Een nieuwe broek of jurk: ik kan er immens van genieten. Maar...
Laat ik in mijn eerste nieuwsbrief maar meteen iets opbiechten: ik ben een enorme liefhebber van mooie kleding. Een nieuwe broek, een nieuw paar schoenen, een nieuwe jurk: ik kan er immens van genieten.
En tegelijkertijd heb ik er ook een hekel aan. Dan denk ik aan die miljoenen, veelal jonge vrouwen, die dag in dag uit in een naaiatelier staan voor een hongerloon, zodat wij goedkoop kunnen shoppen in kledingwinkels. Dan denk ik aan de rivieren die wereldwijd vervuild raken, zodat wij komende zomer allemaal in de nieuwe modekleuren kunnen lopen.
Een haat-liefdeverhouding, zo kun je het wel noemen.
Of je nu een kledingliefhebber bent zoals ik of niet: niemand wil dat zijn of haar kleding bijdraagt aan milieuvervuiling, uitbuiting of dierenleed, toch?
De vraag is: hoe kom je daarachter? Hoe weet je of een merk wel of niet verantwoord is geproduceerd? Hoe weet je of er geen sprake is van greenwashing?
Nieuwe kleding kopen? Waar let je op?
Vragen die ik mezelf altijd stel
Het zijn vragen waar ik in mijn nieuwsbrief aandacht aan wil besteden. Deze keer trap ik af met een aantal tips die je kunnen helpen erachter te komen of een merk wel of niet goed bezig is.
Als ik een mooie spijkerbroek of jas zie bij een merk dat ik niet ken, dan stel ik mezelf de volgende vragen:
- Wat voor soort bedrijf is het?
Ik koop zelf niet bij grote modegiganten die als businessmodel hebben om zo veel mogelijk te verkopen voor zo min mogelijk geld (lees: Primark, Zara, enzovoorts). Liever koop ik bij kleinere bedrijfjes die duurzaamheid in hun DNA hebben zitten, oftewel: die zijn opgericht met het idee eerlijke en duurzame kleding te maken. En die dat er dus niet zomaar even ‘bij doen’ omdat duurzaam in de mode is.
- Van welke stof is het item gemaakt?
Gerecyclede materialen hebben mijn voorkeur. Kostbare grondstoffen hergebruiken is in mijn ogen altijd beter dan nieuwe verwerken. Is het nieuwe stof, dan kijk ik of het biologisch-GOTS-gecertificeerd is. Deze certificering hanteert een hoge standaard op het gebied van milieu en arbeidsomstandigheden.
- Waar is het kledingstuk geproduceerd?
Als een bedrijf hier niet transparant over is, koop ik er al liever geen kleding van. Soms mail ik eerst naar het kantoor van het merk met de vraag of ze het kunnen uitleggen. Doet het merk hier vaag over, dan kan dat twee dingen betekenen: ze weten zelf niet eens waar hun kleding vandaan komt of hebben iets te verbergen.
Hoe gedetailleerder een bedrijf hierover is hoe beter. Het Nederlandse jeansmerk Kings of Indigo gaat hier al vrij ver in. Daar kun je bijvoorbeeld ook zien waar precies alle stoffen gemaakt worden.
- Heeft het bedrijf iets op zijn website staan over duurzaamheid of eerlijke arbeidsomstandigheden in de fabrieken die hun kleding maken?
Als een bedrijf hier met geen enkel woord over rept, gaan bij mij de alarmbellen af. Ik wil weten wat een bedrijf doet op het gebied van mens, dier en milieu, en vind het belangrijk dat het daar transparant over is.
Meer inzicht verschaffen in mijn werk
Over transparantie gesproken: een van de dingen die ik met mijn nieuwsbrief wil bereiken, is meer inzicht te verschaffen over mijn werk.
Zoals je wellicht hebt gezien, is vandaag mijn verhaal over katoen gepubliceerd. Het gaat over de vraag waarom de teelt van dit ogenschijnlijk lieflijke plantje met z’n pluizige bolletjes wereldwijd zo veel schade aanricht.
Zelf wist ik wel dat voor het verbouwen en verwerken van katoen enorm veel water en chemicaliën nodig zijn, maar dat de impact op het milieu zó desastreus is, daar had ik nog niet zo bij stilgestaan voordat ik aan mijn research voor dit artikel begon.
Daarbij vind ik katoen ontzettend fijn materiaal. Denkend aan die zachte handdoeken in mijn kast en de luchtige katoenen T-shirts voor van de zomer...
Ik ben nu aan het uitzoeken of en hoe kleding duurzamer gemaakt kan worden. Ik heb onderhand met veel mensen gesproken die zich hiermee bezighouden.
Een van de problemen die ik alvast met jullie wil delen, is dat bijna alle katoen genetisch gemodificeerd is. Als je als boer in aanmerking wilt komen voor een biologische certificering mag je geen GMO-zaden gebruiken. Maar het schijnt ontzettend lastig te zijn om aan katoenzaad te komen dat aan dit criterium voldoet.
Wordt vervolgd...
Tot slot
Een hoopvolle ontwikkeling: van het weekend las ik in The Guardian een fijn artikel over de populariteit van tweedehandskleding. Aan het woord komen een aantal jonge vrouwen die zijn gestopt met het kopen van nieuwe kleding omdat ze geen onderdeel willen zijn van het fast-fashion-systeem.
De NOS berichtte gisteravond over een soortgelijke trend, maar dan onder influencers. Steeds meer YouTube-vloggers denken na over het milieu en voelen zich minder gemakkelijk bij het promoten van fast fashion. In plaats daarvan laten ze zien hoe tof vintagekleding is.
Laten we hopen dat deze trend doorzet.
Een fijne week gewenst,
Emy