De strafschop zal na deze subtiele regelwijziging nooit meer dezelfde zijn
Bij een strafschop moet de keeper officieel op de doellijn staan, maar die regel werd nauwelijks gehandhaafd. Tot een recente aanscherping, die de strafschop flink zal veranderen – ten nadele van de doelman.
Het was een kleine wijziging van de voetbalspelregels, met consequenties die door velen over het hoofd werden gezien.
In maart maakte de spelregelcommissie IFAB tien spelwijzigingen bekend die per 1 juni zouden ingaan. In alle transparantie: er was een persconferentie (online terug te kijken),* een lang document* met de amendementen plus uitleg, een samenvatting,* en een presentatie met videovoorbeelden.*
Veel ophef brachten deze nieuwe regels niet teweeg. Begrijpelijk, want ze leken niet meer dan logische veranderingen, kleine aanpassingen en nuttige verduidelijkingen, die verder weinig ingrijpend waren.
Zoals de toevoeging aan regel 14, de regel die het strafschopprotocol beschrijft, lid 1: ‘When the ball is kicked, the defending goalkeeper must have at least part of one foot touching, or in line with, the goal line.’
Op het moment zelf wekte die nieuwe regel – type: kleine aanpassing – weinig belangstelling. Maar daar kwam vorige week op dramatische wijze verandering in. Opeens wist de hele voetbalwereld van het bestaan van de regel, toen Schotland op het WK voor vrouwen werd uitgeschakeld nadat de Schotse keeper de regel schond.
Inmiddels krabben keepers en keeperstrainers wereldwijd zich op het hoofd: hoe gaan we er in het komende seizoen mee om? En wat is het gevolg voor schutter en keeper?
Waarschuwing: hier volgt nerdy inhoud.
‘De keeper moet op de lijn blijven staan’: een regel die nooit werd nageleefd
Al decennia is de regel bij een strafschop dat de keeper op het moment dat de schutter de bal raakt op de doellijn moet staan. Aanvankelijk moest de keeper zelfs compleet stil staan; sinds 1997 mag de keeper wel horizontaal bewegen. Wat zeker niet mag: naar voren bewegen.
De reden voor dit verbod was logisch: als de keeper naar voren komt, verkleint hij/zij de hoek voor de schutter. Als een keeper dat toch deed, en de bal ging er niet in, moest de scheidsrechter de strafschop opnieuw laten nemen. Helder.
Maar in de praktijk werd de regel nooit nageleefd. Sommige keepers sprongen een beetje naar voren (illegaal), andere keepers namen enkele passen naar voren, om daarna nog verder naar voren te duiken (je reinste schuttersrechtenschending – zie de video later in dit stuk).
Wanneer was ver naar voren te ver naar voren?
Scheidsrechters wisten dat. De vraag was alleen wanneer ze moesten fluiten. Wanneer was ver naar voren te ver naar voren? Pol van Boekel, een Nederlandse topscheidsrechter, schetst het dilemma, als ik hem erover bel. ‘Wat is te ver? Is dat tien centimeter of twintig centimeter? Dertig, veertig? De ene collega deed dit, de andere dat.’
Of beter gezegd: ze vonden dat, tijdens scheidsrechtersvergaderingen. In de praktijk deden ze vooral niks. Logisch, want niemand wil willekeurig fluiten. Heeft Van Boekel zelf ooit een redding van een keeper afgekeurd omdat de keeper te ver uit zijn doel kwam? Er valt een lange nadenkstilte op de vraag. ‘Die stilte zegt alles, geloof ik hè? Ik denk dat ik dat nooit heb gedaan.’
Björn Kuipers liep de EK-finale mis omdat hij deed wat alle andere scheidsrechters ook deden
Toch was er ergens wel een grens – en de Nederlandse topscheidsrechter Björn Kuipers ontdekte tijdens het EK 2016 op pijnlijke wijze waar die grens lag.
Tijdens Kroatië-Spanje (2-1) bracht de Kroatische keeper Danijel Subasic redding op een penalty van Sergio Ramos, nadat Subasic– zie onder – vlak voor het schot ver naar voren was gekropen. Kuipers keurde de penalty niet af – zoals eigenlijk nooit gebeurde.
Maar dit was blijkbaar een brug te ver, of in elk geval enkele decimeters. Scheidsrechtersbaas Pierluigi Collina zei naderhand* dat Kuipers de strafschop over had moeten laten nemen. Kuipers kon het fluiten van de EK-finale, zijn droom, vergeten.
Scheidsrechters kregen daarna de instructie om keepers er nadrukkelijk op te wijzen dat ze op de doellijn moesten blijven staan. Dit gebeurde tijdelijk, daarna verwaterde dat, en afgefloten werd er onveranderd nauwelijks.
Een regel die beter te handhaven is in tijden van VAR
Enter: VAR.
De komst van de videoscheidsrechter, die met al zijn camera’s vrijwel alles perfect kan zien, veranderde van alles aan het voetbal, en daarmee ook dit lid van de strafschopregel. Door de VAR zijn zulke regels immers een zwart-witkwestie. Of je bent over de lijn, of je bent niet over de lijn.
Om deze reden is de regel aangepast zodat die handhaafbaar is. Lang verhaal kort: er is een definitie gegeven van wat het betekent om op de lijn te blijven staan: ‘When the ball is kicked, the defending goalkeeper must have at least part of one foot touching, or in line with, the goal line.’
Dus: de keeper moet minimaal een deel van een voet op of boven de doellijn hebben tot het moment dat de schutter de bal raakt. Daarna mag alles. Dat is eenvoudiger te handhaven, en al helemaal als de VAR beschikt over een camera op de doellijn. (Dat is niet in alle stadions zo, dus bij absentie van een doellijncamera heeft een keeper meer vrijheid.)
De controverse op het WK over de strafschopregel is tijdelijk...
Kortom: een regel die voorheen nooit werd gehandhaafd, is veranderd in een regel die altijd wordt gehandhaafd. En op het WK voor vrouwen gebeurde dat voor het eerst. Met flinke controverses als gevolg.
Tijdens Italië-Jamaica, Frankrijk-Nigeria, en Schotland-Argentinië werden gemiste strafschoppen over genomen, nadat keepers met beide voeten vóór de lijn stonden (vermoedelijk deden ze simpelweg wat ze altijd deden).
Met name voor de Schotten was dit zuur. Argentinië mocht de strafschop opnieuw nemen; Schotland werd uitgeschakeld. De verontwaardiging en woede waren groot, en niet alleen in Schotland. De Premier League kondigde* aan de nieuwe regel in het komende seizoen niet te gaan hanteren.
Vermoedelijk draait de Premier League wel bij, want sinds de controversiële strafschop bij Schotland-Argentinië ging het op het WK goed. Kortom: keepers leren snel. De interessantere vraag is: hoe nadelig is de nieuwe regelgeving voor de keepers – op de lange termijn dus?
...maar wat is het effect op de lange termijn?
Je zou kunnen zeggen: dit is winst voor de keeper.
Scheidsrechtersbaas Pierluigi Collina ziet* dat in elk geval zo. Immers: hen wordt nu één stapje naar voren toegestaan, zolang maar een deel van één voet contact houdt met de lijn. Eerst was dit allemaal verboden: je mocht helemaal niet voor de lijn komen.
Theoretisch is dit juist, maar in de praktijk verlieten keepers decennialang ongestraft hun doellijn. Ofwel: de hoek zoals vanouds verkleinen zit er niet meer in. Dit lijkt een groot nadeel voor keepers, al is dat opvallend genoeg niet makkelijk te bewijzen.
Want onderzoek naar het verkleinen van de hoek door keepers is bij weten van vier strafschoponderzoekers die ik sprak niet gedaan. En een van hen, Idsart Kingma, stelt dat er ook een nadeel zit aan het naar voren komen van keepers: de kortere afstand tot de schutter geeft ook minder reactietijd.
Je zou kunnen zeggen: dit is winst voor keeper
Maar Benjamin Noël, een Duitse onderzoeker die in 2016 promoveerde op onderzoek naar de strafschop, vermoedt dat het voordeel van het naar voren komen groter is dan het nadeel van de kortere reactietijd. (Dat zou in elk geval het gedrag van keepers in de afgelopen decennia verklaren.) De nieuwe regel is dus in het nadeel van de keeper, denkt ook keepersanalist Sam Jackson.
Wat ook nog subtiel zou kunnen meespelen: een iets verminderde mogelijkheid om de schutter te intimideren. Een keeper die beweegt, trekt de aandacht van de schutter – daarom gedragen sommige keepers zich als een clown bij strafschoppen. Doe je dat dichterbij de schutter, door naar voren te stappen, dan is dat afleidende of intimiderende effect groter.
Maar belangrijker, vermoedt Noël, is een andere uitwerking van de nieuwe regel. Die zit hem in de timing. Keepers zullen hun strafschoproutine moeten aanpassen. Vorig jaar publiceerden John van der Kamp* en Noël een paper waarin ze de timing en sprongrichting van keepers bestudeerden. Kort gezegd: de richting van springen is van belang, maar vooral ook het moment van springen (niet te vroeg, niet te laat).
Keepers hielden daar onder de oude regels op een bepaalde manier rekening mee. Met de nieuwe regel zal die routine – in elk geval tijdelijk – een stuk bewuster moeten. Keepers zullen later moeten springen, of ze moeten horizontaler springen. Zeker in het begin (de komende maanden dus), zegt Noël, zal dit flink nadelig kunnen zijn voor keepers, want ze moeten dit opnieuw leren.
Harm Zeinstra, voormalig keeper en nu voetbalconsultant, ziet dit ook zo. ‘Ik denk dat keepers nu iets later hun actie inzetten, [al hoeft dat niet, ze kunnen ook puur horizontaal bewegen, MdH], en daardoor wellicht tijd tekort komen om richting de hoek te gaan.’
Komen er meer of minder doelpunten uit strafschoppen?
Hoe zwaar weegt dit nu allemaal? Noël appt me even later een belangrijke nuance: ‘Het grote deel van strafschoppen wordt gemist omdat de schutter niet goed presteert, en niet omdat de doelman heel erg goed presteert.’
Dat is materiaal voor een volgend stuk. Maar de komende seizoenen zullen uitwijzen of dit klopt: zullen strafschoppen meer of minder worden gescoord als gevolg van de regel? Nu is het scoringspercentage, afhankelijk van de steekproef, zo’n 75 procent.
Mijn gok: dit wordt twee à vier procentpunt meer (ik zei al dat het nerdy zou worden).
Met dank aan Ben van Maaren, Petra Tabarelli en Jan ter Harmsel.