Zo proberen andere Europese landen zwart huishoudelijk werk te ‘witten’

Bregje Hofstede
Correspondent Nieuwe goden
Uit de serie 'Opgeruimd staat netjes' van Steven de Kok

In Nederland wordt huishoudelijke hulp bijna altijd zwart betaald. Gevolg: een onverzekerde en onderbetaalde klasse werksters. Onder meer België, Frankrijk en Zweden proberen met belastingvoordelen het werk te ‘witten’. Wat kan Nederland van die systemen leren?

Werk en zorg combineren is Een van de manieren waarop mensen die puzzel proberen te leggen, is door hulp in te schakelen. Maar bijna altijd wordt huishoudelijk werk ‘zwart’ betaald, evengoed als daarbuiten.

Dat is een probleem, want hoe zorg je op die manier voor fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, en wie dekt er de ziektekosten wanneer een werkster door haar rug gaat? Bovendien draagt deze groeiende sector zo ook niets bij aan aan pensioenpotten of ziektekassen.

Nu kun je hier je schouders over ophalen, maar in allerlei landen worden er verschillende oplossingen bedacht én uitgeprobeerd. won al advies in bij Franse en Scandinavische experts, want die landen worden geprezen om hun voortrekkersrol in deze zaak. Sociaal-economisch lijken ze genoeg op Nederland om interessante lessen te bieden.

Hoe andere landen zwart werk ‘witten’

waarmee iedere Belg voor 9 euro per uur huishoudelijke hulp kan inschakelen. De overheid legt vervolgens nog eens 13 euro bij én elke Belg krijgt ook nog een keer 30 procent terug van de belasting. Een succesvol, maar duur systeem.

Frankrijk heeft de Cesu: een cheque, net als in België, maar met een ander systeem erachter. De werkzaamheden die vergoed worden zijn en de overheidssteun gaat vooral via een forse belastingteruggave van 50 procent.

Dat geldt ook voor Zweden, waar de teruggave niet gekoppeld is aan het gebruik van cheques en ouderen twee keer zoveel kunnen terugkrijgen als anderen.

Zweden en Frankrijk boeken succes in het ‘witten’ van de markt, maar er is ook kritiek

Beide landen boeken succes in het ‘witten’ van de markt, maar er is belangrijke kritiek. Werkt dit beleid niet vooral in het voordeel van rijken? Is het wenselijk dat ouderenzorg steeds meer door deze markt wordt overgenomen? En hoe pakt het systeem uit voor huishoudelijk werkers die er niet in kunnen meedraaien, omdat ze geen papieren hebben? Ik dook in de regels en sprak met twee experts op dit gebied.

Poetsen met de Franse slag: cheques als betaalmiddel én loonstrookje...

Wie ooit langdurig in de rij heeft gestaan van een Franse supermarkt terwijl er vooraan werd gerommeld met pen en papier, weet dat de Fransen nog altijd dol zijn op dat ouderwetse betaalmiddel, de cheque. Ook voor werkzaamheden in en om het huis betaalt de Fransman vaak op die manier, met behulp van een systeem dat wordt genoemd. een politiek wetenschapper die al jaren onderzoek doet naar het Franse zorgbeleid, legde het me uit. Cesu staat voor en de cheques zijn er in twee soorten:

  1. Vooruitbetaalde cheques. Dat zijn papierstrookjes waar een vast bedrag op staat en die een echt betaalmiddel vormen, speciaal om iemand te betalen
  2. ‘Declaratieve’ cheques. Dit zijn eigenlijk geen cheques, want je kunt er niet mee betalen. In plaats daarvan zijn het een soort loonstrookjes, op basis waarvan de sociale bijdragen worden berekend. Ze zijn bedoeld om

…en als manier om belastingsteun te innen

Om te zorgen dat mensen de huishoudelijke diensten die ze afnemen declareren, heeft de Franse overheid niet alleen geprobeerd om de administratie die bij de Cesu hoort eenvoudig te maken, maar ook een systeem van belastingsteun aan het gebruik ervan gehangen. Dat is een flinke steun: krijg je als Fransman vergoed.

Cesu is dus enerzijds een betaalmiddel in de vorm van cheques speciaal voor persoonlijke dienstverlening, en anderzijds een manier om de genoten diensten te declareren én de belastingsteun die de overheid geeft, te innen.

Opvallend aan het systeem is dat er veel soorten dienstverlening onder vallen: boodschappen doen en koken, huishoudelijk werk, reparaties in en om het huis, tuinieren, op de kinderen passen, bijles geven, hulp bij de administratie… Dat grote scala aan werkzaamheden maakt het lastig om dit systeem direct te vergelijken met het Belgische systeem van ‘dienstencheques’, dat echt alleen bedoeld is voor huishoudelijk werk.

Hoe en waarom kwamen die cheques er?

Oorspronkelijk waren de Cesu en zijn bedoeld om zwart werk te ‘witten’ en banen te scheppen, met name banen die niet konden worden verplaatst naar lagelonenlanden, want dienstverlening aan huis is nu juist locatiegebonden.

Tegelijkertijd hoopte de overheid de vrouwelijke werkgelegenheid te ondersteunen. Ook in Frankrijk wordt huishoudelijk werk nog altijd en dat maakt hun carrièrepad niet makkelijker.

Het systeem werd in de jaren tachtig in de grondverf gezet en daarna Zo werd de markt gaandeweg opengesteld voor bedrijven met een winstoogmerk. In 2005 zag

Het plan werd een succes…

Inmiddels is er in Frankrijk een voor persoonlijke dienstverlening aan huis.

Naar schatting werken er in de sector. De werknemers zijn relatief oud, bovengemiddeld vaak buiten Frankrijk geboren, en laagopgeleid − en slechts 7,5 procent heeft meer dan een Hun werk kenmerkt zich door onregelmatige uren en is meestal in deeltijd, hoewel een derde van de werknemers in deze sector graag Dat maakt het moeilijker om Reistijd wordt bovendien doorgaans niet vergoed.

Een van de werknemers geeft aan dat hun werk fysiek zwaar is. En ze maken gemiddeld

Toch heeft Al deze mensen hebben de gangbare sociale bescherming en werken onder cao’s, al controleert de arbeidsinspectie niet of die achter de voordeur worden nageleefd.

En hoe zit het met de werkgevers? Zo’n hebben direct iemand in dienst voor persoonlijke dienstverlening aan huis. Daarnaast zijn er nog mensen die zulke diensten Het totaal kwam in 2012 op

Onder de gebruikers zijn vooral veel ouderen −

Clémence Ledoux zegt dat het Cesu-systeem populair is bij de bevolking. ‘Het is opvallend dat deze regeling ongeschonden is gebleven, ondanks de politieke jacht op belastingvoordelen die we de laatste jaren in Frankrijk hebben gezien.’ Net als in België lijken de cheques te populair om aan te morrelen.

…maar er is ook forse kritiek:

Toch is de kritiek niet van de lucht. Het systeem is met zo’n duur, terwijl er, in fte’s gerekend, niet zoveel banen zijn geschapen als verwacht, zegt Ledoux. Niemand weet om hoeveel banen het precies gaat, omdat tellen moeilijk is en het risico op dubbeltellen groot; betrouwbare cijfers over de sector zijn schaars en vaak al enkele jaren oud.

Schattingen van de brutokosten per geschapen baan liggen zo ver uiteen − − dat ze betekenisloos worden. Er zijn wel terugverdieneffecten, maar ook die zijn

Het is maar de vraag of de banen in deze sector zo begerenswaardig zijn

Het is bovendien maar de vraag of de banen in deze sector zo begerenswaardig zijn, met al die onvergoede reistijd, het deeltijdwerk, de bescheiden en en het gebrek aan doorgroeimogelijkheden.

Die aan kosten, die de hele bevolking helpt te dragen, is dat te verantwoorden als vooral de gegoede klasse de diensten gebruikt? Want het is duidelijk dat gebruikmaken van de belastingsteun. Ouderenzorg daargelaten, blijft het behoren tot de rijkste 10 procent ‘een sine qua non voor het gebruik van dienstverlening aan huis’, Zou de Franse overheid daarom niet in ouderenzorg, in goede collectieve voorzieningen voor bijvoorbeeld kinderopvang, en in vaderschapsverlof?

Ledoux: ‘Maar daarmee zal de vraag naar persoonlijke dienstverlening aan huis niet verdwijnen. Dit werk blijft. Dan maar liever "wit" en sociaal beschermd.’

Zweedse opgeruimdheid

Zweden ziet zichzelf graag als een egalitair en solidair land. Vandaar dat het lange tijd als een faux pas gold om een ander in te huren om het toilet te schrobben. ‘Wie huishoudelijke hulp inhuurde, vertelde dat zelfs zijn beste vrienden niet’, zegt hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Stockholm. Toch voerde de Zweedse overheid in 2007 een van de gulste subsidies op huishoudelijk werk in. Hoe kon dat?

Niet zonder slag of stoot: er ging een aan vooraf. Het ‘witten’ van een tot dan toe informele sector en het scheppen van banen voor laaggeschoolden waren daarin belangrijke thema’s, want er is in de Zweedse cultuur Daarnaast hoopte men dat vrouwen méér buitenshuis zouden werken als huishoudens hun poetswerk makkelijker konden uitbesteden. Want ook in het egalitaire walhalla besteden vrouwen nog altijd

Ook in het egalitaire walhalla Zweden besteden vrouwen nog altijd meer uren aan het huishouden dan mannen

Het Zweedse systeem draagt de poëtische naam RUT-avdrag en is op het oog vergelijkbaar met het Franse. Huishoudens ontvangen een belastingteruggave van 50 procent van de kosten van zorg en huishoudelijke diensten, met een jaarlijkse Net als in Frankrijk wordt de prijs van een uur werk door de markt bepaald; in België staat die vast.

Er zijn ook verschillen met Frankrijk: zo mogen Zweden geen individuen inhuren, De diensten die in aanmerking komen voor subsidie zijn beperkter dan in Frankrijk, maar breder dan in België: het gaat om Voor onderhoudswerk of verbouwingen aan huis is

Wie maken gebruik van de belastingaftrek?

Weinig verrassend: dat is

Hobson: ‘Zelfs na aftrek van de korting is het nog altijd duur om dit werk uit te besteden: zo’n 17 euro per uur. Heel weinig alleenstaande moeders kunnen dat betalen, ook al ervaren zij de hoogste tijdsdruk.’

Verder wordt RUT-werk steeds vaker gebruikt door Sinds er vanuit de overheid fors werd bezuinigd op kook- en schoonmaakdiensten voor ouderen, gebruiken zij voor deze aanvullende zorg vaker particuliere dienstverlening. Wie dat niet kan betalen, moet leunen op familie.

Hobson: om de publieke kosten voor zorg terug te dringen. De vraag is voor wie die oplossing werkt.’

In totaal maakt ongeveer 7 procent van de Zweden gebruik van huishoudelijke diensten, zegt Hobson. ‘Slechts daarvan zegt dat ze "wit" zouden blijven uitbesteden zónder de subsidie.’

En wie leveren de diensten?

De sector is traditioneel en het aandeel niet in Zweden geboren werknemers is hoger dan in alle andere sectoren. Bovendien neemt dat aandeel

Doet het systeem waar het voor bedoeld was?

Naar de effecten van het systeem is nog maar beperkt studie gedaan.

Zorgt de RUT er eigenlijk voor dat vrouwen méér buitenshuis gaan werken, zoals verwacht?

Onderzoekers zijn bovendien dat dit de meest kosteneffectieve manier is waarop de overheid gendergelijkheid op de werkvloer kan bevorderen.

Barbara Hobson benadrukt dat de ‘gewonnen’ tijd veelal meer wordt besteed aan gezin en ontspanning dan aan werk. ‘Zowel mannen als vrouwen geven aan dat hun levenskwaliteit erop vooruitgaat en dat ze minder conflict hebben binnen het huishouden.’

En die banen, hoeveel zijn er daarvan eigenlijk geschapen door de RUT?

Ook dat is onduidelijk. De twee belangrijkste studies die schattingen maakten van het oogsten beide kritiek wat betreft de gebruikte methodes. Zo is het niet duidelijk of er geen verdringing heeft plaatsgevonden van banen in andere sectoren.

Hoe pakt het uit voor de huishoudelijk werkers zelf?

Over de vraag hoe prettig de sector eigenlijk is voor degenen die erin werkzaam zijn, zijn de meningen verdeeld. De arbeidsomstandigheden laten te wensen over − zo gebeurt het werk onder tijdsdruk en wordt het veelvuldige reizen van adres naar adres niet betaald. Daarom is het opvallend dat slechts van de werknemers lid is van een vakbond.

Dat is belangrijk, want in Zweden bestaat er geen wettelijk minimumloon en rekent de overheid op de rol van vakbonden om goede werkomstandigheden af te dwingen, vertelt Barbara Hobson. Er zijn talloze kleine firma’s actief, waarbinnen de werkomstandigheden moeilijk te controleren zijn; er zijn gevallen van uitbuiting vastgesteld, zegt Hobson. Bovendien telt de sector veel vrouwen met een migratieachtergrond, die geen Zweeds spreken, geen sociaal netwerk hebben en hun rechten niet kennen.

Vakbonden zijn er niet erg happig op om daar iets aan te doen. In plaats van zich te richten op de verbetering van arbeidsomstandigheden in de sector, ze veelal over de vraag of je een sector waarin bovengemiddeld veel vrouwen en immigranten werken tegen lage lonen en onder precaire omstandigheden überhaupt wel moet institutionaliseren door er belastinggeld tegenaan te gooien.

Moet je de sector huishoudelijk werk überhaupt wel institutionaliseren door er belastinggeld tegenaan te gooien?

Desalniettemin heeft het formaliseren van de sector voordelen gehad: voor wie ‘wit’ werkt, zijn er nu verbeterde werkomstandigheden en Maar voor degenen die nog altijd ‘zwart’ werken − bijvoorbeeld omdat ze zijn − zijn de omstandigheden én de betaling in veel gevallen

De vraag die overblijft, is dus of een beleidsmaatregel als de RUT helpt sociale kloven (bijvoorbeeld de gender pay gap) te overbruggen of ze juist dieper maakt, doordat het systeem vooral meer gegoede huishoudens bedient en een onderklasse van zwartwerkende huishoudelijk werkers creëert.

Dus: wat kan Nederland leren van een blik op Zweden en Frankrijk?

Beide landen boeken succes in het ‘witten’ van de markt, maar er is belangrijke kritiek, die dezelfde grote lijnen volgt.

  • Er is weinig duidelijkheid over het aantal banen dat nu werkelijk geschapen wordt met al dat gemeenschapsgeld.
  • Onder de gebruikers zijn gegoede huishoudens oververtegenwoordigd, waardoor de belastingsteun niet terechtkomt bij hen die er het meeste baat bij zouden hebben − zoals alleenstaande moeders of laagopgeleiden. Dat is extra belangrijk naarmate de markt voor dienstverlening aan huis zich ontwikkelt en een grotere rol gaat spelen in de kinderopvang en de ondersteuning van ouderen en hulpbehoevenden. Als de overheid zich op die gebieden terugtrekt en rekent op de markt, dan is dat alleen een oplossing voor wie zijn portemonnee kan laten gelden.
  • Een punt van zorg is wat er met de positie van ongedocumenteerde huishoudelijk werkers gebeurt wanneer er een systeem wordt opgetuigd dat hen per definitie uitsluit. Mogelijk wordt hun positie nog onzekerder en worden ze nog vatbaarder voor uitbuiting en onderbetaling dan ze toch al zijn.

Inmiddels heb ik een aantal stukken gewijd aan het thema huishoudelijk werk. Binnenkort maak ik de balans op in een briefwisseling met Anja Meulenbelt, een feministe en socialiste die zich al jaren met het thema bezighoudt. Samen zullen we ons buigen over de vraag, hoe de puzzel van productief en huishoudelijk werk het best kan worden gelegd.

Meer lezen?