Wie bij Sparta speelt, kan maar beter voorbereid zijn op drama

Michiel de Hoog
Correspondent Sport
Foto: ANP / VI-Images / Tom Bode. Bart Vriends, 25 mei 2019

Wedstrijdervaring helpt, trainen helpt. Maar voor profvoetballers als Sparta-speler Bart Vriends blijven er situaties in een wedstrijd zitten die ze verkeerd inschatten. Zoals in die belangrijke pot van afgelopen weekend, waar Vriends rood kreeg. ‘Ook al ben ik 28, kennelijk ben ik nog niet uitgeleerd.’

De grootste fout uit Bart Vriends’ carrière ontstaat uit een situatie die hij misschien wel honderden keren eerder heeft meegemaakt.

Afgelopen zaterdag. In de 74ste minuut van Sparta Rotterdam-De Graafschap, de eerste van twee wedstrijden waarin de clubs uitmaken wie van hen volgend jaar in de Eredivisie speelt, werkt Leeroy Owusu van De Graafschap de bal naar voren weg.

De bal stuitert naar zijn teamgenoot Delano Burgzorg, die een gevaarlijke counter kan beginnen, maar de bal niet helemaal goed aanneemt. Sparta-verdediger Vriends herkent de situatie – alert zijn op gevaar ziet hij als een van zijn sterke punten – en stapt naar voren om de aanval te neutraliseren.

Simpel.

Maar dan glijdt hij uit (‘uitglijden op kunstgras, wanneer gebeurt dat nou?’), waardoor Burgzorg opeens wel bij de bal kan, en de situatie weer gevaarlijk lijkt. Als je de beelden terugkijkt, als hij de beelden terugkijkt, dan weet Vriends wat hij had moeten doen. Accepteren, plan veranderen, opkrabbelen, omdraaien, terugsprinten, schade verminderen. Vaak zo gebeurd, vaak zo gedaan.

Wat hij in plaats daarvan deed, was de actie afmaken alsof hij niet was uitgegleden. Hij tacklet, mist de bal, raakt Burgzorg nauwelijks of zelfs niet, maar dat doet er niet toe. De heftigheid van de tackle verdient een gele kaart, of hij de bal wel of niet raakt is niet relevant, weet hij.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Zie de overtreding van Vriends op 1:39.

Tweede gele kaart en dus rood. ‘Best raar’, appt hij de volgende dag, ‘dat je als voetballer vaak dingen doet die zo onlogisch zijn.’

Sparta komt verder onder druk, en in de 93ste minuut benut De Graafschap een strafschop: 1-2, een stand die heel lastig goed te maken is, dinsdagavond in het thuisstadion van De Graafschap, De Vijverberg.

Het type speler met een verhoogde kans op drama

Ja, nuchter beschouwd was het wel de grootste fout in zijn carrière. Het was geen gênante fout, zoals een te korte terugspeelbal ofzo. Maar door de beroerde timing was het wel een ernstige fout: het was de eerste van twee wedstrijden die Sparta weer de Eredivisie in kunnen brengen.

Dat is het nadeel van het spelen bij clubs ‘die interesse hebben voor spelers van mijn niveau’, zegt Vriends, clubs die pendelen tussen Eredivisie en Eerste Divisie (of: de Keukenkampioen Divisie) dus. Bij een middenmoter – die niet kan degraderen of iets kan winnen – leef je een dramavrij bestaan. Bij clubs als Excelsior, Sparta, Cambuur en De Graafschap zit de filmische potentie.

Als speler van Go Ahead Eagles ervaarde Vriends het zes jaar geleden voor het eerst: in de eerste ronde van de nacompetitie maakte hij een overtreding die FC Dordrecht een strafschop opleverde en hem een rode kaart. Doodstil lag hij met zijn gezicht in het gras; de Eredivisiedroom was opeens ver weg.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
De wedstrijd tussen Dordrecht en Go Ahead Eagles (de scène met de rode kaart begint op 0:44)

Door zijn fout, vreesde hij. Achteraf had het geen gevolgen: Eagles, getraind door Erik ten Hag, versloeg Dordrecht in de returnwedstrijd, en promoveerde, met Vriends in de basis, via overwinningen op VVV Venlo en Volendam naar de Eredivisie.

Vorige week maakte hij in de halve finale van de playoffs de 1-0 tegen TOP Oss. Een belangrijke goal die plaatsing voor de finale zowat zeker maakte. ‘Vamoooooossssss’, gilt Vriends het uit (‘ik zie topspelers dat ook vaak roepen’), terwijl hij naar niemand en iedereen in het bijzonder.

Vier dagen na het positieve drama volgt het negatieve drama. Niet dat zijn rode kaart per se leidde tot de nederlaag, maar helpen deed het niet. En deze wedstrijd ging echt ergens om: Sparta wil naar de Eredivisie, de spelers willen hogerop, om van het extra salaris dat promotie oplevert nog maar te zwijgen – spelers van zijn niveau zijn niet klaar met werken na hun carrières.

Na de rode kaart

Wat er na de rode kaart gebeurt?

De cameraman van FOX Sports volgt Vriends tot de tunnel, ogenschijnlijk hopend op een moment van woede. Dat moment komt niet – althans, niet waar de camera bij is. Aan het einde van de tunnel slaat hij linksaf naar de kleedkamer, waar hij direct een waterfles tegen de muur smijt (raak) en er twee omvertrapt (raak x2).

Dat lucht even op. Daarna terug de catacomben in, waar in de mixed zone FOX-presentator Hélène Hendriks staat. Die staat op van haar stoeltje en zegt: ‘Ga zitten.’ Helemaal van slag kijkt hij de wedstrijd op een monitor verder. Dan ziet Hendriks de camera van haar collega. ‘Je wordt nu gefilmd’, zegt ze tegen Vriends, ‘dus als je dat niet wilt...’

Vriends loopt terug naar de kleedkamer, tot Hendriks hem vertelt dat de camera weg is. Ze biedt weer haar stoeltje aan, daarop kijkt hij de wedstrijd uit; bij de 1-2 van De Graafschap schopt hij nog een waterfles omver. ‘Ik voelde me schuldig.’

In de kleedkamer doet trainer Henk Fräser een woord, daarna staat Vriends op, en zegt dat hij iets wil zeggen. ‘Ik zei dat ik het ze onnodig lastig had gemaakt, dat ik mijn excuses wilde maken, en dat ‘we’ nog negentig minuten hebben om de achterstand goed te maken, en dat ik in ze geloof.’

Kritiek heeft hij niet gehoord, niet van medespelers, niet van fans, eigenlijk niets – al zocht hij het ook niet op. Ja, op Instagram noemde iemand hem een ‘kk trieste kk houthakker’, die had hij niet eerder gehoord. Maar dat was het dan.

Hoe komt het dat ik zo’n fout maak?

Twee dagen later zit Vriends op een terrasje datgene te doen wat hem in zijn carrière heeft geholpen: nadenken over wat er is gebeurd.

Een ding fascineert hem: hoeveel wedstrijden hij ook heeft gespeeld, hoeveel trainingen hij achter de rug heeft, hoe vaak hij ook in vergelijkbare situaties is gekomen, kennelijk schat hij situaties nog steeds verkeerd in, en kan hij ook niet op de rem trappen als het nodig is.

‘Ik overschatte het gevaar op dat moment’, zegt hij. ‘Gevaar herkennen is wel mijn sterke punt, denk ik. Ik heb niet zoveel slaapmomentjes. Maar in dit geval was zo’n alles-of-niets-tackle niet nodig. De situatie was gevaarlijk, maar zonder gevaarlijke tackle had die ook hersteld kunnen worden.’

Voor de strafschop die zijn ploeggenoot Abdou Harroui veroorzaakt, geldt hetzelfde. ‘In zo’n situatie komen we als spelers heel vaak. Je weet: geen sliding maken, dat is niet nodig. En toch doen we het. Toch overschat hij het gevaar.’

Los daarvan merkt Vriends dat hij kennelijk niet kan bijsturen – dat hij een actie die eenmaal is ingezet, niet kan afbreken. Als hij de beelden terugziet, lijkt de situatie zo overzichtelijk, en de fout zo ordinair en dom. ‘Als ik een halve seconde bedenktijd hebt, dan doe ik dit niet fout.’

Het is een ‘ervaringsdingetje’, denkt hij. ‘Ik ga steeds minder vaak naar de grond, speel steeds rustiger, schat situaties steeds beter in. Acht jaar geleden deed ik het in dit soort situaties vaker verkeerd. Maar ze komen nog steeds voor. Ook al ben ik 28, kennelijk ben ik nog niet uitgeleerd.’

Volgend leermoment: omgaan met spanning. Dinsdagavond moet hij in Doetinchem negentig minuten toekijken hoe zijn toekomst wordt vormgegeven, zonder dat hij er invloed op heeft. ‘Als ze het redden, dan word ik gek van geluk.’

Meer lezen?