Opnieuw relevant

Boswachters op zee: een simpel idee om in één klap drie problemen op te lossen

Dick Wittenberg
Correspondent Wereldverbeteraars
Foto: Liesbeth Sluiter

Ruim twee jaar geleden nadat ik schreef over een utopische aanpak om tegelijkertijd de zee tegen overbevissing en vervuiling te beschermen én de jeugdwerkloosheid aan te pakken, tekende minister Carola Schouten van Landbouw woensdag een overeenkomst voor een proefproject dat hierin voorziet.

Zijn aanpak klinkt misschien te zot voor woorden. Onwerkelijk. Onmogelijk. Contra-intuïtief. Alsof hij als een middeleeuwse alchemist laagwaardige metalen probeert om te zetten in goud.

Wat het recept is van Wietse van der Werf, oprichter van de internationale zeebeschermingsorganisatie The Black Fish? Gooi drie maatschappelijke problemen in een pan en vermeng ze met aandacht. Of, concreter: laat overtollige marinemensen die aan de slag willen in de burgermaatschappij werkloze Rotterdamse jongeren opleiden tot zeebeschermers.

Overheden hebben daar behoefte aan, denkt hij, omdat en de oceanen bedreigen en ze niet over genoeg mankracht beschikken om daartegen op te treden. En op deze manier lossen jeugdwerkloosheid, re-integratie van veteranen en bedreigde wereldzeeën elkaar op.

Klinkt die aanpak nog altijd onwerkelijk?

Ruim twee jaar nadat ik schreef over wat je een utopische aanpak kunt noemen – bescherm de zee tegen overbevissing en vervuiling en pa tegelijkertijd de jeugdwerkloosheid aan – tekende minister Schouten van Landbouw gisteren een overeenkomst dat hierin voorziet.

Hoe burgerinspecteurs al tegen zeevervuiling strijden

In 2015 schreef ik over het hooggestemde doel van Wietse van der Werf: zijn organisaties laten uitgroeien tot het grootste handhavingsconsortium op het gebied van zeebescherming. Te land, ter zee en in de lucht.

Achterliggend idee is dat het grootste ecosysteem op aarde, de zeeën, ernstig wordt bedreigd. Terwijl er volgens Van der Werf genoeg zijn om die zeeën te beschermen en het aantal zeegebieden de komende decennia sterk zal stijgen. Maar zelfs de rijkste landen hebben niet genoeg capaciteit om naleving en handhaving van de wetgeving af te dwingen en daadkrachtig op te treden tegen overbevissing en vervuiling.

Foto: Liesbeth Sluiter

Dat is natuurlijk een politieke keuze waar milieuorganisaties tegen kunnen protesteren. Ze kunnen ook zelf het heft in handen nemen door hulptroepen te organiseren voor al die nationale toezichthouders. Dat doen The Black Fish en de Sea Ranger Service: burgers mobiliseren in de strijd tegen de schurken die zich niet aan de regels houden en het milieu verpesten voor iedereen.

Ik liep mee met een internationaal gezelschap van vrijwilligers in Noordwest-Engeland die zich voordeden als vogelaars en toeristen. Namens verzamelden ze bewijsmateriaal tegen vissers die langs de kust bij laag tij illegaal schelpdieren vingen.

Ze maakten deel uit van het internationale netwerk van goed getrainde burgerinspecteurs dat binnen tien jaar moet uitgroeien tot 1.600 mensen. Collega-vrijwilligers in een Siciliaanse vissershaven stuitten die zomer op illegale drijfnetten waarvan ze uitgebreid foto’s maakten. Die informatie speelden ze door aan de Italiaanse kustwacht. Onderzoek van burgerinspecteurs in Europa heeft volgens Van der Werf al tot inbeslagnames en strafvervolgingen geleid.

Zelfs de rijkste landen hebben niet genoeg capaciteit om daadkrachtig op te treden tegen overbevissing en vervuiling

In 2015 kregen de inspecteurs in Engeland vanuit de lucht steun van de een soort mobiele dierenbeschermingsorganisatie. Dat is een initiatief van Van der Werf en de Britse sportvlieger Daniel Beeden.

Het idee is om sportvliegers en eigenaars van sportvliegtuigen zo gek te krijgen hun tijd en materiaal voor patrouillevluchten beschikbaar te stellen en zo illegale vissers en stropers te betrappen. Niet per se omdat ze zo begaan zijn met het dierenwelzijn, maar omdat ze graag vliegen en het liefst met een zinnig doel.

Voor zijn onconventionele aanpak ontving Van der Werf de Future for Nature Award2016, een prestigieuze natuurbeschermingsprijs. De jury prees onder andere zijn talent om ongewone samenwerkingsverbanden aan te gaan – met overheden maar ook met groepen die geen affiniteit hebben met zeebescherming maar wel willen bijdragen aan handhaving van de wet. Volgens Van der Werf heeft de milieubeweging dat soort brede coalities nodig om op grote schaal een vuist te kunnen maken.

Wat de Rangers vanuit Rotterdam gaan doen

Aan de Future for Nature Award is een geldprijs verbonden van 50.000 euro. Dat bedrag ging voor een deel naar de Sea Ranger Service, de nieuwe zeebeschermingsdienst die Van der Werf sinds twee jaar voorbereidt.

Foto: Liesbeth Sluiter

In Rotterdam vielen zijn plannen direct in vruchtbare aarde. Lokale overheden, de maritieme sector, het Havenbedrijf, allemaal waren ze geïnteresseerd en wilden ze meedoen.

De jeugdwerkloosheid is met 19 procent hoog in de regio Rijnmond. Tegelijkertijd hebben plaatselijke maritieme bedrijven de grootst mogelijke moeite om jonge specialisten aan te trekken. Bij wijze van werkervaringsproject begon de Sea Ranger Service 120 werkloze jongeren op te leiden tot maritieme specialisten. En dat gebeurde niet in een bedrijfsgebouw of onderwijsinstituut, maar tijdens een intensieve bootcamp van zeven weken op zee.

Deelnemers leverden aan het begin hun paspoort en mobieltje in. Ze kregen de kans om in recordtijd acht diploma’s te halen, zoals een duikbrevet, en leerden discipline. Ervaren oud-marineofficieren, zoals Michael Mayenburg (31), zorgden voor training en begeleiding. Mayenburg beloofde deelnemers ‘een ervaring die hun leven verandert’. ‘Daar kan geen banenmarkt tegenop.’

De Sea Ranger Service kon zelf maar twaalf getrainde zeebeschermers gebruiken. De overige deelnemers aan de bootcamp konden echter met hun opgedane ervaring en papiertjes bij bedrijven in de haven aan de slag.

De wonderlijke mail die dit mogelijk maakte

Wat de weg voor de Sea Ranger Service baande, was een wonderbaarlijke mail die Van der Werf in 2014 kreeg van Mirko Hoette (58). Ze hadden elkaar nog nooit ontmoet.

Hoette ontwerpt en bouwt al zijn hele leven schepen. Dat deed hij lang in Australië, waar hij aanvankelijk werkte als visser op een trawler. Daar werd hij voor het eerst geconfronteerd met schadelijk vispraktijken en de verwoestende gevolgen voor de onderwaterwereld.

De acht jaar voor hun ontmoeting had hij eigenhandig een groot stalen zeeschip gebouwd in Amsterdam-Noord. Dat wilde hij beschikbaar stellen voor oceaanbescherming, schreef hij in zijn mail aan Van der Werf. Omdat hij ziek is van het neoliberalisme dat de wereld overal kapotmaakt. ‘Omdat ik een mooi verhaal van mijn leven wil maken’, zegt hij er later bij.

Bedoeling is dat het schip in Rotterdam wordt afgebouwd. Dat wil zeggen: van binnen betimmerd, van mast en tuigage voorzien, uitgerust met de nodige elektronica. Vanaf de tweede helft van volgend jaar kan het schip voor patrouilles worden ingezet.

Voor het afbouwen hadden de Rangers een eigen scheepswerf annex kantoor- en trainingsruimte nodig. De ultieme locatie was snel gevonden. Ze kozen voor een voormalig rangeerterrein in het havengebied, dat de status heeft van vrijplaats en inspiratielab voor maatschappelijke en stedelijke

De Sea Ranger Service is wat Van der Werf betreft geen goed doel, maar een sociale onderneming

Begin juli 2015 verzamelde Van der Werf voor het eerst zijn Rangerteam om zich heen. Dat deed hij in de luxueuze Delftse Poort naast het Centraal Station in Rotterdam. Op de derde verdieping is een ‘urban retreat’ waar iedereen kan loungen. Een ideale plaats om bij elkaar te komen voor een club met weinig geld.

Scheepsbouwer Mirko was er, met zijn tienerzoon. Michael de marineman natuurlijk. Het bonte gezelschap bestond verder uit een timmerman, een fondsenwerver, de eigenaar van het Duikbedrijf, een communitybuilder, een Canadese videovirtuoos, een projectleider, een mediaspecialist. Allemaal vrijwilligers, van wie sommigen hopen dat er ooit een baan voor hen zal zijn bij de Rangers.

Foto: Liesbeth Sluiter

Zeebescherming als exportproduct

Maar waar moet dat geld vandaan komen? Wie betaalt voor de Sea Ranger Service? Overheden en investeerders, zegt Van der Werf. Hij praat met overheidsinstanties over het op contractbasis inhuren van de zeebeschermingsbrigade om bedreigde gedeelten van de Noordzee beter te beheren.

Nederland wees de Doggersbank, de Klaverbank en het Friese Front onlangs aan als zeegebieden. Dat zijn gebieden op 80 tot 270 kilometer uit de kust. Alleen op bepaalde plaatsen is vissen daar nog toegestaan. En netten die de zeebodem beschadigen, zijn er verboden. Maar wie houdt dat in de smiezen? De Sea Ranger Service zou dat kunnen doen. Van der Werf heeft ook contact met andere landen die belangstelling hebben.

Oceaanbescherming als gat in de markt en als exportproduct? De Sea Ranger Service is wat Van der Werf betreft geen goed doel, maar een sociale onderneming die zich financieel op den duur zelf zal bedruipen.

In 2015 ging hij fondsen werven in de Verenigde Staten. Hij kreeg overal razend enthousiast reacties, zei hij. Jeugdwerklozen, gretige veteranen en overbevissing, dat hadden ze in de Verenigde Staten ook. Of hij meteen maar in Manhattan wilde beginnen?

Natuurlijk, zei Van der Werf, die altijd in het groot denkt. Maar eerst Rotterdam. En laat die andere grote havensteden dan maar volgen: Londen, Barcelona, New York, Shanghai, San Diego. ‘Onze aanpak is makkelijk op te schalen. Internationale zeebescherming zet dan werkelijk zoden aan de dijk.’

Sea Rangers Service wordt verder ontwikkeld

Tot zover mijn verhaal van ruim twee jaar geleden. Intussen is de opzet van de Sea Rangers Service verder ontwikkeld. Kijk van deze maritieme patrouilledienst voor de huidige stand van zaken.

De overeenkomst die Carola Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, woensdag tekende, biedt de Sea Rangers de kans om in een proefperiode van twee jaar te laten zien hoe ze zich nuttig kan maken op de Noordzee.

Daarbij wordt gedacht aan het onderhoud van zeewierboerderijen, toezicht op het zeeleven tijdens de bouw van nieuwe windmolens en natuurherstel in beschermde gebieden.

Misschien krijgt alchemist Wietse van der Werf toch nog goud in handen.

Meer lezen?