Vorige week kwam de tweede jaarrapportage van het Nederlandse convenant Duurzame Kleding en Textiel naar buiten. Voor een leek klinkt dit misschien niet heel spannend, maar voor mij als Correspondent Kleding was het een moment om naar uit te kijken.

Voor wie het is ontgaan: het convenant werd in 2016 afgesloten en bestaat uit een reeks afspraken die moeten zorgen voor een eerlijkere en schonere kleding- en textielindustrie. Kledingbedrijven, de overheid, vakbonden, maatschappelijke organisaties en brancheorganisaties werken hiervoor met elkaar samen.

Sinds de totstandkoming twee jaar geleden volg ik de ontwikkelingen op de voet. Hoewel ik het initiatief – om misstanden binnen de sector aan te pakken – toejuich, heb ik nogal mijn twijfels bij

Zo worden bedrijven vooral gecontroleerd en beoordeeld op hetgeen ze op papier hebben staan. Wat zich in de fabrieken zelf afspeelt, blijft buiten schot. En daar gaat het nu toch juist om?

De resultaten uit het tweede jaarverslag stemmen weinig hoopvol. Slechts een klein deel (8 procent) van de deelnemende bedrijven voldoet momenteel

Vanaf een afstandje is het makkelijk roepen wat er allemaal aan schort. Maar als bedrijven nu nog steeds niet weten waar hun kleding precies wordt gemaakt of nog altijd uitleg moeten krijgen over welke mogelijke risico’s er in hun keten spelen, dan vraag ik mij sterk af of het niet eens tijd wordt voor een wat hardere aanpak.

Misschien gaat dat ook gebeuren. Deze zomer komt er een tussenevaluatie, waarbij een onafhankelijke partij kijkt of het convenant wel genoeg resultaten oplevert.

Je gelooft het niet, maar geheel toevallig zat ik hier een paar weken geleden bij De Correspondent op het terras buiten te werken naast een vrouw die zich bezighoudt met die evaluatie. Ze werkt voor Avance, een bedrijf dat onderzoek doet naar de impact van maatschappelijke organisaties op mens en milieu. Avance zit in hetzelfde gebouw als De Correspondent.

Wellicht moet ik haar binnenkort toch eens vragen of ze tijd heeft om een kop koffie te drinken ;)

Zakjes hennep

Afgelopen dinsdag was ik op bezoek bij Ben Ratelband, eigenaar van Stexfibers. Ik trof hem in een klein kantoortje op een industrieterrein in Arnhem. Zijn bureau lag vol met zakjes gedroogde hennep. Ratelband werkt al zo’n zes jaar aan een techniek om hennepvezels zo te verwerken dat ze geschikt zijn om kleding van te maken. En dat is niet makkelijk.

Zo levert de hennep die hier in Nederland verbouwd wordt (dat gebeurt in Groningen) niet de beste kwaliteit voor het maken van textiel. De vezels zijn namelijk veelal te kort.

Om dit probleem op te lossen wordt momenteel veel onderzoek gedaan en geëxperimenteerd. De urgentie is er, de vraag naar henneptextiel groeit. Dat is goed nieuws, want voor het verbouwen van hennep zijn, anders dan voor katoen, geen pesticiden en andere chemicaliën nodig. Bovendien groeit het gewas als kool en gedijt het in veel gebieden goed.

Katoen daarentegen, zo is een tropische plant en groeit vaak in gebieden waar waterschaarste heerst. Dat zorgt op verschillende plekken wereldwijd voor problemen.

Op dit moment is het vooral Noord-China waar hennep op grote schaal wordt verbouwd voor het maken van kleding en textiel. Wat mij alleen nog niet helemaal duidelijk is, is of de manier waarop de hennepvezel hier wordt verwerkt wel zo ‘schoon’ is.

Voor wie benieuwd is hoe die verwerking er ongeveer uitziet, geeft een beeld.

Binnenkort lees je er meer over!

Fast fashion op z’n retour?

Een opmerkelijk nieuwtje: H&M gaat in Zweden experimenteren met de verkoop van tweedehandskleding. Het modeconcern is hiervoor een samenwerking aangegaan met een Zweedse webshop van tweedehandskleding Sellpy. Vooralsnog is alleen gebruikte kleding van de dochteronderneming & Other Stories verkrijgbaar, en worden leveringen alleen in Zweden gedaan.

Het is een opvallende stap van een van ‘s werelds grootste modemerken. Alhoewel: H&M is op het gebied van duurzaamheid al jaren een voorloper ten opzichte van andere grote modeconcerns.

Anna Gedda, hoofd duurzaamheid bij H&M, zei tegen ‘We zien dit als een groeiend onderdeel van de industrie, met grote kansen voor zowel consumenten als het milieu.’

Niettemin: er zit een verdienmodel in.

De populariteit van tweedehandskleding groeit. Zo bleek onlangs dat de verkoop van gebruikte kleding in de Verenigde Staten de afgelopen drie jaar 21 keer zo hard groeide dan de verkoop van En naar verwachting zet die groei de komende jaren door.

Een kans, zo moeten ze bij H&M gedacht hebben. Het concern kampt niettemin de laatste tijd met tegenvallende Na tientallen jaren groei, ontstaan er langzamerhand scheurtjes in het fastfashionmodel.

Waar die interesse voor gebruikte kleding vandaan komt? Er zijn meerdere verklaringen voor. Allereerst is het imago van tweedehandskleding flink veranderd. Waar het vroeger nog als goedkoop en suf werd gezien, is het nu juist hip.

Ook internet draagt bij aan de populariteit; er zijn allerlei webshops waar je tweedehandskleding kunt (ver)kopen, en die de mooiste en duurste merken aanbieden voor een leuke prijs.

En dan is er ook nog het groeiend bewustzijn over de impact die de kledingindustrie heeft op mens en milieu. Hergebruik, en dus tweedehands, is duurzamer dan iets nieuws kopen.

Kledingtips: tweedehands

Als je het mij vraagt is tweedehandskleding shoppen ook ontzettend leuk. Hier een paar tips van webshops die vintage of tweedehands verkopen:

- Voor wie op zoek is naar kleding in het duurdere segment, raad ik aan te kijken bij (ook voor mannen) of Hier vind je tweedehandskleding van merken als Céline, Filippa K en Isabel Marant.

- deze webshop is vooral onder jongeren populair. Je vindt er dan ook veel kleding van merken als H&M, Zara, Nike en Adidas. Verwacht hier dus geen bijzondere en kwalitatieve vintagekleding. Via deze website kan je wel gemakkelijk zelf kleding verkopen.

- ook hier vind je voornamelijk kleding van de grotere winkelketens als Bershka en Pull&Bear. Anders dan bij United Wardrobe zijn deze items wel vooraf geselecteerd, dus verwacht geen troep.

- Dit is echt een pareltje: Prachtige vintagekleding; van geborduurde blousjes tot vrolijke jarenzeventigjurkjes.

Fijne week gewenst!

Emy

P.S. Mocht je zelf nog toffe winkels of internetadresjes kennen met tweedehandskleding, laat het me weten.