Bestaat het eigenlijk wel, duurzame kleding?
Het woord duurzaam hoor je tegenwoordig bijna elke dag wel voorbijkomen. In mijn artikelen gebruik ik het ook regelmatig. ‘Duurzame kleding’, een ‘duurzaam bedrijf’, ‘duurzame productie’. Maar wat betekent en zegt het nu eigenlijk?
Met deze vraag zit ik al een tijdje. Twee weken geleden sprak ik Vincent Stanley, directeur filosofie bij Patagonia, over het gebruik van de term. Hij vertelde dat ze het woord niet gebruiken omdat duurzaamheid impliceert dat je behalve iets ‘neemt’ van de natuur ook iets ‘teruggeeft’. En als bedrijf dat jaarlijks voor miljoenen aan kleding verkoopt, neem je uiteindelijk meer dan dat je geeft.
Het bedrijf kwam dertig jaar geleden tot deze conclusie toen het begon te onderzoeken wat hun eigen impact op het milieu was. Wat bleek: alles wat ze maakten vervuilde. ‘Duurzame productie is een contradictio in terminis’, stelde eigenaar Yvon Chouinard.
Daar zat wel iets in, vond ik. En ik dacht aan al die keren dat ik het woord zelf gebruikte. Gebruikte ik het begrip wel terecht?
Duurzaamheid: zeventig definities and counting...
Toen ik onlangs een mail kreeg van een student met de vraag: ‘Wat betekent duurzaamheid voor jou en waarom is het zo belangrijk?’ schreef ik terug: ‘Als je het hebt over duurzame kleding gaat het voor mij over kleding die geproduceerd is op een manier die het milieu en de natuur zo min mogelijk belast.’
Als je kijkt naar de betekenis van het begrip in het woordenboek, is te lezen: ‘Duurzaam betekent onder meer ‘geproduceerd of verkregen op een manier die het milieu en de natuur zo min mogelijk belast’. Kortom: ‘relatief milieuvriendelijk’ en ‘grondstofbesparend’.
In het Engelse woordenboek van de vertaling sustainability staat: ‘Causing little or no damage to the environment and therefore able to continue for a long time.’
Naast deze omschrijvingen zijn er nog veel meer vertalingen van het begrip. Zo werd het vroeger bijvoorbeeld vooral gebruikt om aan te geven dat iets lang meegaat. Volgens historicus Hans Schouwenburg, onderzoeker duurzaamheid aan de Universiteit Utrecht, die zich verdiepte in de geschiedenis van het begrip, zijn er inmiddels al meer dan zeventig verschillende definities van. ‘Sommige richten zich op bosbeheer en biodiversiteit, andere gaan over economische groei en weer andere richten zich meer op de sociale kant, waar mensenrechten en gelijkheid centraal staan’, vertelde hij, toen ik hem sprak.
Wat hij er zelf onder verstond: ‘Het gaat in essentie om het vinden van een balans tussen sociale gelijkheid, milieubescherming én economische groei. Dat worden ook wel de drie p’s genoemd: people, planet en profit.’ Volgens hem kan je iets pas duurzaam noemen, als rekening is gehouden met deze drie peilers.
Doordat het begrip duurzaam zo’n brede, vage betekenis heeft gekregen en het door bedrijven te pas en te onpas wordt gebruikt, pleiten sommige mensen om te stoppen met het woord.
Ik vind het een lastig vraagstuk. Ik gebruik het nu om aan te geven dat iets op een manier is geproduceerd, waarbij rekening is gehouden met de milieu-impact. Maar in hoeverre weet je of een modebedrijf echt alles doet om het milieu zo min mogelijk te belasten? Ik bedoel: biologische katoen mag dan beter zijn voor het milieu dan gewone katoen, maar het heeft nog altijd impact. En wat als een bedrijf gerecyclede materialen gebruikt, maar ook schadelijke verfstoffen. Is het dan wel duurzaam te noemen?
Patagonia heeft ervoor gekozen om voortaan het woord ‘verantwoord’ te gebruiken. Het impliceert dat het bedrijf de verantwoordelijkheid voelt en neemt om te werken aan het verkleinen van de sociale en milieu-impact.
Ik ben benieuwd hoe jullie hierover denken. Wat zijn jullie associaties bij de term duurzaamheid? Wat vinden jullie zelf van het gebruik van dit woord? En wat zou een beter alternatief kunnen zijn?
Wat is een eerlijke prijs voor je spijkerbroek?
ABN AMRO liet uitrekenen wat de verborgen impact is van een spijkerbroek. Ofwel: wat een spijkerbroek een producent meer zou moeten kosten om de directe milieu- en sociale schade te compenseren. Hun conclusie: een jeans is 33 euro te goedkoop.
Hoe kwamen ze tot dit getal?
Voor de berekening werd gekeken naar verschillende stadia in het productieproces: de katoenplantages, de textielproductie (waar de denim wordt gemaakt), de kledingfabrieken (waar de broeken in elkaar worden genaaid) en de transport tussen deze schakels.
De grootste milieu-impact bleek te zitten in de katoenteelt en de sociale impact in de denimproductie. In het geval van katoen had dit te maken met het water- en chemicaliëngebruik, en in het geval van de denimproductie hing dit samen met de overuren die arbeiders moesten maken, de onderbetaling en met gedwongen arbeid.
De conclusie dat producenten spijkerbroeken voor 33 euro te goedkoop inkopen, zoals verschillende media overnamen, vind ik zelf nogal generaliserend. De berekening is immers gebaseerd op een specifiek geval waarbij de katoen uit India komt, de broek in Bangladesh in elkaar is genaaid en rekening is gehouden met risico’s (op mensenrechtenschendingen en milieuvervuiling) die in deze landen voorkomen.
Kortom: voor een spijkerbroek, gemaakt van katoen uit Turkije en genaaid in een fabriek in China, zal je waarschijnlijk een ander kostenplaatje krijgen.
Desalniettemin geeft de studie een interessant inkijkje in de verborgen kosten van een kledingstuk.
Europa dreigt handelsvoordelen Cambodja in te trekken
Cambodja is een van de 49 landen die vallen onder de handelsovereenkomst Everything But Arms (EBA) van de EU. De overeenkomst stelt de armste landen in de wereld in staat om hun producten, met uitzondering van wapens en munitie, naar Europese markten te exporteren zonder quota en importtarieven.
Daarvoor dienen de landen zich wel te houden aan een aantal voorwaarden, onder meer op het gebied van mensenrechten. Maar in Cambodja worden deze momenteel aan de lopende band geschonden. Zo worden vakbonden systematisch geïntimideerd en mogen arbeiders niet protesteren. Bovendien, zo is te lezen in een verklaring van het Europees Parlement, is de politieke situatie onder premier Hun Sen verslechterd. Vandaar dat de Europese Unie nu dreigt de handelsvoordelen van Cambodja in te trekken.
En dat kan grote gevolgen hebben voor de kledingindustrie, goed voor 80 procent van de exportinkomsten en de grootste werkgever in het land. Arbeiders vrezen voor hun baan; zodra de kosten omhoog gaan, zijn ze bang dat modebedrijven hun kleding elders laten maken.
In een open pleidooi vroeg de vakbond The National Union Alliance Chamber of Cambodia (NACC), die 400.000 Cambodjaanse werknemers vertegenwoordigt in de verwerkende industrie, waaronder de kledingindustrie, de EU om de tariefvrije toegang die Cambodja momenteel geniet op de Europese markten niet in te trekken.
Het is niet de eerste keer dat Europa dreigt de vrijemarkttoegang van een land in te trekken vanwege schendingen van de arbeidsrechten. Toen in 2017 alarmerende berichten naar buiten kwamen over het aanhoudende geweld tegen kledingvakbonden in Bangladesh, stuurde de EU al een aantal brieven richting de Bengaalse overheid waarin het waarschuwde om de handelsvoorwaarden in te trekken. Net als voor Cambodja is de kledingindustrie een economische drijfveer, goed voor zo’n 80 procent van de exportinkomsten.
Bangladesh gaf tot op heden geen gehoor en Europa heeft vooralsnog de daad nog niet bij het woord gevoegd. Of de EU haar tanden nog laat zien, blijft de vraag. Evenals wat dit zal betekenen voor de arbeiders. De NACC zegt dat ongeveer 43 procent van de kledingarbeiders en 20 procent van de schoenmakers het risico loopt zijn of haar baan te verliezen. Het Europees Parlement stelt dat deze inschatting te pessimistisch is.
Wordt vervolgd......
Fijne week gewenst!
P.S. De komende twee weken ben ik op vakantie. Mijn volgende nieuwsbrief verstuur ik daarom op 17 juni.