Beste,

De komende maanden ga ik vrijwel uitsluitend schrijven over en in het voetbal. Ik heb daar al eerder over geschreven, in zekere zin is het een in mijn werk, maar nu ga ik me er specifiek op richten.

Deels zal dit gaan over de wetenschap over en achter talentherkenning. Maar waar ik me vooral op wil richten, is hoe die wetenschap doorsijpelt naar de praktijk. Hoe coaches en clubs de inzichten uit de wetenschap, in pure vorm of verwaterd, op het veld tot uitdrukking willen brengen, of ze zich nu bewust zijn van die wetenschap of niet.

Ik ga dus veel op pad, én veel lezen, kijken en luisteren. Er zijn tal van prima podcasts over het onderwerp. Neem tussen sportpsycholoog werkzaam bij FC Groningen, en Ruud den Hartigh, docent talentontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen. Of luister naar vol met mensen die zich bezighouden met talentontwikkeling (vergeef hem de bombastische intro). Heb je lees-, kijk- en luistertips? Mail ze of laat ze hieronder achter.

De focus op het onderwerp betekent ook iets anders, namelijk dat ik kortere nieuwsbrieven ga schrijven. Het lijkt me niet dat ze daar slechter van worden.

Techniek vs. functionele techniek

Voormalig AS Roma-aanvoerder Francesco Totti werd vernederd door een zaalvoetbalgoochelaar met een (waarmee je met een hakje over je hoofd een tegenstander passeert). Totti’s eerste reactie was ‘totale desinteresse’, wat de vernedering minder vernederend maakt. Zijn tweede reactie was ‘magistraal scoren met een Of noem het: de vernederaar vernederen.

Wat ik interessanter vind dan de techniek: Totti’s timing bij het vrijlopen. Zelf zou ik in zo’n situatie te vroeg de vrije ruimte in gaan rennen. Dom, want dan volgt de verdediger je meteen, waardoor de ruimte weg is en de kans ook. Totti wacht met vrijlopen totdat zijn medespeler de bal controleert, zijn blik naar voren richt en hem (Totti) kan zien. Daardoor communiceert Totti zijn bedoeling ook pas laat naar de verdediger, die mede daardoor te laat komt. Het afmaken daarna is een koud kunstje – als je Totti bent tenminste.

Overigens: stel nu dat Totti die bal niet zo stijlvol had afgemaakt, maar met een simpel schot, wie had je dan als talentvoller ingeschaald, of wie had je in je zaalploeg willen hebben: de zaalvoetballer of Totti?

Het WK komt eraan

Het WK voor vrouwen in Frankrijk begint over twee weken; Nederland speelt zijn eerste wedstrijd En dus was ik gisteren in Zeist om te spreken met de recordinternational van het Nederlands elftal, Sherida Spitse. Volgende week ga ik, als het goed is, nog in gesprek met die deze week een transfer maakte naar Manchester United. Ze wordt daar de sterspeelster.

De Clarence Seedorf-zaal heeft een nieuwe bestemming gekregen.

Ik probeer tijdens het WK nog iets te schrijven over meisjesvoetbal. Daarover gesproken: in hoeverre moet je als ouder actief sturend zijn in de sportkeuze van je kind? Ik vraag het niet voor een vriend, maar voor mezelf.

Ik zou het heel leuk vinden als mijn dochters gaan voetballen. Ik wil ze alleen niet sturen. Heel vroom zeg ik: ze moeten het ‘zelf’ willen. Maar wat is zelf willen? Als ik niks doe, dan gaan ze vermoedelijk o-zo-natuurlijk helemaal-uit-zichzelf hockeyen. Want hockeyen is, voor meisjes in onze buurt, de norm.

Nu zou ik daar blij mee zijn, want hockey is een teamsport, maar stiekem (of niet zo stiekem) zou ik het mooier vinden als ze gaan voetballen. Benieuwd wat jullie vinden, denken, doen, adviseren.

Lees-, kijk-, luistertips

  1. De Financial Times met Naomi Osaka, de tennisster die afgelopen jaar twee Grand Slams achter elkaar (US Open en Australian Open) won.
  2. Meer Financial Times: Simon Kuper schrijft over in Frankrijk.
  3. Meer Kuper: hij schreef voor ESPN
  4. Vijf voetballers en de Britse prins William over mentale problemen, emoties en kwetsbaarheid.
  5. Jonathan Liew over subjectieve voetbaljournalistiek. Objectiviteit is onhaalbaar, dus is er in principe niets op tegen om open te zijn over je voorkeuren, constateert hij (in overeenstemming met de uitgangspunten van De Correspondent). Sterker: dat is beter, want wel zo transparant. Maar, schrijft Liew, om dan je voorkeuren je product te laten zijn, zoals enkele ex-profspelers momenteel in tv-studio’s regelmatig doen, is weer een ander uiterste.
  6. Tariq Panja van The New York Times is een verslaggever in vorm. Lees over het onderzoek van de UEFA naar de vermoedelijke overtreding door Manchester City van de financiële spelregels in het voetbal; over de plannen voor een nieuwe Champions League; en met UEFA-baas Aleksandr Ceferin.
  7. VI met Robin van Persie, die klaar is met voetballen. Van Persie praat geweldig over voetbal, al heel lang, en ik hoop hem stiekem nog eens te kunnen bevragen.
  8. Het woord ‘voetbalprof’ roept allerlei associaties van luxe en status op. De gemiddelde prof kan echter helemaal niet luxueus leven en de iets-minder-dan-gemiddelde prof heeft het vaak gewoon zwaar. NRC Handelsblad de realiteit van een deel van die laatste groep: een stel spelers die in Marokko aan de bak wilde komen.
  9. Een van mijn favoriete romans is Catch-22 van Joseph Heller. Vooral omdat het niet een *gedragen stem* roman is, maar een ontzettend grappig boek. Hulu vermaakt het boek nu tot een serie.
  10. Scott Alexander op Slate Star Codex over een debunking van een psychiatrische vondst. Die vondst, voor het eerst gedaan in de jaren negentig, is dat het gen 5-HTTLPR depressies veroorzaakt. Nu is er een overzichtsstudie gekomen die stelt dat deze vondst totale onzin is. ‘This isn’t a research paper, this is a massacre’, schrijft Alexander. SSC is niet per se heel toegankelijk; ik snap vaak maar de helft. Maar dan moet ik maar harder mijn best doen.
  11. Wat trouwens ook helpt: een beter leesbare variant lezen. Ed Yong van The Atlantic schreef naar aanleiding van Alexanders blog.
  12. Schrijftster Zadie Smith met de Frankfurter Allgemeine Zeitung over sociale media, Brexit, en meer. Het FD publiceerde
  13. Minder vlees eten lukt me net zo slecht als minder op mijn smartphone kijken. Misschien is dat ook niet zo gek: terwijl het inzicht groeit dat ze niet goed voor ons zijn, worden telefoons en vlees alsmaar beter en lekkerder. De ‘dry aged steaks’, de culinaire hamburgers van koeien die een naam hebben, de broodjes pulled pork, en ambachtelijke authentieke worsten van worstenmakers-met-een-verhaal. Zijn dat de laatste stuiptrekkingen van een falend systeem? Of zijn ze gewoon lekker? (Ik stel maar vragen, hè.) The New York Times praktische handvatten om beter te eten zonder te prediken.