Wat gaat IS doen nu het kalifaat voorbij is?
Na een wekenlang slotoffensief zijn de laatste IS-strijders zaterdag verdreven uit het laatste stukje grondgebied in Syrië dat zij nog in handen hadden. Toch betekent het einde van het kalifaat niet het einde van IS.
Nog geen vier jaar geleden controleerde Islamitische Staat een gebied zo groot als Groot-Brittannië, dat zich uitstrekte van West-Syrië tot Oost-Irak. Hun zelfverklaarde kalifaat telde bijna acht miljoen inwoners en trok moslims uit de hele wereld aan. Met de verkoop van olie, het heffen van belasting, diefstal en ontvoering werden miljarden dollars verdiend.
Eind februari was hier nog maar een stoffig tentenkamp van over, gelegen nabij het Syrische stadje Baghouz, aan de grens met Irak. Daar werden de laatste bewoners bestookt door strijders van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) en de Amerikaanse luchtmacht.
Het definitieve offensief is wekenlang uitgesteld om iedereen de kans te geven zich over te geven. Tienduizenden met stof bedekte IS-aanhangers zijn de afgelopen weken uit Baghouz gestroomd en overgebracht naar opvangkampen en gevangenissen in de regio.
Woensdag werden de laatste strijders verdreven naar een smalle strook land aan de rivier de Eufraat. De eerste beelden uit Baghouz ogen apocalyptisch. Op de zwartgeblakerde aarde liggen tientallen lijken, daartussendoor lopen kinderen die het geweld wonderbaarlijk genoeg hebben overleefd. Zaterdag twitterde een woordvoerder van de SDF dat het kalifaat definitief verslagen is.
Nu het laatste restant van het kalifaat is verdwenen, verliest IS aanzien en zijn belangrijkste rekruteringsmiddel. Geïnstitutionaliseerde slavernij, publieke onthoofdingen en enorme olie- en belastinginkomsten onder IS-vlag behoren voorlopig tot het verleden. Maar de ineenstorting van het fysieke kalifaat betekent nog niet het einde van IS. De grote vraag is: wat gaat het restant van IS nu doen?
Wat ís er nog over van IS?
In Irak, waar de regering eind 2017 de overwinning op IS uitriep, is de groep ondergronds gegaan. Daarmee keert de groep terug naar zijn oorsprong, toen IS nog onder de vlag van Al-Qaida in Irak opereerde.
Ondergrondse cellen proberen nu met gerichte aanslagen en liquidaties een sfeer van wetteloosheid te creëren, sociale spanningen tussen soennieten en sjiieten te vergroten en economisch herstel tegen te gaan, aldus VN-secretaris-generaal António Guterres in een rapport* aan de Veiligheidsraad begin februari.
Daarin zijn ze steeds succesvoller geworden. De afgelopen maanden steeg het aantal aanvallen door IS tot gemiddeld vier per dag in februari. Mosul werd de afgelopen weken meerdere malen opgeschrikt door bomaanslagen, in Bagdad vonden deze week dodelijke gevechten plaats tussen IS-strijders en Iraakse soldaten, lokale gemeenschapsleiders worden geregeld geliquideerd en er vinden voortdurend ontvoeringen plaats.
In Syrië zal IS vermoedelijk dezelfde weg bewandelen. Daar zijn cellen op dit moment vooral actief in de vallei van de Eufraat, de door de oppositie bezette noordwestelijke provincie Idlib, in door de overheid gecontroleerde gebieden ten zuiden van de hoofdstad Damascus en in de regio Badiya, een uitgestrekt woestijngebied in het zuidoosten van Syrië.
Als de druk op IS na de val van het kalifaat verdwijnt, kan de groep ‘binnen zes tot twaalf maanden’ opnieuw opduiken in Syrië en een beperkt gebied herwinnen op de oostelijke oever van de Eufraat, waarschuwde de inspecteur-generaal van de Amerikaanse defensie afgelopen januari.
Trump draaide zijn in december aangekondigde terugtrekking van Amerikaanse speciale eenheden uit Syrië onder druk van zijn eigen staf dan ook snel terug. Een paar honderd Amerikanen blijven om de SDF bij te staan in hun strijd tegen IS.
Hoe sterk is IS?
Er zijn nog tussen de 15.000 en 20.000 IS-strijders in Syrië en Irak, zei de Amerikaanse topdiplomaat James Jeffrey vrijdag. De meesten zouden zich schuilhouden onder de bevolking in afgelegen delen van Syrië en Irak of in tentenkampen voor ontheemden, waar ze wachten op het juiste moment om terug te slaan.
Hoge IS-leiders hebben nog steeds ‘uitstekende commando- en controlemogelijkheden’, waarschuwde de inspecteur-generaal van het Amerikaanse leger nog in januari. IS-cellen zouden nog over zware wapens beschikken en zouden door het hele land aanslagen en moorden kunnen plegen, aldus Amerikaanse legerbronnen.*
En ze zouden nog over veel geld beschikken: volgens de VN tussen de 50 en 300 miljoen dollar in contanten. Inkomsten komen nog steeds binnen via verschillende criminele activiteiten, waaronder drugs-, mensen- en wapenhandel.
The Washington Post schreef afgelopen december dat IS meer dan 400 miljoen dollar Syrië en Irak uit heeft gesmokkeld.* Een deel daarvan zou zijn geïnvesteerd in goud en legale bedrijven in de regio, waaronder hotels, autohandelaren en ziekenhuizen.
Ook zou er nog geld worden doorgesluisd naar IS-afdelingen buiten Syrië en Irak, zoals in Afghanistan, Filipijnen, Egypte, Libië, en West-Afrika. In mindere mate zijn IS-afdelingen actief in Somalië, Jemen en Sahel-landen – waar Franse en Amerikaanse speciale eenheden geregeld confrontaties hebben met IS strijders.
Is er nog steun voor IS in Syrië en Irak?
IS is ontstaan uit Al-Qaeda in Irak, dat werd gevormd door soennitische Arabische militanten. Zij hadden een belangrijk aandeel geleverd aan de opstand in Irak na de door de VS geleide invasie in 2003, en velen van hen hadden eerder het regime gesteund van de verdreven dictator Saddam Hoessein.
In 2011 leek de groep – inmiddels omgedoopt tot Islamitische Staat in Irak (ISI) – verslagen door een coalitie van soennitische stammen, die steun kreeg van de Amerikanen. Maar rond diezelfde periode sloot ISI zich in stilte aan bij de opstand tegen president Bashar al-Assad in Syrië, waar het een veilige haven en een gemakkelijke toegang tot wapens vond.
Tegelijkertijd profiteerde de groep van de terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Irak, waardoor de soennitische stammen die ISI eerder hadden verdreven geen steun meer hadden. Daarnaast speelden ze in op de wijdverspreide onvrede onder de soennitische bevolking over het sektarische beleid van de door sjiieten geleide regering van het land.
In 2014 waren ze sterker dan ooit, en keerden ze onder de naam ISIS terug naar Irak. In juni namen ze in korte tijd grote delen van de voornamelijk door soennieten bewoonde delen van het land in en riepen een ‘kalifaat’ uit.
De situatie in 2011 vertoont grote gelijkenis met de huidige situatie
De situatie in 2011 vertoont grote gelijkenis met de huidige situatie. Net als toen is er geen duidelijk plan voor de toekomst van de regio nu IS is verdreven, en wordt westerse militaire steun afgebouwd. Opnieuw wordt er door de door sjiieten gedomineerde regering weinig rekening gehouden met de sociaal-economische, politieke en sektarische zorgen van de soennitische bevolking.
In Irak zijn sinds 2014 meer dan 19.000 (veelal) soennitische mannen opgepakt op verdenking van lidmaatschap van IS, van wie er al 3.000 werden geëxecuteerd in rechtszaken die soms nog geen tien minuten duurden, stelt de Oxford Research group.*
Tienduizenden anderen die ervan worden beschuldigd banden te hebben met IS zitten vast in armoedige opvangkampen omringd door vijandige veiligheidsdiensten. Nog eens 20.000 Iraakse IS-strijders en hun familieleden zitten gevangen in Syrië, en zullen naar verwachting in de komende weken worden overgebracht naar gevangenissen en opvangkampen in Irak, waar hun hetzelfde lot wacht.
In Syrië liggen steden als Raqqa en Deir ez-Zor ruim een jaar na de ‘bevrijding’ nog steeds in puin en stellen inwoners dat het leven niet beter is dan toen IS daar nog de scepter zwaaide.* Ruim 60.000 IS-aanhangers kwamen om bij luchtaanvallen door westerse vliegtuigen, evenals honderden burgers.*
IS gebruikt die woede in hun propaganda. In een van de laatste video’s uit het kalifaat vraagt een man die zich Abu Abd al-Rahman noemt zich hardop af: ‘Wie zijn de echte terroristen?’ Daarbij verwijst hij naar de constante bombardementen door de westerse coalitie en de mensen die uit hun huizen werden verdreven naar tenten als bewijs dat de coalitie de wáre terroristen zijn.
Hoe los je dit op?
Irak en Syrië hebben stabiliteit en eenheid nodig om een eventuele heropleving van IS het hoofd te bieden en hun landen weer op te bouwen. Maar dat lijkt er ook na de val van het kalifaat niet te komen.
Sinds het uitroepen van de overwinning op IS in Irak eind 2017 kwamen al verschillende nieuwe twistpunten aan het licht, zoals: het Koerdische onafhankelijkheidsreferendum, grootschalige protesten en politiek machtsspel binnen de Iraakse defensiesector.
In Syrië is de chaos en verdeeldheid nog groter. Assad – tegen wie de opstand waarvan IS profiteerde zich in de eerste plaats richtte – is vastbesloten het gebied wat nu onder controle staat van de door Koerden gedomineerde SDF (ongeveer een derde van Syrië) terug te brengen onder de controle van de staat. De Koerden zullen hun posities niet zomaar opgeven. Turkije heeft gedreigd het Turkse leger de grens over te sturen om de Koerden te verdrijven en oefent via door hen gesteunde milities in het laatst overgebleven rebellenbolwerk in het noordoosten van Syrië druk uit op de Koerden.
In diezelfde regio voert het Syrische leger met Russische luchtsteun de laatste weken dodelijke aanvallen uit op het uit Al-Qaeda voortgekomen Hayat Tahrir al-Sham (HTS) (voorheen Jabhat al-Nusra). Daarmee komt een eind aan een vorig jaar overeengekomen staakt-het-vuren dat was ingesteld om een bloedbad onder de 4 miljoen inwoners van de regio te voorkomen.
Een snelle en gemakkelijke oplossing voor de problemen is er niet, maar er zijn wel lessen te leren uit het verleden. De belangrijkste is dat de strijd tegen IS niet voorbij is wanneer de overwinning wordt uitgeroepen. En dat het ontbreken van een plan voor de periode na het kalifaat, waar de lokale bevolking baat bij heeft, vooral IS in de kaart speelt.