Klimaat en energie spelen een hoofdrol in de formatie. Dit zijn de strijdpunten
Tijdens de campagne ging het er nauwelijks over, maar het aanpakken van klimaatverandering zal tijdens de formatie waarschijnlijk een hoofdrol spelen. Wat kunnen de partijen doen om het regeerakkoord groen te kleuren?
Het Nederlandse klimaatdebat beleefde de afgelopen tijd een orgie van eensgezindheid. Vóór de verkiezingen publiceerden alle politieke jongerenorganisaties een manifest voor snelle klimaatactie.* Een groep multinationals waaronder Shell vroeg tijdens de campagne meer aandacht voor het klimaat.* Na de verkiezingen ging het pas echt goed los:
- Werkgeverslobby VNO-NCW vroeg om forse extra investeringen voor de overschakeling naar duurzaamheid.* Volgens VNO-voorzitter Hans de Boer moesten politici daar ‘niet alleen over lullen;’*
- Doekle Terpstra, voorzitter van installateurbrancheorganisatie Uneto-VNI, wilde van Nederland ‘het energiezuinigste land ter wereld’ maken;*
- Bouwnieuwswebsite Cobouw* wist het zeker: ‘Er komt hoe dan ook een groen bouwkabinet.’
Pleiten voor ingrijpend klimaatbeleid is nu ongeveer zo mainstream als Boer zoekt vrouw. Het hoort erbij. En juist dat is de reden om tijdens de formatie goed op te letten. Komen er ook echt goede maatregelen in het regeerakkoord?
Waarom het groenste regeerakkoord ooit tot de opties behoort
De partijen met de meeste klimaatambities – D66, GroenLinks, ChristenUnie en Partij voor de Dieren – kregen er 20 zetels bij, bijna een verdubbeling van hun gezamenlijke zetelaantal. Donderdag werd bekend dat VVD, CDA, D66 en GroenLinks volgende week verder praten over de vorming van een coalitie. Mocht dat mislukken, dan is een kabinet van de drie grootste partijen (VVD, CDA, D66) met de ChristenUnie een optie.
VVD en CDA zijn een stuk minder groen dan D66, GroenLinks en ChristenUnie, maar zeggen in hun programma’s wel gecommiteerd te zijn aan de doelen uit het klimaatverdrag van Parijs. Neem de eensgezinde ambitie en de winst van groene partijen samen en je ziet: dit kabinet zou het groenste regeerakkoord ooit kunnen sluiten.
De ambitie kan niet hoog genoeg zijn
Een ding is duidelijk: het regeerakkoord moet veel verder gaan dan het bestaande beleid. In september 2016 schreef de Raad van State dat Nederland nog geen ‘concreet, consistent en geloofwaardig’ klimaatbeleid voor de lange termijn heeft.* Toen het Klimaatakkoord van Parijs was gesloten rekende het Planbureau voor de Leefomgeving al voor dat het voorgenomen beleid ‘duidelijk onvoldoende’* was om de doelstelling van maximaal twee graden opwarming te halen.
Ook Europees beleid voldoet niet. De huidige Europese doelstelling van 40 procent minder CO2-uitstoot in 2030 is namelijk niet genoeg om een redelijke kans te houden op het in Parijs vastgestelde doel van maximaal twee graden opwarming.* Europa zou naar ongeveer 50 procent minder CO2-uitstoot in 2030 moeten streven om de tweegradendoelstelling in zicht te houden, en zelfs naar ruim 60 procent minder om kans te houden op maximaal 1,5 graad Celsius, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).*
Een rapport van het New Climate Institute,* dat ook rekening houdt met het feit dat rijke landen een relatief grote verantwoordelijkheid dragen om de uitstoot terug te dringen, stelt dat de Nederlandse energie- en industriegerelateerde CO2-uitstoot al tussen 2025 en 2035 tot nul moet dalen om in lijn te blijven met de lange termijndoelstellingen van Parijs. Dat betekent bijvoorbeeld: alle stroom duurzaam in 2025. Een bijna onmogelijke opgave als we niet per direct overschakelen op een oorlogseconomie.
Het nieuwe kabinet kan een groene delta bouwen
Wat moet de overheid doen? In juli 2016 inventariseerde het PBL opties voor het Nederlandse energie- en klimaatbeleid.* De gemene deler in alle beleidsopties: de rijksoverheid moet hard bijsturen om de samenleving naar een duurzaam tijdperk te loodsen. Geen wonder, als je je realiseert dat een totale vernieuwing van alle sectoren van de economie nodig is: infrastructuur, vervoer, woningen, energie-opwekking, voedsel en de industrie.
De geschiedenis heeft al uitgewezen dat het duurzame tijdperk er niet komt als we alleen vertrouwen op ‘de markt,’ ‘innovatie’ en initiatief van onderop. De overheid moet sturen, en als ze dat nalaat, blijven kansen liggen. Zo blijft in Nederland nu het potentieel van warmtenetten onderbenut omdat de overheid daar geen sterk beleid voor voert.
Zoals de aanleg van het Nederlandse aardgasnetwerk in de jaren zestig niet vanzelf ging – de overheid liep daarbij voorop – zo is en zal ook de duurzame energievoorziening niet vanzelf ontstaan. Het belangrijkste criterium om het regeerakkoord aan te beoordelen is dan ook: gebruikt de overheid alle knoppen die ze heeft om de Nederlandse economie te verduurzamen?
Als er in het regeerakkoord veel naar ‘innovatie’ en ‘Europa’ wordt gewezen en weinig concrete maatregelen zitten, dan weet je: het kabinet laat kansen liggen om van Nederland een vooruitstrevende groene delta te maken.
Wat kunnen de ingrediënten zijn van een ambitieus regeerakkoord voor het klimaat?
Hoe zou ambitieus klimaatbeleid eruit kunnen zien? De volgende maatregelen liggen waarschijnlijk op tafel tijdens de formatie - of zouden op tafel moeten liggen omdat ze bijdragen aan een snelle overschakeling naar duurzaamheid:
Een concrete afspraak over sluiting van de kolencentrales. Sluiting van alle Nederlandse kolencentrales is supereffectief klimaatbeleid. Het vermindert de uitstoot tot wel 31 procent.* Het kost een gemiddeld huishouden iets meer dan een tientje per jaar, maar levert geld op als je de vermeden schade meerekent. Bijkomend voordeel van snelle sluiting van de kolencentrales is dat daarmee de verspilde subsidie voor de bijstook van biomassa ten einde komt. Nu gaat bijna de helft van alle duurzame energiesubsidie* naar biomassa. Er zouden door sluiting van de kolencentrales dus ook honderden miljoenen vrijkomen voor de subsidiëring van zon, wind, aardwarmte en andere duurzame energiebronnen.
Een kilometerheffing. Het effectiefste middel om iets aan de uitstoot van het verkeer te doen ligt politiek heel gevoelig. Met name de VVD wil de automobilist niet tegen zich in het harnas jagen. Volgens het PBL zou een kilometerheffing voor personenverkeer in 2020 zo’n 1,7 megaton* aan uitstoot kunnen wegnemen (van de totale Nederlandse uitstoot van 196 megaton).
Verdere stimulering van elektrisch rijden. Het nieuwe kabinet kan de opkomst van de elektrische auto verder versnellen met fiscale voordelen of nieuwe investeringen in laadpalen doen.
Straffe energiebesparing in de industrie. Het kabinet kan goede bedrijven belonen en vervuilers extra heffingen opleggen, zodat de vervuiler betaalt. ‘Dat is een behoorlijk liberaal principe. Het bemoedigende is dat in de Energieagenda van minister Kamp al werd toegegeven dat de Europese emissiehandel niet gaat leiden tot snellere energiebesparing in de Nederlandse industrie,’ zegt Joris Wijnhoven, die als campagneleider klimaat en energie bij Greenpeace de formatie nauwgezet volgt. ‘Er zijn twee smaken: verplichten of subsidiëren.’ Slim beleid voor de energie-intensieve industrie zou volgens het PBL in 2030 zo’n 4,6 megaton aan CO2-uitstoot kunnen wegnemen.
Massale energiebesparing in de gebouwde omgeving, stoppen met aardgas. Partijen zoals GroenLinks zijn voorstander van maatregelen om huizen verplicht te isoleren, wat volgens het PBL goed kan werken om de uitstoot naar beneden te krijgen. ‘Maar dat zal met VVD en CDA niet gaan lukken, want huiseigenaren een verplichting opleggen vinden ze doodeng,’ constateert Wijnhoven. ‘Dus zul je grootschalige deals moeten maken met woningcoöperaties. Daar zal het nieuwe kabinet geld tegenaan moeten gooien.’
Het energieneutraal maken van Nederlandse woningen en gebouwen is – naast het terugbrengen van de gaswinning dé manier om van aardgas af te stappen en ook de Groningers te ontzien. De klimaatpotentie van energiebesparing is enorm: volgens een scenario van het IEA kan energiebesparing in industrie, transport én gebouwde omgeving tot bijna 50 procent* van de nodige CO2-reductie tot 2030 leveren. Ook het verplichtstellen van zuinige banden zou een slok op een borrel schelen - een maatregel die het nieuwe kabinet gemakkelijk zou kunnen nemen.
Meer duurzame energie. Nederland is al goed op weg met de aanleg van windparken op zee, waarschijnlijk halen we de eerder vastgelegde doelstelling van 3500 MW opwekvermogen op zee in 2023 (dat is bijna tien keer zoveel* als er nu staat). Op land gaat de aanleg moeizamer, dus zou het kabinet nog meer op zee kunnen laten bouwen. De voordelen voor consumenten die hun eigen energie opwekken, bijvoorbeeld met zonnepanelen, kunnen verder worden uitgebreid. Voor de opbouw van de duurzame energievoorziening is al geld gereserveerd: in 2017 en 2018 verwacht het huidige kabinet er respectievelijk 1,3 en 1,6 miljard euro* aan uit te geven.
Een experiment met een bodemprijs voor CO2. Inzet op ambitieuze hervorming van de Europese emissiehandel - die bedoeld is om CO2 te beprijzen, maar vooralsnog niet werkt – zal sowieso in het regeerakkoord zitten, omdat dat in de verkiezingsprogramma’s van alle partijen staat die nu aan tafel zitten en ook de VVD daar vrij ver in wil gaan. Maar de slagingskans van deze hervormingen in Europa is gering, zegt Wijnhoven, omdat landen als Polen en Hongarije structureel tegen hogere CO2-prijzen zijn. Dat weet ook de VVD. Als het nieuwe kabinet dus echt een hogere CO2-prijs wil, zou een experiment met een ‘bodemprijs’ voor CO2 tot de opties behoren. Nederland kan dat samen met andere koplopers in Noord-West Europa doen, of zelf een bodemprijs invoeren, zoals de Britten eerder al hebben gedaan.
Regels voor lucht- en scheepvaart. ‘Dit blijft altijd buiten de statistiek, maar het is echt een enorme pain in the ass,’ zegt Wijnhoven. Lucht- en scheepvaart heeft een groeiend aandeel in de mondiale uitstoot. Schiphol verwerkte in 2016 ruim 9 procent meer reizigers dan een jaar eerder, maakte het CBS deze week bekend.* Het verplicht stellen van zuiniger vliegtuigen en CO2-beprijzing zou een effectief middel kunnen zijn iets aan die uitstoot te doen. ‘Maar voor de VVD is dat een volmaakt taboe,’ zegt Wijnhoven.
Een minister voor energie & klimaat. Een vragenrondje onder 70 bestuurders uit de energiesector maakte duidelijk dat driekwart van hen vindt dat Nederland een minister van Klimaat en Energie nodig heeft. GroenLinks, D66 en ChristenUnie pleiten voor een minister of commissaris voor Duurzaamheid.
Een Klimaatwet om voorop te lopen in Europa. De WRR riep de overheid in oktober 2016 op om ‘richting, samenhang en bestendigheid te geven aan beleidskeuzes’ door een klimaatwet aan te nemen met daarin een nationaal uitstootbudget.* Zo’n wet zou zekerheid geven en dus bijdragen aan een robuust investeringsklimaat, stelt de WRR. Iets waar ook liberalen oren naar zouden moeten hebben en waar werkgeverslobby VNO-NCW herhaaldelijk om heeft gevraagd.
Maar tot op heden steunen VVD en CDA de Klimaatwet die PvdA en GroenLinks in 2016 schreven nog niet. De VVD vindt de Klimaatwet ‘overbodig’ bovenop Europees beleid; het CDA vindt dat de uitvoering van de klimaatafspraken van Parijs ‘van onderaf geregeld [moet] worden en niet van bovenaf opgelegd.’
GroenLinks, D66 en ChristenUnie zullen wél geïnteresseerd zijn in een Klimaatwet. Volgens Wijnhoven is die alleen interessant als de vastgelegde doelen verder gaan dan wat in Europa is afgesproken. ‘Als je meent dat de afspraken uit Parijs leidend zijn, dan moet je niet op Europa wachten. Want daar heb je altijd Polen, Hongarije en andere voormalige oostbloklanden in je nek, die altijd vertragen. Je moet dus je eigen doelstellingen vastleggen.’
Dus?
Dát we gaan verduurzamen is geen politiek vraagstuk meer, maar een gegeven. ‘Eigenlijk gaat het niet over de richting,’ zegt Wijnhoven. ‘Daarover is niet zo heel veel verschil van inzicht. Het gaat om het tempo.’ En over de manier waarop – met krachtige overheidsingrepen of met vage verwijzingen naar ‘Europa’ en innovatie uit ‘de markt,’ waar vooral de VVD toe geneigd is.
De komende jaren zijn cruciaal: de grote besluiten over de toekomstige energievoorziening moeten nu genomen worden.* Iedereen die tot zich heeft laten doordringen hoe ingrijpend de samenleving zal veranderen door klimaatverandering, zal begrijpen dat ambitieus klimaatbeleid geen kwestie van of-of is, maar en-en. Alle bovenstaande maatregelen én meer zijn nodig.
Het is daarom te hopen dat de onderhandelaars de woorden van VNO-voorzitter Hans de Boer in hun oren knopen: ‘Wij moeten nu het vizier richten op de belangen van onze kinderen en kleinkinderen.’
Meer lezen?
In dit artikel is een correctie doorgevoerd.