In de stad van de toekomst praten lantaarnpalen mee en burgers niet

Illustraties: Ivo van der Grift (voor De Correspondent)

Elke zichzelf respecterende stad wil een smart city worden. De belofte: met een combinatie van technologie en data-analyse het leven in de stad veiliger, duurzamer, efficiënter maken. We toetsten die belofte op de grootste beurs op dit terrein ter wereld.

Pavel Gladkov verkoopt ons zijn stad alsof het een nieuwe, glimmende auto is. De vrolijke gemeenteambtenaar van een jaar of dertig is de Smart City-projectleider van Moskou. Op grote lcd-schermen laat hij ons zien wat voor smarts zijn city te bieden heeft.

Een van de schermen geeft de kaart van Moskou weer, bedekt met icoontjes. Als Gladkov er op één drukt, hebben we beeld, en kijken we live uit over het Rode Plein. Er rennen kinderen over de stoeptegels. Mannen in dikke jassen bouwen een kerstmarkt op. Een paar toeristen bewondert de Pokrovkathedraal. ‘Isn’t that exciting?’, zegt Gladkov.

Opwindend is het zeker, hier op de Smart City Expo 2018 in Barcelona, hét jaarlijkse evenement waar technologiebedrijven, gemeenten, ambtenaren en bestuurders elkaar ontmoeten. Maar houd bij de stand van Moskou je aandacht er maar eens bij. De stad heeft een elftal hostesses naar Barcelona gezonden – jonge, mooie vrouwen in felrode jurken met glimmend witte tanden – die nogal veel blikveld opeisen. Tenminste, als ze niet op de foto gaan met voorbijgangers, onder wie opvallend veel mannen in pak en sjeiks uit Qatar en omstreken.

We kunnen realtime meekijken met 167.000 camera’s die drieduizend kilometer verderop in Moskou hangen

Dat scherm met de icoontjes, legt Gladkov uit, is het videosurveillancesysteem van de stad. Video Surveillance as a Service, noemt hij het. We kunnen, zegt-ie, realtime meekijken met 167.000 camera’s die drieduizend kilometer verderop in Moskou hangen. Zijn stad is smart, vertelt hij, en daarom is de meest geavanceerde gezichtsherkenningssoftware aan dit systeem gekoppeld. Tijdens het WK Voetbal vorig jaar, legt Gladkov uit, plukte de software zes notoire vootbalhooligans van straat voordat ze het stadion betraden.

Op een volgend scherm toont Gladkov ons Active Citizen, een ‘burgerplatform’ van de gemeente voor ‘e-voting’. Moskovieten kunnen via de Active Citizen-app over van alles stemmen. Over de naam van de nieuwe metrolijn, de locatie van een boekwinkel, de kleur van de stoelen van een sportstadion.

Het systeem draait volledig op de bezweert Gladkov, ‘de grootste van de wereld’. Om burgers te stimuleren een active citizen te zijn, kunnen ze prijzen winnen. Hoe vaker je stemt, hoe meer virtual coins je verdient en hoe groter de kans dat je iets wint, zoals gratis kaartjes voor het theater of een sportwedstrijd. Alleen mensen die de app gebruiken, vertelt Gladkov, kunnen een prijs winnen.

Inmiddels doen 2,2 miljoen bewoners mee. Die krijgen allemaal óók toegang tot informatie over het stemgedrag van de andere gebruikers. ‘Alles is transparant’, zegt Gladkov.

Dat woord gebruikt hij wel vaker tijdens de rondleiding. Als we hem mogen geloven, lost digitale technologie – op smaak gebracht met een vleugje een toefje en wat druppeltjes big data en blockchain – de belangrijkste dossiers van Moskou’s gemeentebestuur op. Van gezondheidszorg tot veiligheid, van mobiliteit tot democratie.

Dit, legt Gladkov uit, is City as a Service.

Een beurs voor de slimme stad

Grote utopische beloften gelardeerd met het nodige jargon zijn geen uitzondering op de waar Moskou een van de duizenden stands is. Er zijn zevenhonderd steden uit 146 landen present, met burgemeesters uit Shanghai en Santiago, Kampala en Denpasar, Berlijn en Eindhoven. 844 bedrijven stallen hier hun waar uit, waaronder de hoofdsponsoren: westerse technologiebedrijven als Cisco, Microsoft en Siemens, maar ook het Chinese telecombedrijf Huawei en het Qatarese investeringsfonds Msheireb Properties.

Iedere zichzelf respecterende stad – van New York tot Wageningen – wil tegenwoordig dan ook een smart city zijn en heeft daarvoor een Chief Technology Officer (CTO) in dienst. De EU zette het op. De VN het smartcityprojecten over de hele wereld. Nog onder Barack Obama begon de VS met het en India wil in tien jaar (En woon je in een dorp? Geen zorgen, ook smart villages tieren welig.)

Deze beurs is al acht jaar dé plek om het over smart cities te hebben en wij lopen hier, tussen 21.000 andere bezoekers, om twee redenen.

Allereerst willen wij weten hoe de wereld van smart cities eruitziet, een markt die op Er worden nogal veel grote woorden gebruikt als het over smart cities gaat, maar maakt al die technologie steden écht efficiënter, duurzamer en democratischer? Of is de term een sesam-open-u voor het bedrijfsleven om steden te betreden, en betekent smart niets meer dan ‘Surveillance Marketed As Revolutionary Technology’, zoals technologiecriticus Evgeny Morozov ooit gevat

Nederland heeft een hele handelsmissie voor de Smart City Expo op touw gezet, een imposant gezelschap van 250 deelnemers

De tweede reden dat wij hier zijn is Barcelona, gaststad van de expo. Want hier waait een interessante tegenwind. De stad formuleerde een radicaal alternatief voor smart cities. Waarbij bewoners centraal staan en niet de techbedrijven. Waarbij niet technologie maar de problemen en ideeën van burgers leidend zijn. Daar willen wij meer over horen. In een verhaal dat binnenkort verschijnt, vertellen we over die tegenbeweging en haar ideeën.

Wat ons meteen opvalt, is de prominente rol van Nederland hier. Op een paar meter afstand van de stand van Moskou, midden in de immense beurshal, staat het Nederlandse paviljoen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft een handelsmissie voor de Smart City Expo op touw gezet, 250 deelnemers sterk. Het is een imposant gezelschap met onder anderen de Nederlandse ambassadeur in Spanje en burgemeesters van grote steden als Den Bosch en Eindhoven, locoburgemeesters uit Den Haag en Amsterdam, wethouders uit Breda, Almere, Den Bosch en Zwolle en tientallen bedrijven, ambtenaren en ondernemers.

Nederland heeft sinds 2017 – opgesteld op verzoek van premier Rutte – een ‘Dit is het begin van een kentering in de samenleving’, is daarin te lezen. ‘Het is een onomkeerbaar proces.’

Dat horen we vaker op de expo: een kentering, onomkeerbaar. Maar waar hebben we het eigenlijk over, als we het over smart cities hebben?

Veilig, gelukkig, duurzaam

Ineens onderbreekt een luide sirene Gladkovs verhaal. Hij kijkt geërgerd opzij naar de hypermoderne politieauto van de buren, het van Dubai, die elk uur wel een keer staat te loeien.

Dit is, volgens de folder, ‘het eerste politiestation dat volledig onbemand en zonder menselijke assistentie opereert’. Een prestatie die zelfs het haalde. Er staat een robot in politiepak naast de auto, die wordt bewaakt door een breedgeschouderde beveiliger in zwart pak en met coltrui. Op een scherm kun je aangifte doen van diefstal, je verkeersboete betalen of een vergunning aanvragen.

Dat smart iets met technologie te maken heeft, dat is ons intussen wel duidelijk. Maar we leren al snel dat een smart city verschillende doelen kan dienen. Het gaat hier veel over duurzaamheid en mobiliteit. In het politiestation van Dubai draait het om een ander thema dat populair is op de beurs: veiligheid. En even verderop, in een andere stand van Dubai, voert ‘geluk’ de boventoon.

Daar zien we een scherm met een ‘social happiness index’. Een man legt uit dat de overheid de sociale media continu in de gaten houdt om te zien hoe het staat met geluk. ‘Als we veel ongelukkige bijdragen zien op een bepaald gebied, maken we het tot onze missie om uit te zoeken hoe we kunnen helpen’, lezen we op een scherm.

Een ander scherm toont drie smileys: een blije, neutrale en een verdrietige. Dit zijn de icoontjes die je te zien krijgt als je het stadskantoor bezoekt, bij een winkel binnenstapt of op een website van een bedrijf of overheidsorganisatie in Dubai terechtkomt. Telkens kun je met één druk op de knop vertellen wat je van de verleende dienst vindt. In 2018, maakte lag het geluksniveau er op 90 procent.

Op deze manier wil Dubai de gelukkigste stad ter wereld worden. Dat de Verenigde Arabische Emiraten onderaan bungelen op een ander ranglijstje – – wordt hier niet benoemd.

De beurs maakt al snel duidelijk dat er niet één definitie van een smart city bestaat. We zien een smart vuilnisbak die een seintje geeft als hij vol is. Een smart rugzak waarmee iemand kan afdalen in een riool. Maar ook smart solutions die beloven alle datastromen van een stad bij elkaar te brengen op een handig virtual dashboard.

‘Smart’ is een allegaartje dat, ingekookt tot een essentie, in feite gewoon ‘ICT’ lijkt te betekenen. Informatie-en communicatietechnologie in steden. Centraal staat de verzameling van data door sensoren, camera’s en andere technologieën die in staat zijn om gedrag in steden te registreren.

Die data worden vervolgens geanalyseerd en gebruikt om te ‘optimaliseren’. Van criminaliteit tot energieconsumptie en van vuilnis tot parkeerbeleid: een stad is pas echt smart als ze de beschikking heeft over genoeg data over menselijk gedrag, zodat ze dit gedrag kan bijsturen. Smart leidt dan bijvoorbeeld tot minder criminaliteit en een efficiënter parkeerbeleid.

Een briljante marketingzet

Al is er niet één betekenis van ‘smart city’, de herkomst van de hype is glashelder: de technologie-industrie. De term duikt al sinds 1990 op, maar werd pas echt populair toen technologiebedrijf IBM in 2010 de Smarter Cities Challenge organiseerde. Die herkomst is merkbaar op de beurs: hier wordt de taal van het bedrijfsleven gesproken, en niet alleen door het bedrijfsleven zelf. Steden hebben De VN stelde op, om de smartness van steden te toetsen. Burgemeesters praten over de ‘triple helix’.

de oorsprong van het succesverhaal tot de financiële crisis van 2008. Steden moesten fors bezuinigen. Technologiebedrijven zagen hun kans schoon. De bedrijven kwamen met een unique selling proposition: steden, wij lossen de problemen op waar jullie nu het geld niet voor hebben. Niet verrassend dat een aantal smartcityparadepaardjes – Uber, Airbnb, WeWork – in de eerste jaren na de crisis werden opgericht.

Wordt het openbaar vervoer te duur? Wij zorgen voor smart transport. Is de stadsverlichting een grote kostenpost? Wij zetten slimme lantaarnpalen neer. Leven burgers in de armoede? Wij helpen ze aan werk als taxichauffeur of zorgen ervoor dat ze hun huis kunnen verhuren.

Het woord ICT door ‘smart’ vervangen was een briljante marketingzet. Want welke stad wil stupid blijven? Welke stad wil nou niet veiliger, gelukkiger en duurzamer zijn?

Een stand valt uit de toon

In het midden van de expo valt een stand uit de toon. Hier zijn geen technische foefjes of marketingpraatjes te vinden. Nee, hier worden post-its geplakt. En als de rest van de expo-bezoekers aan de borrel is, zitten hier mensen driftig mee te schrijven met sprekers die het hebben over participation en

Deze stand is van de Op dit congres-in-een-congres worden kritische noten gekraakt bij de prachtige beloften uit het smartcity-evangelie. Want wat gebeurt er met al die data die techbedrijven en steden verzamelen? Hoe kun je ervoor zorgen dat steden niet té afhankelijk worden van techbedrijven? Hoe behouden burgers inspraak in het bestuur? Wie wordt er, met andere woorden, écht slimmer van de smart city?

Naast de Sharing Cities staat de stand van Barcelona. ‘The right to the (smart) city’, staat erboven. Dat ‘smart’ tussen haakjes staat, illustreert de bijzondere Barcelonese benadering. Waar veel bedrijven en steden spreken van diensten – Mobility as a service, Security as a service en zelfs, zoals in Moskou, City as a service – legt de stad Barcelona de nadruk op de rechten van burgers om deel te nemen aan het stedelijke leven.

Volgende week gaan we dieper in op deze ‘andere’ smartcitybeweging, waar op de beurs wel ruimte voor is – maar evenveel ruimte als het Romeinse Rijk bood aan dat ene dorpje van Asterix en Obelix.

Bullshitbingokaart

Aan het eind van de dag worden blikjes Heineken en plastic bekers wijn uitgedeeld in het Nederlandse paviljoen, verreweg de gezelligste plek van de expo.

Een van de ondernemers die hier is komen netwerken, is Marco Maréchal. Zijn bedrijf Connected houdt zich bezig met smart mobility. Hij wil er de ‘Facebook van mobiliteit’ van maken, uiteraard met ‘een stukje privacy’. Wil je met je vriendinnen naar een concert van zangeres Kylie Minogue, word je voor de deur opgehaald, met een lekkere fles bubbels en een pitstop onderweg bij een gezellig restaurant: die dienst biedt Maréchal binnenkort aan. Hij denkt vooral aan de eindgebruikers, zegt hij, iets wat volgens hem maar weinigen doen.

De CTO van Amsterdam vertelt hoe hij laatst nog op zijn lazer kreeg van technologiecriticus Marleen Stikker

Ja, ook hier krijgen we onze bullshitbingokaart gemakkelijk vol. Toch horen we ook andere geluiden. Een dame van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten geeft ons een boekje met En Ger Baron, de CTO van Amsterdam, vertelt hoe hij laatst nog op zijn lazer kreeg van technologiecriticus omdat hij haar niet genoeg betrekt in discussies over digitale rechten.

‘Vroeger maakten we nog weleens de fout met allerlei bedrijven samen te werken die niet de juiste prikkels hadden’, zegt Baron. ‘ICT-bedrijven willen gewoon computers en sensoren verkopen of data verzamelen. Maar de prikkel moet zijn: problemen oplossen in de stad.’

We spreken met Guus Derks van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Hij organiseert namens het Rijk deze reis. ‘Wij doen dit om Nederlandse bedrijven een kans in het buitenland te geven’, legt Derks uit. Hij benadrukt het apolitieke karakter van de trip. ‘Het is voor ons geslaagd als het geslaagd is voor het Nederlandse bedrijfsleven.’

Niets duidt op de omstreden rol van Huawei

‘We hoeven niet te wachten op de uitkomst van de ideologische debatten om onze steden smarter te maken’, zei de toenmalige CEO van IBM Het is die geest die rondwaart op de Expo. Het gaat hier niet over politiek en ideologie.

Buiten de beurshal liggen technologiebedrijven zwaar onder vuur over hun uit de klauwen gelopen datahonger, hun negatieve invloed op de democratie, het verdwijnen van banen door automatisering en hun verdienmodellen die maatschappelijke en economische ontwrichting veroorzaken. Hierbinnen is daar weinig van te merken.

Zo is het Chinese ICT-bedrijf Huawei hoofdsponsor van de expo, met een van de grootste stands op de beurs. Het is er altijd druk. Bezoekers laten zich uitgebreid voorlichten over alle slimme diensten van

Dat Huawei centraal staat in een hoogoplopend conflict tussen China en de VS, ervan verdacht wordt spionage door de Chinese overheid mogelijk te maken en dat een aantal EU-landen zeggen niet meer te willen samenwerken met het bedrijf, speelt hier geen enkele rol.

Niet zo maar een vakbeurs

In zekere zin is dat ook logisch. Het is een beurs, geen praatgroep over ethiek. En rechtsstatelijke vergezichten verwachten tijdens een handelsmissie is net zoiets als op vakantie gaan naar Lloret de Mar voor de gotische architectuur.

Aan de andere kant: de beurs is niet ‘zomaar een beurs’. Hier worden zaken gedaan en beleid gemaakt. Ter illustratie: de Nederlandse smartcitystrategie uit 2017 is mede tot stand gekomen op de Expo van 2016. Er lopen ministers rond en stedelijke notabelen als burgemeesters en hoge ambtenaren.

Hoe steden er straks uitzien, wat de relatie is tussen bestuur en bewoners: daar hoort democratisch debat aan vooraf te gaan

Ook de Verenigde Naties spelen een prominente rol. Dezelfde Verenigde Naties die Moskou vorig jaar bovenaan een ‘e-government’-index hebben gezet, een lijst van steden die lekker bezig zijn met digitaal bestuur. Steden die, in de woorden van de VN, door digitale technologie ‘publieke diensten verbeteren’, evenals de ‘burgerparticipatie en transparantie en accountability van de autoriteiten’.

Bijna alles waar het hier over gaat, in stands en in lezingen, is natuurlijk wel degelijk politiek, of beter: zou dat moeten zijn. Hoe steden er in de toekomst uitzien, wat de relatie is tussen bewoners en bestuur, waar gemeenschapsgeld aan wordt besteed, of er gekozen wordt voor méér duurzaamheid, méér veiligheid of allebei: daar hoort democratisch debat aan vooraf te gaan. Toch noemt zelfs de VN twee laagvliegers op menige democratieranglijst – Dubai en Singapore – als ‘voorbeeldsteden’ voor het opstellen van ‘internationale standaarden’ voor

Een dag vóór de beurs zijn we bij een praatje van John Jorritsma, burgemeester van Eindhoven (VVD) en de Nederlandse delegatieleider in Barcelona. Hij maakt zijn excuses, hij arriveert later dan verwacht. ‘We waren in de verkeerde bus gestapt’, zegt hij. ‘De bus van Huawei.’

In een volgend artikel zullen wij uitgebreid ingaan op alternatieven voor de ‘smart city’.

Meer lezen?