Assad lokt vluchtelingen terug naar Syrië (terwijl ze daar allesbehalve veilig zijn)
Syrië gebruikt de terugkeer van groepen vluchtelingen om de wereld ervan te overtuigen dat het weer een normaal land aan het worden is. Maar elke garantie dat teruggekeerde Syriërs er veilig zijn ontbreekt. De EU beseft dat. Toch groeit ook hier de behoefte de vluchtelingencrisis als beëindigd te verklaren.
Toen afgelopen zomer een paar duizend Syrische vluchtelingen uit Libanon terugkeerden naar huis, noemde de Russische presidentiële gezant voor Syrië dat ‘een goed teken’ en ‘nog maar het begin’.
‘Het is een soort sneeuwbal die van een berg afrolt en met elke meter groter en groter wordt’, zei Alexander Lavrentjev in juli tijdens een bezoek aan de Libanese hoofdstad Beiroet. Hij kwam daar steun zoeken voor het Russische plan om in een paar maanden tijd 1,7 miljoen Syrische vluchtelingen vanuit het Midden-Oosten en Europa te helpen terugkeren naar Syrië.
In 2015 schoot Rusland de Syrische regering te hulp in de burgeroorlog in Syrië. Daardoor konden de regering van Bashar al-Assad en haar bondgenoten het grootste deel van het land heroveren op de verschillende strijdgroepen.
Nu wil de Russische overheid zich terugtrekken uit de oorlog en hoopt ze een zo stabiel mogelijk land achter te laten, een land dat na zeven jaar van oorlog en diplomatieke isolatie zichzelf kan herbouwen en zich weer kan aansluiten bij de internationale gemeenschap.
Het valt de Russen zwaar Europa en de VS over te halen banden aan te gaan met het Syrische regime
Maar het valt de Russen zwaar Europa en de VS over te halen banden aan te gaan met het Syrische regime, dat ervan is beschuldigd chemische wapens te gebruiken, gevangenen te martelen en steden en dorpen te verwoesten die in handen waren van de oppositiegroepen.
In deze strijd om de toekomst van Syrië zijn vluchtelingen een onderhandelingsinstrument geworden. Rusland en de Syrische regering weten dat een aantal Europese leiders in reactie op populistische partijen die de angst voor immigratie uitbuiten het aantal vluchtelingen in hun land willen beperken. Met zijn plan voor massale terugkeer van Syriërs, lijkt Rusland de EU een manier te bieden om van die hete aardappel af te komen.
In ruil daarvoor hopen Rusland en de Syrische regering internationale financiering los te krijgen voor de wederopbouw van de provincies die de regering in handen heeft. Volgens VN-schattingen gaat de wederopbouw van het hele land zeker 220 miljard euro kosten. Maar tot nu toe eisen de VS en Europa een politieke oplossing voordat ze de portemonnee trekken.
Het probleem is echter dat de meeste Syrische vluchtelingen niet terug naar huis durven, en dat de Syrische regering weinig doet om hen gerust te stellen.
De haast om vluchtelingen terug te sturen
De terugkeer van vluchtelingen, waar Lavrentjev zo optimistisch naar verwees, begon dit voorjaar. Hij verliep in strak georganiseerd verband: Syrische en Libanese inlichtingendiensten screenden de vluchtelingen voor hun vertrek en lieten hen verklaren dat ze zich wilden verzoenen met de regering.
Aanhangers van Al-Assad noemen de terugkeeroperatie een bewijs dat de meeste Syriërs terug willen. Maar hoe onwaar dat is, blijkt wel als ik een aantal vluchtelingen opzoek in de Libanese Bekaavallei. De meeste Syriërs in Libanon verkeerden in hevige tweestrijd voor ze meegingen, vertellen ze me. Aan de ene kant wilden ze niets liever dan naar huis, tegelijkertijd waren ze bang in een instabiel land terecht te komen, waar hun vervolging wacht en de dienstplicht.
Neem Hanan, een 38-jarige weduwe. Al maanden probeerde ze haar broer ervan te overtuigen in Libanon te blijven. Hij wil naar hun huis in de Syrische stad Deir ez-Zor, niet ver van de plek waar IS een van zijn laatste bolwerken met hand en tand verdedigt. In de provincie Deir ez-Zor leven duizenden Syriërs in overvolle opvangkampen. Toch wilde Hanans broer zich aansluiten bij een van de groepen die naar huis ging.
We weten dat mijn broer misschien al bij de eerste controlepost wordt gearresteerd. Ze stoppen hem óf hij moet in dienst
Hun neef was al eerder met een groep vertrokken. Een week later hadden ze het contact met hem verloren. ‘We weten allebei dat mijn broer misschien al bij de eerste controlepost wordt gearresteerd’, vertelt Hanan me in haar zelfgebouwde onderkomen in het vluchtelingenkamp dat ik bezoek. ‘Ze stoppen hem óf in de cel óf hij moet in dienst.’
Toen Islamitische Staat in 2014 Deir ez-Zor veroverde, weigerde Hanans man zich bij de militante groepering aan te sluiten. IS-strijders drongen daarop hun huis binnen, waar ze hem voor de ogen van zijn vrouw en dochtertje executeerden.
Drie jaar lang kon het meisje niet praten. Uit vrees voor haar gezondheid nam Hanan haar mee naar Libanon. ‘Ik dacht dat ik mijn dochter ook nog zou kwijtraken’, vertelt ze. Haar dochtertje is nu 9 jaar en kan inmiddels weer praten, dankzij een psycholoog die Hanan alleen kon betalen door lange dagen te maken in een luierfabriek.
Voorlopig heeft ze haar broer ervan weten te overtuigen niet terug te gaan, maar ze bereidt zich voor op het ergste: een gedwongen terugkeer naar Syrië. Naar Deir ez-Zor gaat ze nooit meer terug, maar ze is wel bezig iets te regelen om desnoods bij haar moeder in Damascus te kunnen intrekken. ‘Alles wijst erop dat we terug moeten naar ons land, of het daar nu veilig voor ons is of niet’, zegt ze.
En weer sneuvelt een internationale norm
In de oorlog in Syrië zijn al vele internationale normen gesneuveld. Het verbod op het gebruik van chemische wapens, het verbod journalisten, scholen en ziekenhuizen aan te vallen: de Syrische regeringstroepen, hun bondgenoten en sommige extremistische militante groeperingen lapten alles aan hun laars.
Met de terugkeer van Syrische vluchtelingen dreigt nu opnieuw een principe te sneuvelen dat de internationale gemeenschap na de Tweede Wereldoorlog instelde: dat landen vluchtelingen niet mogen terugsturen naar plekken waar ze gevaar lopen.
Het principe dat vluchtelingen alleen op vrijwillige basis moeten terugkeren, staat nu al onder druk. Conflicten duren tegenwoordig langer, waardoor niet alleen de bereidheid noodhulp te financieren afneemt, maar ook de capaciteit en goodwill van de landen in de regio rondom oorlogsgebieden. Zeker nu de rijkere landen steeds minder vluchtelingen opnemen. De druk wordt steeds groter voor een vluchteling om terug te gaan, of het veilig is in het land van herkomst of niet.
Dit is de keuze voor veel vluchtelingen: onder mensonterende omstandigheden in een land blijven dat hen afwijst óf met gevaar voor eigen leven terugkeren naar Syrië
Voor veel Syriërs ‘begint het concept van vrijwillige terugkeer aan betekenis te verliezen’, zegt Maha Yahya, directeur van het Carnegie Middle East Center in Beiroet, een denktank die dit jaar een onderzoek publiceerde over de randvoorwaarden voor terugkeer van vluchtelingen naar Syrië.
‘Veel vluchtelingen zien zich voor de keuze geplaatst onder mensonterende omstandigheden te blijven wonen in een land dat hen afwijst, of met gevaar voor eigen leven terug te keren naar hun land van herkomst, dat ook niet op hen zit te wachten.’
Volgens het officiële standpunt van de VN zijn de omstandigheden in Syrië niet geschikt om terugkerende vluchtelingen veiligheid en waardigheid te bieden. Daarom kan de VN terugkeer ‘aanmoedigen noch faciliteren’. De meeste landen volgen deze lijn.
‘Terugkeer werkt het best als mensen daar klaar voor zijn, waar vaak een heel geleidelijk proces aan voorafgaat’, licht onafhankelijk onderzoeker Katy Long toe. Voor de VN deed ze vijf jaar geleden onderzoek naar de manier waarop vluchtelingenorganisatie UNHCR wereldwijd omgaat met repatriëring. ‘In de meeste gevallen die ik onderzocht, zo bleek, oefenen de betrokken staten enorme politieke druk uit om de crisis als beëindigd te verklaren door mensen terug te sturen.’
In het geval van Syrië is die druk nog hoger dan gemiddeld. Sinds 2015 zijn een miljoen Syriërs naar Europa getrokken. De Europese regeringen hadden grote moeite daar adequaat mee om te gaan – zie de chaotische taferelen in Duitsland in 2015 en de manier waarop Oost-Europese landen dwarsliggen bij de verplichte verdeling van ‘asielzoekers’ over de hele EU.
‘Dat geruzie in de EU hierover versterkt de behoefte om de vluchtelingencrisis als beëindigd te verklaren misschien nog wel meer’, oppert Long, ‘vooral gezien de macht die bepaalde Europese landen hebben om de terugkeeragenda te bepalen.’
Wie bepaalt het terugkeerbeleid?
Deze zomer probeerde Rusland langs diplomatieke weg internationale steun te krijgen voor massale terugkeer van Syrische vluchtelingen uit het Midden-Oosten en Europa (in Rusland zelf wonen amper Syrische vluchtelingen). Na een ontmoeting tussen de Russische president Vladimir Poetin en zijn Amerikaanse collega Donald Trump in juli stuurde het Russische ministerie van Defensie een voorstel voor een gezamenlijk ‘plan van actie’ naar Washington.
Moskou stelde dat naar schatting 1,7 miljoen Syrische vluchtelingen in negen landen naar huis wilden, onder wie (het merkwaardig specifieke aantal van) 889.031 Syriërs in Libanon.
Ondanks de scepsis vanuit de VS en de EU heeft Rusland dit plan doorgezet. Het zette een ‘Centre for the Reception, Allocation and Accommodation of Refugees in Syria’ op, om de terugkeer van vluchtelingen uit binnen- en buitenland te coördineren.
De Russische Syrië-gezant Lavrentjev reisde af naar Jordanië en Libanon om met beide landen gezamenlijk werkgroepen op te zetten om terugkeerprogramma’s te organiseren. Ook de Syrische regering zette een commissie op die terugkeerprogramma’s met ‘bevriende landen’ moest coördineren.
Libanon is sterk verdeeld als het gaat om de relatie met de regering-Assad en de vraag hoe om te gaan met de 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen in het land. Premier Saad Hariri en een coalitie van anti-Assad-partijen houden vol dat vluchtelingen alleen onder toezicht van de VN mogen worden teruggestuurd.
Hezbollah, de sjiitische Libanese politieke partij en militante beweging die sinds 2013 aan regeringszijde in Syrië meevecht, heeft zich opgeworpen als dé tussenpersoon om de terugkeer van vluchtelingen te organiseren. Andere pro-Syrische Libanese partijen, waaronder de christelijke partij van president Michel Aoun, vinden dat de Syrische vluchtelingen geen politieke oplossing kunnen afwachten en al naar huis moeten zodra het vechten is beëindigd.
Over één ding zijn alle Libanese partijen het eens: een groot deel van de 1,5 miljoen Syriërs in het land, met zelf maar 6 miljoen inwoners, moet uiteindelijk vertrekken
Over één ding zijn alle partijen het wel eens: uiteindelijk zal een groot deel van de 1,5 miljoen Syriërs het politiek gefragmenteerde land met een totale bevolking van zo’n 6 miljoen inwoners moeten verlaten.
In Jordanië, dat een door koning Abdoellah II bin al-Hoessein gecentraliseerd buitenlandbeleid voert, staan vluchtelingen minder onder druk om te vertrekken. Dat hebben er tot nog toe dan ook niet veel gedaan.
Maar nu de Syrische regering de touwtjes in het land steeds meer in handen krijgt, zal Jordanië net als andere landen in het Midden-Oosten haar positie mogelijk herzien. Zo heeft Jordanië half oktober een belangrijke grensovergang heropend, als gevolg van de herovering door Syrische regeringstroepen deze zomer van het gebied langs de Jordaanse grens.
In reactie op het Russische repatriëringsplan van deze zomer, vestigde het UNHCR nog eens de aandacht op zijn lijst voorwaarden waaronder het wil meewerken aan terugkeerprogramma’s voor Syrië of delen daarvan. Voorbeelden van deze voorwaarden zijn voldoende garanties dat de vluchtelingen veilig zijn, amnestie voor terugkeerders en formele garanties dat UNHCR-medewerkers in Syrië toegang krijgen tot mensen die zijn teruggekeerd.
Gebran Bassil, de Libanese minister van Buitenlandse Zaken en schoonzoon van president Aoun, probeerde de VN er dit jaar toe te bewegen het verbod op de terugkeer van vluchtelingen naar Syrië op te heffen. Hij beschuldigde het UNHCR ervan vluchtelingen de angst om terug te keren aan te praten. In juni bevroor hij al de aanvragen voor verblijfsvergunningen van UNHCR-medewerkers in Libanon, wat betekende dat personeel het land uit moest zodra hun verblijfsvergunning verliep.
De groeiende druk weerstaan
Tot nu toe hebben Amerikaanse en Europese leiders alle verzoeken van Russische en Libanese kant om hulp en steun bij de terugkeer van vluchtelingen afgewezen.
Tijdens een bezoek aan Libanon afgelopen zomer benadrukte de Duitse bondskanselier Angela Merkel dat vluchtelingen alleen mogen worden teruggestuurd met hulp van de VN, en pas als Syrië weer veiliger is. Toen Poetin in augustus op bezoek was in Duitsland, merkte ze op dat het nog lang geen vrede is in Syrië: ‘We zien dat de gevechten zijn afgenomen, maar dat betekent nog niet dat de vrede is hersteld’, zei ze.
Merkel staat echter onder grote druk, vanwege het vluchtelingenbeleid. Haar eigen coalitiepartner CSU is zeer kritisch over haar in 2015 verkondigde standpunt dat Duitsland de opvang van honderdduizenden nieuwkomers wel aankon.
Rusland staat erom bekend handig van zulke verdeeldheid gebruik te maken, als het goed uitkomt. Dat zie je ook nu gebeuren
Aanhangers van de snel gegroeide rechts-populistische partij Alternative für Deutschland (AfD) staan er lijnrecht tegenover partijen die vluchtelingen willen verwelkomen. Rusland staat erom bekend handig van zulke verdeeldheid gebruik te maken, als het goed uitkomt. Dat zie je ook nu gebeuren: Moskou gebruikt de uit Libanon terugkerende vluchtelingen als humanitair argument om open te staan voor samenwerking met de regering-Assad.
‘We moeten onze humanitaire hulp aan Syrië vergroten’, zei Poetin tijdens zijn bezoek half augustus aan Duitsland. ‘Daarmee bedoel ik de humanitaire hulp aan het Syrische volk.’ Hij noemde de vluchtelingencrisis ‘een enorme last voor Europa’. ‘Daarom moeten we er alles aan doen de regio’s in Syrië weer veilig te maken, zodat deze mensen kunnen terugkeren.’
Een aantal Libanese ambtenaren gebruikt dezelfde tactiek om internationale steun voor terugkeer te vergaren. Tijdens een bezoek aan Hongarije vroeg de Libanese minister van Buitenlandse Zaken Bassil vorig jaar de Hongaarse premier en uitgesproken tegenstander van immigratie Viktor Orbán om Libanon te helpen Syriërs terug te sturen.
President Aoun deed in juni hetzelfde verzoek tijdens het bezoek van een groep uiterst rechtse Europarlementariërs, met de waarschuwing dat de Syriërs anders naar Europa zouden komen.
Terugsturen onder dwang leidt vaak tot opnieuw vluchten
Toch zien veel Europese leiders in dat vluchtelingen tegen hun wil terugsturen averechts kan werken. Onderzoekers als Katy Long merken op dat vluchtelingen die onder druk naar hun land van herkomst terugkeren uiteindelijk vaak opnieuw op de vlucht slaan.
‘We willen geen overhaaste maatregelen nemen die negatieve gevolgen kunnen hebben’, zei UNHCR-chef Filippo Grandi na een bezoek in Syrië eind augustus, over de groeiende druk om Syrische vluchtelingen terug te sturen.
Over wat er gebeurt met terugkerende Syriërs is niet veel bekend, maar er zijn aanwijzingen dat een aantal uit Libanon teruggekeerde vluchtelingen weer opnieuw is gevlucht.
Voor een eenmaal uit Libanon vertrokken Syrische vluchteling is het meestal moeilijk opnieuw een visum voor dat land te krijgen. Vluchtelingen in het Libanese grensstadje Arsal vertelden me over familieleden die waren teruggegaan naar Syrië, teleurgesteld raakten over de veiligheids- en economische situatie en nu overwogen met hulp van een mensensmokkelaar weer naar Libanon te gaan.
‘Meerdere gezinnen’ die afgelopen voorjaar vanuit Zuid-Libanon naar Syrië terugkeerden, zijn inmiddels weer terug in Libanon, waar ze zijn ondergedoken
Een hulpverlener die alleen anoniem wilde reageren, zei me dat ‘meerdere gezinnen’ die afgelopen voorjaar vanuit Zuid-Libanon waren vertrokken, inmiddels waren teruggekomen naar Libanon en zijn ondergedoken.
Gedurende de hele oorlog hebben de Syrische regering en Rusland de taal van de vrede gebruikt om oorlogshandelingen goed te praten. Bij de terugkeer van vluchtelingen zien we hetzelfde gebeuren.
In oktober kondigde de Syrische regering een amnestieregeling af voor mensen die de dienstplicht hebben ontdoken. Syrische mannen onder de 43 die zich in het land bevinden, moeten zich echter binnen vier maanden alsnog melden voor de militaire dienst. Vluchtelingen krijgen daarvoor zes maanden de tijd.
De regeling zaaide twijfel onder vluchtelingen. De angst om gearresteerd te worden is verminderd, maar tegelijkertijd voelen mensen zich onder druk gezet snel terug te keren, terwijl ze eigenlijk überhaupt niet in dienst willen en zich afvragen of de beloftes wel worden nagekomen.
Bovendien bepaalt de regering zo wie mag terugkomen en hoe. Volgens Libanese veiligheidsfunctionarissen wordt ongeveer 10 procent van de aanvragen voor terugkeer geweigerd, na controle vooraf door de Syrische inlichtingendiensten. En wie wel wordt geaccepteerd, wordt na terugkeer in Syrië nog eens ondervraagd.
Proefkonijnen van de regering
De verzoeningsdeals met groepen Syriërs zijn de laatste jaren een belangrijke strategie van de regering geworden, daarbij gesteund door Rusland. In de ogen van de voorstanders bracht dit stabiliteit. Critici zien het echter als manier om verdeeldheid te zaaien en om tegenstanders te hervestigen in gebieden in Syrië, ver van hun oorspronkelijke woongebied.
Een van de eerste verzoeningsdeals sloot de regering in Moadamiya, een voorstad van Damascus met zo’n 50.000 inwoners, waar in 2011 een van de eerste protesten tegen de regering plaatshad. In eerste instantie was de woede vooral gericht tegen burgemeester Hassan Abu Zeid, die vluchtte toen de opstandelingen de stad in handen kregen. Deze zomer keerde hij met een groep andere vluchtelingen uit Libanon terug naar Moadamiya.
Het stadje heeft enorm onder de oorlog geleden. Regeringstroepen belegerden de stad, waardoor honger uitbrak onder de stadsbewoners. In 2013 kwamen naar schatting bijna 1.500 mensen om bij de aanval met chemische wapens op Moadamiya en een aangrenzende voorstad. Daarop volgde een reeks wapenstilstanden en verzoeningsdeals.
Liever waagde ik mijn leven door te vluchten dan dat ik thuis vol lof moest gaan praten over de ‘verzoening’. Het was geen verzoening, het was capitulatie
‘We waren proefkonijnen voor de regering’, vertelt schrijver Kassem Eid, die in 2014 zijn huis in Moadamiya verliet en het land ontvluchtte, uit angst dat de ‘verzoening’ niet meer was dan propaganda. ‘Liever waagde ik mijn leven door te vluchten dan dat ik thuis vol lof moest gaan praten over de verzoening. Het was geen verzoening, het was capitulatie. En dat kon ik niet gaan verdedigen.’
Afgelopen juni kwam een functionaris van de Syrische verzoeningscommissie naar Libanon om vluchtelingen uit Moadamiya te spreken die naar huis wilden. De eerste groep keerde begin juli dit jaar terug, onder wie de voormalige burgemeester tegen wie de eerste protesten gericht waren.
Tegelijkertijd wordt het voor openlijke tegenstanders van de regering steeds duidelijker dat ze misschien wel nooit terug kunnen. Eid, die onlangs onder de titel My Country zijn memoires publiceerde, ziet zichzelf niet teruggaan naar Syrië zolang Al-Assad aan de macht is. ‘Zolang dit regime aan de macht blijft, of dat nou een jaar, tien jaar of twintig jaar is, zal het critici blijven vervolgen.’
Veel vluchtelingen die zich noch regeringsaanhanger noemen, noch tegenstander van het regime, moeten zien te bepalen hoe de regering hen ziet. Ze speuren de lijsten van gezochte personen af op zoek naar hun naam en proberen via achtergebleven vrienden erachter te komen wat er gebeurt met mensen die terugkeren.
Onzekerheid groeit door Wet nummer 10
Het regime heeft de onzekerheid verder vergroot met de uitvaardiging van Wet nummer 10. Deze stelt dat Syriërs wier woonplaats als ‘wederopbouwgebied’ wordt aangewezen, binnen dertig dagen moeten bewijzen dat ze eigenaar zijn van hun al dan niet in puin liggende huis daar. Elke Syriër die het bezit van onroerend goed kan aantonen, krijgt aandelen in een publiek-private vastgoedonderneming die belast wordt met de wederopbouw.
Duitsland en Libanon protesteerden tegen dit plan, uit angst dat dit zou leiden tot grootschalige onteigening van huizen, waardoor Syriërs nog minder reden zouden hebben om naar huis terug te keren. De Syrische minister van Buitenlandse Zaken Walid al-Moallem stelde daarop dat de periode om je eigen huis terug te claimen zou worden verlengd tot een jaar – maar het decreet is nog altijd niet aangepast.
Analisten waarschuwen dat de door Rusland gesteunde verzoeningsdeals en de Syrische aanpak van de wederopbouw precies die dynamiek in stand houdt die in 2011 leidde tot de opstand. De misstanden waarvoor demonstranten de straat opgingen – willekeurige arrestaties, marteling, onteigening van land en ontheemding – zijn niet opgelost maar juist erger geworden.
Wet nummer 10 gaat niet alleen over in beslag nemen van bezit, maar vooral over inkomsten genereren voor een regime dat krap zit
‘Wet nummer 10 gaat niet alleen over het confisqueren van bezit, maar vooral over alternatieve inkomstenbronnen genereren voor een regime dat krap bij kas zit, en over het belonen van regeringsaanhangers met onroerend goed’, zegt Maha Yahya van het Carnegie Middle East Center.
Syriërs die onlangs probeerden terug te keren naar hun huizen in gebieden die eerder in handen van de oppositie waren, verklaarden tegenover Human Rights Watch dat ze bij terugkeer werden tegengehouden of dat hun huis was verwoest.
‘We hebben grote twijfels over de goede bedoelingen van het Syrische regime’, vertelt Nadim Munla, adviseur van de Libanese premier Saad Hariri. De premier wist tot nog toe weerstand te bieden aan de druk van bondgenoten van Syrië om vluchtelingen snel, massaal en onder de voorwaarden van de Syrische regering terug te sturen.
Maar het is koorddansen voor de regering, zowel in eigen land als op internationaal niveau, nu wereldleiders ruziën over de toekomst van Syrië en de vraag of vluchtelingen veilig terug kunnen naar een land waar Al-Assad de scepter zwaait.
Munla: ‘Als het regime de vluchtelingen echt terug wil, laat het dan echt stimulerende maatregelen nemen. Laat het hulp bieden bij de wederopbouw van verwoeste huizen. Kom met een goed plan.’
In mijn vorige artikel liet ik zien hoe in Libanon de vluchteling een speelbal is geworden in een politiek een-tweetje tussen Al-Assad en Hezbollah. Dit en het vorige artikel kwamen tot stand in samenwerking met Refugees Deeply. Hier lees je waarom De Correspondent samenwerkt met dit journalistieke platform. Vertaald uit het Engels door Karin Krikkink.