Absurd: erf een bedrijf en je betaalt nauwelijks belasting
Ooit gehoord van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit?
Ik tot voor kort ook niet.
Maar de BOF (want zo heet-ie voor intimi) is een obscure vrijstelling in de erfbelasting die de staat inmiddels bijna een half miljard per jaar kost. Het is een regeling die sluipenderwijs is uitgebreid, en waar eigenlijk geen enkele goede reden voor bestaat. Het is een fiscaal douceurtje voor een minieme minderheid van de Nederlanders: de nazaten van (vermogende) bedrijfseigenaren.
Het komt hierop neer: wie geld erft betaalt erfbelasting, maar, wie een een bedrijf erft betaalt minder erfbelasting. Veel minder zelfs. Stel: je erft een bedrijf dat 100 miljoen euro waard is. Zou je over de erfenis van een bedrijf net zoveel belasting moeten betalen als over geld dat je erft, dan zou je bijna 20 miljoen euro moeten afdragen, zo’n 20 procent. En wat betaal je dankzij de bedrijfsopvolgingsregeling? 3,3 miljoen euro (dat is 3,3 procent!).
De erfbelasting: een sloper van familiebedrijven
Het idee van de BOF was wel sympathiek. De overheid wil niet dat familiebedrijven ten onder gaan aan een al te fanatieke fiscus. Vader- of moederlief komt te overlijden, het bedrijf gaat over op de kinderen, en dan komt plots de Belastingdienst een kwart van de bedrijfswaarde incasseren. Niet elk bedrijf heeft natuurlijk even zo’n kwart liggen. Daarom besloot de wetgever in 1984 dat erfgenamen uitstel van betaling konden krijgen: vijf jaar mochten ze wachten met het betalen.
Dat was boffen. Maar in 1998 werd diezelfde redenering – arme familiebedrijven met geldproblemen – gebruikt om erfgenamen helemaal te ontslaan van hun belastingverplichting. Voortaan was 25 procent van de ondernemingswaarde vrijgesteld van erf- of schenkbelasting. Dat werd in 2002 30 procent (want: ‘daar is budget voor’). Drie jaar later 50 procent (want: ‘de huidige vrijstelling is niet toereikend). En inmiddels zitten we op een vrijstelling van maar liefst 83 procent (vanwege ‘het belang van de onbelemmerde voortzetting van economische bedrijvigheid’).
En o ja, je kunt inmiddels ook nog tien jaar uitstel van betaling krijgen.
In de afgelopen twintig jaar zijn de kosten van deze regeling zo uitgegroeid van niks tot bijna een half miljard euro per jaar.
Tijdens de besluitvorming was overigens vaak volstrekt onbekend hoeveel geld er eigenlijk mee gemoeid was. Achteraf bleek het in ieder geval veel meer dan gedacht. In 2017 stond in de miljoenennota dat de gegevensvoorziening al jaren gebrekkig was. In plaats van 185 miljoen euro per jaar, bleek de BOF een miljoentje of tweehonderd meer te kosten (omgerekend in de algemene gouvernementele rekeneenheid: vijf Joint Strike Fighters).
Nu kun je al belastingheffing uitstellen door je inkomen in bedrijf op te potten (dan betaal je enkel 25 procent winstbelasting). Maar dankzij de BOF kun je het zelfs over generaties heen uitstellen. Kortom: de overheid heeft hiermee vrijwel onbeperkt belastinguitstel mogelijk gemaakt.
Als je deze uitstelmogelijkheden ook meerekent, dan kost het de overheid nog meer.
Pompen met die ondernemingsvermogens!
Dankzij de riante vrijstelling loont het om elke vorm van vermogen om te zetten in ‘ondernemingsvermogen’.
Dus wat te doen? ‘Pomp op dat ondernemingsvermogen’, adviseert een artikel van meester Geert de Jong van belastingadvieskantoor Grant Thornton. Mocht je privégeld hebben, legt De Jong uit, gebruik dat dan om de schulden van je bedrijf af te lossen. Zo groeit het ondernemingsvermogen, waardoor je later minder erfbelasting verschuldigd bent.
Zo zijn er meer trucs te verzinnen. Fiscalisten structureren zich een ongeluk om zo veel mogelijk ondernemingsvermogen te kweken. Want, even voor de goede orde: je kunt niet zomaar een pakket aandelen of vastgoed in een bv dumpen om dan vrij te zijn van erfbelasting. Om in aanmerking te komen voor de bedrijfsopvolgingsregeling moet je bedrijf wel ‘een materiële onderneming’ drijven.
Wat is dat dan, zo’n materiële onderneming? Een voorbeeldje uit de rechtspraak: een vastgoedbedrijf met 16 werknemers, 350 vastgoedlocaties, en 900 huurcontracten. Waarde: 435 miljoen euro. De Hoge Raad oordeelde dat dit dus een ‘materiële onderneming’ betreft. Met andere woorden: materiële onderneming kan nogal breed worden uitgelegd.
Bedrijven hebben geld genoeg
Nu is de hamvraag natuurlijk: is dit allemaal nodig? Zullen (familie)bedrijven bij bosjes omvallen als je ze niet vrijstelt van schenk- of erfbelasting?
Nee.
In 2014 liet staatssecretaris Eric Wiebes (VVD) weten dat uit gegevens van de Belastingdienst blijkt dat ‘in 70 procent van de gevallen de erfbelasting – in het geval geen sprake was geweest van een vrijstelling – uit de nalatenschap betaald had kunnen worden’. Voor de overige 30 procent waren er betaaltermijnen van tien jaar mogelijk.
Ondertussen ging meer dan een derde van alle manuren bij de afdeling schenk- en erfbelasting van de Belastingdienst naar het controleren van de bedrijfsopvolgingsregeling, liet Wiebes weten. Wat zelfs bij de VVD-staatssecretaris de vraag opwierp: waarom bestaat deze regeling eigenlijk?
Na vierentwintig uur was Wiebes verlost van de twijfel. Er kwam hevig protest van VNO/NCW, MKB Nederland en verschillende familiebedrijven. Wiebes voorstel om eens goed naar de bedrijfsopvolgingsregeling te kijken verdween van tafel. Om daar nooit meer terecht te komen.
De vraag is: waarom? Zelfs al vind je de erfbelasting een onding, dan nog valt moeilijk uit te leggen waarom nazaten van een bedrijfseigenaar een aanzienlijk lager belastingtarief zouden moeten betalen dan de huis-tuin-en-keukenerfgenaam.