Het was collega Maurits Martijn, onze correspondent Data, die me erop wees: twee journalisten van The New York Times hebben een megaboekdeal (zeven cijfers!) binnengesleept om ‘een opus’ te schrijven over Facebook. In staat hoe die deal tot stand kwam.

De journalistieke achtergrond ervan is al om van te smullen. The New York Times berichtte de afgelopen tijd veel over de data- en privacyproblemen van het sociale netwerk. En ze gaven de kritische artikelen een extra zetje door ze te promoten via, je voelt ‘m aankomen, Facebookadvertenties.

Mark Zuckerberg vs. the Times’, kopt mediaverslaggever van CBS Dylan Byers in zijn Daarin praat hij je bij over de spanningen tussen Facebook – dat de krant verwijt bevooroordeeld te zijn – en The New York Times – die volgens hoofdredacteur Dean Baquet gewoon reageert op de controverses rondom Facebook en de verkiezingen.

Byers wijst op een veranderende, kritischer houding van media ten opzichte van Silicon Valley. ‘Afhankelijk van waar je staat, is deze nieuwe houding ofwel veel te laat, ofwel een bedreiging voor de traditionele standaarden voor eerlijke en onpartijdige berichtgeving.’

De uitgever zet in op een kaskraker

Terug naar die boekdeal. Die borduurt voort op een over Facebook dat The New York Times op 14 november 2018 publiceerde. Twee van de vijf journalisten ontvangen nu een enorm bedrag om dit onderzoek verder uit te werken in een boek.

De uitgever, HarperCollins, durft diep in de buidel te tasten en zet in op een kaskraker.

Dat de journalisten, Sheera Frenkel en Cecilia Kang, op een spoor zitten en kunnen schrijven, hebben ze bij The New York Times al laten zien. Maar de krant, waar de journalisten zich konden ontwikkelen en waar ze het onderzoek voor deden, ziet daar niets van terug (behalve – ik mag hopen van wel – een voorpublicatie tegen de tijd dat het boek verschijnt.)

Precies hierom heeft De Correspondent een uitgeverij. En een podcaststudio. En hopelijk straks ook een filmstudio. Zo kunnen we samen met schrijvers andere vertelvormen verkennen, die hun onderzoek ten goede komen. Vorm en inhoud kunnen elkaar niet alleen aanvullen, maar ook aanscherpen.

Daarom maken we het voor journalisten mogelijk om alles in huis te kunnen doen. We verleiden ze overigens niet met een boekdeal van zeven cijfers, wel krijgen ze alle ruimte om dieper hun onderzoek in te duiken. Soms leidt dat tot een boek. En als dat boek goed gelezen wordt, winnen niet alleen de journalist en de uitgeverij, maar De Correspondent als geheel. Alle inkomsten die we na aftrek van de royalty’s en investeringen overhouden, gaan rechtstreeks naar het redactiebudget.

Wat de boekdeal van The New York Times-journalisten ook laat zien, is dat onderzoeksjournalistieke boeken de ‘blockbusters’ van onze tijd zijn, en uitgevers daar hoog op in durven zetten.

Andere dingen die ik tegenkwam en interessant vond

In het Financieele Dagblad las ik over een groot probleem van de online detailhandel (je zit in de retail of je zit het niet): ‘Webwinkels worstelen met retouren.’ Geen enkele webwinkel durft geld te vragen voor het retourneren van online bestelde producten.

Bizar, want het kost gemiddeld 10 tot 15 euro voor ‘het ophalen, controleren, oplappen en opnieuw verpakken van één retourtje’. Een groot probleem waar fysieke winkels niet in die mate mee kampen: als je als koper een product in handen hebt, weet je beter wat je in huis haalt.

Ook las ik van het Amerikaanse platform Vox over Instagram als stuwende kracht achter (onafhankelijke) boekhandels en het papieren boek. Een e-book kun je niet op de kiek zetten, een papieren boek wel. Dit voordeel heeft niet alleen het fysieke boek, de fysieke boekhandel heeft het ook. In het artikel komen twee fotogenieke boekhandels als voorbeeld langs die dankzij hun Instagrammende boekenliefhebbers meer inloop in hun winkel hebben.

In het toevallige verlengde hiervan luisterde ik deze week naar een aflevering van Hierin hoorde ik bibliofiel Joost de Vries zeggen: ‘Juist door de komst van het e-book vind ik dat papieren boeken er extra mooi uit moeten zien.’ Hij heeft het daar overigens niet alleen over de buitenkant, ook het ontwerp van het binnenwerk telt mee. ‘Voor mij is een boek een fysiek object, en als je een boek leest heb je het een week lang in je handen. Dus dan moet het fijn aanvoelen en moet het mooi papier zijn.’

In deze aflevering bespreken Ellen Deckwitz, Peter Buurman en Joost de Vries Een klein leven van Hanya Yanagihara. Rijkelijk laat las ik onlangs pas het boek, en rijkelijk laat luisterde ik onlangs pas voor het eerst naar Boeken FM. Niettemin allebei aanraders voor mede-laatbloeiers.

Over luisteren gesproken

We hebben een nieuwe podcastserie gemaakt van ons boek Dit was het nieuws niet.

In dit boek trapt hoofdredacteur Rob Wijnberg af met een vurig voorwoord over de noodzaak om in tijden van nepnieuws en Donald Trump een ander type journalistiek te bedrijven. De verhalen van 21 andere correspondenten die op deze proloog volgen, passen bij deze filosofie. Inmiddels zijn er meer dan 9.000 boeken verkocht. En dat terwijl we Dit was het nieuws niet hebben gemaakt om weg te geven.

We hebben alle leden 30 september 2018, op onze vijfde verjaardag, getrakteerd op het e-book. Het staat vol met verhalen die laten zien waar onze journalistiek voor staat: journalistiek die zich niet richt op wat vandaag gebeurt, maar op wat elke dag gebeurt.

Het is misschien wel het mooiste visitekaartje van De Correspondent. Daarom geven we het nóg een keer cadeau.

Maurits, dank voor de tip. Oproep aan iedereen: blijf ze vooral sturen!