Ik ging naar een film over de maanlanding en nam een maanlandingontkenner mee
Met de documentaire Apollo 11 wordt dit jaar gevierd dat we een halve eeuw geleden op de maan landden. Het is ook het jubileumjaar van een van de grootste complottheorieën in de geschiedenis, namelijk dat die maanlanding nooit heeft plaatsgevonden. Met een aanhanger van die theorie ging ik naar Apollo 11 en vroeg me af: wordt hier inderdaad niet iets ontkend?
In de geschiedenis van de ruimtevaart is Apollo 11 zonder twijfel de meest iconische missie. De NASA-raket met drie Amerikaanse astronauten aan boord vloog in de zomer van 1969 richting maan. Twee van de drie astronauten daalden met een lander neer op de stoffige oppervlakte en kort daarna zette Neil Armstrong de misschien wel beroemdste voetstap uit de wereldgeschiedenis met de woorden: That’s one small step for a man, one giant leap for mankind. Hij werd gevolgd door zijn collega Buzz Aldrin.
Tijdens hun maanwandeling verzamelden ze monsters, maakten foto’s en plantten een Amerikaanse vlag. De derde Apollo-astronaut, Michael Collins, cirkelde intussen in de commandomodule om de maan. De Apollo-missie duurde in totaal negen dagen en is een van de best gedocumenteerde historische gebeurtenissen.
Er verschenen al talloze boeken en films over die mythische tocht naar de maan en terug. Maar ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum is daar nu nóg een aan toegevoegd: de documentaire Apollo 11. Een montage van archiefmateriaal van de NASA (waaronder nooit eerder vertoonde beelden) die deze zomer wereldwijd in de bioscopen draait.
Een minutieus verslag is het, zo ongeveer elke seconde van de operatie is door NASA vastgelegd, afgezien dan van het staartje van de reis, toen de mannen weer terug door de dampkring schoten en landden in zee. Een korte radiostilte; voer voor complotdenkers.
Vanaf het moment dat de beelden in die zomer van 1969 binnenkwamen werd er al getwijfeld aan de echtheid ervan. De argumenten varieerden van ‘Ik kan op mijn tv New York niet eens ontvangen, en dan zeker wél de maan?!’ tot meer onderbouwde overwegingen. Waarom wapperde de vlag als er op de maan geen atmosfeer is? Waarom staan er geen sterren op de foto’s? En waarom is er geen materiaal van die laatste seconden waarin de astronauten door de dampkring terug op aarde schoten?
Stanley Kubrick zou de maanlanding in scène hebben gezet
Tussen de 5 en 6 procent van de Amerikanen ontkent dat we ooit op de maan zijn geweest. Nog eens 5 procent twijfelt.
De populairste theorie is dat regisseur Stanley Kubrick in opdracht van de NASA de hele maanlanding in scène zette. Die beroemde eerste stap zou niet op de maan maar in een woestijn in Nevada zijn gezet. Toen tv-zender FOX in 2001 de documentaire Conspiracy Theory: Did We Land on the Moon? uitzond, kreeg de ontkenningstheorie vleugels. De grote groep nieuwe twijfelaars zijn vooral jonge mensen die de maanlanding zelf niet hebben meegemaakt, schrijft NASA-historicus Robert Launius in zijn boek Apollo’s Legacy, perspectives on the moonlanding.*
Launius is bang dat er met het verdwijnen van de generatie die de maanlandingen bewust meemaakte meer en meer ruimte komt voor de ontkenningstheorie, en dat die op termijn misschien zelfs de werkelijke gebeurtenissen zal verdringen. Ik las dat en vroeg me af wat er te winnen valt bij het uitwissen van de reis naar de maan.
Toen herinnerde ik me Jurriaan, die mij een paar maanden geleden een mail stuurde met als onderwerp: ‘Astronots & cosmoclowns’.
Jurriaan is ervan overtuigd dat er nog nooit een mens in de ruimte is geweest
Hij schreef ervan overtuigd te zijn dat er nog nooit een mens in de ruimte is geweest. Hij schreef ook dat hij van het platform van De Correspondent werd geweerd vanwege het verkondigen van ‘aperte onwaarheden’. Ik mailde hem terug, vroeg of hij mee wilde naar Apollo 11 en of ik hem dan wat vragen kon stellen over het hoe en waarom van die grote ontkenning.
Een complotdenker wil Jurriaan zichzelf niet noemen
Als ik vier minuten na de afgesproken tijd aankom bij de bioscoop aan het Amsterdamse IJ heeft Jurriaan alvast een rondje gezwommen. Niks mis met dat water. Hij kan het weten, hij is schipper. Een kort moment ben ik verbaasd over zijn open glimlach, zijn heldere blik. Soms worden vooroordelen nu eenmaal sterker naarmate je ze meer onderdrukt.
We hebben nog een half uur voordat de film begint. Jurriaan praat snel en lacht veel. Een complotdenker wil hij zichzelf niet noemen, liever een ‘open geest’. Freelance schipper, vader van vier kinderen in een buitenwijk van Amsterdam. De maanlanding is volgens hem niet de enige hoax waar we wereldwijd zijn ingetrapt. Er is nooit een atoombom gevallen (‘een afschuwelijk napalmbombardement met achteraf een paddenstoel in de krant’) en Noord-Korea is een cover-up voor een geheim mijnbouwproject.
Hij gelooft nu eenmaal vaak niet wat anderen wél geloven. Zo is hij altijd geweest, eigenwijs. Hoewel er heus ook wel dingen zijn waar hij wél in gelooft. Transparantie bijvoorbeeld. En dat de aarde rond is. Hij is niet van de flat earth-beweging. Sterker nog, die flat earth-beweging lijkt hem een complot op zich. ‘Die filmpjes daarvan zien er te gelikt uit, dat is niet grassroots, ik denk dat iemand hogerop die theorie de wereld in bracht.’
Ik probeer Jurriaan nergens van te overtuigen, ik ga er stiekem vanuit dat de film dat wel zal doen. Anderhalf uur ruw materiaal van veelal nog nooit vertoonde beelden. Overweldigend, zeggen de recensies. Adembenemend. Alsof je er live bij bent.
De film is adembenemend, overweldigend
De film is net begonnen als we de zaal inlopen. Jurriaan stelt de eerste rij voor. ‘Dan heb ik genoeg licht om aantekeningen te maken.’ Op het scherm rijden trucks met reusachtige raketonderdelen onder de strakblauwe hemel van Cape Canaveral, waar de lancering plaatsvond.
Het is, inderdaad, overweldigend. Adembenemend. De reusachtigheid van de hele operatie, de heldere kleuren, de geluidsband onder de beelden die je terug de tijd in slingert. Nergens in de film wordt er commentaar gegeven. Wat we zien en horen is wat er toen gezien en gehoord werd. De lancering. Gejuich in de controlekamers. De hartslag van Armstrong. Kippenvel.
Naast mij maakt Jurriaan aantekeningen. Ik probeer extra goed te kijken als zijn pen op het papier krast. Mis ik iets? De schaduw van een geluidshengel, een fout in de chronologie? Er valt mij niets op. Of nou ja, eigenlijk wel. Maar waarschijnlijk iets anders dan wat Jurriaan noteert. Nu ik de operatie van zo dichtbij bekijk mis ik plotseling de vrouwen. Diversiteit in de controlekamers. Juist doordat de film de gebeurtenis zo minutieus in beeld brengt, valt het extra op hoe homogeen de groep is die de eerste mensen op de maan zet.
En nee, dat is geen eyeopener – zo ging het, zo was het – maar het zet me wel op een ander kijkspoor. Ik zie plotseling vooral dingen niet.
De groep activisten bijvoorbeeld, die onder leiding van de destijds beroemde dominee Ralph Abernathy betoogden dat er geen miljarden moesten worden uitgegeven aan een trip naar de maan terwijl in Amerika armoede en ongelijkheid heersten. Zij waren ook in Cape Canaveral. Ergens op een veldje vond een ontmoeting plaats tussen Abernathy en de top van de NASA. ‘There is more distance between the races of man than between the moon and the earth’,zei de dominee. Zijn daar geen beelden van?
Apollo was in eerste instantie een middelvinger naar de vijand
En nóg iets: de Koude Oorlog. Als je Apollo 11 zonder enige voorkennis kijkt, zou je bijna denken dat de NASA al die miljarden uitgaf voor de vervulling van een jongensdroom: de giant leap for mankind. Maar zonder de space race van de Koude Oorlog was die leap nooit genomen. Het Apollo-programma was in eerste instantie een middelvinger naar de vijand. En het is bevreemdend naar deze gebeurtenis te kijken in een context ontdaan van verwijzingen naar die strijd. Als de astronauten vanuit de raket het belang van hun missie samenvatten, lijkt Apollo welhaast een missie ter bevordering van de wereldvrede.
Ik begrijp de zorgen van NASA-historicus Robert Launius, zijn angst om dit spektakel voor het nageslacht te verliezen, maar als dit is hoe we ons de maanlandingen gaan herinneren, wordt er toch ook iets ontkend?
’s Avonds lees ik een interview met de maker van de film waarin hij zegt dat verwijzingen naar de oorlog en het protest van de burgerrechtenbeweging al voldoende getoond worden in andere films over het Apollo-programma. Een zwaktebod, lijkt me. Juist doordat Apollo 11 geen duiding biedt en de kijker voortdurend in het hier en nu van de missie houdt, wordt de illusie gewekt dat dit het ‘echte’ verhaal is. De film bestaat uitsluitend uit archiefmateriaal van de NASA, we zien de maanlanding precies zoals de NASA haar wilde tonen. Je hoeft geen complotdenker te zijn om te begrijpen dat dat niet het hele verhaal is.
Zo wordt de grootste kracht van de film – het gevoel er bovenop te zitten – ook meteen de zwakte. Je zit er zo dicht op dat je van alles ontgaat. En misschien, denk ik terwijl op het scherm de drie astronauten juichend worden onthaald op aarde, dat de ene ontkenning de andere in de hand werkt.
De film brengt Jurriaan niet op andere gedachten
Na de aftiteling lopen Jurriaan en ik naar de foyer, bestellen bier op het terras. Een mooie film, zegt hij. Maar nee, het heeft hem niet op andere gedachten gebracht. Vanaf het moment dat die astronauten de raket in stappen wordt het fictie, dat weet hij zeker. Hij herhaalt zijn argumenten, de standaardtwijfels van maanlandingontkenners. De straling in de ruimte waartegen astronauten niet bestand zouden zijn, de afwezigheid van sterren op foto’s waar je ze wél zou verwachten, die vreemde radiostilte op het eind.
Ik voel de verleiding om alles te ontkrachten maar roep mezelf tot de orde. Ik ben hier om te begrijpen, niet om te overtuigen.
Ik vraag hem of hij zich herinnert waar zijn argwaan jegens grote politieke verhalen begon. Hij knikt. ‘Ik was een jaar of acht en Gorbatsjov en Reagan spraken af om het over kernwapens te hebben. Ik vond het zo’n belediging dat die mensen de arrogantie hadden om te besluiten hoeveel massavernietigingswapens ze wel of niet in stand zouden houden. Met welk recht doen ze dat? vroeg ik me af. Dat is een vraag die ik nog steeds vaak heb.’
Complottheorieën gaan in essentie over macht – wie heeft de macht en wat doen ze ermee als wij niet opletten? zegt Joseph Uscinski, schrijver van American Conspiracy Theories.* En als de maanlandingen één ding waren dan was het wel machtsvertoon. Misschien is dat ook een reden waarom de Apollo 11-missie zo vatbaar is voor complottheorieën.
Iedereen werkt op zijn eigen vierkante meter, maar niemand begrijpt het geheel waaraan gewerkt wordt
Er zijn twee woorden die vaak vallen in Jurriaans spraakwaterval. Transparantie en compartimentalisatie. Dat eerste is wat hij wil voor de wereld. Dat tweede is waar we volgens hem aan ten onder gaan: iedereen werkt op zijn eigen vierkante meter maar niemand begrijpt het geheel waaraan gewerkt wordt. En dat maakt ons vatbaar voor misleiding. Ik denk aan mijn ervaring net in de bioscoopzaal. Er zo dicht op zitten dat je van alles ontgaat.
‘Ik denk’, zegt Jurriaan, ‘dat die mannen in de control room zelf ook geloofden dat ze een man op de maan aan het zetten waren. Zij werden net zo goed voor de gek gehouden en dat kon gebeuren omdat ze het overzicht niet hadden. Zo vreemd is die gedachte niet, toch? De media beïnvloeden vaak genoeg de collectieve realiteitsbeleving, met misleidende verhalen. Neem het zogenaamde bestaan van massavernietigingswapens in Irak.’
‘Ik leef’, gaat hij verder, ‘in een veiliger wereld dan jij: in mijn wereld zijn er geen kernwapens.’
En hoewel ik niet geloof dat Jurriaan gelijk heeft, snap ik de aantrekkingskracht van deze manier van denken. Als je denkt de machthebbers te doorzien, heb je minder het gevoel aan hen te zijn overgeleverd. En dan voelt de wereld veiliger.
Onvoorstelbaar moedig en onvoorstelbaar arrogant
Ik vraag me af of het had uitgemaakt als de NASA van het begin af aan eerlijker was geweest over de missie. Als we in die bioscoop naar een film hadden gekeken waarin de ambivalentie van die ongelooflijke onderneming erkend werd door de astronauten, de mensen in de controlekamers en de talloze fans die zwaaiend met Amerikaanse vlaggetjes de raket uitgeleide deden. Een daad van agressie en hoop ineen. Poëtisch én vijandig. Onvoorstelbaar moedig en onvoorstelbaar arrogant.
Wat mij betreft is de grote hoax niet dat de gebeurtenissen niet kloppen, het is dat het verhaal eromheen niet klopt. Maar een eerlijker verhaal zou Jurriaan niet overtuigen. Hij heeft zijn argumenten gevonden en daar blijft het bij.
Toch heeft de film hem wel overtuigd van iets anders, de schoonheid van het verhaal op zich. ‘Mensen naar de maan, het is bijna religieus’, zegt hij. ‘Die film, het idee is zo groot, zo...’, – hij denkt even na, kijkt naar zijn bier, naar zijn handen. ‘Monumentaal?’ vraag ik. Hij knikt. ‘Het is misschien niet wat er echt gebeurd is, maar het is wel een kathedraal.’