‘‘Impact’ wordt zo veel gebruikt dat het amper nog iets betekent, maar juist in die uitholling schuilt zijn kracht,’ schreef een eens. De charme van het woord impact zit ‘m in de vaagheid ervan: je kunt er van alles onder scharen, ieder zijn eigen interpretatie, en daardoor brengt het mensen sneller op één lijn.

Het schoot me te binnen toen vorige week KVB Boekwerk, het kennis- en innovatieplatform van de boekenbranche, onder de noemer ‘De impact van het boek’ maar liefst drie onderzoeken publiceerde.

Eentje over de economische van het boekenvak, eentje over de structurele van lezen op iemands persoonlijke leven (en indirect de maatschappij), en eentje over de maatschappelijke van boekhandels.

Het eerste wat ik daar achteraan dacht was: en de impact van het boekenvak op de natuur dan?

Dat laatste heeft alles te maken met Hoe gaan we dit uitleggen – Onze toekomst op een steeds warmere aarde van onze correspondent Klimaat & Energie Jelmer Mommers. ‘Het boek is een klap in je gezicht en tegelijk geeft Jelmer je hoop’, mailde boekenredacteur Harminke Medendorp toevallig tijdens het schrijven van deze nieuwsbrief. ‘En actielust, daadkracht.’

Als uitgeverij willen we daad bij woord voegen, en dus zijn we een tijdje terug begonnen met een zoektocht naar hoe onze boeken duurzamer uit te geven. Het venijn zit ‘m vooralsnog in het vaststellen van onze huidige uitstoot, zodat we op basis daarvan kunnen kijken wat er duurzamer kan. Daarover snel meer.

Nu die drie andere onderzoeken, uitgevoerd in opdracht van KVB Boekwerk, met als doel de (toegevoegde) waarde en daarmee de urgentie van het medium boek te laten zien. Alledrie het lezen en bespreken waard, omdat ze de huidige ontwikkelingen in het boekenvak van context voorzien. Ik las om te beginnen die over de maatschappelijke impact van boekhandels.

Van boekwinkel naar boekbeleving

‘Boekenwinkels dragen bij aan een aantrekkelijk winkelklimaat, wat leidt tot meer winkelend publiek en plezieriger winkelervaring, hetgeen leidt tot een leefbaarder stad of dorp.’

Met deze nogal gedetailleerde hypothese op zak werden in zes boekwinkels in drie steden (Rotterdam Tilburg en Deventer) verschillende mensen (klanten, winkeliers, voorbijgangers, inwoners) geïnterviewd en geobserveerd. Bij drie primaire boekhandels (denk Donner, die primair boeken verkoopt) en drie secundaire (denk Bruna, die naast boeken ook veel andere dingen verkoopt). Een klein onderzoek dus.

Opvallend is dat de geïnterviewden aan zowel primaire als secundaire boekhandels dezelfde waarden toekennen, die in elkaars verlengde liggen:

  1. Zintuiglijke beleving: het kunnen aanraken, rondneuzen, en bladeren maken van een boekhandelbezoek een positieve beleving.
  2. Inspiratie: de boekhandel is een plek vol nieuwe ideeën, een divers boekenaanbod, en vergelijkbaar met een cultureel uitje.
  3. Winkelervaring: klanten komen niet alleen om iets te kopen, maar ook voor een praatje met de boekhandelaar en het rondsnuffelen.
  4. Lokale economische waarde: boekhandels kunnen met hun uitstraling en afgestemde aanbod extra publiek trekken naar zichzelf, maar ook naar omliggende winkels.

De boekhandel zelf lijkt steeds meer het product te worden. ‘Boekwínkel is eigenlijk niet het goede woord. Sociaal-culturele voorziening wel’, schreef Wilma de Rek in naar aanleiding van dit onderzoek.

In de VS blijkt maatschappelijke betrokkenheid voor onafhankelijke boekhandels Daar is het aantal tussen 2009 en 2015 met 35 procent toegenomen, van 1.651 naar 2.227 winkels. In plaats van de strijd met Amazon en de grote ketens aan te gaan, hebben deze boekwinkels een nieuwe rol voor zichzelf gevonden. Ze weten zich te onderscheiden door een band met de lokale gemeenschap op te bouwen en mensen samen te brengen door bijvoorbeeld lezingen te organiseren.

Ook in groeit het aantal onafhankelijke boekwinkels na twintig jaar krimp voor het tweede jaar op rij. Maar in Nederland horen we minder positieve geluiden.

De impact van de boekenkoper

Een tijdje terug liet journalist Jonathan Witteman in al zien hoe winkeliers kampen met concurrentie van het web, hoe die concurrentie het gedrag van klanten (of eerder: bezoekers, want ze kopen dus vaak niets) verandert, en welke gevolgen dat heeft.

In het Engels hebben ze er een mooi woord voor: Mensen die in winkelstraten speuren naar spullen, zich daarbij rijkelijk laten informeren door winkeliers met kennis van zaken, om het desbetreffende product vervolgens niet ter plekke te kopen maar het later thuis online te bestellen voor een paar euro minder.

In Nederlands hebben boekhandels vanwege de Wet op de vaste Boekenprijs minder last van koopjesjagers. Doordat die wet er voor zorgt dat een boek overal dezelfde verkoopprijs heeft, maakt het hier niet uit of je het in een webwinkel koopt of bij de boekhandel om de hoek.

Maar dat geldt alleen voor je portemonnee. Voor boekhandels maakt het natuurlijk wel iets uit.

Anouk van der Zee, bedrijfsleider van boekhandel vertelt aan de Volkskrant dat ze klanten hoort zeggen: ‘Ach, ik koop wel eens wat bij een boekhandel en ook wel eens wat online, dus ik spreid het een beetje. Maar één boek per half jaar in een echte winkel kopen, daar kunnen wij niet van leven.’ Haar boekhandel in Veghel moet de deuren sluiten wegens teruglopende bezoekersaantallen.

En Bek Boeken is niet de enige boekhandel die klanten verliest aan veranderd koopgedrag, laat uit 2018 zien.

Het aantal online boekenkopers in Nederland groeide tussen 2012 en 2017 met 34 procent. In 2018 groeide de online verkoop van papieren boeken met 10 procent, waar die via de fysieke boekhandel met 3 procent daalde. Bij e-books ligt het percentage dat online gekocht wordt (begrijpelijkerwijs) hoger: maar liefst van de e-bookkopers doet zijn aankopen bij dezelfde aanbieder: Bol.com.

Het blijken vooral vrouwen in grote steden die de afgelopen jaren meer boeken online zijn gaan kopen. Ze zijn ingelopen op de al langer online-boekenkopende mannen. In 2018 staan mannen en vrouwen, op dit punt in ieder geval, op gelijke voet.

Dat er meer online gekocht wordt, is misschien geen groot nieuws. Maar als een boekhandel sluit, komt er geen nieuwe voor in de plaats. En dan kan er in een buurt iets verloren gaan. In de woorden van winkelier Barry Witte uit de Volkskrant: ‘Als je niet wilt dat een winkel weggaat, dan kun je maar één ding doen: dáár kopen.’

Ik luisterde naar Barry, en besloot voortaan om te fietsen. En ik liet me meteen ouderwets – en vol hoop op impact – verleiden tot een kassakoopje. (Het boek: Waarom doet mijn hond dat?, zoals ik al zei: een kassakoopje.)

Tot de volgende,

Milou