Ik ga het echt niet continu opnemen voor scheidsrechters, maar afgelopen weekend keek ik wel raar op toen een quote van Frenkie de Jong aan het gaan was.

De Jong had na FC Groningen-Ajax gezegd dat scheidsrechter Dennis Higler hem had gezegd niet te fluiten voor overtredingen omdat hij de bal niet snel genoeg speelde. Higler had inderdaad iets gezegd over De Jongs neiging de bal lang bij zich te houden – en ik kan me dus voorstellen dat De Jong de uitspraak zo interpreteerde.

Maar hoe gretig De Jongs commentaar vervolgens werd vermarkt, en hoezeer aan Higlers integriteit werd getwijfeld, zonder dat het bij Higler werd gecheckt, dat verbaasde me echt. Ik belde Higler en er daarna iets over – conform het motto ‘werk is vrij, vrij is werk’ van de vorige nieuwsbrief.

In de hitte van de wedstrijd zeggen ook scheidsrechters wel eens iets, en/of proberen ze de angel uit irritatie te halen met een speelse opmerking. Soms is dat onhandig, soms gaat het mis. Maar kennelijk mogen spelers van alles roepen en scheidsrechters weinig of niks.

Natuurlijk moeten ook scheidsrechters kritisch worden benaderd. (Dat gebeurt trouwens ook: weinig mensen die zo vaak en scherp worden geëvalueerd als scheidsrechters – zie mijn eerdere stuk over scheidsrechters.) Maar sinds ik me verdiep in hun werk, en me probeer te verplaatsen in hun positie, verbaas ik me meer over de eenzijdigheid van de reacties op hun werk: 99 procent is negatief.

Vorige week tipte ik van Michael Lewis over Aleksandr Kogan, een psycholoog die in opdracht van data-analysebureau Cambridge Analytica psychologische profielen opstelde van Facebookgebruikers op basis van hun likes.

Cambridge Analytica werd na de verkiezing van Trump en na het Brexitreferendum door van The Guardian en The New York Times gezien als het bureau dat beide verkiezingen in het voordeel van de winnaars beïnvloedde – op basis van de Facebookanalyse van Kogan en collega’s. Kort gezegd: de uitkomsten van deze twee verkiezingen zijn het resultaat van politieke hersenspoeling.

Maar kán dat eigenlijk wel – kun je kiezers aan de hand van hun Facebookprofielen manipuleren? Niet volgens Kogan. Kogan legde Lewis uit dat het werk dat hij voor Cambridge Analytica had gedaan volstrekt nutteloos was. Hoe hard hij het ook had geprobeerd: je kon kiezers nauwelijks classificeren in psychologische categorieën op basis van hun likes. En als dat zo was, dan kon je ze ook niet beïnvloeden met welgemikte nieuwsberichten en campagnespotjes.

Ik las wat verder over de zaak, en stuitte daarbij op het werk van iemand die ik ken: David Sumpter, wetenschapper, voetbalfan, en auteur van het boek Sumpter had gewerkt met vergelijkbare data en kwam tot dezelfde conclusie als Kogan: wat Cambridge Analytica pretendeerde te kunnen, kon helemaal niet.

Vorig jaar zocht Sumpter contact met Kogan, wat uiteindelijk resulteerde in via e-mail. Het stuk dat Sumpter schreef was scherp, en toen ik hem deze week via Twitter vroeg hoe hij er nu in stond, was hij stelliger. ‘Ik denk dat veel van wat The Guardian schreef misleidend was. Het is goed dat ze deze bedrijven ter verantwoording roepen over hun gebruik van persoonlijke data. Maar als het gaat over het winnen van verkiezingen met deze data, dan zie ik niet hoe dat kan hebben gewerkt.’

Let wel: deze producties wonnen allerlei journalistieke Dit jaar waren ze van de Pulitzerprijs – de hoogste journalistieke onderscheiding die er is in de Engelstalige wereld. Belangrijker: ze vormen een collectief beeld van wat er is gebeurd bij de verkiezingen; dat Brexit en president Trump geen legitieme uitkomsten zijn, hoe vervelend/kwalijk/dramatisch ook, maar producten van malversaties.

Maar als je Kogan en Sumpter volgt, dan is de kern ervan – het idee dat je op basis van Facebookprofielen kiezers gericht kunt beïnvloeden – dus hoogst twijfelachtig. Iets dat collega Maurits Martijn overigens twee jaar terug ook al (Dat Facebook en YouTube kunnen helpen met is een verwante en belangrijke, maar in essentie andere zaak.)

Lees enkele van de prijswinnende stukken door het prisma van Kogan en Sumpter, en het is lastig niet te lachen om de pathetiek, en van met name de stukken in The Guardian. Misschien ben ik nog niet ver genoeg, of begrijp ik het nog niet goed genoeg, maar ik mis in die stukken overtuigend bewijs van georkestreerde manipulatie. En als dat er niet is, als de probleemanalyse niet deugt, dan missen de eventuele reparaties ook hun doel.

Maar goed, veel meer dan een beetje lezen en nadenken is dit nog niet. Na mijn vakantie kijk ik of hier meer werk van te maken is, in samenwerking met collega’s en/of mensen als Sumpter.

Lees- en luistertips

  1. Dit van Frank Heinen over Ajax is geweldig – grappig maar met een serieus punt. Alleen met punt 5 ben ik het niet eens; een ploeg past zich geloof ik evenzeer aan de slechtste speler aan als aan de beste speler.
  2. Kai Heerings maakte een koffertje waarmee hij en zijn ploeggenoten in de bus of vliegtuig op weg naar wedstrijden makkelijker konden gamen. Daar was in het voetbal kennelijk een enorme behoefte aan. Want de halve voetbalwereld wilde Heerings koffertje hebben – zoals ook ene L. Messi die opeens opdook in zijn rekeningafschriften. Julian Droog
  3. 1843, een nevenactiviteit van The Economist, heeft regelmatig goede stukken. Zoals over de verrassende geschiedenis van de calorie, de ‘meest misleidende meeteenheid ter wereld’.
  4. Pieter Zwart Pepijn Lijnders in Porto, voordat Liverpool FC Porto uit de Champions League knikkerde.
  5. Ik las jaren geleden in de Volkskrant een feitje dat me altijd is bijgebleven: kunst wordt aanmerkelijk duurder zodra het in een bekend museum is opgehangen. Een beetje zoals een voetballer die een keer is opgeroepen voor zijn nationale elftal (vermoed ik). Over kunst en de manier waarop de waarde van kunst wordt bepaald, gaat Michael Lewis’ in zijn podcastserie over scheidsrechters.
  6. De beste speler van de NBA is James Harden. De vraag die elk team zich moet stellen als het tegen Hardens Houston Rockets speelt: hoe schakelen we hem uit, zeker zijn dodelijke linkerhand? en (voor abonnees, maar abonnement loont!) schrijven erover. Zelfs voor niet-basketbalkenners zoals ik goed te volgen.
  7. Ex-Ajacied Viktor Fischer, speler van FC Kopenhagen, zich in tegen homofobe voetbalfans in Denemarken.
  8. Een paar jaar geleden stapten enkele scholen in Kansas in Summit, een lesmethode waarmee kinderen van de computer ‘gepersonaliseerd’ leren. Grote sponsor van Summit: Mark Zuckerberg. Nu zijn leerlingen en ouders van twee scholen in Kansas boos en teleurgesteld. TheNew York Times er een geweldig gelaagd stuk over.