China deelt havens en wegen uit. De prijs: je politieke onafhankelijkheid
Een haven hier, een spoorlijn daar. China verleidt tientallen landen met megaprojecten. Ze brengen economische groei, maar zadelen veel landen ook op met een torenhoge schuld. Zo vergroot Beijing langzaam zijn invloed, overal ter wereld.
Het is moeilijk niet onder de indruk te raken van de daadkracht van China. Ik ervoer het zelf toen ik twee jaar in Shanghai woonde en werkte. Wijken met winkels en wolkenkrabbers voor tienduizenden mensen werden in een mum van tijd uit de grond gestampt. Evenals hogesnelheidslijnen, wegen, vliegvelden en bedrijfsterreinen met de omvang van een middelgrote Nederlandse gemeente.
De Chinese economie (nu de tweede grootste ter wereld) groeide enorm, net als de welvaart. Hoe snel dat is gegaan, leerde ik van de familie Shen – vader, moeder en zoon.
De Chens kookten op een open vuur op de grond, iedereen deed zijn behoefte op een houten emmer
De Shens woonden niet ver van mij vandaan in een ruim appartement met zware houten meubels en een Philips-breedbeeld-tv, die de hele dag aanstond. Mevrouw Chen vertelde me dat ze ‘vroeger’ – in de jaren zestig en zeventig – met zes familieleden één kamer deelde. Er werd gekookt op een open vuur op de grond; iedereen deed zijn behoefte boven een houten emmer. Haar ouders werkten in een fabriek en soms konden ze zich, naast rijst en groenten, een appel permitteren. Die werd met het hele gezin gedeeld.
Haar zoon kon zich daar niets bij voorstellen. Hij deed een opleiding international business, ging regelmatig in de stad uit eten met vrienden en had een eigen slaapkamer met een computer en stereo-installatie. In één generatie had China een sprong voorwaarts gemaakt waar zelfs de grote roerganger Mao Zedong niet van had durven dromen.
Xi voor onbepaalde tijd aan de macht
Met de welvaart nam ook het zelfvertrouwen van de Chinezen toe, vooral onder het leiderschap van president Xi Jinping, die eind 2012 partijvoorzitter werd. Xi regeert voor onbepaalde tijd. Tijdens het laatste Nationale Volkscongres in Beijing werd het geldende maximum voor zijn ambtstermijn – acht jaar – afgeschaft. Slechts twee parlementariërs durfden tegen het voorstel te stemmen.*
Xi’s strategie is helder: China moet zijn economische en politieke invloed internationaal vergroten. De belangen van China, en die van de communistische partij, gaan daarbij vóór alles. Een langdurige economische groei van minimaal 5 procent per jaar (de remedie tegen politieke en sociale onrust) is een speerpunt van het beleid. China wil de binnenlandse consumptie verhogen, de afzetmarkten vergroten en de toevoer van grondstoffen veiligstellen.
Een gigantisch netwerk van havens, spoorlijnen, elektriciteitscentrales, wegen, industrieparken, en pijplijnen moet de continenten verbinden
Om dat te realiseren, lanceerde Xi in 2013 concrete plannen voor het One Belt, One Road Initiative (BRI), dat al snel de ‘Nieuwe Zijderoute’ ging heten. Het is een ontwikkelingsstrategie voor een gigantisch netwerk van havens, spoorlijnen, pijplijnen, industrieparken, elektriciteitscentrales en wegen, dat continenten moet verbinden (van China via Centraal-Azië naar Europa, en overzee naar Afrika en Europa) en de wereldhandel moet stimuleren.
China spreekt van een win-winsituatie: het BRI zal miljoenen mensen uit de armoede trekken, hun levensstandaard verhogen en landen en mensen met elkaar verbinden ‘op een manier die nog niet eerder is vertoond’.* De meer dan zeventig betrokken landen zouden net zo hard profiteren van het BRI als de arme binnenlanden van China, die immers directe treinverbindingen kregen met belangrijke handelscentra in Europa en Azië.
China heeft voor de BRI-plannen het duizelingwekkende bedrag van 1 biljoen dollar gereserveerd. Daarvan is inmiddels een derde – 340 miljard dollar – besteed (de som van de Chinese investeringen en -bouwprojecten vanaf begin 2014).
Nieuw kolonialisme?
Volgens een onderzoek* van The Washington Post zorgen de projecten inderdaad voor een eerlijker verdeling van de welvaart, vooral op het platteland. Van Djibouti tot Sri Lanka en van Wit-Rusland tot Mongolië levert het Belt Road Initiative veel landen infrastructuur op die ze op eigen kracht nooit hadden kunnen verwezenlijken.
Maar de razendsnelle expansie van China heeft een keerzijde. De projecten worden voornamelijk uitgevoerd door Chinese bedrijven die voor miljarden dollars aan orders in de wacht slepen en vooral Chinese technici, ingenieurs en bouwvakkers aan het werk helpen. De lokale bevolking in de betrokken landen profiteert nauwelijks van de werkgelegenheid.
Bovendien is een aantal landen in een schuldenval terechtgekomen. Die landen kregen leningen van China met een soms hoog oplopende rente, die ze niet konden afbetalen. In ruil voor schuldenverlichting kon China vergaande toezeggingen afdwingen en zijn invloed vergroten.
Prestigeprojecten
Een voorbeeld daarvan is de failliete haven van Hambantota langs de oostkust van Sri Lanka, die China heeft gebouwd. Het was een prestigeproject van de voormalige Sri Lankaanse president, die bij de verkiezingen van begin dit jaar niet werd herkozen. Omdat de huidige regering de leningen niet kan terugbetalen, wordt de failliete haven, die langs een strategische vaarroute ligt, de komende 99 jaar noodgedwongen geleased aan China, inclusief de omliggende 15.000 hectare grond.*
Duizenden kilometers westwaarts kampt Zambia met een soortgelijk probleem. China verschafte het land leningen, bouwde de Zambia-China Cooperation Zone evenals de nieuwe vleugel van het internationale vliegveld in Lusaka. In ruil daarvoor wist China zich te verzekeren van hout, koper en andere grondstoffen uit het Afrikaanse land.
Maar door de dalende prijzen van grondstoffen kan Zambia de schulden (ook aan andere landen) niet meer financieren. Onderhandelingen met het IMF hierover zijn op niets uitgelopen. Zolang de regering geen financiële hervormingen doorvoert, weigert het IMF een financieel hulppakket samen te stellen voor Zambia.
Beijing wil wél nieuwe leningen verstrekken, maar niet zonder onderpand
De bouw van een nieuwe waterkrachtcentrale (door een Chinees bedrijf) ligt voorlopig stil. Beijing wil wél nieuwe leningen verstrekken, maar niet zonder onderpand. Er wordt gedacht aan Zesco, de grootste elektriciteitscentrale van het land. Zambianen die de invloed van China nu al te groot vinden zijn fel tegen* deze deal in the making.
En zo zijn er meer landen waarin de ‘win-win’-situatie ver te zoeken is en de balans is doorgeschoten in het voordeel van China. Volgens het Center for Global Development zijn Tadzjikistan, Kirgizië, Laos, Djibouti, de Malediven, Pakistan, Mongolië en Montenegro in de gevarenzone* beland door BRI-leningen.
Verzet tegen Chinese projecten
De schuldenval leidt inmiddels ook tot verzet. Zo legde president Mahathir Mohamad van Maleisië, die in mei zijn corrupte voorganger Razak opvolgde, verschillende BRI-projecten in zijn land stil. Het betreft een pijplijn en een treinverbinding (East Coast Rail Link). Mahathir wil niet dat de schuldenlast van 250 miljard dollar waaronder Maleisië gebukt gaat, verder oploopt door de BRI-projecten.
We willen toch niet dat er een nieuw koloniaal tijdperk aanbreekt omdat arme landen niet op kunnen tegen de rijke?
In het hol van de leeuw pleitte hij voor een oplossing. ‘We willen toch niet dat er een nieuw koloniaal tijdperk aanbreekt omdat arme landen niet op kunnen tegen rijke landen?’, zei de Maleisische president tijdens zijn staatsbezoek aan China in augustus. Dat was tegen het zere been want China wil Aziatische landen zoals Maleisië maar al te graag te vriend houden. De Chinese premier Li Keqiang kon niets anders dan flauwtjes glimlachen.
En er is meer kritiek op de Nieuwe Zijderoute. Vooral instabiele landen, die kampen met corruptie en zwakke politieke instituten, lopen risico’s. De angst bestaat dat de economische expansie van China daar ook leidt tot inmenging in de politiek: die landen zullen geen anti-Chinese standpunten meer innemen en bijvoorbeeld geen visum geven aan de Dalai Lama, als die langs zou willen komen. In het ergste geval krijgt China ook meer militaire invloed.
In Sri Lanka heeft de regering nadrukkelijk laten vastleggen dat China geen militaire activiteiten mag ontplooien in de haven van Hambantota, en dat er geen oorlogsschepen of duikboten mogen aanmeren. Maar als de financiële situatie niet verbetert en het land nog meer concessies moet doen om uit de schuldenval te komen, zullen deze afspraken dan standhouden?
EU-staten voegen zich al naar China
De vage scheidslijn tussen economie en politiek is niet alleen een Afrikaans en Aziatisch probleem, maar speelt ook in Europa.
Montenegro staat bijvoorbeeld dik in het rood. Daar wordt driftig gebouwd aan een 165 kilometer lange snelweg die de haven Bar aan de Adriatische kust moet verbinden met buurland Servië. De Chinezen hebben het bouwproject grotendeels gefinancierd en voeren het ook uit.
De snelweg is het paradepaardje van de regering van Montenegro die hem aanprijst als ‘een stralende route naar een zonnige toekomst’. Het probleem: het eerste deel is klaar, maar het geld is op. Volgens het IMF kan het land zich vanwege de torenhoge staatsschuld geen nieuwe leningen permitteren.
Maar de regering van Montenegro wil dat de snelweg er komt en de Chinezen willen de klus per se afmaken. De snelweg biedt hun immers directe toegang tot landen in Centraal-Europa. In ruil voor de investeringen zouden Chinese bedrijven de snelweg dertig jaar lang willen ‘beheren’. Oppositiepartijen in Montenegro (geen lid van de EU) vrezen dat Beijing op die manier nog meer invloed in het land én op de regering zal krijgen.*
Die vrees is niet ongegrond. In Oost-Europa investeerde China ook in Tsjechië en in Hongarije, onder andere in een nieuwe spoorlijn van Boedapest naar Belgrado. En in 2016 kocht de scheepvaartgigant Cosco, * een Chinees staatsbedrijf, de haven van Piraeus in Griekenland.
Hongarije en Griekenland weigerden ineens EU-verklaringen te tekenen over schending van mensenrechten door China
Opmerkelijk genoeg erkende Tsjechië in 2014 opeens de aanspraak van China op de ‘afvallige provincie’ Taiwan. En in 2016 weigerden Hongarije en Griekenland mee te werken aan een EU-veroordeling van China’s illegale activiteiten in de Zuid-Chinese zee, waar het land kunstmatige eilanden creëert en het nieuwe grondgebied vervolgens claimt.
Ook weigerde Hongarije in mei 2017 een verklaring te ondertekenen, waarin EU-landen het martelen van gevangen mensenrechtenadvocaten in China sterk bekritiseerden.
In juni 2017 onthield Griekenland zijn steun aan een verklaring waarin de EU-lidstaten de mensenrechtensituatie in China veroordeelden. De verklaring was volgens Athene ‘niet constructief’ en werd niet ingediend bij de Mensenrechtenraad in Genève.
Terughoudendheid met kritiek op Beijing levert nu eenmaal meer Chinese investeringen op en mogelijk een grotere toegang tot de Chinese markt, weten alle Europese regeringsleiders. En dus wisselde de afgelopen jaren de ene handelsmissie uit Europa de andere af, in de hoop orders binnen te slepen en een goede relatie met Xi op te bouwen.
Meer censuur
Intussen versterkte de president zijn greep op de maatschappij, door de censuur uit te breiden en anderszins af te rekenen met (mogelijke) politieke tegenstanders. En maakte Xi weer een nieuwe stap nog verder de toekomst in, met het plan ‘Made in China 2025’.
Dit programma moet van het land een technologische grootmacht maken op het gebied van elektrische auto’s, scheepstechnologie, duurzame energie, halfgeleiders en kunstmatige intelligentie. China wil niet alleen de uitvoerder zijn van innovatieve ideeën uit het Westen, maar ook de knowhow ontwikkelen en bezitten om nieuwe producten te lanceren. In 2025 moeten acht van de tien producten uit deze sectoren uit China komen.
Nu al is het land voorloper op het gebied van gezichtsherkenning: gefilmde mensen worden direct geïdentificeerd
Nu al is het land een voorloper op het gebied van gezichtsherkenning door camera’s (kunstmatige intelligentie), waarmee de grote Chinese steden vol hangen. Gefilmde mensen worden direct geïdentificeerd. Daarvoor is ook vanuit het buitenland veel belangstelling, met name van landen die hun burgers scherp in de gaten houden en het niet zo nauw nemen met de privacy.
Het Made in China 2025-programma krijgt veel subsidie, mét resultaat. De top 50 van succesvolle technologische start-ups, telt inmiddels 26 Chinese bedrijven en 16 Amerikaanse. Die verhouding was vijf jaar geleden nog ondenkbaar.*
In het kader van de Nieuwe Zijderoute en Made in China 2025 investeerden Chinese bedrijven in 2016 maar liefst 35 miljard euro in Europa, ofwel 77 procent meer dan het jaar ervoor. Zonder problemen kochten ze technologie- en energiebedrijven, in strategisch opzicht belangrijke sectoren. Sinds het uitbreken van de handelsoorlog tussen Amerika en China heeft Beijing zelfs negen keer meer geïnvesteerd in Europa dan in de VS.
China houdt zijn grenzen wél gesloten voor buitenlandse investeerders
Het is een groot verschil met de situatie in China zelf, waar de toegang tot veel sectoren nog steeds beperkt of afgesloten is voor buitenlandse bedrijven.
‘Chinese investeringen in Europa kunnen een bron zijn van groei, ontwikkeling en technologische vooruitgang en ze creëren banen. Maar ze kunnen ook destabiliseren en een strategische uitdaging, ja zelfs een bedreiging vormen’, waarschuwen de wetenschappers John Seaman, Mikko Huotari en Miguel Otero-Iglesias in hun rapport* Chinese Investments in Europe, dat in december 2017 uitkwam.
We moeten oppassen dat we onze voorsprong qua technologische kennis niet te makkelijk uit handen geven
China-expert Frans-Paul van der Putten, verbonden aan Instituut Clingendael, werkte mee aan het rapport. ‘Dankzij het BRI en Made in China 2025 hoopt de Chinese regering invloed te krijgen in allerlei sectoren, ook in Europa. We moeten oppassen dat we onze voorsprong wat betreft technologische kennis niet te makkelijk uit handen geven. Dat verzwakt onze onderhandelings- en concurrentiepositie.’
‘Ook moeten Europese regeringen ervoor waken dat ze zo afhankelijk worden van Chinese investeringen voor economische groei dat ze straks geen autonome politieke beslissingen meer kunnen nemen. China heeft een heel ander systeem, waarin politiek en economie sterk met elkaar zijn verweven. Om dát het hoofd te kunnen bieden, moeten we nagaan in hoeverre de traditionele openheid van onze economie nog vol te houden is.’
De EU moet zich beraden op een gezamenlijk China-beleid
Met andere woorden: de EU-landen moeten zich beraden op een helder, gezamenlijk China-beleid en mogelijk meer belemmeringen opwerpen voor investeringen door Chinese bedrijven.
Dat is een haast onmogelijke opgave in de op dit vlak zo verdeelde Unie. Maar hebben we een keuze als we niet aan de leiband van Beijing willen lopen? Niet volgens de onderzoekers Erik Brattberg en Etienne Soula van The Carnegie Institution in Washington. ‘Een gezamenlijke benadering door landen in het Westen is een must’, schrijven ze in een opiniestuk.* ‘Ook om Beijing ertoe aan te zetten de economie open te stellen en transparanter te worden.’
Het volgende deel van dit tweeluik laat zien wat de Nieuwe Zijderoute en Made in China 2025 voor Nederland betekenen en welke stappen de regering zou moeten nemen om China’s invloed te beperken.