Ode aan abortus
Nooit was ik dankbaarder voor Nederland dan toen ik na een abortus wakker werd in zo’n beige bijkomzaaltje.
Een vreemd huiselijk tafereel. Twee zusters praatten over cao’s en nieuwe schuttingen. Ik wilde naar de wc, want ik had een luier aan vol bloed en was benieuwd naar de schade. Maar opstaan lukte niet door de narcose en een zuster zag me klunzen. Of ik niet eerst bouillon en een kaakje wilde? Om aan te sterken?
Misschien las ik te veel in die bouillon en dat kaakje, maar de vanzelfsprekendheid van haar zorg voor mij – het was alsof een vertegenwoordiger van een gehele samenleving me zonder enig oordeel meldde: we hebben het opgelost, je kunt weer verder nu.
Een uur eerder had ik nog een groot probleem gehad. Er zou een streep gaan door mijn plannen en ambities, mijn lichaam zou van binnenuit opgegeten worden, en het etende schepsel zou niet per se de best denkbare start krijgen in dit leven – een moeder tegen wil en dank.
Maar onze gemeenschap vond dat dat zo niet hoefde te gaan en trok me uit de shit. Nooit voelde ik me Nederlandser.
Het was alsof een vertegenwoordiger van een gehele samenleving me zonder enig oordeel meldde: we hebben het opgelost, je kunt weer verder nu
Want niet een persoon stond voor me klaar op dat moment van grote kwetsbaarheid, maar een thuisland, een systeem, een netwerk van overheidsgefinancierde abortusklinieken.
Daar lag ik dan, bij te komen van mijn nieuwgeboren vaderlandsliefde.
Met dat in gedachte lees ik nu nieuws over oprukkende anti-abortusbewegingen wereldwijd. In Alabama, Missouri, de anti-abortuslobby in Europa, de grote Nederlandse denkers die ‘niks tegen abortus hebben’, maar wel graag vergezichten schetsen van niet-werkende vrouwen die thuis fijn gezinnetjes stichten.
Abortus is echt al vervelend genoeg zonder dat een samenleving dat inwrijft.
Want hoe anders dan in de kliniek was mijn ervaring bij de huisarts. Ik zei: ik ben zwanger. Gejuich en felicitaties. Ik zei: ik wil een abortus en moet dat officieel bij jou melden in verband met de wettelijke vijf dagen bedenktijd. Ik vroeg hoeveel vrouwen zich in die vijf dagen ook echt bedenken, of dat zo’n termijn alleen maar irritant en stressvol is. Wist ze dat toevallig?
Geen uitleg volgde, maar een preek. Ik kon hier spijt van krijgen, veel vrouwen kregen spijt, wat als zwanger worden later niet meer lukte? Had ik nooit gehoord van anticonceptie? Waarom nam ik geen verantwoordelijkheid.
Ik kon haar wel over de tafel trekken van woede.
Al ruim de helft van mijn leven draag ik alle verantwoordelijkheid voor het voorkomen van ongewenst nageslacht. Zeldzaam is de man aan wie je wat hebt in dat kader. Het ejaculeert en heeft nergens last van. Hoogstens van jouw gezeur over de bijwerkingen van anticonceptie à la ‘mijn vorige vriendin had dit niet hoor’. Waar is zíjn preek over verantwoordelijkheid?
Ik heb het hele anticonceptiefeest gehad. Hormoonpillen maakten me zo emotioneel dat ik al kon janken bij een rood stoplicht. De plaatsing van mijn eerste spiraaltje was dermate pijnlijk dat het zweet me nog uitbreekt als ik een eendenbek zie. Een hormoonspiraaltje verzakte, een later koperspiraaltje gaf extreme maandelijkse bloedingen, alle veroorzaakten ze rare afscheiding, inclusief de NuvaRing – die trombose bezorgde aan weer andere vrouwen.
Dus op zeker moment dacht ik: laat maar. Is seks al dit gedoe waard? Ik doe het wel met periodieke onthouding en morning-afterpillen. Ging jaren goed, totdat het misging. Want een morning-afterpil is geen gif dat embryo’s afdrijft, maar stelt slechts je ovulatie uit. Als het eitje al gesprongen is heb je er niks aan. Wist ik niet. Zwanger.
Zo hebben jaarlijks 30.000 vrouwen in Nederland een reden voor abortus.
Als journalist die zich vaak de vraag stelt: ‘Wanneer wordt een delende bal cellen iets van waarde?’, kan ik me de morele verontwaardiging bij het doden van ongeboren leven wel voorstellen, in theorie.
Maar toen ik in de praktijk eens moest kiezen tussen mezelf en zo’n ongedefinieerd kluitje, kon ik alleen maar zielsgelukkig zijn met een land dat die keuze volmondig aan mij liet. Goddank.