Geen idee wat een waterschap doet of waarom je dat belangrijk zou moeten vinden? Je bent niet de enige. Uit een van de NOS en Unie van Waterschappen bleek dat bijna de helft van de Nederlanders zegt niet precies te weten wat de waterschappen doen.

Dat gebrek aan kennis weerspiegelt zich in de opkomst bij de waterschapsverkiezingen. Tot 2015 was die bedroevend laag. Zo stuurde bij de minder dan een kwart van de kiezers een Inmiddels is de opkomst hoger, omdat de verkiezingen sinds 2015 tegelijkertijd met die voor de Provinciale Staten plaatshebben. De opkomst steeg gelijk naar

De wereld van het waterschapsbestuur is in elk geval voor velen nog altijd een onbegrijpelijk gebeuren. Geborgde zetels? Heemraden? Het maakt het begrijpen van het werk van waterschappen er niet makkelijker op én is weinig uitnodigend om te gaan stemmen.

Voor ‘we’ 20 maart naar de stembus gaan, als we ook de leden van de Provinciale Staten dus een explainer: dit is wat je moet weten over de waterschappen.

Hoe is een waterschap georganiseerd?

Een waterschap houdt zich bezig met de kwaliteit, kwantiteit en veiligheid van het water. Beter gezegd: dijken, waterzuivering en beheer van de waterstand. Met het water uit de kraan heeft een waterschap niets van doen. Dat wordt geleverd door het waterbedrijf.

Dit is geen recent fenomeen. Het Nederlandse waterschapsbestuur gaat al zo’n zeven eeuwen Het is zelfs de oudste vorm van openbaar bestuur.

Een waterschap houdt zich bezig met de kwaliteit, kwantiteit van en veiligheid voor water

En hoe is het georganiseerd? Voor een goed begrip van die oudste openbare bestuursvorm is het van belang te weten dat waterschapsbesturen eigenlijk op twee gedachten hinken. De eerste: een waterschap moet bestuurd worden door mensen die er verstand van hebben en er belang bij hebben. En de tweede: een waterschap int belasting – en geeft die euro’s ook weer uit – en moet dus democratisch gecontroleerd worden.

Voor een deel hebben dus zitting in een waterschapsbestuur (geborgde zetels) en voor een deel vertegenwoordigers van politieke partijen en groeperingen (gekozenen). Die politieke partijen doen overigens nog maar kort mee: vanaf de verkiezingen

Met de komst van de deelname van de politieke partijen werden in de waterschapsbesturen ook collegeonderhandelingen ingevoerd. Wie mag er in het dagelijks bestuur en wie komt er in de oppositie?

De provincie speelt ook een belangrijke rol bij het aansturen van waterschapsbesturen. Zo bepaalt de provincie hoeveel bestuurszetels een waterschap heeft (bij Waterschap Rivierenland zijn dat er bijvoorbeeld dertig). Bovendien legt de provincie ook vast hoeveel ‘benoemde’ bestuursplaatsen er zijn (met een minimum van zeven) en hoe de verdeling per belangengroep is geregeld.

Hoeveel hebben we er?

Nederland telt 23 waterschappen. Rond 1950, ruim zestig jaar geleden, waren dat er nog zo’n 2.500. Maar tijdens tal van fusies smolten al die waterschapjes samen tot de huidige 21, met als laatst de fusie van Groot-Salland met Reest en Wieden tot het Waterschap Drents Overijsselse Delta.

Campagneposter uit 2015

De regering heeft overwogen waterschappen te laten ‘opgaan’ in vijf superprovincies: de zogenoemde ‘landsdelen’. Daarmee zou na zevenhonderd jaar een einde komen aan de waterschappen zoals we die Toenmalig minister Ronald Plasterk (PvdA, Binnenlandse Zaken) kreeg het superprovincieplan er echter niet door.

Uit het kabinetsvoornemen bleek wel dat het (voort)bestaan van de waterschappen onzeker blijft. Nederland kent vier vormen van openbaar bestuur: de gemeente, de provincie, het (landelijk) parlement en de waterschappen. Dat vinden veel politici eigenlijk te veel. Ofwel: ‘de bestuurlijke drukte’ moet worden teruggedrongen. Dat daarbij al snel wordt gekeken naar de is niet zo vreemd.

Het is mogelijk dat na de verkiezingen partijen die tegen zelfstandige waterschapsbesturen zijn een akkoord sluiten

D66, SP, Forum voor Democratie en de PVV zijn voor het afschaffen van de waterschappen, en willen ze laten opgaan in de provincies. Het CDA is – als partij waar veel boeren in vertegenwoordigd zijn – altijd voor behoud van de waterschappen geweest, evenals de ChristenUnie en de SGP. De PvdA was aanvankelijk voor opheffing, maar kent een sterke interne lobby van waterschapsbestuurders. De VVD heeft zich er nooit helder over uitgelaten.

Kortom: het is mogelijk dat na de verkiezingen voor de Tweede Kamer partijen die tegen zelfstandige waterschapsbesturen zijn een akkoord sluiten. Als de Kamer een weerslag is van de zouden straks 63 van de 150 Kamerleden voor afschaffing van de waterschappen zijn, een forse minderheid.

Hoe gaan de waterschappen hiermee om?

Waterschappen leven dus – hoewel ze al zeven eeuwen bestaan – een beetje in geleende tijd. En ze gebruiken die tijd om iedereen ervan te overtuigen dat waterschappen enorm belangrijk zijn, en het onverstandig zou zijn om ze op te heffen.

Campagneposter uit 2015

Dat verklaart meteen waarom het bij waterschapsverkiezingen eigenlijk veel minder om de programma’s van de kandidaten gaat dan om de ‘emotionele’ argumenten. Wie wil houden, moet gaan stemmen. Illustratief is Waterschap Rivierenland, die in 2008 met de verkiezingsslogan kwam. Ofwel: zonder waterschappen en gekozen waterschapsbesturen zou half Nederland onder water komen te staan, dreigen zij.

In de huidige campagne is de toon gematigder. Je kunt zelfs zeggen dat de waterschapbesturen een kans hebben gemist op hun eigen relevantie te wijzen. Tijdens de droge zomer van vorig jaar, was er veel aandacht voor maar bijna geen waterschap lijkt dat te gebruiken in de huidige campagne.

Kunnen de waterschappen dan geen uitvoerende organisatie worden?

Het is – zo kort voor de verkiezingen – misschien de meest gehoorde vraag. Het antwoord is simpel. Waterschappen heffen direct belasting. Wij betalen jaarlijks – via een – een paar honderd euro aan het waterschap. Indachtig de regel ‘No Taxation Without Representation’, heeft de belastingbetaler er ook recht op om toe te (laten) zien op de besteding van zijn centen. De directe belastingen leiden tot een gekozen bestuur.

De vervolgvraag luidt: wat doen die bestuurders dan met dat mandaat? Een lastig punt. Want de kandidaten voor de waterschapsbesturen verklaren wel wát ze van plan zijn te doen, maar zelden hoe ze de achterliggende jaren de belastingbetaler hebben vertegenwoordigd. Terwijl juist daar nogal wat uit te leggen valt.

Voor veel ‘gewone’ waterschapsbestuurders zijn veel dossiers te ingewikkeld

Waterschappen hebben bijvoorbeeld miljoenen euro’s verbrast aan automatisering, gezamenlijke software voor belastingheffing, laboratoriumfaciliteiten of derivatenkwesties. Het bedrijf Slibverwerking Noord-Brabant (SNB), helemaal eigendom van een aantal waterschappen, dreigde zelfs failliet te gaan vanwege speculatie met De waterschappen zouden de handen van het bedrijf hebben moeten aftrekken, anders zouden ze worden meegesleept in de val van de SNB.

Uiteindelijk kwam het niet zo ver. Maar het leidt wel tot de vraag: zaten de gekozen bestuurders te slapen toen deze kwesties langskwamen? Ofwel: hoe zijn ze omgegaan met hun mandaat?

Een gekozen bestuur garandeert, kortom, geen efficiënt toezicht op de geldstromen bij een waterschap. Sterker: voor veel ‘gewone’ waterschapsbestuurders zijn veel dossiers veel te ingewikkeld.

Een waterschap is voor alles een ingenieursorganisatie. De dossiers die op de vergadertafel komen, behandelen soms dan ook ingewikkelde technische kwesties die een gemiddeld waterschapsbestuurder al snel boven de pet gaan.

Wie zijn die bestuurders?

En dan is er nog een kwestie bij waterschappen: de bestuurders zijn over het algemeen oudere, blanke mannen. Bij een telling in 2013 bleek zelfs geen enkele van de 661 bestuurders niet-blank is. Inmiddels zijn er een aantal met een bi-culturele achtergrond, maar veel zijn het er niet.

Verder is de gemiddelde leeftijd van de bestuurders de hoogste (rond de zestig jaar) van alle democratische organen die ons land kent. En vormen vrouwen er met 21 procent nog altijd een minderheid. Daarmee staan de waterschapsbesturen ver af van de samenleving.

Waarom is het bestuur zo versnipperd?

Waterschapsbesturen hebben voorts te kampen met een grote politieke versnippering. Zo zijn er in het dertig leden tellende bestuur van Waterschap Rivierenland maar liefst elf

Campagneposter uit 2015

Dat maakt een waterschap lastig te besturen. Na de verkiezing moeten partijen immers op zoek naar een coalitie die een meerderheidsprogramma kan onderschrijven. In dat proces gaan al heel veel scherpe kantjes van de verkiezingsbeloften af. Tel daar nog eens bij op dat die fracties zelf soms ook wonderbaarlijke compromissen zijn (veeboeren en tuinders, hengelsporters en GroenLinks, et cetera.) en wat overblijft is een bestuurlijke organisatie waar het ‘polderen’ diep in de poriën zit.

Dat laatste wordt nog eens versterkt doordat waterschappen een zogenoemd ‘monistisch’ bestuur hebben. Ofwel: de maken ook deel uit van de fracties. Dat leidt tot de situatie dat een heemraad bij de fractievergadering van zijn eigen partij aanwezig is en daar natuurlijk al de voorstellen van het dagelijks bestuur een zetje probeert te geven. Wie weleens een vergadering van een algemeen bestuur van een waterschap heeft bijgewoond, zal het opvallen dat er nauwelijks sprake is van een debatcultuur. De scherpe kantjes zijn eraf.

En dat er in een waterschap eigenlijk helemaal niet zoveel te beslissen valt, blijkt ook uit het feit dat het algemeen bestuur van een waterschap doorgaans maar eenmaal in de twee maanden bijeenkomt om besluiten te nemen. Vaker bijeenkomen is – gezien de onderwerpen die langskomen – ook niet nodig.

Dus?

En straks, op 20 maart, mag je daar je stem op uitbrengen. Op kandidaten die je niet of nauwelijks kent, op programma’s die allemaal op elkaar lijken en op kandidaten die niet erg representatief zijn voor onze bevolking. Kandidaten die bovendien maar een Daarnaast kun je op een kwart van dat bestuur niet stemmen, vinden er in de besturen nauwelijks debatten plaats, zijn veel onderwerpen technisch van aard en leggen de kandidaten geen verantwoording af over wat ze in het verleden met je stem deden.

Kortom: dat je het niet begrijpt, ligt niet aan jou. Het ligt aan het systeem dat ingewikkeld, ondoorzichtig en slechts semi-democratisch is.

In een eerdere versie van dit artikel stond dat de laatste waterschapsfusie in 2012 was, toen waterschap Regge en Dinkel fuseerde met Velt en Vecht. Dat klopt niet: in 2016 fuseerde Groot Salland met Reest en Wieden tot het Waterschap Drents Overijsselse Delta.

Meer lezen?

Het klimaat was in de Staten nauwelijks een twistpunt. Totdat Den Haag zich ermee ging bemoeien Met de Provinciale Statenverkiezingen op komst profileren de landelijke partijen zich scherp met hun opvattingen over klimaatverandering. Het gekke is: in de Provinciale Staten zelf heerst opvallend veel consensus hierover. Lees het verhaal van Karel hier terug