98 procent van alle diersoorten op aarde heeft een pr-probleem. En dat is slecht nieuws voor iedereen

Tamar Stelling
Correspondent Niet-menselijk leven
Zijaanzicht van een bloemkever. Foto: Javier Torrent / Getty Images

Insecten doen al het vuile werk: poep verwerken, lijken ontbinden. Maar ook: bloempjes bestuiven. Toch is hun imago niet zo best. Daar moeten we iets aan doen. Want een dramatische daling van het aantal ongewervelden bedreigt onze groene aardkloot.

Het was mijn eerste echte Zo’n moment dat je ineens iets weet en ook echt wéét. En er is geen weg meer terug: voortaan zie je alles net even anders.

Dat was toen ik er min of meer per ongeluk achter kwam dat de mens een vrij grote hekel heeft aan vrijwel alle beesten op aarde.

Namelijk, aan Aan spinnen, insecten, krabben, wormen, weekdieren, kortom: aan alle dieren zonder ruggengraat – samen goed voor 98 procent van het diersoortenbestand. Waarom is dit zo?

Ongewervelden hebben een pr-probleem. Al eeuwen.

Moeten we daar niet iets mee? Er is misschien wel een verband tussen dat slechte imago en de massale insectensterfte, waar sinds een jaar grote paniek over is. Een chronisch gebrek aan goede insecten-pr zou best eens dodelijk kunnen zijn, voor meer leven dan alleen de

Seven of Nine als motje

Mijn initiële interesse in het insectwezen ging uit naar iets geheel anders: cyborgs.

Begin 2012 lukte het een Amerikaanse chemicus om een minibiobrandstofcel te klussen die de suikers in de maag van een kakkerlak omzet in een stroompje van 0,2 volt. Het was de zoveelste stap in een wereldwijd wetenschappelijk project om cyborg-insecten te bouwen. Om hybrides te creëren tussen insect en machine die, behangen met sensoren en camera’s, op afstand bestuurbaar zijn. En dan terroristen vangen. Superleuk. Een soort uit Star Trek maar dan in insectenvorm. Ik schreef er een stuk over voor

Lezers wilden weten: mag dit wel? Ik zocht het uit en ja, met insecten kun je alles doen wat je wilt. Trek ze uit elkaar, maak er cybugs van: insecten worden niet geacht een relevante vorm van pijn te ervaren, in juridische zin. Daarom is er geen wet- of regelgeving om ze te beschermen.

Maar nu komt het. Dit geldt niet alleen voor insecten maar voor álle ongewervelde diersoorten: die 98 procent dus. Spreekt de wet van ‘dieren’, dan wordt alleen die 2 procent ‘ons soort beestjes’ bedoeld: de gewervelden.

Klopt dat ook? Voelen al die andere diersoorten inderdaad geen pijn? Wat me echt verbaasde, was dat ik hier geen enkel bewijs voor vinden kon. Het minieme beetje onderzoek naar pijnervaring bij kreeften, krabben en inktvissen – ook ongewervelden – wijst eerder uit dat hun pijn even reëel is als die van

Niemand weet hoe het zit met insectenpijn. En in het verlengde daarvan, wat te doen met die insectenbescherming. En als we het wel wisten – wie zou het kunnen schelen?

Maar sinds dat NRC-stuk sprak ik talloze insectenwetenschappers – of ‘entomologen’ – die steeds vaker en steeds harder roepen: geven om insecten? We zullen wel moeten.

Ga er maar aan staan, als mensheid. Volgens entomoloog Jeffrey Lockwood ‘walgen’ mensen nu eenmaal van ongewervelden. We associëren ze met rottend vlees, de dood, ziektes en Met ongebreidelde voortplanting en een ongezond gebrek aan respect voor persoonlijke ruimte: ze zitten in ons schaamhaar en onze anus. Overal. Hij schreef er een boek over, (2013).

Ik las het. En daar was dan dat Matrix-moment: opeens zag ik die walging overal.

Neem de Bijbel: God stuurde drie keer een plaag horzels op de mens af, als straf, en Beëlzebub heet er ook wel ‘heer der vliegen’

Neem alleen al het de Bijbel. Vol verwijzingen naar insecten. Allemaal negatief. Zo stuurt God drie keer een plaag horzels op de mensen af, als straf, en wordt de vorst der demonen wel ‘de heer van de vliegen’ genoemd: Beëlzebub, feestend op poep. Lang dachten mensen ook dat insecten ontstonden uit de verzamelde

En post-Bijbel is het Hollywood dat een schier oneindige reeks horror- en sciencefictionfilms over ons uitstort, vol wezens die de mens het leven zuur maken, geschapen in het evenbeeld van een ongewervelde.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Fragment uit de film District 9

De computerbeesten uit The Matrix? Kruisingen tussen vliegende spinnenkoppen en inktvissen met tientallen tentakels, die mensen kweken als waren het larven, in uitgestrekte eitjesvelden die doen denken aan insectenkoloniën.

De xenomorph uit Alien? Een mens-insecthybride die eitjes legt in gastheren, waarna de larve ze van binnenuit opeet en uit hun borstkas Vrij naar de tactieken van

Ook het buitenaardse ras uit Starship Troopers van Paul Verhoeven is niets meer dan een verzameling uit de kluiten gewassen insecten met gifgroen bloed.

En hoeveel Indiana Jones-, Lord of the Rings- en Harry Potter-films zijn er wel niet waarbij de helden in een vallei worden overlopen door óf heel veel heel kleine, krioelende mieren óf een verschikkelijk grote spin?

Er is misschien maar één groep die er qua beeldvorming nog slechter vanaf komt in Hollywood-films.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Fragment uit de film Lord of the Rings - Return of the King

Te veel of te weinig poten

Hollywood doet waar het goed in is: latente angsten versterken en herbevestigen. Maar waar komt deze insectangst überhaupt vandaan?

‘Het zit in ons om snel angstig te leren zijn voor dingen die totaal niet op ons lijken’, zegt Lockwood. Zo is het makkelijker een kind te leren gruwelen van iets dat glad en slijmerig is, dan van iets warms en pluizigs. Sowieso zijn kinderen alerter op wezens met óf te veel poten – zoals insecten – óf juist te weinig – zoals slangen,

Daarnaast verdienen enkele insecten hun rottige imago ook wel. Eind negentiende eeuw ontdekten we verbanden tussen ziektes en insecten, zoals malaria en de mug. En met de opkomst van de industriële landbouw werd elke insectenplaag een dure grap.

Een pootje van een snuitkever. Foto: Javier Torrent / Getty Images

Minder insecten op aarde leek dus lange tijd een goed idee. Sterker nog, er werden en worden jaarlijks miljarden uitgegeven om insecten te verdelgen. Nog sterker: de entomologie is oorspronkelijk een verdelgingsleer. Hoe beter je insecten begrijpt, hoe efficiënter je ze kan uitroeien. Nog steeds is verdelging een grote motor achter insectonderzoek.

Maar daar vindt nu wel een kleine kentering plaats. Vorig jaar constateerde Duits onderzoek dat in zevenentwintig jaar tijd meer dan driekwart van de uit Duitse Enkele jaren daarvoor stelde Brits onderzoek vast dat het totale aantal ongewervelden – niet alleen insecten dus – in graanvelden in Zuid-Engeland in ruim veertig jaar met

En van buiten Europa kwam deze maand het bericht dat in het Puerto Ricaanse regenwoud het aantal insecten de afgelopen veertig jaar een factor

Vraag wetenschappers naar het grootste probleem van dit moment en vrijwel iedereen zegt: klimaatverandering. Maar steeds meer entomologen zeggen ook: deze massale sterfte, ofwel ‘insectageddon’.

Want insecten zijn de conciërges, de afvalverwerkers zonder wie geen proces op aarde goed verlopen zou. Een leefbare planeet is: planten, insecten en microben, plus wat schimmels. De rest is extra. Alleen dankzij de onmisbare basis die al die biljoenen insecten legden en leggen konden en kunnen dino’s, zoogdieren en later mensen floreren.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Fragment uit de film Indiana Jones 4

Schrijnend gebrek aan mestkevers

Dat blijkt ook uit de Europese kolonisatie van Australië.

Eind negentiende eeuw introduceerden Europeanen hun veestapel aan Australië en binnen de kortste keren lagen grote delen van het land bedolven onder een dikke laag stront. Permanent. Reden: Australische mestkevers hadden nog nooit een koeienvlaai gezien en zagen er geen brood in. Ze waren meer van de wombat- en kangoeroekak.

Aldus ontstond het Australian Dung Beetle Project, dat van over de hele wereld mestkevers importeerde die wél gewend waren koeienstront te eten, om de vele hectares grasland van de poep te verlossen.

Een leefbare planeet is: planten, insecten en microben, plus wat schimmels. De rest is extra

Of neem de mieren in Manhattan. Volgens onderzoek ruimen zij jaarlijks een hoeveelheid fastfood van de New Yorkse straten op die gelijk staat aan

Mensen denken vaak dat insecten nodig zijn voor de bestuiving van onze gewassen en alle mooie bloemen, en dat we, als insecten dat niet zouden doen, niks te eten zouden hebben. En tot op zekere hoogte is dat ook zo.

Maar belangrijker nog: insecten vervullen een grote rol in de recycling van voedingsstoffen die anders in dode bomen, dode beesten of dus gewoon in poep blijven hangen. Voedingsstoffen die nodig zijn voor nieuwe zaadjes, nieuwe bomen, nieuw leven. Zonder insecten zou de aarde verstikken onder een dikke laag dood materiaal en menselijk afval.

Dat mag ook geen verrassing zijn, aangezien insecten al zeker 480 miljoen jaar ijveren om de groene planeet te vormen die de aarde nu is. Insecten creëerden alle ecosystemen boven de zeespiegel. Met hun verdwijning zou de natuur zoals we die kennen

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Fragment uit de film Starship Troopers

Voor de insecten was er: droogte

Want vóór de komst van insecten was het land onvruchtbaar en droog. Door de interactie tussen planten en ongewervelden ontstond een laag vruchtbare aarde, die begon langs de kustlijnen. Langzamerhand koloniseerden de plant-insect-gemeenschappen terrein landinwaarts, geholpen door bacteriën en schimmels.

En 354 miljoen jaar terug begonnen de insecten ook met vliegen. Lang voor de vogels, vleermuizen of vliegende dino’s waren ze de alleenheersers in het luchtruim. Zo ontstonden uiteindelijk ook die bloemdragende planten, die van vliegende insecten afhankelijk zijn voor de bestuiving.

Alleen planten kunnen uit zonlicht, koolstofdioxide en water biomassa maken. Lang niet alle beesten kunnen alle planten eten. Insecten vormen de klasse die álle ecologische lagen aan elkaar verbindt. Ze verwerken dood materiaal zodat nieuwe planten kunnen ontstaan, maar zijn zelf ook voedsel voor

Afijn. Geef dus vooral om panda’s. Maar wie ecosystemen wil redden, kan zich beter druk maken om kevers.

De Britse natuuronderzoeker stelde ooit voor om ‘de laatste panda dan maar op te eten’, opdat het geld voor pandabescherming kon gaan naar de minder fotogenieke soorten, die échte overlevingskans hebben buiten de dierentuin. Die een échte zinnig bijdrage leveren aan dit of dat ecosysteem.

Ik snap hem wel.

Begin dit jaar vergeleken ecologen de media-aandacht voor klimaatverandering met die voor het instorten van de biodiversiteit van onder andere insecten. In Engelstalige media was er voor klimaatverandering dan voor het verdwijnen van leven.

Dat heeft z’n weerslag op de hoeveelheid beschikbare onderzoeksgelden voor beide terreinen, en daardoor op de hoeveelheid onderzoeken dat gedaan kan worden – en zo dus weer op de publiciteit erover. En nu hebben we geen idee hoe het er écht voor staat met de insectpopulaties.

Slechte pr, geen aandacht, geen geld, geen onderzoek, geen idee.

De schubben van een zilvervisje. Foto: Javier Torrent / Getty Images

Haak een pluchen pissenbed

Alle entomologen die ik spreek hebben nu hun hoop gevestigd op de volgende generatie. Wat vertel je ze? De Noorse entomoloog Anne Sverdrup-Thygeson weet raad. Ze schreef een omvangrijke ode aan het insect, Terra Insecta (2018) – net uit bij De Bezige Bij.

‘Kun je de pubers niet zeggen dat veel soorten gist die nodig zijn voor bier overwinteren in de magen van wespen?’ oppert de Italiaanse wespenonderzoeker Alessandro Cini. ‘We moeten de jeugd interactie gunnen met grote, slome insecten, zoals de sissende kakkerlak’, zegt Lockwood, die onlangs een opera over sprinkhanen schreef die nu wordt opgevoerd in het Amerikaanse Wyoming.

Waardering voor schepsels zonder wervelkolom kan niet vroeg genoeg beginnen. Soms speel ik met het idee om een beestjes-tellen-boekje te maken, vol reuzepissenbedden, kwallen, koralen, nautilussen, kevers, krabjes, zeeveren en al die beesten, in plaats van de eeuwige eendjes en kikkers of leeuwen en tijgers.

In mijn privésfeer is de heropvoeding in volle gang. Ik ben 30 en vrienden en familie beginnen aan de voortplanting. Dus kalk ik op elk gefeliciteerd-met-je-baby-kaartje – denk een vrolijk gele ansicht met gestileerde spin – weer diezelfde wens: ‘geef baby X zeker ook het wonder der ongewervelden mee!’

Onlangs deed ik een dierbare middelbareschoolvriendin een pluchen kwal cadeau, voor haar inmiddels geboren Rosa. (Welkom op planeet insect nog, Rosa!)

En geen idee waar die volgende baby opduikt, maar dit beloof ik alvast: voor jou, een knuffelwesp.

Meer ongewervelde horror?

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Fragment uit de film The Maze Runner
Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Fragment uit de film King Kong
Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Fragment uit de film The Matrix Revolutions

Meer lezen?