ineens met goede afloop. Nu nog roept het enorme emoties bij me op en biggelen de tranen over mijn wangen terwijl ik dit schrijf.’
Pien vertelde over een ‘klein verkeersongeluk’ met haar auto bij laagstaande zon. Ze zat drie maanden thuis met gekneusde rugwervels. ‘Op mijn werk is er deels onbegrip, er is toch niets aan mij te zien. Van de verzekering krijg ik een schadevergoeding van 500 euro. [...] Heel fijn om eens mijn verhaal op te schrijven. Na al die tijd toch nog een stukje verwerking.’
Mensen die reageerden per mail:
Samantha, die op haar achttiende verjaardag haar zusje van 17 verloor: ‘Een taxichauffeur reed haar aan, mijn zusje was te voet. De taxichauffeur is niet eens uitgestapt. Wel heeft hij de hulpdiensten gebeld. Ik zou het fijn vinden als een journalist aandacht zou geven aan de verhalen van de families, zonder Boulevard-achtige koppen. Wat gebeurt er allemaal direct nadat je zo’n bericht krijgt? Bij ons: naar het ziekenhuis, te kleine kamertjes, hoe krijg je de hele familie bij elkaar? Maar ook, wat doet het met je op de lange termijn? In mijn geval: een paniekstoornis die ik na vele jaren grotendeels overwonnen heb en na een lange tijd en veel doorzetten weer een fijn en normaal leven leiden. Ik ben nu 34.’
Ik zou het fijn vinden als een journalist aandacht zou geven aan de verhalen van de families, zonder Boulevard-achtige koppen
Een man wiens jonge dochter die – ook al leek het kort na het ongeval wel te gaan – permanente hoofdpijn en hersenschade overhield. Zij is volwassen aan het worden en elke stap voelt als een grote overwinning. ‘Wij zijn van ouders mantelzorgers geworden.’ Hij wil niet dat ze herkend kan worden in deze beschrijving. ‘Ik wil haar niet met een "stempel" opzadelen dat haar in de toekomst mogelijk belemmert. Ze krijgt het zonder stempel waarschijnlijk al lastig genoeg.’
De broer van iemand die met zijn dochter in het buitenland in een frontale botsing terechtkwam. De twee inzittenden van de andere auto kwamen daarbij om. ‘Mijn nicht heeft in een pick-uptruck gelegen naast het stervende slachtoffer uit de andere auto. Mijn broer heeft het ongeval als door een wonder overleefd. Voor zijn dochter, die veertien breuken had over beide benen, is hij vaak naar Heliomare geweest en vertelde daarover. Heliomare in Wijk aan Zee revalideert verkeersslachtoffers. De aantallen en de ellende schokten hem. Het is een verborgen aspect van onze samenleving.’
De dochter van een man die een meisje van 12 jaar doodreed. Ze schrijft: ‘Mijn vader heeft er nooit iets over gezegd. Mijn moeder vertelde het mij en daarna ging het deksel terug op de pot. Daar zit het vastgeroest, intussen al twintig jaar. Ik was even oud als het meisje dat die dag gestorven is: 12 jaar. Te moeten zien hoe je eigen dochter elk jaar ouder wordt, terwijl het meisje dat je omverreed, bij wie je de pols opnam en geen hartslag meer voelde, er niet meer is: van die pijn kan ik me geen voorstelling maken. Zoiets gaat ook voor de bestuurders niet voorbij.’
Ze schrijft ook hoe deze gebeurtenis het leven binnen het gezin heeft veranderd. ‘Ik en mijn broers en zus, groeiden op in een huis waar de dood altijd aanwezig was. Mijn vader leek opeens verdwenen. Hij leek op automatische piloot te functioneren en was plots niet meer beschikbaar. Het heeft lang geduurd voor ik het besefte, maar dat heeft me diep geraakt. Ik begon dat pas vijftien jaar later in kleine hapjes te beseffen. [...] Deze rouw lijkt niemand te kennen. Hiermee wil ik geen pijn met elkaar vergelijken en niets afdoen aan de pijn van anderen, enkel de mijne ernaast leggen.’
We hebben meer beelden gezien op nieuwswebsites dan we wilden. Pijnlijk
Een jonge vader van 32 die schreef: ‘Tweeënhalve week geleden is mijn moeder tijdens een auto-ongeluk op de A27 bij knooppunt Lunetten om het leven gekomen. Omdat dit zo vers is, mail ik liever.’ Over het ongeval: ‘Ik denk dat rond een uur of elf, twaalf ’s avonds de eerste berichten op nieuwswebsites stonden. Bij deze berichten stonden nogal expliciete foto’s van de vernietigde (want total loss klinkt te vriendelijk) auto van mijn moeder. We hebben meer beelden gezien dan we wilden, dit is pijnlijk voor de beeldvorming.’


Maartje (24), die tweeënhalf jaar geleden op de fiets werd aangereden door een agent die met zijn politieauto met circa 80 kilometer per uur door rood reed, zonder zwaailicht en sirene aan. Een politieagent mag onder die omstandigheden met maximaal 20 kilometer per uur door rood rijden. ‘Het heeft meer dan twee jaar geduurd voordat ik te horen kreeg wat zijn werkelijke snelheid was geweest.’ De agent kreeg drie maanden voorwaardelijke rijontzegging en een boete van 1.000 euro wegens onverantwoordelijk rijgedrag. Maartje had onder meer een zware hersenschudding en een gescheurd bekken, is nog aan het revalideren en loopt nu parttime stage. Fulltime lukt niet door concentratieproblemen. Mensen zien niks aan haar. In de rechtszaal hoorde Maartje dat de omgeving van de agent het heel moeilijk heeft gehad met de wetenschap dat de agent, die toch goed werk doet, op een negatieve manier werd beschreven in de media.
Tot slot Fleur van der Bij, die als meisje van 15 haar drie jaar jongere zusje Ylse verloor die op de fiets was. (Waarschuwing: in de volgende paragraaf staan gruwelijke details over de dood van Ylse. In overleg met Fleur doen we dit zo, omdat dagelijks een of meer Nederlanders een soortgelijke ervaring meemaken.)
‘Ylse was vol geschept en van de motorkap met een zwieper in de sloot beland. Haar op de intensive care zien liggen, blijft één van de grootste schrikbeelden die ik ooit op mijn netvlies heb gehad. Haar kapotte lichaam, haar opgezwollen hoofd met bloedvegen erop, haar blonde haar met rode bloedstrengen erin, de slang die uit haar mond hing en het speeksel dat daaruit droop. Dit omhulsel was Ylse niet meer. Ik heb haar nog wel aangeraakt. Met tegenzin heb ik mijn dode zusje gekust. In mijn hand hield ik een stukje goudkleurig pyriet dat ik eens op vakantie in Frankrijk had gekocht. Ik droeg het de hele dag al bij me in de hoop dat het geluk zou brengen. Langzaam strijk ik het steentje eerst over mijn wang en daarna over haar wang.’
Jaren later ervoer Fleur zware psychische gevolgen van het ongeval. ‘Tijdens een reis die ik na mijn studie geschiedenis maakte in de sporen van een Nederlandse ontdekkingsreiziger in Afrika, kwam de herinnering aan haar dood boven. Bij terugkomst in Nederland openbaarde mijn onverwerkte trauma zich in een geestesziekte met manische en psychotische episodes. Het herstel hiervan heeft geduurd van 2010 tot en met 2012.’
Deze experts meldden zich
Veel hulpverleners en professionals hebben gezegd met ons te willen praten. Dat voelt als een grote steun aan dit project. Er blijken veel verschillende beroepsgroepen betrokken bij verkeersongevallen en de gevolgen daarvan.
Iemand die op de eerste hulp heeft gewerkt en als politiesurveillant meerdere malen als eerste ter plaatse was bij een ongeval, mailde ons. Net als een vrijwilliger van Slachtofferhulp, een vakdocent verkeersveiligheid aan een hogeschool, en een hoogleraar, die vertelt dat hij onderzoek heeft gedaan naar verkeersongevallen.
Een personenschadebehandelaar, een beroep waarvan ik nog niet wist dat het bestond, deelde tips over de kennis die er huist bij het verzekeringswezen. Een motorrijlesinstructeur mailde: ‘Ik vind het een van mijn belangrijkste taken mensen kennis te geven hoe ongevallen te voorkomen.’
Een psycholoog merkte op dat een verkeersongeval vaak niet als oorzaak van psychische ellende herkend wordt: ‘Ik kan me maar heel weinig mensen herinneren die bij me kwamen omdat ze betrokken waren geweest bij een verkeersongeval. Meestal was dat omdat men onverklaarde lichamelijke klachten had en de verzekeraar niet zomaar meer langer wilde uitkeren. Zelden ging het over de impact van het gebeurde, alsof dat buiten henzelf geplaatst was, verdrongen.’


Wat jullie vinden dat journalisten moeten doen
We vroegen ook wat een journalist volgens jullie zou moeten doen. Dit waren de antwoorden.
Schrijf over psychologie. ‘Wat gebeurt er direct na het ongeval, en wat doet het met nabestaanden op de lange termijn?’ (Vraag van Samantha, die haar zusje verloor op haar verjaardag.) ‘Hoe is het om verder te moeten leven met het feit dat je een dodelijk ongeval hebt veroorzaakt?’ (Vraag van Marij.)


‘Onderzoekende psychologen kunnen allicht iets zeggen over onze relatieve zorgeloosheid in het verkeer. En hoe het komt dat we al die doden en gewonden accepteren – zoals de grillen van het weer? (Vraag van Desiree.) Een hulpverlener reageert daarop: ‘Het is wat mij betreft ook een vraag of het erg is dat we ons relatief zorgeloos in het verkeer begeven, hoe zouden we dat anders moeten doen?’
Schrijf over verkeersrecht versus strafrecht. ‘Op de Politieacademie zijn er bij de afdeling rechercheonderwijs mensen die er voorstander van zijn om elk ongeval te behandelen als een ‘plaats delict’. Dat gebeurt niet vanuit een criminaliteitsbril. Het gaat om de wijze van gegevensverzameling (sporenonderzoek). Leerzaam om met hen te praten?’ Dit sluit misschien aan bij de vraag die opdoemt in het bronnendocument: waarom de politie zo’n magere ongevallenregistratie heeft.
Schrijf over de staat van onze staat en controleer de macht. ‘Welke informatie gebruiken de beleidsmakers (adviseurs, ambtenaren, politici) bij hun beslissingen over verkeersveiligheidsmaatregelen?’
‘Is er eigenlijk niet bij enig ministerie een goed onderbouwd beleidsstuk op te vragen waarin professionele ambtenaren en adviesbureaus over deze vraag hebben nagedacht? Kan je dat opvragen, desnoods via een Wob? En dan een artikel wijden aan waarom er wel of niet iets is gebeurd met de aanbevelingen in die beleidsnota’s?’
Een eerste kort antwoord hierop: organisaties als de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid, Veiligheid.nl en Veilig Verkeer Nederland doen dit soort studies, vaak in opdracht van de overheid. Bij gesprekken met deze partijen zal ik vragen wat ze vinden dat er met hun informatie wordt gedaan.
Waarom is het belangrijk om expliciete foto’s te maken en direct te plaatsen?
Schrijf over de manier waarop journalisten en mensen op sociale media omgaan met verkeersleed. Van degene die zijn wielrenkameraad verloor: ‘De berichtgeving is vaak kort en feitelijk en laat daarmee heel veel ruimte voor interpretatie. Zelden hoor je wat er echt aan de hand was. Begrijpelijk wellicht uit respect voor de privacy van de betrokkenen maar daardoor kunnen we ons blijven verschansen in het eigen gelijk over verkeer.’
Van de jonge vader die onlangs zijn moeder verloor: ‘Eén: waarom is het belangrijk om (wellicht illegaal?) expliciete foto’s te maken en direct te plaatsen? Twee: de tekst in de berichtgeving is erg afstandelijk (vrouw van 60 uit Assen overleden bij ongeval op A27 of iets in die trant). Als nabestaande is de combinatie van punt 1+2 daardoor lastig om te zien en te lezen. De beelden zijn te expliciet en de tekst doet juist geen recht aan de persoon.’
Verder kregen we het advies contact op te nemen met organisaties als de Vereniging Niet Aangeboren Hersenletsel, Revalidatiecentrum Heliomare, de Veiligheidsregio’s, de 112-centra, de Onderzoeksraad voor Veiligheid.
Is een ongeval een technisch probleem of het gevolg van keuzes?
Tot slot waren er de bijdragen van mensen die deelden wat ze belangrijk vonden, en waar ze de antwoorden zoeken. Een contrast dat ons daarbij opviel was dit:
Aan de ene kant waren er veel actieve, oplossingsgerichte bijdragen, waarin verkeersongevallen vooral werden gezien als een set technische problemen waarvoor je oplossingen kunt bedenken die je kunt voorleggen aan de politiek:
Zijn vrachtautokopers bereid te betalen voor extra camera’s? Zouden ze moeten worden verplicht? (Bijdrage van Merlijn.) Waarom kan een auto gestart worden als de chauffeur alcohol gedronken heeft? Is een alcoholslot politiek haalbaar? (Bijdrage van Johan.) Zou het rigoreus scheiden van vrachtverkeer (’s nachts rijden belonen voor chauffeur en bedrijf) en personenverkeer kunnen bijdragen aan de verkeersveiligheid? Waarom gebruiken we niet allemaal een apparaatje dat je mobieltje onklaar maakt zodra je instapt? (Bijdrage van Richard.)
Vrijheid is óók de vrijheid om je veilig te kunnen verplaatsen
In andere bijdragen werden verkeersongevallen heel anders opgevat: niet als een probleem waar technici een oplossing voor kunnen of moeten verzinnen, maar een gevolg van politieke keuzes.
‘Wat mij opvalt is dat de auto alle vrijheid krijgt om te hard te rijden, op verboden wegen te rijden, fietsers dichtbij te passeren en af te snijden. Allemaal zaken die gevaarlijk en verboden zijn, maar waar de politie en de politiek (lokaal en landelijk) geen prioriteit aan geven’, schrijft Niels, de man die acht jaar geleden door een automobilist werd geschept op de fiets en sinds een jaar bezig is met re-integratie.
‘Vrijheid is óók de vrijheid van je veilig kunnen verplaatsen. Dat vergeten veel voorstanders van "gas erop", aangezien zij een andere vrijheid zoeken, namelijk die van plezierig rijden.’(Bijdrage van Hans.)
‘Heel goed om het hierover te hebben’, schrijft Bonno Pel, onderzoeker Sociale Innovatie en Transitie aan de Université Libre in Brussel in een reactie op Facebook. ‘Dit is wat burgers elkaar (kunnen) aandoen. Wel belangrijk om het niet alleen over veiligheid en ongevallen te hebben. Er is ook de bredere kwestie van democratie op straat. Groeten uit Brussel (waar ik niet durf te fietsen).’


Politieke keuzes worden leidend (in dit project)
We willen veiligheid en openbare ruimte gaan benaderen vanuit dit tweede perspectief. Als een onderdeel van onze democratie: niet iets waar je oplossingen voor zoekt, maar vraagstukken waar je politieke keuzes in kan maken.
Hoe laten we op dit moment buiten op straat de balans uitslaan tussen persoonlijke vrijheid en de verantwoordelijkheid die daarbij hoort enerzijds, en de vrijheid en veiligheid van het collectief anderzijds?
Hoe gaan we op dit moment om met de risico’s die mensen inbrengen in de openbare ruimte, voor zichzelf, maar vooral ook voor anderen? In onze democratische en sociale welvaartsstaat wordt het recht van de zwakkeren en kwetsbaren beschermd. Hoe doen we dat in de openbare ruimte? Hoe verhoudt zich bijvoorbeeld de discussie over het appverbod voor fietsers hiertoe?
Wat heeft ertoe geleid dat de inrichting zoals die er nu is voor zeshonderd mensen per jaar fataal is, en de naar schatting drieduizend mensen die ernstig gewond raken? Plus alle getraumatiseerden?
Waar willen we als land dat het heen gaat als het gaat om verkeersongevallen? Welk aantal ongevallen vinden we acceptabel? Wat hoort onontkomelijk bij het functioneren van onze maatschappij?
Hoe kijken we naar het alledaagse risico dat je in de publieke ruimte zo makkelijk dood kunt gaan?
Hoe kijken we naar het alledaagse risico dat je in de publieke ruimte zo makkelijk dood kunt gaan, of gewond kunt raken door toedoen van een ander mens? En andersom: dat je zo makkelijk iemand anders, zonder dat je dat gewild hebt, kan doden of verwonden?
Waarom gelooft de politieke meerderheid dat de maatschappij gebaat is bij meer en sneller verkeer, zolang daar honderden doden en duizenden gewonden per jaar bij vallen?
We willen beter begrijpen hoe we hier nu (niet) over nadenken als burgers, als experts en bij het maken van beleid.
Om te beginnen gaan we kijken naar de mediaberichtgeving over ongevallen. Hoe gaan journalisten met deze vragen om? Een aparte oproep hierover volgt binnenkort.