Uit de shit - Een pleidooi voor meer boeren en minder vee

Boek, ebook en audioboek van Uit de shit

Uit de shit - Een pleidooi voor meer boeren en minder vee

Het kan: de stikstofcrisis oplossen én boeren perspectief geven. In een glasheldere en hoopgevende analyse laat bioloog en journalist Thomas Oudman zien hoe we het stikstofprobleem samen hebben veroorzaakt, en hoe we er samen weer uit kunnen komen.

Bestel nu
  • ‘Pakkend en onderbouwd’
    Barbara Baarsmaeconoom
  • ‘Manifest en encyclopedie ineen: wie Uit de shit leest weet alles.’
    Tommy Wieringaschrijver
  • ‘Wie ziet hoe aantrekkelijk zijn vooruitzicht is, zal zo snel mogelijk aan de slag willen.’
    Roos Vonkhoogleraar Sociale Psychologie
  • ‘Dit geweldige boek is een aanrader.’
    Jan Willem Erismanhoogleraar Milieu en Duurzaamheid
portret Thomas Oudman

Thomas Oudman is bioloog en schrijft voor De Correspondent over voedsel. Hij is gepromoveerd op de ecologie van trekvogels en hun voedsel. Samen met hoogleraar Theunis Piersma schreef hij het boek De ontsnapping van de natuur dat op de shortlist van de Jan Wolkers Prijs voor beste natuurboek stond.

Foto: Frank Ruiter

Media-aandacht voor Uit de shit

Thomas...

…ging bij BNR’s radioshow The Daily Move in debat met Arnout Jaspers: ‘De natuur is gigantisch achteruit gegaan.’

…sprak bij Radio 1’s Nieuwsweekend: ‘Hoe lossen we het stikstofprobleem op?’

…werd geïnterviewd door Nederlands Dagblad: ‘Mijn liefde voor de natuur is óók een vorm van religie.’

…stond in De Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden: ‘Thomas Oudman schreef verhelderend pamflet over stikstofcrisis.’

…sprak met Ellen Willems van De Gelderlander: ‘Uit de shit is echt niet zo ingewikkeld.’

…kwam voorbij in de column van Tommy Wieringa in de Volkskrant: ‘Kraakhelder pamflet.’

…ook Marcia Luyten schreef in haar Volkskrant-column over Uit de shit: ‘Bondig en compleet.’

…en werd gerecenseerd door Jean-Pierre Geelen: ‘helder en gedegen’ [...] ‘een werk dat je zou kunnen zien als een constructieve tegenhanger van het tijdelijk populaire (maar weinig wetenschappelijke) pamflet De stikstoffuik van journalist Arnout Jaspers.'

Nooit meer een boek van ons missen?

Met een boekenlidmaatschap van De Correspondent heb je al onze boeken als eerste in huis. Automatisch en zonder verzendkosten.

En draag je bij aan:

  • Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek.
  • Duurzaam uitgegeven boeken.
  • Toegankelijke boeken voor iedereen.
Lees meer over het boekenlidmaatschap

Lees het eerste hoofdstuk: De waarde van landbouw

cover Uit de shit

We zitten in de shit. We stoten veel te veel stikstof uit, en dat wordt grotendeels veroorzaakt door de enorme berg mest van kippen, varkens, schapen en vooral van koeien. Nederland is een land van vee: bijna de helft van het land wordt gebruikt om vee­voer te verbouwen. Met name eentonig grasland en snijmais voor melkkoeien. Waarom wijden we, in een rijk en dichtbevolkt landje als het onze, bijna de helft van alle grond aan veeteelt?

Is het de economische waarde? De landbouw ge­nereerde in 2020 een toegevoegde waarde van 11 miljard euro, wat neerkomt op 1,3 procent van het bbp. Daarvan komt 2 miljard voor rekening van de veehouderij. Als je gul bent en de industrie rond­om de Nederlandse veehouderij meerekent, kom je op 8,3 miljard euro. Dan brengt die andere helft van Nederland een stuk meer op.

Werkgelegenheid? Als dat het doel van land­bouw is, dan gaat er ook iets faliekant mis. Sinds de Tweede Wereldoorlog halveerde het aantal land­bouwbedrijven grofweg elke vijfentwintig jaar, tot ruim 50.000 nu. En die daling zet stug door.

Voedselzekerheid dan? We halen ons eten voor maar liefst 80 procent uit het buitenland. Van wat we wél produceren, gaat driekwart naar het bui­tenland. En deze productie is weer gebaseerd op gigantische hoeveelheden geïmporteerde grond­stoffen uit landen als Brazilië en Rusland, zoals krachtvoer en aardgas voor kunstmest. Veel onze­kerder kan het eigenlijk niet worden.

Als je het zo bekijkt, hadden we dat hele gehannes met weilanden en koeien beter gisteren kunnen opdoeken dan vandaag. Dan is het niet zo gek dat ruim de helft van de 24,3 miljard euro die voor de komende tien jaar is uitgetrokken voor het oplos­sen van de stikstofcrisis vooralsnog bestemd is voor het uitkopen van landbouwbedrijven.

Maar het is wél gek. Want de landbouw is van onschatbare waarde. Een waarde die in de afge­lopen decennia door opeenvolgende regeringen compleet uit het oog is verloren.

De rek is eruit

We willen het nog weleens vergeten, maar mensen zijn ook dieren. Net als alle andere dieren zijn we onderdeel van de complexe kringloop van voe­dingsstoffen via een duizelingwekkend web van organismen: het ecosysteem. We halen er ons eten uit. Tegelijk is het belangrijk om al doende het eco­systeem niet om zeep te helpen. We willen graag droge voeten houden, een leefbaar klimaat en een mooi landschap. Bovenal: onze nakomelingen wil­len in de volgende eeuwen graag ook nog eten.

We willen kortom voedsel uit het ecosysteem halen op een manier die het ecosysteem in stand houdt. Dat is wat landbouw kan doen. Maar op dit moment slaagt de landbouw daar niet heel goed in.

Neem het stikstofprobleem: de Nederlandse veeteelt is de grootste uitstoter van stikstof, en de neerslag daarvan – depositie in vakjargon – komt in natuurgebieden terecht. De meeste van die na­tuurgebieden herbergen de kwetsbare restanten van ecosystemen die verdwijnen als er langdurig te veel stikstof neerslaat. Ze zijn beschermd op Euro­pees niveau, en de EU probeert al decennia een ster­ke verlaging van de uitstoot af te dwingen.

Maar de problemen zijn veel groter dan dat. Het Planbureau voor de Leefomgeving schat in dat we sinds 1900 het merendeel van onze biodiversiteit zijn verloren. Dat begint bij een enorme verschei­denheid aan planten en dieren die van nature op landbouwgrond voorkwamen.

Dat gaat niet alleen ten koste van wilde planten en dieren, maar ook van de grond zelf. De kwaliteit daalt door het onduurzame gebruik ervan. Daar­naast heeft Nederland waterproblemen, en ook dat heeft alles met de landbouw te maken: schaarste in droge tijden, overlast in natte tijden en vervuiling met stikstof, fosfor en bestrijdingsmiddelen.

Uitdroging van Nederlandse veengebie­den leidt vervolgens tot bodemdaling en verzak­king van huizen, maar ook tot evenveel jaarlijkse CO2-­uitstoot als 2 miljoen auto’s.

Er is een uitweg

Decennia heeft de overheid geprobeerd om zo wei­nig mogelijk te veranderen aan de landbouw, met als gevolg dat alle rek er nu uit is – zowel de rek in het ecosysteem als de rek in de welwillendheid van de boeren. Het resultaat is een historische poli­tieke patstelling tussen degenen die opkomen voor het behoud van duizenden familiebedrijven die het hart vormen van de Nederlandse landbouw­traditie, en degenen die de natuurlijke rijkdom van Nederland zien instorten en onze ecosystemen wil­len beschermen voor toekomstige generaties. Ter­wijl de Nederlandse landbouwcultuur afkalft en de natuur wegkwijnt, verdwijnt de oplossing lang­zaam uit het zicht. Zelfs de onvoorstelbaar grote zak geld die de overheid nu wil besteden om het pro­bleem op te lossen, lijkt de kloof niet meer te kun­nen overbruggen. Willen we de huidige veeteelt behouden, of de huidige natuur?

Er is een uitweg, en die is helemaal niet zo moei­lijk als het nu soms lijkt. Daarvoor is het essentieel om te begrijpen dat de stikstofuitstoot niet het pro­bleem is, maar een symptoom. Het echte probleem is dat het huidige landbouwbeleid de primaire taak van de landbouw veronachtzaamt: het verzorgen van het ecosysteem, zodat wij mensen daarin kun­nen floreren. Dát probleem is wat we moeten oplossen, en daar­voor komt die zak geld van 24,3 miljard euro uitste­kend van pas. Grutto’s en bloemenzeeën krijgen we er gratis bij, én de oplossing van het stikstofprobleem.

De Nederlandse landbouwcultuur

De Nederlandse cultuur is in de eerste plaats een landbouwcultuur. Dat zie je aan de manier waarop we onze kinderen opvoeden – oftewel, onze cultuur doorgeven aan de volgende generatie. We nemen onze kinderen mee naar de kinderboerderij, we leren ze over de seizoenen, over plantjes water geven, hoe de boerderijdieren klinken en wat ze eten. We overladen ze met schapenliedjes, boekjes vol vee, kinderboerderijen en speelgoedpaarden. We leren onze kinderen te kijken naar de omge­ving, de natuur, door de ogen van een boer.

Dat is geen toeval. Of onze voorouders nou uit Nederland kwamen of uit Suriname, uit Indone­sië, Turkije of Ghana, vrijwel allemaal houden we, dankzij tientallen generaties voor ons, tot in onze vezels van landbouw. En ook dat is makkelijk te ver­klaren. Duizenden jaren lang, en tot tweehonderd jaar geleden, werkten de meeste van onze voorou­ders op het land. Het boerenleven is het leven waarin onze waarden zijn ontwikkeld: wat mooi is, wat goed is, wat een bevredigend leven is. Dat ram je er niet in een paar generaties uit. Gelukkig maar. Want de tijd heeft uitgewezen dat de Nederlandse landbouw voedsel uit een gezond ecosysteem kan halen, en daarnaast in economi­sche voorspoed, werkgelegenheid én een rijk land­schap kan voorzien.

Een land, kortom, waarin we ons thuis kunnen voelen.

Geen krimp, maar groei

Kunnen we dat zo houden? Niet door het stikstof­probleem op te lossen met het uitkopen van land­bouwbedrijven.

Als het doel van landbouw slechts is om een niet ­vervuilende en economisch rendabele be­drijfssector te worden, dan is uitkopen een logisch antwoord op het stikstofprobleem. Maar zie je land­bouw als het beheer van ons ecosysteem, dan is uit­kopen geen oplossing. Als het beleid gericht blijft op een gezonde economische sector in plaats van op de essentiële maatschappelijke functie die land­bouw heeft, dan is het slechts wachten op de vol­gende krimpronde – als de sector dan niet al geheel ter ziele is gegaan door de stijgende prijzen van energie en grondstoffen uit het buitenland.

De vraag is: hoe kunnen we zo goed mogelijk le­ven in ons eigen ecosysteem? In dit boek pleit ik er­voor om dit doel centraal te stellen in de landbouw­transitie. Het is de basis van ons voortbestaan.

Goed nieuws! Door de essentiële waarde van de landbouw voor de samenleving te onderkennen, kunnen we de polarisatie tussen links en rechts, tussen stad en platteland, tussen natuur en land­bouw overstijgen. Zo kunnen we gezamenlijk op weg naar een oplossing.

Contact

Neem voor vragen, interviews met de auteur of recensie-exemplaren contact op met Andreas Jonkers via andreas@decorrespondent.nl.

Voor grote bestellingen kun je terecht bij uitgeefassistent Jessica Sies via uitgeverij@decorrespondent.nl.

Wil je Thomas uitnodigen voor een lezing? Stuur dan een mailtje naar evenementen@decorrespondent.nl.

If you are interested in the (translation) rights for this title, please contact agent Anne Strunk via anne@decorrespondent.nl.

Colofon

Uit de shit - Een pleidooi voor meer boeren en minder vee
Door Thomas Oudman
Een uitgave van De Correspondent
Verschenen op 13 juni 2023

Omslagontwerp: Martijn van Dam
Illustratie auteur: Cléa Dieudonné
Redactie: Harminke Medendorp
Eindredactie: Andreas Jonkers
Correctie: Annelieke Tillema
Productie en zetten: Frank August
Drukken en binden: Tim Beijer Producties
Aantal pagina's: 156

Paperback | 15 euro
ISBN: 9789493254350

E-book | 7,50 euro
ISBN: 9789493254367

Audioboek | 10 euro
ISBN: 9789493254374

De Correspondent BV
6362276

Bestel nu