Twee jaar geleden kreeg ik van Jack Groenen, Jackie’s vader, een fraaie foto van haar toegestuurd. Een kleine 12-jarige Jackie dribbelde met de bal en een stel 14- en 15-jarige jongens keken in lichte paniek wat de kleine meisje ermee zou gaan doen.

Jackie Groenen (12 jaar) tegen de jongens. (Foto: VV Desk/auteur onbekend)

Het kostte wat moeite, maar het lukte me deze week eindelijk om alle jongens op de foto

Voetbal is geen tennis – feit! – en dus kunnen ‘we’ winnen

De Nederlandse voetbalvrouwen staan dus in de WK-finale, zondag om vijf uur ’s middags in Lyon. De tegenstander: wereldkampioen de Verenigde Staten, de beste ploeg in het toernooi, de ploeg die de meeste indruk heeft gemaakt.

De gokmarkten geven Nederland de zien het ook niet gebeuren – ‘HOLLAND GEWINNT SPIEL UM PLATZ ZWEI’, Bild – en de trouwens ook niet. En laten we eerlijk zijn, dat is terecht.

Maar hier komt het leuke aan voetbal: toch kan het.

Dit onderscheidt voetbal van veel andere sporten: slecht spelen, de mindere zijn (zoals Nederland in de achtste finale tegen Japan) en toch winnen. In tennis en basketbal kan het niet. De reden is de aard van het spel en de opzet van de competitie.

In het tennis en basketbal worden veel meer punten verspeeld, waardoor kwaliteit een grotere rol speelt dan toeval. Individuele wedstrijden kunnen onverwacht uitvallen, maar de winnaar heeft vrijwel nooit onverdiend gewonnen.

In het voetbal is dat anders. In een reguliere competitie van 34 wedstrijden drijft de beste vrijwel altijd boven – met Leicester City in 2016 als spectaculaire uitzondering op de regel. Maar individuele wedstrijden worden relatief vaak

Dat komt – kort gezegd – omdat het in voetbal relatief moeilijk is om te scoren. En als een matige ploeg met een gelukje scoort, dan moet de goede ploeg het maar zien te repareren. In het onderstaande filmpje van Vox, gebaseerd op het werk van investeerder-schrijver Michael Mauboussin, wordt het geweldig uitgelegd.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Vox over skill en luck in diverse sporten.

Een praktische oplossing voor Oranje zou kunnen zijn om de zuivere speeltijd zo kort mogelijk en het spel zelf zo stroperig mogelijk te maken. Want hoe minder tijd de bal in het spel is, hoe minder het verschil in kwaliteit zich uitbetaalt.

En: versier vrije trappen. Daniëlle van de Donk is hier sterk in (met ‘gewonnen’ vrije trappen). Met Dominique Bloodworth, Stefanie van der Gragt en Vivianne Miedema heeft Nederland uitstekende koppers, met een prima aangever.

Stel nou dat we wereldkampioen worden. Wat betekent dat dan? Wat zijn de effecten? Hoe besteed je het prijzengeld en het nieuwe sponsorengeld om het vrouwenvoetbal verder te ontwikkelen? Ideeën? Ik hoor het graag.

Spelregelgeneuzel

Ik zei vorige week dat ik het niet meer zou hebben over de spelregels. Vergeet dat. Laten we het kort hebben over de buitenspelregel.

De Engelse spits Ellen White in de halve finale van het WK tegen de Verenigde Staten een geweldige (team)goal. White juichte zoals juichen eruit hoort te zien, maar al snel bleek dat voorbarig. De VAR keek ernaar en keurde het doelpunt af.

White schendt net de blauwe ‘no offside’-lijn. (Bron: FIFA)

Rory Smith, de uitstekende voetbalcorrespondent van TheNew York Times, daarop zijn ergernis over de buitenspelregel. Dat doet hij vaker, zoals van dit jaar, toen er ontstond over een doelpunt van Tottenham-spits Harry Kane.

Smith snapt de geest van de regel (het voorkomen van balletjes afwachten*), maar vindt de handhaving van de regel idioot. Het gaat soms om millimeters verschil, marges die een mens zonder hulp nooit kan waarnemen. Daarom moet dure software dat doen. Op zichzelf niet fout, maar dit heeft inderdaad weinig meer te maken met het voorkomen van balletjesafwachters.

*Interessant genoeg is volstrekt onduidelijk wat de oorspronkelijke gedachte achter de regel is. In elk geval is het niet het voorkomen van balletjes afwachten, vertelden twee spelregelhistorici, Ben van Maaren en Petra Tabarelli, me.

Een oplossing die hetzelfde probleem schept?

Smiths voorstel: pas als er ruimte (‘licht’) zit tussen de aanvaller en verdediger, als er dus helemaal geen overlap meer is, staat de aanvaller buitenspel. (Nu mag geen enkel gedeelte van de aanvaller dichterbij het doel zijn.) Klinkt sympathiek, maar het lijkt me dat het slechts de grens verlegt.

Het ene millimetergeneuzel – of een lichaamsdeel van de aanvaller voorbij de verdediger is – maakt plaats voor het andere millimetergeneuzel: overlapt de hak van de aanvaller net wel of net niet met de teen van een verdediger?

Ik ben benieuwd wat jullie denken. Mis ik iets? Is er iets anders denkbaar? Ik hoor het graag, en liever niet de suggestie ‘schaf buitenspel af’. Althans, doe dat gerust als je wilt, maar dan hebben we het niet meer over een aanpassing van de regels, maar een complete verbouwing.

Nog meer spelregels

Nog wat meer over spelregels: deze week verscheen van het rapport van de KNVB over de Future Rules Football League. Als je wilt, verspreid het verder, zodat zoveel mogelijk geïnteresseerde mensen het zien. KNVB-onderzoekers Jan Verbeek en Frederike Zwenk zijn benieuwd naar feedback.

De spelregelverandering waar ik vorige week die regel die voorschrijft wat keepers wel en niet mogen bij strafschoppen, heeft tot nu toe niet voor nieuwe problemen geleid op het WK. Mede door toedoen van de scheidsrechters, die de spelers bij strafschoppen nadrukkelijk wijzen op wat wel en niet mag. Zoals ook bij tijdens de halve finale Engeland-Verenigde Staten.

Scheidsrechter Batista laat keeper Naeher zien wat wel en niet mag. (Bron: NOS)

En nu stop ik over spelregels, beloofd, totdat ik er weer over begin.

Lees-, kijk- en luistertips

  1. Casey Cep heeft over vrouwenkiesrecht. Deze week ik haar boek Furious Hours, over de mysterieuze schrijfster Harper Lee, haar writer’s block, en de thriller die Lee nooit schreef. Een ongelooflijk goed boek.
  2. Wereldkampioen Duitsland is onverwacht vroeg uitgeschakeld op het WK. Dit leidt, zoals altijd overal, tot soul searching, zoals in van Der Spiegel. Op zich niks mis mee, ‘never waste a good crisis’ en zo, maar het blijft grappig. Overreacties op uitschakeling, onderreacties op winst – dat lijkt me de norm in het voetbal.
  3. Simon Kuper Roger Federer in diens privéjet. Sowieso geen onaardig uitgangspunt voor een stuk, maar Kuper doet dit schitterend. Heeft hij ooit een niet-boeiend interview geschreven?
  4. Longform met David Epstein, schrijver van Range, over zijn nieuwe boek over talentontwikkeling.
  5. pokeraar en zelfbenoemd ‘beslissingsstrateeg’, was te gast Een ding dat me steeds vaker opvalt bij podcasts: de laaaaaaange inleidingen. Hier begint het eigenlijke gesprek pas op 7:30.
  6. Bob Nelson, een van de pioniers van het cryonisme, het invriezen van mensen om ze ooit te ontdooien en tot leven te wekken, figureert van This American Life over excuses maken. Nelson belazerde zijn klanten, deels willens en wetens. Nelsons memoires Freezing People is (Not) Easy lijkt me een aanrader. Overigens: cryonisme is lang niet zo bizar als je zou denken, Tim Urban op Wait But Why.
  7. De aflevering deed me trouwens denken een van Malcolm Gladwell over geheugenverlies. Nelson herinnert zich dat hij naar twee klanten vloog om excuses te maken voor het feit dat hun nabestaanden niet meer bevroren waren. De klanten zeggen dat dit nooit is gebeurd.