Hoe ons eigen klimaatboek ons inspireerde duurzaam uit te geven
Long time no mail. Ik zat tot over mijn oren in het klimaatprobleem. Dat zit zo: nooit eerder gaven we een boek uit over een onderwerp dat zich zo midden in het nieuws bevond.
Over het basisinkomen had ik nog niemand gehoord tot Rutger er (een boek) over schreef, privacy was tot de komst van Je hebt wél iets te verbergen iets wat je af kon doen met dooddoeners en met De tweede schreef Lynn Berger het boek dat zij had willen lezen toen ze in verwachting was van haar tweede kind.
Zo anders is het met het nieuwe klimaatboek dat eraan komt, Hoe gaan we dit uitleggen van Jelmer Mommers, dat midden in een ‘oververhit’ klimaatdebat het daglicht ziet.
Je struikelt erover op de radio en in talkshows, het staat op de voorpagina, waar het hoort. Maar het leidt vooral tot ruzie en hakken in het zand. Veel mensen hebben het gevoel dat ze iets verliezen. Juist daarom schreef Jelmer Mommers dit boek, hij wil er overzicht en richting mee bieden; een weg uit de impasse.
Er hangt iets in de lucht
De zoektocht naar de titel van het boek leek daarom verdacht veel op het vinden van de oplossing voor het klimaatprobleem zelf: hoe maak je het zo urgent dat iedereen er de ernst van inziet, maar zorg je er tegelijkertijd voor dat het niet zó moedeloos lijkt dat het allemaal toch niets meer uitmaakt?
Eerst wilden we de titel daarom ‘luchtig’ houden. Zo kwamen we eerst bij Er hangt iets in de lucht. Die werkt drievoudig: er hangt te veel CO2 in de lucht (waardoor de aarde opwarmt), er hangt dreiging in de lucht (als we zo doorgaan stevenen we af op een onleefbare planeet), maar ook de hoop (op de verandering die nodig is).
Het was ook stukken beter dan de flauwe alternatieven die na een urenlange brainstorm steeds aantrekkelijker begonnen te lijken: Heb jij het ook zo warm?, Kwik fix en voortbordurend op de megabestseller van Joris Luyendijk: Dit kan niet warm zijn.
Maar wat ik steeds achter de titel Er hangt iets in de lucht aan dacht: laat maar hangen. En dat konden we ons niet veroorloven, want ondertussen werd het klimaatdebat feller en luider.
Er kwamen klimaattafels, klimaatdrammers, klimaatmarsen en klimaatspijbelaars. Die laatste groep laat zien: hoe jonger de generatie, hoe meer er op het spel staat. Hoe gaan we het onze (klein)kinderen uitleggen dat we wisten dat de aarde door ons toedoen steeds onleefbaarder wordt, maar niets deden?
Hoe gaan we dit uitleggen, het zinnetje heeft ook iets betrapts. Iets wat je als puber dacht als je tijdens een uit de hand gelopen huisfeest je moeder plots in de deuropening treft. Je wist dat het niet zo handig was, maar je deed het toch.
De norse ijsbeer in de koelkast
Onze zoektocht is ook goed terug te zien in de vele, vele omslagontwerpen die Leon Postma maakte. Het omslag moet niet te licht, niet te apocalyptisch, niet te cliché en niet te grappig zijn. Een indruk:
Met de gebarbecuede wereldbol kon ontwerper Leon Postma niet leven. Te cliché, vond hij. En terecht, liet hij met een Google-screenshot zien:
De norse ijsbeer in de koelkast was lange tijd favoriet. Ja, een ijsbeer is ook een cliché, maar niet als je ‘m in de koelkast zet.
Maar hij was iets te cartoonesk voor de boodschap van het boek: ‘klimaatverandering bedreigt alles wat ons lief is’. Waaronder de toekomst van onze (klein)kinderen. Dat leidde tot het uiteindelijke resultaat: een gloeiend geel omslag met daarop een baby in een hittepak die over het verdorde gras kruipt.
En ondertussen werk ik in de dodebomenindustrie
Het zette me als uitgever van dit boek alvast aan het denken: ik werk in de dodebomenindustrie. Moeten we eigenlijk nog wel papieren boeken uitgeven, vroeg ik me zelfs af. Zijn e-books niet veel duurzamer?
Ik schreef een stuk over mijn zoektocht naar een antwoord op deze voor een uitgever existentiële vraag. En kwam onderweg best wat confronterende statistieken tegen. De papierindustrie stoot bijvoorbeeld meer CO2 uit dan de luchtvaart.
Zoomen we in op boeken, dan valt de milieu-impact weer mee: Nederlanders veroorzaakten in 2016 11,4 ton CO2-uitstoot per inwoner. Eén boek van 224 pagina’s is dan 0,0097 procent van je koolstofvoetafdruk in een jaar.
Bij een e-book zit het venijn ‘m vooral in de reader waarop je hem leest. Hoe meer milieufactoren je in je overweging meeneemt, zoals de giftigheid van gebruikte materialen voor het milieu en de uitputting van grondstoffen, hoe beter het papieren boek scoort.
Het kantelpunt ligt dan bij dertig papieren boeken: dat is voor het milieu net zo belastend als het lezen van één e-book van één e-reader. Lees je meer dan dertig boeken op één reader, dan is een e-reader een duurzamere keuze. De milieu-impact van een boek hangt dus erg af van het leesgedrag van de boekenkoper.
Uiteindelijk was het antwoord: ja, we kunnen het verantwoorden dat we papieren boeken uitgeven.
Zo gaven we dit boek duurzaam uit
Maar dan wel zo duurzaam mogelijk. Daarom zijn we op zoek gegaan naar de duurzaamste opties.
Eerst wilden we vaststellen hoe vervuilend onze huidige boeken zijn. Dat bleek al een haast onmogelijke opgave. Er zijn dermate veel papiergerelateerde certificaten dat je, komt-ie, door de bomen het bos niet meer ziet. En ze meten allemaal maar een stukje van de keten.
Boeken zijn een ketenproduct – je zit in de retail of je zit het niet. Als we het effect op het klimaat van een boek willen weten, moeten we de uitstoot van de hele keten in kaart brengen.
Dat bleek precies de missie van Rob Wilders van Stichting Eco Label System (ELS): de invloed op het milieu van de hele keten in kaart brengen.
De eerste meting van onze boeken viel niet tegen : A+ (waar E het minst en A+++ het meest duurzaam was).
Toevallig hadden we al veel goede keuzes gemaakt. Waar viel nog winst te behalen? In dit stuk voer ik je langs de keten der boeken: van bos tot boekenkast.
Hoe meer uitgevers meedoen, hoe beter
Wat we leerden is dat je als uitgever kunt aansturen op een zo klein mogelijke voetafdruk. De hele keten van de boekproductie wordt immers gestuwd door de wensen van de uitgever: de uitgever vraagt, waarna de papiermolen en de drukpers gaan draaien. Het helpt om naar duurzame alternatieven te vragen. Hoe meer uitgevers dat doen, hoe beter.
In de keten is er al wat beweging: er zijn papierkeurmerken, onze drukker compenseert zijn energieverbruik, en het CB heeft de eerste stappen gezet naar duurzaam vervoer.
Wij hebben zelf al wat eerste stappen gezet: voor dit boek kozen we het papier Munken Premium Cream, gemaakt van bomen uit verantwoord beheerd bos. We zoeken nog naar een volledig gerecycled alternatief. We vonden het compacte lettertype Calicanto, waarmee we papier besparen. En we gebruiken de minst belastende lijm en eco-laminaat.
We blijven verder zoeken naar nieuwe manieren om onze boeken nog duurzamer te maken en te vervoeren. Tips welkom!
Tot de volgende,
Milou
P.S. Het is een beeldige nieuwsbrief geworden. Een ode aan Leon Postma, die zowel onze boekomslagen als mijn stukken van prachtige ontwerpen heeft voorzien. En van wie we vorige week afscheid namen omdat hij begint aan een nieuw avontuur.