De markt heeft gesproken: klimaatverandering bestaat
Als er geld op het spel staat, blijken zelfs de meningen van klimaatontkenners elastisch.
Al een tijdje dreigt de Ierse golfbaan van Donald Trump de Atlantische Oceaan in te brokkelen. In 2014 nam de toen-nog-niet-president het terrein van maar liefst 161 hectare over van een failliete Ier. Enkele dagen voor de overdracht sloeg een hevige storm meteen al acht meter golfbaan de zee in.
Dus deed Trump een bouwaanvraag. Hij wilde – het zal toch eens niet – een muur bouwen: 2,8 kilometer breed en 4,5 meter hoog. De stijgende zeespiegel en het extreme weer ‘als gevolg van klimaatverandering’ vormden een bedreiging voor de golfbaan, betoogde hij in de bouwaanvraag.
De Trump, die ooit twitterde dat ‘The concept of global warming was created by and for the Chinese in order to make U.S. manufacturing non-competitive’. De Trump, die als president zijn land terugtrok uit het Klimaatakkoord van Parijs. Die Trump dus, blijkt in zijn eigen bedrijfsvoering een andere mening toegedaan.
Het roept de vraag op: wat vindt Trump nu écht? En wat vinden andere ontkenners van klimaatverandering nu écht?
Dat kun je mensen natuurlijk vragen in een peiling, en dat is dan ook gedaan. Slechts 57 procent van de Amerikanen gelooft dat klimaatverandering bestaat én te danken is aan menselijk handelen. Maar het is makkelijk klimaatontkennen als er niets op het spel staat, anders dan het lot van de planeet. Trump laat al zien dat meningen elastisch zijn als er geld te winnen of te verliezen valt.
De glazen bol van de markt: warmer weer
En Trump is daar niet uniek in, laten economen Wolfram Schlenker en Charles A. Taylor in een recent onderzoek zien. Ze onderzochten een belangrijke vraag: wat gelooft men als er geld op het spel staat? Wat gelooft de markt over klimaatverandering?
Op de Chicago Mercantile Exchange, ’s werelds grootste derivatenbeurs, kun je zogenaamde ‘weather futures’ kopen. Dit zijn weddenschappen op de toekomstige temperatuur in bepaalde steden.
Grote bedrijven kunnen zo toekomstige risico’s afdekken. Een citroenkweker vreest voor kou die de oogst laat mislukken (en koopt dus kou-futures, zodat hij profiteert als het onverhoopt koud blijft), een luchthaven vreest voor hitte waardoor de airconditioning non-stop staat te blazen (en koopt dus hitte-futures, zodat hij profiteert als het onverhoopt heet wordt).
Dus, wat denkt de markt? ‘Als er geld op het spel staat, dan zijn er nauwelijks partijen te vinden die tegen de wetenschappelijke consensus in gaan’, schrijven Schlenker en Taylor. Al sinds 2002 – toen deze markt geopend werd – zijn de weersvoorspellingen vrijwel volledig in lijn met die van de klimaatmodellen van het IPCC.
Het is een interessante constatering. Wie klimaatverandering ontkent gaat niet alleen in tegen 97 procent van de klimaatwetenschappers, nee, hij gaat ook in tegen de marktconsensus.
Mocht je dus nog eens een klimaatontkenner in het wild tegenkomen dan kun je hem tegenwerpen: ‘Zeg, als jij er nou echt zo zeker van bent dat de klimaatmodellen onzinnig zijn: laat maar zien.’
De markt heeft gesproken: klimaatverandering bestaat.