De aanslagen in Sri Lanka laten zien: ook zonder kalifaat blijft IS gevaarlijk
De aanslagen in Sri Lanka behoren tot de dodelijkste sinds die van 11 september 2001. De aanslagplegers zwoeren trouw aan IS, maar het blijft voorlopig gissen naar de daadwerkelijke invloed van de terreurorganisatie. In dit stuk zet ik op een rij wat we wél weten.
Op paaszondag pleegden moslimextremisten gecoördineerde aanslagen op drie kerken en drie luxe hotels in Sri Lanka. Ruim 250 mensen kwamen om, onder wie drie Nederlanders. Honderden anderen raakten gewond.
De autoriteiten wezen in eerste instantie naar de lokale islamitische moslimorganisatie National Thowheeth Jamaath (NTJ) als dader, die daarbij hulp kreeg uit het buitenland. De aanslag was volgens de Sri Lankese justitie te groot om door een kleine binnenlandse groep te zijn uitgevoerd.
Direct na de aanslagen werd gespeculeerd over de betrokkenheid van IS. Alles aan de aanslagen wees op de hand van de internationale terroristengroep: de omvang, de doelen (christenen en westerlingen), het moment (Pasen) en de werkwijze (gecoördineerde zelfmoordaanslagen).
Daarnaast kwam gewelddadig moslimextremisme niet eerder voor in Sri Lanka. Er waren zelden noemenswaardige spanningen tussen christenen en moslims, die allebei minderheden zijn in het door boeddhisten gedomineerde land.
Het was dan ook geen verrassing dat IS dinsdag de aanslagen opeiste. De terreurgroep verspreidde een video* waarin de vermoedelijke aanslagplegers trouw zweren aan IS-leider Abū Bakr al-Baghdadi. Ook stelde IS dat het geweld was gericht op leden van de door de VS geleide coalitie tegen IS in Syrië en Irak, en tegen de christenen in Sri Lanka.
Maar over de precieze betrokkenheid van IS bestaan nog veel vragen. Hebben zij de aanslagplegers alleen geïnspireerd, of zijn ze ook direct betrokken bij het geweld? En wat zegt het geweld over de slagkracht van IS in de regio?
Voor conclusies is het nog te vroeg, maar er is wel samenhang te zien in de informatie die nu bekend is. In deze update probeer ik wat we nu weten op waarde te schatten, zodat we ook de informatie die nog gaat komen beter kunnen plaatsen.
Wat wordt er bedoeld als IS een aanslag opeist?
IS is een strak geleide organisatie met een uitmuntende bureaucratie. Militante groeperingen moeten aan strenge eisen voldoen om officieel erkend te worden als onderdeel van de organisatie. Aanslagen worden alleen door IS geclaimd als de plegers voldoen aan een aantal strenge voorwaarden: zo moeten ze trouw zweren aan IS-leider Al-Baghdadi en daarvan een video opsturen naar een van de officiële mediakanalen van IS.
De aanslagplegers in Sri Lanka deden dat precies. Maar dit betekent niet dat de leiding van IS ook direct betrokken was bij het geweld. IS deelde geen informatie die erop wijst dat de organisatie vooraf op de hoogte was van het geweld, of dat ze direct betrokken was bij de organisatie van de aanslagen.
Dergelijke directe aansturing zegt iets over de slagkracht van IS als organisatie. Is IS in staat overal ter wereld gerichte aanvallen te organiseren? Of moeten ze vooral hopen dat lokale extremisten gehoor geven aan hun oproep tot geweld?
Hoe dan ook: de aanslagen in Sri Lanka behoren tot de dodelijkste sinds 9/11.* Mocht IS niet direct betrokken zijn, dan blijkt de organisatie in ieder geval nog in staat om lokale extremisten aan te zetten tot extreem dodelijk geweld.
Wat zegt het geweld over IS in Sri Lanka?
De aanslagen in Sri Lanka komen voor velen als een grote verrassing – ook in Sri Lanka. Moslims en christenen leefden er altijd in vrede samen en extremistisch geweld door moslims kwam hier vrijwel niet voor. Hoewel de afgelopen jaren steeds vaker ultraconservatieve islam-opvattingen opdoken, met steun uit de Golfstaten en Saoedi-Arabië,* staan moslimgroepen in Sri Lanka niet bekend als gewelddadig.
Dat veranderde toen in 2013 een groep fel-nationalistische boeddhisten – net als in het naburige Myanmar – begon te vrezen dat moslims erop uit zijn hun cultuur weg te vagen. Dit leidde tussen 2013 en 2018 tot dodelijke pogroms tegen moslims. Omdat de Sri Lankese politie de islamitische bevolking onvoldoende beschermde, ontstonden verschillende moslimgroeperingen die het heft in eigen hand namen. Ook de NTJ komt hieruit voort.
De NTJ wordt geleid door Zaharan Hashmi, die wordt gezien als het brein achter de recente aanslagen. De groep zou uit ongeveer 100 tot 150 veelal jonge, radicale moslims bestaan, die zich tot dusver vooral richtten tegen nationalistische boeddhisten en kritiek uitten op moslims die niet streng genoeg in de leer zouden zijn. In 2017 waren NTJ-leden betrokken bij gewelddadige botsingen met boeddhisten in de oostelijke stad Kattankudy, en ze worden door verschillende media beschuldigd van het vernielen van boeddhistische beelden.
Vermoedelijk splitsten Hashmi en zijn kompanen zich vóór de aanslag af van de NTJ om verder te gaan onder de vlag van IS. Daarmee lijken ze ook een ander doelwit te hebben gekozen: in plaats van boeddhisten en gematigde moslims, richten ze nu hun pijlen op christenen en westerlingen – de traditionele vijanden van IS.
Wat weten we over de daders?
Volgens Sri Lanka’s premier Ranil Wickremesinghe zijn sommige aanslagplegers eerder in Syrië geweest, al zei hij niet of ze daar ook voor IS vochten.* Er is – zoals gezegd – op dit moment ook geen bewijs dat de aanslagplegers directe aansturing kregen van IS, of dat ze ooit direct contact met de IS-leiding hebben gehad.
Wel werkte de groep vermoedelijk samen met IS-aanhangers uit het, via een 48 kilometer smalle zeestraat, aan Sri Lanka grenzende zuiden van India. De Indiase inlichtingendiensten waarschuwden hun collega’s in Sri Lanka elf dagen voor de aanval voor mogelijke aanslagen op kerken in het land, en noemden daarbij de namen van de verdachten. Die informatie zou zijn verkregen tijdens het verhoor van een Indiase IS-aanhanger met banden met de Afghaanse tak van IS. Om onduidelijke redenen is die waarschuwing nooit op tijd bij de juiste personen terecht gekomen.
De aanslagplegers kwamen uit welgestelde milieus in Sri Lanka en waren goed opgeleid
De aanslagplegers zelf kwamen uit welgestelde milieus in Sri Lanka en waren goed opgeleid, zei Defensieminister Ruwan Wijewardene. Een van hen studeerde in Australië en het Verenigd Koninkrijk. Onder de negen zelfmoordenaars bevonden zich ook een vrouw en mogelijk haar dochter.
Het valt op dat de aanslagplegers zich eerder opwonden over de onderdrukking van moslims, zowel regionaal als internationaal. Zo demonstreerden ze tegen nationalistische boeddhisten in Sri Lanka, maar maakten ze zich ook druk over de vervolging van islamitische Rohingya’s door nationalistische boeddhisten in Myanmar en reageerden ze online woedend op de aanslagen in Christchurch in Nieuw-Zeeland.*
NTJ-leider Zaharan Hashmi verspreidde vanaf 2017 IS-propaganda op internet.* Ook zou hij tientallen Sri Lankezen geholpen hebben om naar Syrië af te reizen om zich aan te sluiten bij IS. Via versleutelde chats zou Hashmi al die tijd contact hebben onderhouden met Sri Lankezen in Syrië, en mogelijk ook in Bangladesh en de Malediven.
Aandacht voor moslimonderdrukking waar dan ook ter wereld - en het verzet daartegen - is een wezenlijk onderdeel van de ideologie van IS, en dan met name de doctrine van fard ayn: de individuele verplichting van moslims om op te komen voor hun geloof en hun moslimbroeders en -zusters overal ter wereld. Daarbij roept IS expliciet op om verder te kijken dan alleen lokale belangen.
Wat zegt het geweld over IS in de regio?
De ideologie van IS vond in Sri Lanka gehoor bij kleine, lokale groepen jonge radicale moslims. Zij verbonden hun lokale onvrede met regionale en mondiale thema’s, en verbreedden zo hun doelwit. Vermoedelijk hebben ze hulp van buiten gekregen om hun ideeën om te zetten in daden.
Een dergelijk verloop was ook te zien bij IS-aanhangers die aanslagen pleegden in Bangladesh, en (in mindere mate) de Filipijnen.
In de Filipijnen scheidde een groep veelal jonge fanatieke strijders zich al in 2014 af van bestaande strijdgroepen om trouw te zweren aan IS.* Hun oorspronkelijke wens – een onafhankelijke islamitische regio – maakte plaats voor een droom over een wereldwijd kalifaat, en sommige jongeren reisden naar Syrië om zich aan te sluiten bij IS. In 2017 slaagden ze erin om de regionale hoofdstad Marawi in te nemen, en inmiddels is het aannemelijk dat ze directe banden onderhouden met de leiding van IS.
In Indonesië ging het heel anders. Daar werden door IS opgeëiste aanslagen op twee kerken door twee families vorig jaar wereldnieuws, maar toen meer bekend werd over de daders, bleek dit het werk van individuen zonder banden met IS. De daad leek meer een wanhoopspoging dan een goed gecoördineerd plan. IS lijkt in Indonesië vrijwel geen voet aan de grond te krijgen.
Om de invloed van IS in Zuidoost-Azië op waarde te schatten is het daarom belangrijk om tot in detail uit te zoeken wat er precies in Sri Lanka is gebeurd. Wie hielp de jonge aanslagplegers? Wat is de mogelijke rol van teruggekeerde Syriëgangers? Hoe direct was de samenwerking met wat er nog over is van IS? Is er sprake van een regionaal netwerk van IS-aanhangers? En hoe machtig zijn zij?
Voor vergaande conclusies is het nu nog te vroeg. Maar als er iets duidelijk is geworden, dan is het dat IS - en de bijbehorende ideologie - geen kalifaat nodig heeft om voort te bestaan.
Correctie 25-4-2019: Een eerdere versie vermeldde dat de er ruim 350 slachtoffers waren gevallen. Dit aantal is door de Sri Lankese autoriteiten inmiddels omlaag bijgesteld naar ‘ongeveer 253’.*