Moet ik terug naar Syrië, ondanks het gevaar? Vluchtelingen zoals ik maken zich zorgen
In Nederland ben ik veilig, dacht ik toen ik hier in 2014 aankwam, na mijn vlucht uit Syrië. Maar het beeld in de media kantelt: de oorlog is afgelopen, is de boodschap, het gevaar is voorbij. Als ik praat met andere Syrische vluchtelingen, merk ik hoe onzeker iedereen zich voelt. Mogen we wel blijven?
Een toestand van ongerechtvaardigde luiheid beving mij onlangs. Eerst bood ik er een paar dagen weerstand aan, maar uiteindelijk besloot ik naar mijn huisarts te gaan en om hulp te vragen.
Ik stapte de spreekkamer binnen en zodra ze vroeg wat er aan de hand was, begon ik te huilen. Tranen stroomden over mijn wangen en ik bleef maar ‘sorry’ zeggen.
‘Je hoeft je niet te verontschuldigen’, zei de huisarts.
‘Goed, ik zal me niet meer verontschuldigen’, antwoordde ik haar. ‘Sorry.’
Het beeld in de media: de oorlog is voorbij
Nadat mijn eerste verdriet was gesmolten, realiseerde ik mij waarom ik me zo lusteloos voelde. Als Syrische die het moorddadige regime in mijn land in december 2014 ontvluchtte, dacht ik in Nederland een veilige plek te hebben gevonden. Ik leer Nederlands en doe hier van alles om een nieuw bestaan op te bouwen. Maar ik voel dat ik nog geen vaste grond onder mijn voeten heb.
Berichten in de media maken mij onzeker. Ze melden dat in Syrië het einde van de burgeroorlog in zicht lijkt en dat er al voorzichtig over wederopbouw wordt gesproken.
Tot voor kort noemden ze de Syrische president Bashar al-Assad ‘dictator’ en ‘oorlogsmisdadiger’. Tegenwoordig beschrijven ze hem in neutrale termen: als wettig staatshoofd, alsof het Westen hem volledig heeft geaccepteerd.
Het overheersende beeld in Europa, zo lijkt het, is dit: de jihadistische beweging IS is verslagen, de oorlog is voorbij, gevluchte Syriërs kunnen weer terug naar hun land. Maar ik ben niet gevlucht voor IS. Ik vluchtte voor Assad. Zolang Assad regeert, is er geen enkele garantie dat ik in Syrië ooit veilig ben.
Niet meer welkom in Libanon
Mijn schrikbeeld is hoe het de Syrische vluchtelingen in de regio rondom Syrië vergaat: in Turkije, Jordanië en Libanon. Deze buurlanden van Syrië oefenen in toenemende mate druk uit op vluchtelingen om terug naar Syrië te gaan.
Libanon erkent Syriërs op zijn grondgebied niet eens als vluchtelingen, al beschikken de meesten over documenten van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Ze worden gezien als illegalen. Dat vertelt de Syrische migratiedeskundige Iman el Nasr me, die ruim twee jaar onderzoek deed in Libanon, naar Nederland is gevlucht en tegenwoordig in Amsterdam woont.
Libanon verstrekt aan één miljoen Syrische vluchtelingen geen basisvoorzieningen. Dat laat het over aan internationale hulporganisaties
In Libanon verblijven meer dan één miljoen geregistreerde Syrische vluchtelingen die van Libanon geen basisvoorzieningen als onderdak, onderwijs of medische bijstand ontvangen. Dat laat Beiroet over aan internationale hulporganisaties. Maar die hulp loopt terug, vertelde El Nasr.
Tegelijkertijd maakt Libanon het moeilijker voor vluchtelingen om in hun eigen onderhoud te voorzien. Willekeurige arrestaties in de kampen door het leger versterken het gevoel van Syrische vluchtelingen dat er in Libanon geen plaats voor hen is.
De Libanese regering moedigt het vertrek van Syrische vluchtelingen aan. De eerste honderden* zijn inmiddels teruggekeerd naar hun land. Volgens El Nasr zijn dat economische vluchtelingen die niets van het Syrische regime hebben te vrezen. Maar voor de meeste Syrische vluchtelingen in Libanon is terugkeer geen optie.
Het overgrote deel is afkomstig van het platteland rond Homs in Midden-Syrië. Dat zijn de Syrische grensgebieden met Libanon die nog altijd onder controle staan van de Libanese Hezbollah-beweging en Iraanse milities. Voor deze groepen is de bevolking juist massaal op de vlucht geslagen.
El Nasr vertelt over een Syrisch gezin dat besloot terug te gaan naar Syrië voor een medische behandeling, omdat de kosten in Libanon zo hoog zijn. De man werd onmiddellijk aan de grens gearresteerd, niemand weet waarom. Zijn vrouw en kinderen moesten opnieuw naar Libanon vluchten.
‘Geen veilige regio’s in Syrië’
De druk om naar Syrië terug te keren neemt ook in Europa toe. Dat geeft mij een onveilig gevoel. En mij niet alleen. Waar Syriërs in Nederland elkaar ontmoeten, praten we over de mogelijkheid van gedwongen terugkeer. We wisselen politieke standpunten, nieuwtjes, angsten en toekomstscenario’s uit.
Via mijn Facebook-pagina hield ik een rondvraag in het Arabisch om de meningen over terugkeer te peilen. Ruim honderd Syrische vluchtelingen die in Nederland een verblijfsvergunning hebben, reageerden. Meer dan negentig zeggen dat terugkeer gevaarlijk is. Ruim de helft vreest bij terugkeer te worden gearresteerd. Een derde is bang te worden gedood.
Die uitkomsten zijn vanzelfsprekend. De overgrote meerderheid van de Syriërs die op mijn rondvraag reageerden, zegt te zijn gevlucht voor de politieke en militaire onderdrukking en voor de oorlog.
Dat geldt ook voor theaterdocent Abdelkader Manla uit Haarlem, die in 2015 met zijn twee dochters naar Nederland kwam in het kader van gezinshereniging, nadat zijn vrouw eerder uit Syrië was gevlucht. Hij zou terugkeer overwegen als het huidige misdadige regime ten val zou zijn gekomen, en alle buitenlandse troepen het land hadden verlaten, te beginnen met de Russische en Iraanse militairen.
Garanties voor veiligheid worden alleen gegeven om gevluchte Syriërs te laten terugkeren – en hen dan te liquideren
Onder de huidige omstandigheden is terugkeer ondenkbaar, vinden Manla en El Nasr. Geen van beiden gelooft in internationale afspraken en beloftes die de veiligheid garanderen in Syrische regio’s, waar eerder is gestreden. ‘Er zijn geen veilige regio’s zolang dit regime in Damascus aan de macht is’, zegt Manla. ‘Het zijn semiveilige regio’s, waar de strijd elk moment weer kan oplaaien. Garanties voor veiligheid worden alleen gegeven om gevluchte Syriërs te laten terugkeren naar hun land en ze vervolgens te liquideren, zodat de stem van de oppositie verstomt.’
El Nasr wijst op de sterk gegroeide veiligheidsdiensten in Syrië die milities hebben opgezet om de bevolking in diverse regio’s te terroriseren, zoals in de provincie Derâa in het zuiden van Syrië. Een van de milities wordt geleid door de gevreesde Jamil Hassan, hoofd van de inlichtingendienst van de luchtmacht. Die milities voeren liquidaties uit op lokale activisten in pers en politiek. Dat gebeurde onder meer in gebieden rond Damascus en Homs.
Gebeurt het niet nu, zegt El Nasr, dan gebeurt het later. Dat weten we uit ervaring. Dat deed het regime al in de jaren tachtig toen Syrië onder het bewind stond van Hafiz al-Assad, de vader van de huidige president. Tegenstanders werden massaal vermoord bij wijze van vergelding. De Assads proeven nu eenmaal graag de zoete smaak van wraak.
Beeld van Syrië kantelt
Dat dreigt nu weer, voorspelt El Nasr. Teruggekeerde vluchtelingen worden behandeld als verraders. Hun burgerrechten worden niet erkend, zeker als ze eerder zijn beland in de gevangenissen van dit regime. Ze zullen hun leven in Syrië nooit veilig zijn.
Nog geen enkel westers land beschouwt Syrië als veilig. Geen enkel land dwingt Syrische vluchtelingen om terug te gaan. Maar het beeld van Syrië in de westerse pers is wel aan het kantelen.
Nu het bewind in Damascus het grootste deel van het land weer onder controle heeft, lijkt de oorlog voorbij. Makkelijk wordt vergeten dat hetzelfde onderdrukkende bewind er nog altijd zit. Dan rijst al snel de vraag waarom Syrische vluchtelingen niet teruggaan om te helpen bij de wederopbouw van hun land.
Populistische partijen in Europa verspreiden graag de mythe dat er een verband bestaat tussen vluchtelingen en terrorisme. Eén terroristische aanslag waarbij jihadistische Syrische vluchtelingen zijn betrokken, zou de publieke stemming kunnen doen omslaan: stuur ze allemaal terug.
Een gastvrije samenleving maar…
Mijn lusteloosheid is verdwenen nadat ik heb opgeschreven wat er door mijn hoofd spookt. Misschien dwingt niemand mij terug te keren naar een land waar mij vrijwel zeker arrestatie en marteling wacht. Misschien is dat een apocalyptisch schrikbeeld.
Het regime snoert kritische journalisten zoals ik het liefst de mond. In Nederland heb ik vrienden en vriendinnen. In Nederland vertrouw ik op het leven. Moet ik daar afstand van doen?
Dit verhaal werd vertaald uit het Arabisch door arabist en Correspondentlid Jan Hoogland.