Was de Virgil van Dijk van FC Groningen al net zo goed als de Virgil van Dijk van Liverpool?
Afgelopen week publiceerde The Ringer drie stukken over de scouting van de Cincinnati Reds in de jaren negentig. Die stukken vond ik zo goed, dat ik er een stukje over schreef. (Wat je nu leest, is dus een stukje over een stukje over een stukje.)
Lees die stukken van The Ringer vooral zelf. Als ze over voetbal zouden gaan, was het hier dagenlang nergens anders over gegaan, denk ik. Mocht je bepaalde begrippen en verwijzingen niet direct vatten, lees toch gewoon door. De principes en problemen in de sporten zijn goed vergelijkbaar (en misschien kan mijn stukje als inleiding dienen).
Overigens moest ik aan de Ringer-stukken denken bij het kijken naar Bayern-Liverpool in de Champions League. The Ringer beschrijft het verhaal van slagman Travis Hafner, een geweldige speler die de scouts van de Reds compleet over het hoofd zagen. Het probleem: Hafner blonk uit op een laag niveau. En wat een uitblinker op laag niveau waard is, is voor scouts heel lastig in te schatten.
Voor voetbal is dat niet anders. Neem Virgil van Dijk van Liverpool, woensdagavond Man of the Match. Was hij bij Groningen (2011-2013) zo veel minder dan dat hij nu is? Was hij een grote vis in een kleine kom, of was hij een grote vis? Had de Ruud van Nistelrooij van Den Bosch en Heerenveen (1994-1998) niet ook al gefunctioneerd bij Manchester United? En Groningens Luis Suárez (2006-2007) bij Liverpool of Barcelona?
Meer gedachten bij Bayern-Liverpool: Bayerns verlies markeert het einde van de Duitse dominantie van het afgelopen decennium. Dat zeg ik niet, dat zegt iemand die er echt wat van weet, tactiekschrijver Tobias Escher.
Verder (en compleet ongerelateerd): zo nu en dan spreken voetballers zich uit over politiek. Eric Dier van Tottenham Hotspur wil een nieuw referendum over Brexit. Hij twitterde dat en ik hoop dat hij daarna zijn telefoon even heeft weggelegd.
Verder #2: volgende week heb ik twee stukjes. Over spelregels, over de VAR, en over een grote Amsterdamse wielrenner. Drie stukjes dus, bij nader inzien.
Smartphoneverslaving #2
Vorig jaar schreef collega Rutger een stuk over zijn smartphoneverslaving en hoe hij daar met een kinderslot vanaf kwam. Deze week beklonk hij bij The Daily Show zijn nieuwe status als... global thought leader, al vindt hij dat zelf maar niks, global thought leader, hij wil liever een global thinker zijn.
Zo zie je maar weer wat je allemaal kunt bereiken – en welke nieuwe problemen je op je hals haalt – als je je smartphone doodt. De afgelopen weken had ik zelf een terugval. Ik had het slot van mijn telefoon gehaald, omdat ik dacht dat ik het aankon, dat ik verder was, maar al snel had ik toch alweer schermtijden van drieënhalf, soms zelfs vier uur.
Kortom, het slot staat er weer op. Wat ik dan weer nooit zal doen tegen mijn smartphoneverslaving: pottenbakken. Kevin Roose van TheNew York Times deed dat wel. Het leverde een leuk stuk op.
De ene trainer is de andere niet
Afgelopen zaterdag was voetbaltrainer Willem Weijs te gast bij De Eretribune van FOX Sports. Weijs, trainer van NAC onder 19, heeft nooit hoog gevoetbald, maar is wel toegelaten tot de UEFA Pro cursus, de opleiding voor het hoogste trainersdiploma.
Presentator Jan-Joost van Gangelen vroeg Weijs op een zeker moment: ‘Ben jij een Pepijn Lijndersachtige of niet?’ Pepijn Lijnders is ook een trainer die nooit ver reikte als speler, is assistent-trainer van Jürgen Klopp bij Liverpool en was vorig jaar een half seizoen onsuccesvol hoofdtrainer bij NEC.
Wat Van Gangelen precies bedoelde met ‘Pepijn Lijndersachtige’ lichtte hij toe: ‘Driekwart van de selectie van NEC huilde heel hard als hij ging praten, omdat ze er niets meer van begrepen.’ Of dat waar is, geen idee, wat wel waar is: Lijnders gaf enkele onhandige interviews, die het beeld van een verstrooide voetbalprofessor in de hand werkten.
Los vertaald luidde de vraag aan Weijs dus als volgt: Ben jij, als niet-ex-topspeler, net zo wacko als Pepijn Lijnders, eveneens niet-ex-topspeler?
Het is natuurlijk niet gek dat Weijs wordt gevraagd naar zijn afwijkende achtergrond. Hoe stupide het ook is dat trainers zonder achtergrond als topspelers de grote uitzondering zijn in Nederland, ze zijn wel de grote uitzondering. Als het daar herhaaldelijk over gaat, is het wel vervelend. Zeker als de vraag eigenlijk al het antwoord is, zoals hier het geval was. Want tenzij je spontaan uit je kleren scheurt en de Hulk blijkt te zijn, ben je vanaf dat moment, wat je ook antwoordt, een Pepijn Lijndersachtige.
De spelprincipes van Stam
Overigens gaf Weijs een uitstekend antwoord op de vraag door zinvolle dingen te zeggen. Verder – laat dat duidelijk zijn – was het interview van presentatoren Van Gangelen en Aletha Leidelmeijer prima. Weijs kreeg de tijd om zijn ideeën over omschakelmomenten tentoon te spreiden, aan de hand van beelden. Plus-plus, zou Louis van Gaal zeggen.
Maar toch: zou beginnend trainer Jaap Stam op dezelfde manier worden benaderd? Zou hem worden gevraagd om spelprincipes uit te leggen? Natuurlijk niet. (Wat nogal jammer is, want ik wil die wel horen.) O, en nadrukkelijk: trainers met een ‘andere’ achtergrond zijn niet per se veel beter dan ex-profs. Bij een groter en diverser trainersaanbod is de kans dat het niveau hoger wordt, groter (zoals ik eens probeerde uit te leggen in een column).
Lees-, kijk- en luistertips
- Rory Smith sprak met Manchester City-aanvaller Raheem Sterling over racisme.
- Simpeler, lichter, maar eveneens fraai van Smith: hij vroeg rechtsbacks uit de Bundesliga wat ze deden om Arjen Robben te stoppen. Je weet dat Robben vroeger of later naar binnen komt: hoe voorkom je dat? Overigens lijkt het me zelf allemaal niet zo mysterieus: stel je dekt vooral de binnenkant, dan gaat Robben hard buitenom. Het is relatief simpele speltheorie.
- Alle step-back-jumpschoten van basketballer James Harden gedurende zijn carrière in een visualisatie. Zie de ontwikkeling in zijn spel en in het algemeen: de driepunter is heilig.
- Eerder in de nieuwsbrief ook al genoemd, maar deze necrologie van het Progressieve Duitse Voetbal (2009-2019) van Tobias Escher is de moeite (Google Translate doet het prima).
- Louis van Gaal zat bij VTBL van Humberto Tan.
- Ex-Goldman Sachs-bankier Gary Cohn is Democraat, zat toch in het kabinet van Donald Trump als economisch topadviseur, noemde Trump een professionele leugenaar en kan nog steeds met hem overweg. Hij spreekt erover met Freakonomics.
- Frank Heinen vroeg op Twitter naar de beste verhalen over wielerploeg Team Sky, de ploeg van renner Chris Froome. In de antwoorden stonden dit artikel van de Irish Independent en dit artikel van de BBC.
- Teun Meurs schreef een stuk over ‘ons’ spelregelexperiment. Ik deed wat eindredactie en voilà – staan we toch maar mooi in het legendarische voetbalblad When Saturday Comes.
- FC Twente organiseert een jeugdtoernooi, waarbij de teams niet op leeftijd zijn ingedeeld, maar op lengte en gewicht.
- Ronaldo was weer geweldig tegen Atletico Madrid. Maar hoe zit het trouwens met die beschuldiging dat hij een vrouw zou hebben verkracht? Dat vroeg Sam Borden zich ook af.
- Dit verhaal over de zoektocht naar een gezonken vliegdekschip uit de Tweede Wereldoorlog is zeer de moeite.
- Daryl Morey, een terugkerend personage in deze nieuwsbrief, heeft zijn contract als general manager van de Houston Rockets verlengd. Elf jaar geleden kreeg hij landelijke bekendheid in de VS met dit artikel (vol met over-the-top-clichés over data-analisten). Een jaar daarna verscheen een van de mooiste sportjournalistieke stukken die ik ken, The No-Stats All-Star, over Shane Battier en de Rockets.
- Opta zette de vijf spelers op een rij met de meeste geslaagde passes naar voren op de helft van de tegenstander (dit seizoen Champions’ League). Kun je raden wie dat zijn voor je kijkt? Hint: nee.