De maan is het achtste continent van de aarde. Maar wie krijgt er de macht?
Iedereen die een raket kan bouwen wil doen wat de Apollo’s deden – maar dan meer, veel meer. Maar de maan, ons achtste continent, moeten we niet uit handen geven aan de grootmachten en industrie, waarschuwen maanliefhebbers. ‘Ze hoort bij ons en wij bij haar.’
Er hangt een maan op het station van het Noord-Franse Lille, een paar meter boven de hoofden van wie aankomt en vertrekt, blauwer dan ik haar gewend ben. Alle kraters en bergen zijn op schaal ingetekend. En de zeeën natuurlijk, met hun prachtige namen. Zee van de Nectar. Zee van de Onschuld.
Vanuit de restauratie kijk ik recht op de Zee van Rust, die vulkanische vlakte waar vijftig jaar geleden de eerste man met een sierlijk sprongetje van zijn ladder in het stof landde. De maan in Lille is te klein voor een lander maar met een doorsnee van zeven meter groot genoeg om op te vallen in de negentiende-eeuwse stationshal.
The museum of the moon heet deze installatie van de Engelse kunstenaar Luke Jerram. Een contemplatie op culturele verschillen en overeenkomsten, staat er op zijn website, een herinnering aan wat we delen: een maan en dus een planeet. Er staat ook op de website dat deze maan op elke plek nieuwe verhalen, reacties en mythen verzamelt.
Ik had geloof ik een suppoost verwacht, een informatiebord of een muur vol reacties, op zijn minst wat publiek dat verwonderd omhoog kijkt, maar niks van dat alles hier in Lille. Reizigers stromen als getijden van de perrons naar de hal en terug, de maan hangt eenzaam boven hen. Heel af en toe kijkt iemand omhoog, een enkeling staat stil.
Ik bekijk het bleekblauwe landschap, waar ik de afgelopen weken zo veel over las terwijl ik me verdiepte in de komende maanmissies. Ergens in de buurt van de zuidpool zullen, als alles volgens plan verloopt, in 2024 weer twee Amerikaanse astronauten uit een lander stappen. Hun shuttle zal niet rechtstreeks van de aarde komen, maar vertrekken vanaf de Deep Space Gateway, een permanent ruimtestation dat in een baan rond de maan draait, vanwaar je gemakkelijker naar het maanoppervlak kunt reizen.
De achterkant, waar de Chinese sonde Chang’e4 begin dit jaar landde, kan ik vanaf hier niet zien. Wel de Zee der Helderheid, waarheen een ruimtevaartuig van Israël op weg was in april, daarboven de plek waar India deze zomer zal landen en de noordpool waar over twee jaar de eerste ontginningen gepland staan door het Japans-Luxemburgse Ispace. Iedereen met een raket wil doen wat de Apollo’s deden, en meer, veel meer. Maankoorts is terug van weggeweest.
Het bureaublad van mijn laptop staat vol ronkende pr-filmpjes van lunar mining companies, utopische websites over toekomstige bemande maankolonies, foto’s van glanzende raketten. Alles met dezelfde boodschap: we moeten naar de maan, en snel. Maar waarom?
Als de maan het antwoord is, wat is dan de vraag?
Een paar weken geleden stuurde een lezer mij een foto door van een poster met daarop de tekst: If Mars is the answer then what is the question? En die vraag blijft door mijn hoofd spoken, maar dan met de maan als onderwerp.
Als de maan het antwoord is, wat is dan de vraag?
In feite zijn er vele vragen. Zoals die van de Italiaanse ingenieur Giuseppe Reibaldi, die ik op een woensdagmiddag bel in zijn kantoor in Wenen: hoe kan de mensheid leren om grensoverschrijdend samen te werken?
Reibaldi praat snel, met over elkaar buitelende zinnen en een volume dat op vol enthousiasme staat. De maan, zegt hij, is ons achtste continent. Ze hoort bij ons en wij bij haar. Na vijfendertig jaar gewerkt te hebben bij de European Space Agency (ESA) richtte hij vier jaar geleden de Moon Village Association (MVA) op. Een non-profit organisatie die lobbyt voor een buitenaardse zaak: het aanmoedigen van internationale samenwerking rondom geplande en toekomstige maanmissies.
Reibaldi’s liefdesverhouding met de maan gaat ver terug. Toen hij negen was, begon hij aan een sciencefictionboek over een groep slechteriken die naar de maan gaat en daar wordt aangevallen door monsters. Hij kwam er nooit aan toe het einde te schrijven, maar je kunt zeggen dat hij dat nu doet met zijn Moon Village Association. Een laatste hoofdstuk waarin de maan de volkeren der aarde verbroedert.
Een permanent bemande basis is niet alleen duur maar ook gevaarlijk vanwege het gebrek aan een magnetisch veld op de maan
Dat ‘village’ in de naam verwijst namelijk niet alleen naar een toekomstig maandorp, maar ook, en vooral, naar de internationale gemeenschap hier op aarde die erover nadenkt hoe onze uiteindelijke aanwezigheid daarboven eruit zal moeten zien.
Een permanent bemande basis, weet Reibaldi, zal voorlopig uitblijven. Het is niet alleen ontzettend duur, maar ook gevaarlijk vanwege het gebrek aan een magnetisch veld op de maan. Daardoor is er onvoldoende bescherming tegen kosmische straling en daar is nog geen oplossing voor gevonden. Tot die tijd maakt de MVA van de maan een internationale denkoefening.
Reibaldi vindt dat wij (de mensen) ons achtste continent te makkelijk uit handen geven aan de grote industrieën. Door ons massale gebrek aan interesse voor de maan is er geen maatschappelijk debat over kwesties als mijnbouw en kolonisatie, waardoor de handvol bedrijven en organisaties die nu naar boven wil gaan of al gaat vrij spel krijgen. Reibaldi: ‘We zijn allemaal belanghebbende als het gaat om de maan dus moeten we ons er met zijn allen mee bezighouden. Het is een opdracht aan de hele mensheid om na te denken over de invulling van onze toekomst daar.’
Wat de maan te maken heeft met ijdelheid
Waar de maan voor Reibaldi de mensheid dient, is ze er voor de Amerikanen vooral voor de Amerikanen. Vicepresident Mike Pence zei eind maart op een bijeenkomst van de National Space Council over NASA’s nieuwe maanmissie dat het Amerika’s lotsbestemming is om niet alleen een wereld-, maar ook een ruimtemacht te zijn. Het is tijd dat the next big step op de maan genomen wordt, zegt hij in zijn speech. En hij twijfelt er niet aan dat het de Verenigde Staten zijn die die stap moeten nemen.
Op de korte termijn is de maan een antwoord op politieke ijdelheid, zegt Philippe Schoonejans, manager bemande ruimtevaart bij de ESA. Hij is het die mij in een Amsterdams café op de opname wijst van Pence zijn toespraak.
Schoonejans, ingenieur, van oorsprong kernfysicus, bouwt mee aan de eerder genoemde Deep Space Gateway. Het plan was in 2028 de eerste mensen vanaf daar naar de maan te laten reizen, totdat Donald Trump zich ermee bemoeide. Tijdens zijn tweede termijn (hij gaat er uiteraard vanuit dat hij herkozen wordt) wil Trump de Amerikanen terug op de maan krijgen. En omdat de steun van een Amerikaanse president van belang is (of zoals Schoonejans het zegt: de push is welkom) wordt de planning van de Gateway nu aangepast. Alles wat niet bijdraagt aan de landing van de astronauten in 2024 moet worden uitgesteld, bijvoorbeeld de module om bij te tanken en het woongedeelte om langere tijd in te verblijven.
De maan brengt niet alleen de vloedstroom maar ook zittende machten in beweging, trekt zowel water als ego’s aan, en stimuleert politieke grootheidswaan. Het is voortdurend schipperen, zegt Schoonejans. ‘Ons werk bestaat uit langetermijnprojecten en je weet dat een volgende president alles weer van tafel kan vegen. Of zelfs de zittende president, die zomaar van gedachten kan veranderen. Dus beweeg je mee – en onder de radar probeer je waar mogelijk je eigen koers te varen en Europa’s rol in dit project te waarborgen.
Maar op de lange termijn, zegt hij, gaat het niet om die poppetjes, en wél om de grotere beweging, het onbekende dat je tegemoet gaat. ‘De ESA moet nu bij elke stap die we zetten benoemen wat het de belastingbetalers oplevert. Benefits management. Maar het mooie van die missies is dat er altijd een onzekere factor is, iets wat je niet kunt voorzien, een belang dat zich misschien pas in de toekomst openbaart.’
Zo bekeken is de maan dus ook het antwoord op een vraag die we nog niet kennen.
Van fantasie tot onttovering
Intussen wordt het steeds drukker op het station van Lille. Er staan rijen voor de kaartautomaten. Bij elk perron, zie ik nu, staat een bewapende agent. Niemand kijkt naar de maan. Hoe drukker het wordt, hoe eenzamer ze lijkt.
De maan is een gezicht op zich, schreef Sylvia Plath. Wit als een knokkel en vreselijk van streek. Millennia lang projecteerden we onze fantasieën op dit canvas. Knokkels, gezichten, gatenkaas, konijnen. Beschermvrouw van de dronkaards, vriendin van weerwolven en heksen, recept voor gekte, een dankbaar onderwerp voor dichters en dromers.
Of Nasa van de Apollo 11-missie af wilde te zien, smeekte de bond van Perzische verhalenvertellers. Een maanlanding zou de wereld van haar illusies beroven.
Ik las laatst dat de Perzische bond van verhalenvertellers vlak voor de lancering van Apollo 11 een brief schreef aan de NASA waarin ze de organisatie smeekte van de missie af te zien. Een maanlanding zou de wereld van haar illusies beroven.
Als je er eenmaal landt, hoef je er niet meer naar te verlangen. De laatste Apollo-astronaut verliet de maan met een totaal onttoverd ‘let’s get off, forget about the camera’.
.Maar de ultieme onttovering van de maan vinden we wat mij betreft in de plannen van Ispace, een in Luxemburg gevestigd bedrijf dat zich opmaakt voor het ontginnen van het ijs op de noord- en zuidpool van de maan. Gewonnen waterstof en zuurstof kunnen worden gebruikt om raketbrandstof te ontwikkelen voor terugkeer naar de aarde, of een reis verder de ruimte in.
De maan als antwoord op de vraag naar het verst gelegen tankstation.
Wat is de eerste stap naar een interplanetaire toekomst?
Vooruit, je kunt die vraag ook anders formuleren: wat is de eerste stap naar een interplanetaire toekomst voor onze soort? Waar vroeger de maan de eindbestemming was, is ze nu een eerste halte. Een stepping stone to the cosmos, schrijft Robert Zubrin in The case for space.
En wie weet wordt die mijnbouw daarboven ooit nog eens de stepping stone naar een duurzame toekomst voor aardbewoners. Er wordt al jaren gepraat over het winnen van helium-3, dat in grote hoeveelheden aanwezig is op de maan. Het is een isotoop dat in een kernreactor kan worden omgezet in kernenergie, maar dan zonder radioactief afval te produceren.
Volgens Gerald Kulcinski, voormalig lid van de NASA Advisory Council, kan helium-3 de hele wereldbevolking minstens drie eeuwen van energie voorzien. Maar de kernfusiereactoren die dat mogelijk maken, moeten nog worden gebouwd (en er zijn genoeg experts die niet in het plan geloven).
Onze trouwe satelliet bewaart geheimen voor de toekomst, maar ook het antwoord op de vraag wie we ooit waren. De maan bestaat grotendeels uit aards materiaal dat volgens de meest bekende theorie over haar ontstaan 4,4 miljard jaar geleden vrijkwam toen een kleine planeet op aarde insloeg. Oeroude informatie die op aarde vanwege erosie uit het landschap verdween, is op de maan onaangetast gebleven.
De maan is ons kleine broertje met een beter geheugen, zegt hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica Heino Falcke. ‘Het is een ideale plek om onderzoek te doen naar ons aardse verleden.’
Ik belde Falcke nadat ik las over de radioantennes die hij vorig jaar meestuurde met een Chinese satelliet. Drie antennes van fiberglas die aan de achterkant van de maan signalen moeten opvangen uit het ‘donkere tijdperk’ van het heelal, de vroegste fase waarin de oerknal nog naklinkt.
Behalve een beter geheugen, heeft ons kleine zusje ook een beter gehoor. Radiostraling uit het heelal die niet door de aardse dampkring komt, kan aan de stille achterkant van de maan wél worden gedetecteerd.
Als ik Falcke spreek, zijn de eerste testdata net aangekomen. De antennes zijn nog niet ontvouwd, maar voorlopig lijkt alles in orde, zegt hij. Het is wachten op de eerste resultaten. Falcke heeft realistische verwachtingen, zegt hij, en de hoop dat die overtroffen worden. ‘Dit is de beginfase van het experiment, dus het zal even duren voordat we iets vinden wat echt de moeite waard is. Maar als er nog iets groots te ontdekken is, dan is het hier. Dit is de laatste plek waar we nog informatie kunnen vergaren over de oorsprong van het heelal.’
Net als Reibaldi ziet Falcke de maan als onze natuurlijke metgezel. Ik vraag hem hoe wij met al die komende missies onze maan zullen veranderen. Hij stelt voor de vraag om te draaien. ‘Je kunt net zo goed vragen hoe de maan ons zal veranderen. Een buitenpost op de maan is cultureel gezien een ongelooflijk belangrijke stap voor de mensheid.’
‘Tot nu zijn we als soort behoorlijk succesvol, maar de volgende uitdaging staat voor de deur. De maan, de ruimte, is een onvermijdelijk deel van het antwoord op de vraag hoe we kunnen behouden wat we hebben.’
Niet het goeie moment om over de maan te beginnen
De stationsmaan hangt nog altijd roerloos boven de mensen, met hun koffers en hun haast. Ik heb net mijn derde slappe koffie achterovergeslagen. Ik wil de hal in, deze reizigers vragen naar hun vraag, de tijdelijke suppoost van dit maanmuseum zijn.
Maar voordat ik ben opgestaan, word ik naar buiten gesommeerd door een norse marechaussee. Er is een verdacht pakket gesignaleerd. Iedereen moet de hal verlaten. We worden het plein opgedreven, de deuren gaan dicht en blijven dicht. Dit is duidelijk niet het moment om over de toekomst van de maan te beginnen.
Over veertig jaar kijken we omhoog en is de maan niet langer de maan maar een continent van de aarde
Ik kijk om me heen, mensen bellen en staren gestrest naar de schermpjes van hun smartphones, die stuk voor stuk meer rekenkracht hebben dan de computer destijds aan boord van de Apollo 11.
Ik moet denken aan de proloog van De menselijke conditie van Hannah Arendt, waarin ze de lancering van de Spoetnik gebruikt als voorbeeld van de bureaucratisering en technocratisering van de moderne wereld. We laten belangrijke zaken over aan wetenschappers, technici en politici, schrijft ze, omdat ze voor de ‘gewone’ mensen te gecompliceerd zijn geworden.
We doen van alles zonder er ook maar iets van te begrijpen. Whatsappen. Naar de maan gaan. Maar zaken die geen deel worden van het publieke debat, blijven buiten ons bereik. We moeten nadenken over wat we doen, schrijft Arendt.
Grote kans dat Arendt, had ze nu geleefd, lid was geworden van de Moon Village Associationvan de Italiaanse ingenieur Giuseppe Reibaldi.
Ons oor, ons mysterie
Verderop zie ik hoe Arabisch uitziende jongens hun tas moeten legen, moeders hun jengelende baby’s wiegen en oudjes hun toevlucht zoeken op de schaarse bankjes. Backpackers zitten geërgerd op de paaltjes naast het fietspad.
De wereld draait, de maan draait mee. En ergens in een lege stationshal hangt haar kleine evenbeeld, vol kraters en bergen boven gestrande treinen – ons verleden, onze toekomst, ons gezamenlijke uitzicht, ons oor, ons mysterie, ons tankstation, ons kunstobject, ons antwoord op nog onbekende vragen.
Dit is hoe het waarschijnlijk zal gaan: over veertig jaar kijken we omhoog en is de maan niet langer de maan maar een continent van de aarde. En zullen we ons afvragen hoe dat toch allemaal zo snel is gegaan.