‘Waarom zouden we het land níet samen kunnen delen? Wie heeft dat uitgangspunt bedacht?’ Hardop denkend praat Salem Barahmeh, uitvoerend directeur van het over de ‘tweestatenoplossing’ voor Israël en Dit toekomstbeeld, waarin twee gelijkwaardige staten naast elkaar bestaan, lijkt alleen nog in naam voort te leven.

We zitten in een restaurant in het Palestijnse Ramallah, de stad waarin ik ben opgegroeid voordat ik op 11-jarige leeftijd met mijn familie in 2002 naar Nederland verhuisde. Sinds 2008 kom ik er elk jaar. Barahmeh ken ik sinds ik hem in Londen ontmoette, ruim zes jaar geleden. We bleken aan dezelfde universiteit te studeren en kwamen elkaar in 2016 weer tegen op een conferentie over Gaza, bij de

Ramallah is de stad waar 25 jaar geleden de zich installeerde, het politieke bestuur van de Palestijnse gebieden, opgericht als uitvloeisel van de Het werd de van de Westelijke Jordaanoever.

Er is hier veel veranderd sinds mijn familie en ik emigreerden, ruim zestien jaar geleden. De stad is zo gegroeid dat de omliggende dorpen van vroeger nu buitenwijken zijn en traditionele gezinshuizen in het centrum hebben plaatsgemaakt voor

Nieuw dieptepunt in het conflict

Ik spreek Barahmeh in mei 2018, kort voor de zeventigste verjaardag van de staat Israël, wier oprichting in 1948 min of meer de aanvang was van het nog altijd aanhoudende Israëlisch-Palestijnse conflict. Hoewel dit conflict zich al decennia kenmerkt door uitzichtloosheid en cyclisch geweld, lijkt het dit jaar een

Ik ben op de Westelijke Jordaanoever om met Palestijnen over het te praten – en over hoe dit het conflict met Israël heeft verdiept.

Belangrijkste conclusies van mijn onderzoek: zowel de Israëlische staat als de Palestijnse Autoriteit en hebben baat bij het voortduren van de status quo. Maar die resulteert in grootschalige schendingen van de mensenrechten en, op termijn, meer conflict.

We moeten ons kritischer richten op handhaving van mensenrechten in zowel Israël als de Palestijnse gebieden, is een aanbeveling die ik op basis van het onderzoek doe. Dit houdt ook in dat we moeten erkennen dat er sprake is van uitermate scheve machtsverhoudingen in het voordeel van Israël, die alleen maar worden

Als ik in Ramallah vraag naar de houding van de Amerikanen, noemen de meeste mensen het oud nieuws in een nieuw jasje

Maar als ik in Ramallah vraag naar de houding van de Amerikanen, noemen de meeste mensen het oud nieuws in een nieuw jasje. Keer op keer komen ze terug op de Oslo-akkoorden, en hoe die zijn mislukt als route naar duurzame vrede.

Barahmeh hoort tot wat vaak Palestijnen wordt genoemd: hij is jong genoeg om nog nooit zonder Israëlische bezetting te hebben geleefd, maar oud genoeg om de verhalen van de verjaging van Palestijnen in 1948 van hun grootouders te hebben gehoord. Ze waren tieners toen Israëlische tanks tijdens de Palestijnse steden binnenreden.

Ze schuilden met families en buren in kelders voor nabije bombardementen. Ze reden met hun ouders langs de verminkte lichamen van vermeende Palestijnse collaborateurs, op het Al-Manaraplein in het centrum van Ramallah.

Maar Barahmeh voelt zich allesbehalve verloren. In onze gesprekken legt hij me uit hoe hij de huidige situatie ziet. Er is een uitweg, zegt hij, heus. ‘Maar die vergt geduld en moed.’

Uit de serie ‘Houses’, gemaakt op de Westelijke Jordaanoever door Alicja Dobrucka

Het wordt erger voordat het beter kan worden

Zijn voorspelling: de komende tien jaar gaat het allemaal nog veel erger worden voor de Palestijnen. Er komen de blokkade van Gaza houdt aan en er komt nóg minder levensruimte voor Palestijnen.

Maar die is nodig, vindt hij, ‘zodat mensen – Palestijnen, Israëliërs, de internationale gemeenschap – eindelijk zien dat het nationalisme, dat zowel bij Palestijnen als Israëliërs het leidend principe is, niet meer van deze tijd is. Het is geen oplossing voor dit conflict’.

De Palestijnse organisaties zullen zich meer gaan richten op hoe te délen in plaats van hoe te vérdelen, verwacht Barahmeh

Barahmeh verwacht dat de Palestijnse organisaties op den duur de kant op gaan van een burgerrechtenbeweging, in plaats van wat het nu is: een beweging gericht op zelfbeschikking, wat vooralsnog de vorm aanneemt van nationalisme, gericht op onafhankelijkheid en patriottisme. De burgerrechtenbeweging zal de huidige nationalistische koers links laten liggen en zich meer richten op hoe te délen in plaats van hoe te vérdelen, verwacht hij.

Dit geeft hem hoop, want alleen als de Palestijnen zich zo opstellen, zal de internationale gemeenschap luisteren; alleen dán ligt er een oplossing in het verschiet, denkt hij. Met als kern het uitgangspunt dat alle mensen gelijke rechten hebben, ongeacht de etnische achtergrond en geloofsovertuiging, in welke staat of in hoeveel staten ze ook leven.

Zijn toekomstbeeld is idealistisch. Misschien onrealistisch. Maar het is een alternatieve visie die hard nodig is. Hoewel de internationale gemeenschap, waaronder de VN, VS en EU, nog altijd zeggen een na te streven voor het Israëlisch-Palestijnse conflict, is dit niet realistisch.

Sinds de Oslo-akkoorden is er sprake van een Israëlisch annexatiebeleid op de Westelijke Jordaanoever, een en een Invoering van de tweestatenoplossing is daardoor onuitvoerbaar.

Een ‘Palestijns Versailles’

Yara Hawari werkt voor Ook haar ontmoette ik in Londen, in 2016, op een conferentie van de waar we beiden ons promotieonderzoek presenteerden.

Als ik haar vraag of de Oslo-akkoorden mislukt zijn, laat ze even een stilte vallen. ‘Oslo werd juist ontworpen om de Palestijnen en Palestina in te perken’, zegt ze cynisch. ‘En om via de Palestijnse Autoriteit de Palestijnen onder controle te houden. Oslo is dus niet mislukt, Oslo heeft

Een Palestijnse capitulatie, dus. Iets wat de Palestijnse auteur en onderzoeker in 1993 al het

Ze is niet de enige Palestijn die nu, 25 jaar later, de Oslo-akkoorden zien als een soort complot. Het laat zien dat veel Palestijnen zich belazerd voelen, nu de beloftes van de akkoorden niet zijn uitgekomen.

Vast staat dat de Oslo-akkoorden De ‘echte’ vrede is er nooit gekomen. Bovendien kun je ook stellen dat er in principe weinig mis was met de interim-akkoorden, maar dat de verdere uitvoering ervan door Israëlische regeringen

Uit de serie ‘Houses’, gemaakt op de Westelijke Jordaanoever door Alicja Dobrucka

Hoe ‘Oslo’ het conflict verdiepte

Achteraf staat ook wel vast dat ‘Oslo’ het conflict heeft verdiept. Bijvoorbeeld doordat het voorzag in een systeem met drie administratieve zones op de Westelijke Jordaanoever: gebied onder volledige controle van de Palestijnse Autoriteit (ongeveer 18 procent van het grondgebied), onder gezamenlijke Palestijns-Israëlische controle (22 procent) en onder volledige controle van Israël (60 procent),

Dit systeem maakte de door Israël gemakkelijker: door de gedachte dat een vredesproces gaande was en dat Palestijnen beschikten over een zekere mate van autonomie, werd de aandacht afgeleid van het nederzettingenbeleid.

In de akkoorden was ook geen stop geplaatst op de bouw van nederzettingen in afwachting van een permanente vrede, wat velen zien als Intussen kan de Palestijnse Autoriteit in zone C geen enkele bouwactiviteit tegenhouden

Het resultaat: vandaag is in de Westelijke Jordaanoever een Hun nederzettingen beslaan zo’n inclusief de wegen die alleen door kolonisten mogen worden gebruikt, de bufferzones en landbouwgrond.

De drie soorten ID-kaarten hebben een bureaucratisch doolhof geschapen die de maatschappij heeft opgebroken

Palestijnen kregen dankzij Oslo ook voor bewoners van de Westelijke Jordaanoever (groen), van Gaza (blauw) en van Oost-Jeruzalem (oranje).

Afhankelijk van waar je woont, gelden verschillende beperkingen voor waarheen je mag reizen. Zo ontstond een bureaucratisch doolhof dat de maatschappij heeft opgebroken. Hierdoor sloot Oslo goed aan op het al langer bestaande beleid van Israël om de Palestijnse bevolking zoveel mogelijk te fragmenteren.

Een ander minpunt van Oslo is dat twee belangrijke groepen in de akkoorden buiten beschouwing zijn gelaten: de met een Israëlisch paspoort – en Palestijnse vluchtelingen elders in de regio, zoals in en

Zij maken hierdoor niet meer deel uit van het vredesproces, waardoor het proces niet meer inclusief is en waarmee deze Palestijnen te maken hebben, onopgelost blijven. Bovendien vergroten deze onopgeloste problemen de kans dat een eventuele vrede niet duurzaam is.

Stabiliteit. Toekomst. Palestina

Toch volgde na de akkoorden een periode van hoop. Veel Palestijnen kwamen na Oslo zelfs met hun gezin terug uit het buitenland. Er zou stabiliteit komen. Toekomst. Palestina.

Een kwart eeuw later vind ik die hoop alleen nog terug bij één specifieke groep. Ik ben uitgenodigd voor een barbecue bij een van de adviseurs van de president van de Palestijnse Autoriteit, Alle aanwezigen in diens kleurrijke, naar jasmijn ruikende achtertuin, vol potten met vetplanten, bekleden hoge functies in de Autoriteit: goedbetaalde banen met redelijk wat prestige.

Althans: alle mannen. De vrouwen hebben gekookt en scheppen de borden constant bij, terwijl ik ietwat oncomfortabel aan tafel zit en met een aantal mannen over politiek spreek. Toen ik aankwam, hoorde ik iemand vragen wat ‘dat meisje’ komt doen. Toch gaat vrijwel iedereen met me in gesprek, op één voorwaarde: alles is off the record.

Mijn vragen over het schijnbare gebrek aan visie bij de Palestijnse Autoriteit worden met een hartelijke lach terzijde geschoven

In tegenstelling tot 44 procent van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever zeggen alle aanwezigen nog te geloven in de potentie van de Palestijnse Autoriteit, hun werkgever.

Mijn vragen over het schijnbare gebrek aan strategie of visie – bijvoorbeeld waarom de Autoriteit geen onafhankelijke strategie voor de Europese Unie ontwikkelt, nu de VS geen partner meer lijkt te zijn – worden met een hartelijke lach terzijde geschoven.

Over de gebreken van de Palestijnse Autoriteit praten de mannen alleen als ze in één adem met de vinger naar Israël en Amerika kunnen wijzen. Over president Mahmoud Abbas hoor ik niets dan lof. Het voelt haast als een karikatuur: het verschil tussen de eloquente, scherpe inzichten van sommige Palestijnse twintigers en dertigers tegenover de eigenwaan van haar leiders.

De laatste democratische parlementsverkiezingen in de Palestijnse gebieden vonden in 2006 plaats, toen Hamas met 44 procent van de stemmen won voor Israël, de VS en de EU, die Hamas beschouwen als een terroristische organisatie, besloten toen sancties op te leggen aan de Palestijnse Autoriteit.

volgde, waarna Hamas de macht overnam in Gaza, en Fatah (met internationale steun) in de Westelijke Jordaanoever. Sindsdien functioneert het parlement amper en regeert Mahmoud Abbas voornamelijk per presidentieel decreet. De Autoriteit is dus

Uit de serie ‘Houses’, gemaakt op de Westelijke Jordaanoever door Alicja Dobrucka

Geen verloren generatie, maar een onzichtbare

Terug naar Salem Barahmeh en Yara Hawari. Het probleem is niet dat ze tot een verloren generatie behoren, maar tot een onzichtbare generatie. Het is gemakkelijker een Palestijnse politicus te vinden die ouder is dan de staat Israël dan een Palestijnse politicus onder de 55 jaar óf een vrouw – laat staan beide. En dat terwijl

In de onlangs opnieuw verkozen werd slechts één vrouw van onder de veertig verkozen: het 17-jarige verzetsicoon Haar zetel is symbolisch, zoals veel jonge vrouwen alleen een symbolische rol mogen spelen in de Palestijnse politiek.

Ik vraag Hawari naar haar ervaringen als politiek actieve vrouw. ‘Ik kan zo boos worden als donoren hierheen komen en me uitnodigen te komen praten over het patriarchale karakter van de Palestijnse Autoriteit’, antwoordt ze. ‘Natuurlijk is de Autoriteit patriarchaal. De hele wereld is patriarchaal.’

‘De internationale donoren hebben meegewerkt aan het depolitiseren van Palestijnse vrouwen, waardoor hun mening niet wordt gehoord’

Hawari noemt de internationale donoren hypocriet. Zij hebben volgens haar meegewerkt aan wat zij het ‘depolitiseren van Palestijnse vrouwen’ noemt, of liever de van de Palestijnse vrouw. Daarmee doelt ze op het isoleren van ‘vrouwelijke’ onderwerpen als economische emancipatie en huiselijk geweld door er speciale projecten aan te wijden, buiten de context van de bredere politieke beweging.

Die onderwerpen moeten juist worden gezien als onderdeel van een bredere structuur van onderdrukking door Israël, vindt ze. Maar de meeste donoren vinden dat volgens haar te politiek beladen, waardoor Palestijnse vrouwen niet gehoord worden over ‘harde’ onderwerpen, zoals politieke strategie.

Volgens Hawari is dit een indirect gevolg van Oslo, omdat door de akkoorden de Palestijnse Autoriteit nu als enige de politieke speelruimte bepaalt voor Palestijnen in de bezette gebieden. De Autoriteit ging met de jaren loyaliteit steeds vaker belonen en kritiek steeds vaker afstraffen. Lidmaatschap van de politieke, economische en veiligheidssector werd voorbehouden aan een kleine groep loyale vrienden van de president. Vriendjespolitiek, mede uit angst voor ‘spionnen’ van Israël of Hamas.

Maar een plek in de Palestijnse Autoriteit ambiëren vrouwen als Hawari ook weer niet. ‘Waarom zouden vrouwen onderdeel willen zijn van een instituut dat gewelddadig staat tegenover vrouwen? Bij demonstraties in Ramallah tegen het Gazabeleid van de Autoriteit werden die overigens door de EU waren getraind.’

Uit de serie ‘Houses’, gemaakt op de Westelijke Jordaanoever door Alicja Dobrucka

Angst om openlijk je mening te geven

Niet alleen vrouwen voelen zich geïntimideerd door de veiligheidsorganen van de Palestijnse Autoriteit. Van de Palestijnen gelooft 60 procent niet dat ze ongestraft kritiek op de Autoriteit kunnen uiten. Zo’n 62 procent wil dat president Mahmoud Abbas opstapt. Bijna driekwart van de Palestijnen vindt de

Het overheersende gevoel onder Palestijnen is dat ze er alléén voor staan, dat ze niets hebben aan ‘hun’ Autoriteit.

En dan hebben we het nog niet eens over de Palestijnen in Gaza, die andere ‘verloren generatie’. Ikzelf probeer al ruim tien jaar om mensen te spreken. Er zijn daar twaalfjarigen die zich geen dag kunnen herinneren zonder belegering en blokkades. In die tijd hebben ze Maar ook zij zijn niet verloren.

Wanneer we de jonge Palestijnen de ‘verloren’ generatie noemen, maken we hen tot eeuwige slachtoffers. Aan ‘verloren’ valt immers niets meer te doen

Want wanneer we hen ‘verloren’ noemen, maken we hen tot eeuwige slachtoffers. Aan ‘verloren’ valt immers per definitie niets meer te doen. Beter is van onzichtbaarheid te spreken, door het gebrek aan betekenisvolle zeggenschap. Onzichtbaar gemaakt. Door Israël, door het Palestijnse leiderschap, door de internationale gemeenschap. Onzichtbaar gemaakt als gevolg van Oslo.

Voor volkeren die proberen te emanciperen uit een koloniaal of onderdrukt verleden is het streven naar zelfbeschikking vaak een middel tot een doel: gelijkwaardigheid. Zelfbeschikking is voor hen simpelweg het tegenovergestelde van vervolging. Dit zien we zowel bij Israëliërs als bij Palestijnen. Maar beide volken doen daarbij een beroep op hetzelfde grondgebied.

Als de een wint, verliest de ander dus automatisch: een klassiek Dit denkkader moet op een gegeven moment veranderen, wil er ooit een duurzame vrede komen. Onder de Palestijnse Autoriteit zal het niet gebeuren, maar misschien wél onder jonge Palestijnen zoals Salem Barahmeh en Yara Hawari.

Wat de internationale gemeenschap kan doen

Om dit proces te versnellen, kunnen de Palestijnen wel wat hulp gebruiken. De Palestijnse Autoriteit bestaat dankzij internationale steun, Maar op allerlei terreinen kan de Autoriteit niet de rol vervullen die een ‘normale’ overheid vervult voor zijn burgers.

Verder hebben Palestijnen geen ruimte om vrij met elkaar over politiek te praten, laat staan dat Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en Gaza gezamenlijk hun problemen en idealen kunnen bespreken.

Om dit mogelijk te maken is onder meer nodig dat internationale donoren financiële en politieke consequenties verbinden aan de autoritaire tendensen binnen de Palestijnse Autoriteit, en aan Israëls inperking van de vrijheden van Palestijnen. En dat de schade van Oslo eerlijker wordt besproken, waaronder de legitimatie die de akkoorden verschaften aan de

Nederland zou in theorie beide moeten kunnen. Dat kan door nog meer te investeren die in staat zijn ruimte voor maatschappelijk debat te creëren.

Het grootste obstakel is voor Nederland de kloof tussen enerzijds de capaciteit en bereidheid van de betrokken ministeries om dit werk voort te zetten, en anderzijds de om een ‘pro-Israëlische’ koers te bewaken.

Parallel hieraan lopen toenemende initiatieven van groepen als om mensenrechtenorganisaties in zowel Israël als de Palestijnse gebieden onder druk te zetten.

Het is zaak dat de politieke druk de steun aan mensenrechtenorganisaties en het maatschappelijk debat in de Palestijnse gebieden niet doet zinken. Nederland moet dan wel accepteren dat dit debat misschien ongemakkelijk wordt, en dat kritische vragen worden gesteld over de legitimiteit van het als politieke ideologie, over de tweestatenoplossing en over de

Maar gezien het belang dat Nederland hecht aan vrijheid van meningsuiting en maatschappelijke emancipatie, zou Den Haag daar niet voor moeten terugdeinzen.

Uit de serie ‘Houses’, gemaakt op de Westelijke Jordaanoever door Alicja Dobrucka
Houses De Poolse fotograaf Alicja Dobrucka fotografeerde tussen 2012 en 2015 constructies die bij Palestijnen bekend staan als symbolen van verzet tegen de Israëlische bezetting. Op het eerste gezicht lijken het tijdelijke verblijfplaatsen, zoals tenten in vluchtelingenkampen. In werkelijkheid zijn het stevige huisjes van steen en beton, vermomd als zodanig. Ze liggen in het Palestijns dorpje Susya, ten zuiden van Hebron, aan de uiterste rand van Palestijns grondgebied en (hinderlijk) in het zicht van de nabij gelegen Israëlische nederzetting. Door de tent-achtige stoffen die over de huizen zijn gedrapeerd, wekken ze de schijn van tijdelijkheid en verplaatsbaarheid. De bewoners – vooral oudere Palestijnen – hopen daarmee te voorkomen dat ze worden afgebroken: tenten afbreken heeft geen prioriteit op de annexeer- en afbreek-agenda van de Israëlische overheid. Bekijk hier meer werk van Alicja Dobrucka

Bekijk ook deze video’s:

Voor deze Palestijnen is feesten een daad van verzet Vanuit een cafeetje in Haifa, Israël groeit een underground scene van jonge, hippe Palestijnen. Ze ontmoeten elkaar bij concerten en illegale raves. Zowel Israeliërs als oude Palestijnse leiders laten ze zo zien dat ze vrij willen zijn. Regisseur, cameraman en editor Jan Beddegenoodts maakte er een meesterlijke film over. Lees de inleiding van Jos hier terug. Een muur over klimmen om je familie te zien, is voor Palestijnen heel gewoon Een muur scheidt de Palestijnse Westbank van Israël. Veel Palestijnen moeten naar Israël om te werken of vrienden en familie te zien. De Palestijnse filmmaker Khaled Jarrar legde allerlei pogingen vast om de muur te slechten. Het resultaat is de wrange en soms onthutsende mini-documentaire De Kooi, waarin we van dichtbij zien hoe velen dagelijks de muur proberen te slechten. Lees het verhaal van Jos hier terug