Massaal was de verontwaardiging over de manier waarop Geert Wilders op de avond van de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen in het Haagse café zijn aanhang opjutte in hun afkeer van Marokkanen. Vrijwel niemand liet zich onbetuigd. Op De Correspondent schreef Rob Wijnberg een emotioneel waarin hij zich in vlammende bewoordingen distantieerde van de populistische politicus.

Toch waren er ook dissidente geluiden waar te nemen. Op dit platform Ewald Engelen zijn wantrouwen uit in een tegendraadse column, en verder was er een bewogen artikel van Saul van Stapele bij  “Het” gaat wel degelijk om kleur. “Het” gaat zelfs voortdurend en overal om kleur,’ schrijft hij.

In het verbale geweld viel vooral ook een column op van in NRC Handelsblad. Onder de kop ‘Doe geen aangifte tegen Wilders, dat is hypocriet’ trok hij fel van leer tegen de in zijn ogen selectieve verontwaardiging. Volgens hem is het namelijk een manier om niet onder ogen te hoeven zien waar het werkelijk om gaat in Nederland: institutioneel racisme. Dat heeft een lange geschiedenis, vanaf de transatlantische slavernij, en wreekt zich bijvoorbeeld bij het zwartepietendebat of nu bij de reacties op de uitspraken van Geert Wilders.

Voor mij reden voor een verdiepend gesprek met deze kleinzoon van een gastarbeider, die walgt van de term "allochtoon" en zich vol overtuiging inzet voor een volwassen burgerschap van alle Nederlanders. Volgens deze historicus is het tijd voor een blik in de historische spiegel: wij kaaskoppen pasteuriseren ons verleden.