Spring naar inhoud

Restaanvallen, counteren, stress opwekken: een kleine kijkwijzer bij Tottenham Hotspur-Ajax

Als je vanavond naar Tottenham Hotspur-Ajax kijkt, en als je niet overmand bent door zenuwen, of als je je juist niet wilt laten overmannen door de zenuwen, dan zijn hier een paar tactische gedragingen van Ajax waar je op kunt letten.

1. Een wapen van Ajax: de restaanval

Een van de dingen die Ajax consequent goed doet: restaanvallen. Dat is voetbaltrainersjargon voor denken aan aanvallen terwijl je nog aan het verdedigen bent. (Het is het tegenovergestelde van het wat bekendere fenomeen ‘restverdedigen’: aan verdedigen denken terwijl je aanvalt.)

Soms zie je Ajacieden, veelal middenvelders en aanvallers, zelfs naar voren bewegen, van het eigen doel af dus, terwijl de tegenstander aan het aanvallen is. Ze nemen afstand van hun dichtstbijzijnde tegenstander, zodat ze aanspeelbaar zijn zodra hun ploeggenoten de bal veroveren.

Mocht de nood echt aan de man zijn, dan is zo’n restaanvaller doorgaans dichtbij genoeg (dicht bij een tegenstander dus) om alsnog ‘vol’ mee te verdedigen. Maar het idee van restaanvallen is: we krijgen straks die bal, en dan moeten we naar voren.

(N.B.: volgende week, voor de returnwedstrijd in Amsterdam, schrijf ik hier meer over, in samenwerking met voetbaltrainer Sjors Ultee.)

2. Ajax countert permanent

Over naar voren spelen gesproken: Ajax doet dat razendsnel, alsof het permanent aan het counteren is.

Counteren? Ja, counteren. Counteren was jarenlang een vies woord in de Nederlandse voetbalcultuur. Je kon het wel doen, maar het rook een beetje Duits, het rook een beetje naar valsspelen.

Die orthodoxie loopt op zijn einde in Nederland – en zeker bij het Ajax van Ten Hag. Bij Ten Hags vorige club FC Utrecht was het devies al om zo snel mogelijk naar voren te spelen, bij Ajax is dat nog een stukje toegenomen. Keer op keer speelt de ploeg de bal direct naar voren.

Het staat in scherp contrast met een van Ten Hags voorgangers bij Ajax, Frank de Boer. Onder De Boer ging de bal, zodra Ajax de bal had veroverd, vaak naar achteren. In voetbaljargon: ‘terug uit’, naar de centrale verdedigers of de keeper. Waarop een trage, geduldige, ‘verzorgde’, maar in essentie voorspelbare aanval volgde.

Niets daarvan bij het huidige Ajax: veel vaker gaat de bal na balverovering direct naar voren. Resultaat: spannend, onderhoudend voetbal, met meer kans op balverlies, maar ook met meer kans om gevaar voor het doel van de tegenstander te stichten. Je zult het vanavond zeker zien.

3. ‘Spurs’ gaat stress ervaren

Als de bal verloren gaat – en je verliest de bal nu eenmaal sneller als je veel risico neemt zoals Ajax doet – dan zetten de Ajacieden veelal snel en met zijn allen druk op de tegenstander. De tegenstander met de bal, en zijn omringende ploeggenoten, worden snel op de huid gezeten door een horde jagende Ajacieden.

Onder Ten Hags andere voorganger Peter Bosz ging dit met de ‘vijfsecondenregel’: de ploeg probeerde de bal binnen vijf seconden te veroveren. Lukte dat niet, dan trok de ploeg zich terug op eigen helft. Onder Ten Hag duurt het jagen soms nog langer: in de achtste finale zat Ajax Real Madrid soms meer dan tien seconden achtereen op de huid.

Het idee bij dat jagen is niet zozeer om direct de bal te veroveren, maar om de tegenstander in Ten Hags woorden ‘stress te geven’. Dat die een onzuivere pass geeft op een medespeler, waarop die medespeler nog onzuiverder passt, totdat er balverlies wordt geleden. Veel ploegen weten zich er geen raad mee.

---

Deze drie gedragingen zijn typisch voor ploegen die goed op elkaar zijn ingespeeld, ploegen waar bepaalde gedragingen – in jargon: spelprincipes – geduldig zijn getraind.

Ajax is zo’n ingespeelde ploeg, een echt collectief, waarin voorheen relatief onopvallende spelers uitgroeien tot sterren, dankzij de collectief gedragen spelprincipes. Beste voorbeeld: Dusan Tadic, die vorige zomer overkwam van de Engelse laagvlieger Southampton, maar nu glorieert in de Champions League.

Om die reden is het vaak weinig zinvol om individuen de schuld of eer te geven van veel dat er op het veld gebeurt. Gisteren legde de journalist Ken Early in een schitterend stuk in The Irish Times uit dat veel voetbalcommentatoren onterecht wijzen naar individuen als er iets fout is gegaan op het veld. Ze doen hun best niet! Hun mentaliteit deugt niet!

Dat is oneerlijk en onjuist, stelt Early. Ingespeelde ploegen zoals Liverpool en Manchester City en Ajax stellen hun tegenstanders voor dusdanig complexe problemen, middels aanvallen die lijken op goed ingestudeerde choreografieën, dat de juiste tegenzet niet zomaar te vinden is, zeker niet door één individuele speler.

Omgekeerd is het succes van een aanval ook niet aan een individu toe te schrijven. Je moet sommige aanvallen meerdere keren terugkijken om te zien hoe die in zijn werk ging. Het loont om Early’s prachtige stuk aandachtig te lezen. De boodschap is mooi: het voetbal is doordachter, complexer, collectiever, en beter aan het worden.

Kortom: meer dan ooit een echte teamsport.

Het stuk van Ken Early in The Irish Times Over de vijfsecondenregel van Peter Bosz (bij Vitesse) Over de (bijna uitgeroeide) balbezitziekte van het Nederlandse voetbal Pieter Zwart van VI schreef een lange analyse van het spel van Ajax onder Erik ten Hag In een teamsport hoef je je eigen fouten niet goed te maken
Correspondent Sport