Over Erik ten Hag, de man die Nederland herinnerde aan het spel zonder bal
De halve redactie van De Correspondent kreeg de hele dinsdag van spanning niets voor elkaar, maar aan het eind van de dag was dat niet erg. Want Real Madrid-Ajax was wel een aardig potje, toch?
(Pas onlangs ontdekte ik dat veel collega’s vOeTbAl best wel oké vinden en amusanter dan al die ingewikkelde b-woorden waarmee toevallige Nederlandse historici en andere grachtengordelcreaturen dwepen. Voetbal: minstens zo spannend als ruziemaken met FOX News-presentatoren, maar dan met knappe mensen.)
Als rechtgeaard permanent teleurgesteld successupporter van de grote concurrent uit Eindhoven – FC Eindhoven, de slapende reus van de Keukenkampioendivisie – was ik van tevoren iets minder opgewonden. Maar daardoor zat ik misschien wat rustiger te genieten van wat er die avond gebeurde: een historische overwinning.
Voetbalverslaggevers kwamen – begrijpelijkerwijs – bijvoeglijke naamwoorden tekort en beriepen zich op geluiden en verzuchtingen in hun stukken.
Alleen opiniemakers vinden het een probleem dat Ten Hag geen ‘flair’ heeft
Vrijwel zeker zal er te weinig eer voor Ajax’ succes naar Erik ten Hag zijn gegaan.
De reden daarvoor is simpel: Ten Hag heeft niet de charme van andere trainers als Jürgen Klopp of Guus Hiddink, en ook niet de aanwezigheid van Louis van Gaal of José Mourinho. Hun mediagenieke persoonlijkheid maakt(e) hen aantrekkelijk als verklaring voor het succes. Ten Hag daarentegen is ‘simpelweg’ een vakman waar media en publiek vrij weinig op kunnen projecteren als het goed gaat.
Als het slecht gaat, is het gebrek aan charme/aanwezigheid wel weer nuttig. Zo vindt Jack van Gelder voorop – en vele andere opiniemakers met hem – dat Ten Hag te weinig ‘flair’ heeft voor Ajax. Een echt nadeel lijkt me dat niet – ik heb ‘flair’ nog nooit doelpunten zien maken. Een gebrek aan flair is alleen een nadeel als opiniemakers een punt maken van een gebrek aan flair. Dus wat als je dat nou eens negeert?
Dan zie je vermoedelijk Ten Hags grote verdienste: dat hij het Nederlandse voetbal heeft herinnerd aan de waarde van omschakelen, counteren en Gegenpressing. Dat wil zeggen: hij herinnerde ons eraan dat dit geen eventuele instrumenten in je gereedschapskist zijn om voetbalwedstrijden te winnen, maar essentiële instrumenten. Simpel gezegd: je kunt niet alleen een plan hebben voor als je de bal wél hebt.
Ik sprak Ten Hag een paar keer, voor het eerst in september 2015 toen hij net was begonnen bij FC Utrecht. Hij verbaasde zich toen over het gebrek aan belangstelling in Nederland voor het spel zonder bal, een onderwerp waar hij als trainer bij het tweede elftal van Bayern München dagelijks mee te maken had.
‘Omschakelen, tegenpressing, dat is een heel goed middel om tot scoringskansen te komen. Maar vraag je een Nederlandse trainer: hoe creëer je kansen? Dan zegt hij: vanuit balbezit, met positiespel’, vertelde Ten Hag me in een klein hokje van trainingscomplex Zoudenbalch. ‘Maar dat is inmiddels een doel, in plaats van een middel. Schuiven, schuiven, breed, breed, breed, terug. Een counter is bijna vies in Nederland. Je moet kunnen variëren. Dat maakt het spel mooi.’
En nee: Ten Hag en tactiek zijn niet dé verklaring voor het succes van Ajax. Het helpt als je als club je geld investeert in spelers als Dušan Tadić, Daley Blind en Hakim Ziyech om de constante stroom van talent uit de jongere elftallen bij te staan.
Als geld en vakmanschap de onuitputtelijke bron van voetbaltalent in Nederland complementeren, kan het nog steeds, Nederlands clubsucces in Europa. Louis van Gaal had gelijk.
Nog een man van details: Dennis Higler
Deze week publiceerde ik mijn verhaal over Dennis Higler en scheidsrechters in het algemeen. Spelers worden tot in de kleinste details geanalyseerd en beschreven, scheidsrechters eigenlijk maar zelden, en dus was ik benieuwd.
Ik had er van tevoren veel zin in. Het werk van scheidsrechters bestaat uit denken onder druk – iets waar je alleen maar goed in wordt door er ook over ná te denken. Voetballers kunnen niet altijd goed verwoorden hoe en waarom ze doen wat ze doen. Scheidsrechters juist wel, vermoedde ik, omdat hun vak meer denk- dan doewerk behelst.
Higler stelde me niet teleur. Uit mijn gesprekken met hem zullen nog meer stukken rollen. Over de fouten die hij maakte, over de doelen die hij stelt, over de videoassistentscheidsrechter (VAR), en, deze week al, een analyse van enkele beslissingen: wat zeggen de spelregels, hoe oordeelde Higler? Stay tuned voor meer.
Ik mocht trouwens ook wat vertellen over het stuk over Higler bij BVSC, het sportprogramma van BNNVARA op Radio 1. Het item opende met een compilatie van de kritiek van Johan Derksen en consorten op Higler. Wat ik toen vergat te zeggen: die kritiek van Derksen en Van der Gijp en Genee sloeg nergens op. En zou voor geen enkele scheidsrechter terecht zijn.
Want: tenzij critici individuele scheidsrechters stelselmatig beoordelen, is er nauwelijks iets te zeggen over hun prestaties. Slechts een fractie van de besluiten die scheidsrechters nemen, zijn verkeerd of omstreden. En van dat kleine aantal omstreden beslissingen zien critici hooguit een fractie. Dat lijkt me een bizar smalle basis om een algemeen oordeel op te baseren.
Verder had ik deze week een interview met iemand uit een heel andere sport: cricket. Het duurde maar kort, het ging heel snel, en er moet nog een vervolg komen, maar: zelden sprak ik zo’n welbespraakt en slim mens in de sport. Wederom: stay tuned.
Niet-werk: vorige weekend was ik met mijn vrouw drie dagen weg naar Città della Pieve in Umbrië. Daar zijn we bijna vijf jaar geleden getrouwd. Drie eet- en drinktips voor als je ooit gaat: de Bistrot del Duca in Città della Pieve, de koffie- en gebakjesbar Dolci e Tradizioni in Tavarnelle en restaurant Lillo Tatino in Panicale. Omdat ik geen fan ben van bijvoeglijke naamwoorden laat ik ze liever weg, maar denk aan: magnifiek, fantastisch, verrukkelijk en goedkoop.
Kijken/luisteren: de Sloan Sports Analytics Conference
Omdat ik in Italië was, was ik niet in Boston – feit! En in Boston was datzelfde weekend de Sloan Sports Analytics Conference, dé data-analyseconferentie op het gebied van sport. Maar behalve de gezelligheid van collega-nerds hoefde ik niks te missen. De gesprekken werden gestreamd en zijn online gezet. Neem bijvoorbeeld dit gesprek tussen David Epstein (zie ook onderaan deze nieuwsbrief) en Malcolm Gladwell.
Houston Rockets-baas Daryl Morey zat in een panel met Ted Knutson van StatsBomb, om over – onder meer – data-analyse in het voetbal te praten. Morey prikkelt met de opmerking dat data in het voetbal (nog) weinig zeggingskracht hebben. Ik ben het trouwens wel met hem eens; zoals je misschien hebt gemerkt, heb ik al lang niet over data geschreven.
Niet dat eerder werk over data-analyse niet goed of juist was, er is alleen sindsdien weinig ontwikkeling zichtbaar. Dat wil niet zeggen dat er geen ontwikkeling is. Stel dat Liverpool of Midtjylland of Brighton & Hove Albion een Belangwekkend Inzicht hebben opgedaan, waarom zouden ze dat dan delen met de wereld? Misschien gebeurt er achter de schermen wél van alles.
Maar in het openbaar heb ik weinig opwindende vernieuwing gezien. De reden daarvoor is misschien heel simpel: de data die momenteel beschikbaar zijn over voetbal, ‘event data’, data over balaanrakingen dus, zijn inmiddels wel uitgeperst en uitgemarteld. Ze gaan niets extra’s meer zeggen, wat je ook met ze doet.
De belofte zijn nieuwe data, ‘positionele data’, over de posities van alle spelers op het veld, en niet alleen maar de speler die de bal heeft. Dat schreef ik ook al na de Sloan-editie van vorig jaar, zonder de illusie te hebben dat er dit jaar nieuwe vondsten zouden zijn.
De verwerking van deze data vergt nieuwe theorien, modellen en data. Kortom: het wachten op nieuwe inzichten kan best wel even duren, want wetenschap is moeilijk.
Lees-, kijk-, luistertips
- Daryl Morey sprak bij de Sloan Sports Analytics Conference met Zach Lowe.
- Gerelateerd aan de conferentie: Simon Kuper schreef over het werk achter de schermen bij Barcelona. Grote nieuwe inzichten levert het stuk niet op, behalve misschien de relativering van data-analyse in het voetbal. Boeien doet het wel.
- Meer data-analyse: Richard Whittall, operazanger, journalist en voetballiefhebber, schreef een beschouwing.
- The Ringer kreeg een decennium aan scoutingrapporten van de Cincinnati Reds in handen. Ben Lindbergh en Rob Arthur plozen ze uit en schrijven over de bevindingen.
- David Epstein publiceert binnenkort zijn nieuwe boek: Range. Het gaat over generalisten en waarom zij de baas zijn en zullen blijven over specialisten – in de sport en erbuiten. Kirkus recenseerde het boek. Epstein is trouwens een nieuwsbrief begonnen.
- Jane Mayer, topverslaggever van The New Yorker, schreef een lang verhaal over de innige banden tussen Donald Trump en Fox News.
- In 2010 ging ik met mijn vrouw – toen vriendin – vier weken wandelen in Nepal. (Niet om mezelf te zoeken, maar om te wandelen.) De terugweg naar Kathmandu ging deels per bus, over een weg van keien die zo ongelijk waren dat de zwaarbeladen bus heen en weer zwiepte. Aan de ene kant van de weg: berg. Aan de andere kant van de weg: afgrond. Absoluut het engste halfuur van mijn leven. Dit filmpje: nog een graadje erger.