Gezocht: winnaars en verliezers van de wijziging van de leeftijdsgrens in het jeugdvoetbal
Eind jaren negentig wijzigde de KNVB de peildatum in het jeugdvoetbal. Ik ben op zoek naar voetballers die daarvan de gevolgen ondervonden – in hun voordeel of nadeel.
Was jij in 1999 tussen de 8 en 15 jaar en speelde je voetbal in een van de hogere jeugdteams van je club? Dan ben ik geïnteresseerd in jouw ervaringen met de leeftijdsgrens in het voetbal.
Dat zit zo.
In 1997 voerde de wereldvoetbalbond FIFA een ogenschijnlijk kleine maar belangrijke wijziging door in haar reglementen. Ze veranderde de zogeheten peildatum voor het jeugdvoetbal.
De peildatum is van belang voor competities en toernooien in het jeugdvoetbal. Wie mag meedoen, en wie niet, wordt bepaald aan de hand van de peildatum. Voorbeeld: aan een Onder 11-competitie mogen kinderen meedoen die zijn geboren na 1 januari 2008.
Lange tijd lag in de meeste landen deze datum in het voetbal op 1 augustus. Naast heel wat andere dingen betekende dit dat in augustus geboren kinderen de oudsten van hun jaargang waren, en kinderen uit juli de jongsten. En dat had consequenties.
Gemiddeld zijn de oudere kinderen, destijds de augustuskinderen, immers groter, sterker en ervarener, en geldt voor jonge (juli)kinderen het tegenovergestelde. Gevolg: vroeggeboren kinderen worden vaker als talentvol gezien dan laatgeboren kinderen.
En dat is precies wat de psycholoog Ad Dudink in 1994 constateerde:* veruit de meeste spelers in Nederlandse jeugdopleidingen waren geboren in augustus en september. Dit fenomeen heet het geboortemaandeffect.
Het (vermoedelijk) grote effect van een ogenschijnlijk simpele administratieve handeling
Nu naar wat me interesseert.
In 1997 veranderde de FIFA de peildatum voor internationale toernooien naar 1 januari, wat de bond via een aantal ‘circulaires’ aan bonden en federaties liet weten. De KNVB volgde in 1999 met een datumwijziging voor het Nederlandse jeugdvoetbal.
Hiermee verdween het effect uiteraard niet, het verplaatste zich slechts: voortaan zouden de in januari geboren voetballers een (oneerlijk) streepje voor hebben. Vorig jaar schreef ik er al over – kinderen uit de eerste maanden van het jaar zijn zwaar oververtegenwoordigd in de jeugdopleidingen van profclubs (en zelfs bij de volwassenen).
Wat me boeit aan de verandering: het effect op individuen.
Want er moeten – vermoed ik – spelers zijn geweest voor wie deze verandering concrete gevolgen had. Het ene moment behoorden ze tot de oudsten en de besten, het andere moment tot de jongsten en de minsten – in de extreemste gevallen.
Op dat moment, met andere woorden, deed het effect van de peildatum zich schril voelen. Normaal sta je als leerling of sporter niet stil bij de indelingscriteria van jaargangen – totdat de perceptie over jou verandert.
Was jij destijds speler of trainer en herken jij je hierin? Ik hoor graag van je!