Podcast: Wat is eigenlijk het standaardgezin?
We hebben een nieuwe podcast! De komende zeven weken brengen we ontroerende, ontregelende, verdrietige en hoopvolle verhalen over wat het betekent onderdeel uit te maken van een van de meest basale samenleefvormen die er zijn: het gezin. Vandaag aflevering 1: De standaard.
De cultuurcriticus John Kouwenhoven merkte ooit op dat jazzmuziek, wolkenkrabbers en de skyline van Manhattan allemaal dezelfde essentie delen. Er is een vaste structuur – de beat in een jazznummer, de verdiepingen van een wolkenkrabber, het rastervormige stratenplan – maar binnen die structuur wordt eindeloos gevarieerd en geïmproviseerd. Elk instrument doet zijn eigen ding, op iedere verdieping speelt zich iets anders af, en alle gebouwen verschillen van elkaar.
Aan dat rijtje zou je ook het gezin kunnen toevoegen. Vrijwel iedereen groeit op in een gezin, en die gezinnen hebben allemaal min of meer dezelfde vorm: ouders plus kinderen. Soms één ouder, soms drie of vier, maar meestal twee; soms één kind, soms drie of meer, en heel vaak twee.
Bekijk je het van boven, of van een afstandje, dan zie je een duidelijke structuur en een herkenbare standaard; een ritme in de wijze waarop mensen samenleven.
Maar wat zich binnen die gezinnen afspeelt – dat is een en al variatie en improvisatie, dat gaat werkelijk alle kanten op.
Bijzondere verhalen over een alledaags verschijnsel
De meerderheid van de ouders in Nederland wenst en realiseert een gezin met twee kinderen en zo’n negentig procent van de kinderen groeit op met ten minste één broer of zus. Het Centraal Bureau voor de Statistiek noemt het gezin met twee kinderen dan ook het ‘standaardgezin’ – een term zo alledaags dat je bijna zou vergeten wat voor diverse, veelzijdige, en wilde wereld erachter schuilgaat.
Want dat het wild en veelzijdig is, daar zijn wij inmiddels wel van overtuigd.
Begin maart plaatsten wij, radio- en podcastmaker Jair Stein en correspondent Lynn Berger, een oproep op De Correspondent. We waren op zoek naar persoonlijke verhalen over het gezinsleven. We wilden weten wat het betekent om onderdeel uit te maken van zo’n samenleefvorm, en op welke manier het gezin waarin je opgroeit blijft doorklinken in het gezin dat je later zelf vormt.
Het ‘standaardgezin’ klinkt zo alledaags dat je bijna zou vergeten wat voor diverse, veelzijdige, en wilde wereld er achter schuilgaat
Wetenschappers – psychologen, sociologen, biologen, economen – proberen zulke vragen al decennia te beantwoorden. Hun antwoorden zijn nuttig en inzichtrijk genoeg, maar komen altijd in de vorm van gemiddelden en kansen, cijfers en statistieken. Ze vertellen daarmee weinig over hoe het is. Hoe het voelt, om iemands vader of moeder te zijn, of iemands broer of zus.
Het antwoord op die laatste vraag laat zich misschien beter in een andere vorm gieten – bijvoorbeeld in die van een veelheid aan individuele verhalen en persoonlijke ervaringen. Vandaar die oproep.
In den beginne: de auto
De reacties stroomden binnen. Hoopvol en opgewekt, pijnlijk en ontroerend. Bij een aantal mensen gingen we langs voor opnames. Wat we hoorden leek soms uit één mond te komen – bijvoorbeeld wanneer we ouders vroegen waarom ze twee kinderen wilden. Negen van de tien keer kwam er in het antwoord een auto voor: twee is een prettig gevulde achterbank, één is zielig, drie of meer betekent een stationwagon. Vandaar: twee.
Maar naarmate we langer bleven, hoorden we steeds uiteenlopendere verhalen. Bijvoorbeeld van een dertienjarige jongen die in tranen uitbarstte toen hij over de eindeloze ruzies met zijn jongere broertje begon. Of van een vrouw van begin zestig, die over een jeugd met een mishandelende moeder vertelde, en een oudere zus waarvan ze vooral leerde wat ze niet moest doen, als ze buiten schot wilde blijven.
We ontmoetten een gezin dat zich na een reeks miskramen had moeten verzoenen met het feit dat de tweede er niet zou komen, en we ontmoetten een jonge moeder die niet aan een tweede moest dénken: ze was zelf opgegroeid als enig kind, en gunde haar zoon eenzelfde zorgeloze jeugd.
Soms namen we verhalen op die we al kenden, want naast mensen die we nooit eerder hadden ontmoet, hebben we ook vrienden, buren, collega’s en gezinsleden aan de tand gevoeld. Ook onze eigen ervaringen, als ouders, als kinderen, als broer en als zus, namen we onder de loep.
Steeds vroegen we ons af: wat is er universeel, en wat is juist uniek, aan deze ervaring? Hoe verhoudt dit individuele verhaal zich tot de bevindingen uit de wetenschap? En wat leert deze variatie ons over de norm?
Het resultaat is de nieuwste podcast van De Correspondent: De tweede – Op zoek naar het standaardgezin, waarvan we vandaag de eerste aflevering presenteren.
Aflevering 1: De standaard
In deze eerste aflevering zoeken we uit wat ‘de standaard’ precies betekent en waar ze vandaan komt. Wat zijn de rationele en vooral irrationele redenen om een kind te krijgen wanneer je er al een hebt? In hoeverre is dat een vrije keuze, en in hoeverre word je gestuurd door culturele normen en economische omstandigheden? En hoe bepaalt het gezin waarin je zelf bent opgegroeid je verwachtingen voor de toekomst?
De komende zeven weken brengen we verhalen over verlangen en gemis, over uitbreiding en verlies, over wat de band tussen broers en zussen met hen én met hun ouders doet. We vroegen mensen hoe de plek in het gezin hen heeft gevormd, en onderzochten ook welke rol ouders daarin spelen. We hoorden hoe het voelt om van de standaard af te wijken – gewenst, of ongewenst. En we doken in de verwachtingen die gezinsleden koesteren ten opzichte van elkaar, waar die verwachtingen vandaan komen, en op welke manier ze zijn veranderd.
Hoe het gezin doorwerkt
‘Ik denk echt’, schrijft Zadie Smith in haar essay ‘De badkamer’, ‘dat elk gezin een emotioneel heftig gebeuren is, vol onderdrukte woede, doorspekt met diepe teleurstellingen. Het ligt in de aard van het beestje dat niemand er zonder kleerscheuren vanaf komt, of met alles wat ze hadden gewild.’
Klopt – al hoorden wij gelukkig ook verhalen over hoop, plezier, onvoorwaardelijke liefde, beantwoord verlangen, en innige vriendschap. Niet eerder maakten we mee dat de geïnterviewden ons bedankten voor het gesprek, en niet eerder waren we zo vaak geraakt door wat ons werd verteld. Er is weinig dat zo diep gaat, begrepen we, als het nest waarin je wordt geboren, of het gezin dat je zelf sticht.
Het stuwt zichzelf voort, is tastbaar én ongrijpbaar, en eindeloos interessant
Wat jazzmuziek, de wolkenkrabber en de skyline nog meer gemeen hebben, schreef John Kouwenhoven, is dat het proces belangrijker is dan het product. Jazznummers kunnen in principe tot in lengte van dagen doorgaan, wolkenkrabbers kunnen in theorie eindeloos de lucht in blijven schieten, en straten eindigen omdat ze tegen de grenzen van het schiereiland op lopen, niet omdat ze ooit werkelijk ‘af’ zijn.
Ook die observatie is, denken wij, op het gezin van toepassing: het is een proces, geen product, een voortdurend veranderend, dynamisch geheel. Het stuwt zichzelf voort, is tastbaar én ongrijpbaar, en eindeloos interessant.
We wensen jullie veel luisterplezier.
PS: In deze eerste aflevering wordt een aantal studies besproken. Wil je verder lezen? Hier vind je meer over de meest voorkomende gezinsvormen in Nederland,* hier meer over de verwachte toekomst van het twee-kind-ideaal,* hier over het effect van vaderschapsverlof in IJsland* en in Spanje,* hier meer over het werk van Scott Forbes* en hier meer over het verband tussen ervaringen die moeders hadden met hun broer of zus, en de manier waarop zij hun eigen kinderen opvoeden.*