Wat het laatste slachtoffer van de Eerste Wereldoorlog ons leert over immigranten van nu

Riffy Bol
Algemeen redacteur
De beelden bij dit stuk zijn van een groep in Istanbul wonende jongens, die zich hopen te kwalificeren voor een plek in een Minor League voetbalteam. Zo’n plek levert een verblijfsvergunning op en maakt het mogelijk om je vrij door Europa te verplaatsen. Uit de serie Offside door Alvaro Deprit.

Vandaag precies honderd jaar geleden kwam de Eerste Wereldoorlog ten einde. Het laatste slachtoffer was de Amerikaanse soldaat Henry Gunther, zoon van Duits-Amerikaanse ouders, die uit alle macht wilde bewijzen dat hij een volbloed Amerikaan was. Net als in 1918 zagen we ook dit jaar: erkenning en waardering liggen voor migranten alleen binnen handbereik door – al dan niet mislukte – heldendaden.

11 november 1918, 10.59 uur, Noord-Frankrijk. Eén minuut voordat een wapenstilstand een einde zal maken aan de Eerste Wereldoorlog, die Europa, Amerika, Afrika, Australië en Azië al vier jaar

Die ochtend marcheert een jonge Amerikaan met zijn compagnie door Chaumont-devant-Damvillers, een dorpje op 30 kilometer van de Belgische grens en 20 kilometer ten noorden van Verdun, een stad waar in de jaren daarvoor zware strijd was geleverd.

De jongeman heet Henry Gunther. Hij is 23 jaar oud en werkt bij een bank in de Amerikaanse stad Baltimore.

Rond 10.30 uur loopt zijn eenheid een Duitse controlepost met twee machinegeweren tegemoet. Aanvankelijk gebeurt er niets – zowel de Duitsers als de Amerikanen zijn op de hoogte van de wapenstilstand, die over een halfuur in zal gaan. Waarom zouden ze zichzelf nu nog de dood in jagen?

Toch besluit Gunther zijn leven op het spel te zetten, om 10.59 uur. Hij stormt op de machinegeweren af. De Amerikanen en de Duitsers, die elkaar een jaar lang hadden beschoten, gebombardeerd en vergast, roepen in koor dat Gunther zijn wanhoopsdaad moet staken. ‘Toen de Duitsers hem aan zagen komen’, in de Baltimore Sun, ‘zwaaiden ze naar hem en riepen, in gebroken Engels, dat hij terug moest gaan, dat de oorlog voorbij was.’

Twee schoten zou Gunther afvuren op de Duitse controlepost. Beide kogels missen hun doel. De Duitse soldaten geven hun geroep naar Gunther op en richten hun machinegeweer op de Amerikaan. Ze vuren vijfmaal. Eén kogel treft zijn linkerslaap.

Als hij één minuut had gewacht, was hij waarschijnlijk levend thuisgekomen. Hij had kunnen studeren aan de Johns Hopkins University. De boeken kunnen lezen van Edgar Allan Poe en H.L. Mencken. Naar de muziek van Billie Holiday kunnen luisteren. De homeruns van Babe Ruth kunnen aanschouwen. The Star-Spangled Banner, geschreven in Baltimore en uit volle borst mee kunnen zingen.

Waarom wilde Henry Gunther per se de held spelen?

Uit de serie Offside door Alvaro Deprit.

Een minder bekende geschiedenis

In 1917 bestempelde de Amerikaanse president Woodrow Wilson een kwart miljoen Amerikanen van Duitse afkomst Zij moesten zich laten registreren bij het lokale postkantoor en de pas die zij daar kregen altijd op zak hebben. Amerika en iedereen van niet-Amerikaanse afkomst, ‘draagt een mes dat hij bereid is in de vitale organen van de [Amerikaanse] Republiek te steken’.

Eén van die ‘vreemdelingen’ was Henry Gunther uit Baltimore. Hij sprong niet in het vizier van die twee Duitse machinegeweren op jacht naar militaire promotie, maar naar erkenning van zijn landgenoten. Sterven op het slagveld – Gunther wilde zich invechten. Letterlijk.

Gunthers vader George en moeder Lina kwamen Hun zoon moest zich daarom dubbel bewijzen op het slagveld. Hij moest niet alleen aantonen dat hij een dappere soldaat was in de modderige loopgraven van Noord-Frankrijk, nooit te beroerd om zijn kameraden te bewaken en te beschermen in situaties van ziekte en hysterie, leven en dood, maar ook elke seconde laten zien dat hij heus een ware Amerikaanse patriot was - een Amerikaan van Duitse afkomst die bereid was de wapens op te nemen tegen zijn voorouders.

Terwijl Gunther in 1917 en 1918 zijn militaire training volgde en zich klaarmaakte om naar Frankrijk te worden uitgezonden, was de chaos in de Verenigde Staten groot. Meer dan zesduizend Duitse Amerikanen werden opgepakt. Ruim tweeduizend

Hoewel de Eerste Wereldoorlog eindigde in november 1918, werden de meeste gevangenen vastgehouden Enkele mensen kwamen pas vrij in het voorjaar van 1920.

Uit de serie Offside door Alvaro Deprit.

Vertrouwen herwinnen

Gunther wist, vandaag exact honderd jaar geleden, dat hij zou terugkeren naar dat Amerika, waar mensen zoals hij in kampen werden gezet. Voormalig president Theodore Roosevelt kwam met een nieuwe term op de proppen voor mensen zoals Gunther. ‘Hyphenated Americans’, noemde hij in dit geval ‘German-Americans’. Loyaliteit aan de VS was onmogelijk met een dubbele nationaliteit, oordeelde hij.

Retoriek als deze maakte dat verdachtmakingen al snel uit de hand liepen. Duitse Amerikanen werden obligaties waarmee burgers de oorlogskas van de overheid konden spekken. Het Rode Kruis weigerde mensen met een Duitse achternaam in dienst te nemen. In de staat Minnesota werd een geestelijke besmeurd met pek en veren omdat hij een Duits gebed prevelde voor een stervende vrouw. In Illinois werd de Duits-Amerikaanse mijnwerker Robert Prager

Na het westelijk front in Frankrijk wachtte Gunther dus een nieuwe strijd aan het thuisfront in Baltimore. De man van wie hij het meest te vrezen had - de man die de verplichte registraties van Duitse Amerikanen overzag - was net als Gunther zelf pas 23 jaar oud. Zijn naam? J. Edgar Hoover, hoofd van de Enemy Alien Registration Later zou hij 37 jaar lang de FBI leiden.

Gunther moest zijn aangespoord door een verlangen om te bewijzen dat hij op-en-top Amerikaans was

‘Hij was vooral bang dat hij verdacht zou worden als Duitse sympathisant’, nadat hij Gunthers kameraden aan de tand had gevoeld. ‘Gunther moest zijn aangespoord door een verlangen om te bewijzen, zelfs in de laatste minuut, dat hij moedig en Met succes, want na zijn dood kreeg Gunther de erkenning die hij zo graag wilde hebben: niet alleen ging zijn naam de geschiedenis in als de laatste Amerikaanse soldaat die tijdens de Eerste Wereldoorlog stierf, ook kreeg hij twee militaire onderscheidingen voor zijn moed.

‘To belong or not to belong’

Honderd jaar later lijkt er opmerkelijk weinig veranderd aan de dubbele standaard waaraan migranten moeten voldoen. Heeft iemand roots in twee verschillende culturen of landen? Dan meten we ook met twee maten. ‘Als alles goed ging, las ik krantenartikelen die me “Romelu Lukaku, de Belgische aanvaller” noemden’, ‘Als het slecht ging, heette ik “Romelu Lukaku, de Belgische aanvaller van Congolese afkomst”.’

In Amerika gaat het net zo. President Donald Trump noemt de Amerikaanse senator Elizabeth Warren gekscherend ‘Pocahontas’, omdat ze Dat Trumps grootvader Friedrich laat hij voor de gelegenheid achterwege.

De ‘valse hiërarchie van burgerschap’, mijn Amerikaanse collega Zainab Shah dit. Zeven jaar geleden verhuisde zij van Pakistan naar de Verenigde Staten. ‘Als je hier niet vandaan komt (wat dat ook moge betekenen), moet je bewijzen

Net als in 1918 kun je als migrant één ding doen om zelfs de waardering van notoire nationalisten te oogsten. Je kunt je invechten, zoals premier Mark Rutte naar eigen zeggen leerde van de Haagse klas waar hij elke week lesgeeft. ‘Als je doorzet, je invecht, dan krijg je uiteindelijk de kans’, tegen de Volkskrant. ‘Dan kun je burgemeester van Rotterdam of voorzitter van de Tweede Kamer worden.’

Je invechten, je letterlijk invechten, is in de 21ste eeuw nog steeds een effectieve methode om door een land in de armen te worden gesloten. ‘Bereid zijn om te sterven en te doden voor de natie blijft een ideologische hoeksteen van erbij horen op nationaal niveau’, noemt ze met enig cynisme een ‘uitstekende kwalificatie voor de materiële voordelen van

Maar je kunt je ook invechten zonder geweld te gebruiken. Die weg bewandelde Mamoudou Gassama.

Uit de serie Offside door Alvaro Deprit.

Een shortcut naar burgerschap

26 mei 2018, 20.00 uur, Noord-Frankrijk. Aan het balkon op de vierde verdieping van een flat in het achttiende arrondissement van Parijs bungelt een 4-jarig jongetje.

Op dat moment is de 22-jarige Mamoudou Gassama onderweg van het treinstation Gare du Nord naar zijn huis in de voorstad Montreuil. Op zijn route ligt de Rue Marx Dormoy, waar het kind van 4 alleen thuis is. Zijn vader is zijn moeder is de stad uit.

Als hij de jongen ziet hangen, twijfelt Gassama geen moment. Zonder hulpmiddelen en tilt het kind met één ferme beweging op het balkon. Hij had geen minuut later moeten arriveren – de jongen was al een verdieping naar beneden gevallen. Dankzij zijn redder hoeft het jochie zich alleen druk te maken om een gescheurde nagel.

‘Spider-Man’, wordt de moedige voorbijganger Maar Gassama beschikt niet over spectaculaire spinnenwebben of bovenmenselijke spierkracht.

En ook niet over een verblijfsvergunning, trouwens. Hij is een illegale migrant - in september 2017 was hij de Middellandse Zee overgestoken na een tocht noordwaarts

Twee dagen later zit Gassama in het Élysée, de ambtswoning van de Franse president Emmanuel Macron. Hij draagt een vale spijkerbroek en een eenvoudig wit T-shirt. Tegenover hem zetelt de leider van de Republiek, gehuld in een strak maatpak. Om hen heen schittert de grandeur van het Franse paleis. Vergulde fauteuils, royaal afgewerkte lambrisering. Naast Gassama

Elke andere illegale migrant zou doodsbang worden van al die aandacht. Velen verschansen zich in de schaduw, aan de rafelranden van de maatschappij – alles om deportatie te voorkomen. Zo niet Mamoudou Gassama. De president overlaadt hem die maandag met complimenten.

Macron spreekt van een ‘uitzonderlijke actie’ en Hij reikt een medaille uit namens de Parijse politie, die haar dankbaarheid uitsprak. (De hulpdiensten bereikten de flat pas toen Gassama de 4-jarige al veilig naar binnen had begeleid.)

Natuurlijk maken we al je papieren in orde’, zei Macron. ‘En als je dat wenst, beginnen we met het proces van naturalisatie, zodat je Frans kunt worden

Maar het gelukkigst wordt de 22-jarige Malinees van wat Macron daarna zegt: ‘Natuurlijk maken we al je papieren in orde. En als je dat wenst, beginnen we met het proces van naturalisatie, zodat je Frans kunt worden.’

En de toekomst wordt nog rooskleuriger voor Gassama. De minister van Binnenlandse Zaken, Gérard Collomb, garandeert zijn persoonlijke hulp om Gassama een Frans paspoort te bezorgen. ‘De stad Parijs zal hem uiteraard graag helpen met zijn vestiging in Frankrijk’, zegt burgemeester Anne Hidalgo toe.

De meritocratie van een paspoort

In één minuut was het leven van Mamoudou Gassama totaal op zijn kop gezet. Van persona non grata veranderde hij in een op handen gedragen staatsburger van Frankrijk. Met zijn heldendaad redde hij niet alleen het leven van een jongen van 4, maar ook zijn eigen leven. Voorbij was het vrezen dat hij iedere minuut van iedere dag het land kon worden uitgezet. De president had hem hoogstpersoonlijk in bescherming genomen.

Gassama had de ‘waarden van solidariteit in onze Republiek’ eer bewezen, Zijn daad ‘moet de deuren van onze nationale gemeenschap voor hem openzetten.’ Gassama was niet langer een Malinese migrant, niet langer een ‘gelukszoeker’. Hij was nu een van hen, een Fransman. Hij had levend bereikt waar Henry Gunther honderd jaar eerder voor was gestorven: erkenning, waardering, erbij horen.

Net als Henry Gunther werd Mamoudou Gassama opeens beoordeeld op wat hij deed in plaats van wie hij was. Toen Henry Gunther de Duitse machinegeweren bestormde, ging zijn stigma als ‘hyphenated American’, als Duitse immigrant die zou heulen met de vijand, in rook op. En toen Mamoudou Gassama in het achttiende arrondissement van de Franse hoofdstad moeiteloos vier verdiepingen met blote handen trotseerde, was hij geen stip in een migratiecrisis meer, maar een nationale held.

Uit de serie Offside door Alvaro Deprit.

Dubbele inzet, halve waardigheid

Dat Gassama’s geluk tot scheve blikken leidt bij Malinese migranten, is begrijpelijk. Niet iedereen heeft het lef of de souplesse (of de mazzel) om redder in nood te zijn. De slimste, lenigste, sterkste en dapperste onder hen zien kansen – wie is de Spider-Man van morgen?

Het is bewonderenswaardig dat het Amerikaanse leger in 1918 en de Franse regering in 2018 mensen met moed de hemel in prijzen, ongeacht hun afkomst. Ere wie ere toekomt. Wat ze over het hoofd zien, is dat ze daarmee een signaal afgeven. Het recht om te blijven, in te burgeren, erbij te horen - het is alleen weggelegd voor de allerbesten. Meritocratische integratie.

De verhalen van Henry Gunther en Mamoudou Gassama gaan over opoffering en onverschrokkenheid. Over twee voetnoten in de geschiedenisboeken die uitgroeiden tot voorbeeldfiguren. Gunther moest de hoogste prijs betalen voor de postume bewondering die hij oogstte. Gassama kon met zijn nieuwe heldendom aan de slag als gemeenschapswerker bij de hulpdiensten in Parijs. Elf maanden lang verdient hij dan 480 euro per maand -

Maar vooral zijn Gunther en Gassama tragische voorbeelden van de moeizame acceptatie van migranten. Die zich voor 200 procent moeten inzetten om tot dezelfde resultaten te komen als de mensen die toevallig binnen de landsgrenzen zijn geboren. Die zich moeten invechten, zoals Mark Rutte verkondigt.

‘Voor elke Gassama die wordt gefilmd’, van het tijdschrift Time, ‘zijn er honderden, zo niet duizenden die niet worden vastgelegd.’

Meer lezen?