Vergeet Thierry Baudet. Vergeet Geert Wilders. En al die andere landelijke kopstukken, die wel of niet meedoen aan verkiezingsdebatten op radio en tv. Op 21 maart zijn zij geen kandidaat voor wat dan ook. En over het referendum op de inlichtingenwet, waar zij wel mee te maken hebben, zeggen zij verrassend weinig.

De gemeenteraadsverkiezingen gaan over jouw gemeente, én over hoe democratie kan werken. Je kon in deel 1 van deze korte serie al lezen dat veel van het geld dat gemeentes uitgeven, al vast ligt. Vandaag beschrijf ik hoe gemeenteraadsleden voor democratische vernieuwing kunnen zorgen. En in deel 3 zet ik op een rij hoe je je stem kan bepalen.

Zodra de uitslagen van de raadsverkiezingen binnen zijn, beginnen in de 380 gemeenten van Nederland de gesprekken over een nieuw collegeakkoord - een soort gemeentelijk regeerakkoord. De succesvolste kandidaten pakken dit anders aan dan de bekende namen in Den Haag: zij doen Zoek de overeenkomsten, in plaats van Zoek de verschillen.

Jaren klonk het advies aan de landelijke politiek: hou het kort, de wereld verandert snel, sluit een regeerakkoord op hoofdlijnen. Maar ook dit jaar was het van deskundigen zoals informateur Herman Tjeenk Willink weer aan dovemansoren gericht. Na 225 dagen produceerden de vier coalitiepartijen toch een gedetailleerd en dichtgemetseld akkoord

In veel gemeenten werd eerst deze Haagse praktijk van lange coalitiebesprekingen en uitvoerige regeerakkoorden overgenomen. Iedere stad die zich respecteerde trok een informateur van buiten aan, liefst met enige landelijke bekendheid. Net echt.

De opkomst van het raadsbrede akkoord

Maar in steeds meer gemeenten ging die praktijk wringen. De kiezers bleven weg. Lokale partijen werden populairder, en maakten veel los. Zeker als zij zich niet sterk maakten voor deelbelangen, maar juist opkwamen voor een opener gemeentebestuur.

Verschillende gemeenten hebben raadsbrede akkoorden

Neem bijvoorbeeld Kaag en Braassem, een gemeente van tien dorpen vlak bij Leiden. Daar deden onder leiding van de lokale partij alle partijen mee aan het gemeentelijk En de afspraken gingen vooral over - geen in beton gegoten afspraken dus.

Zo zijn er allerlei varianten van vernieuwende afspraken die volgden op de vorige raadsverkiezingen. Ook in andere gemeenten zijn raadsbrede akkoorden vastgesteld. In Almelo (72.000 inwoners) stelden zelfs zeven landelijke en zeven lokale fracties samen een raadsbreed gedragen programma vast. Iets dergelijks gebeurde in Alblasserdam, Cranendonck, Etten-Leur, Leiden, Oude IJsselstreek, Utrechtse Heuvelrug en Zwijndrecht.

Terwijl: de gemeente zou juist politieker worden

Het is een verrassende ontwikkeling. Sinds 2002 is het gemeentebestuur namelijk Vóór die tijd kwamen wethouders uit de raadsfracties die samen een coalitie hadden gesloten. Ze bleven naast wethouder ook raadslid. Om peper in het politieke debat in de gemeenteraad te stoppen en een helderder controle op het bestuur door burgemeester en wethouders te stimuleren werd het duaal bestel ingevoerd. Wethouders zaten niet meer in de raad en

Op veel andere plaatsen zijn door meerderheden coalitieakkoorden vastgesteld, min of meer zoals het altijd ging. Ook daar heeft het dualisme lang niet altijd voor scherpe politieke tegenstellingen gezorgd. Het relatief grote aantal wethouders dat tussentijds aftreedt wordt meer door persoonlijke kwesties en onvoldoende informeren van de raad verklaard dan door politieke ‘dualistische’ tegenstellingen.


De Raad voor het Openbaar Bestuur (Rob) doe maar gewoon, wees praktisch, betrek zoveel mogelijk mensen zo vaak mogelijk bij het bestuur. Zoek de overeenkomsten, niet de verschillen.

Deze aanbevelingen passen in de ontwikkeling die in 2016 werd gesignaleerd door een commissie van de (waar ook de huidige minister van binnenlandse zaken Ollongren in zat). Die schreef: ‘De tragiek van de dualiseringsoperatie is geweest, dat zij het lokaal bestuur politieker heeft willen maken,

Vooral de burgemeester krijgt vertrouwen

De paradox is dat burgers zich minder verbonden voelen met hun gemeente (57 procent) dan met Nederland (82 procent). Maar het Lokaal Kiezersonderzoek 2016 laat ook zien dat het vertrouwen groter is in politiek op lokaal,

Die ongekozen, onafhankelijke burgemeester Zij samen, mét de wethouders – de bestuurlijke werknemers van de gemeente - moeten inhoud geven aan dat verlangen naar meer democratie van de burger.

Daarbij zullen ook verschillen van opvatting tot uitdrukking komen. Die weer in één kruiwagen krijgen heet democratische politiek.

Advies: meer contact, minder gedoe

Wat de burger vooral niet wil is politiek gedoe - maar ja, raadsleden zijn net mensen. Als dat al te vermijden valt, rest hen de schone taak te zorgen dat politiek zoveel mogelijk gaat over keuzes, en niet over mannetjes en vrouwtjes.

Om dat mogelijk te maken pleitte de Raad voor Openbaar Bestuur er in 2016 voor de 15,9 uur die raadsleden wekelijks gemiddeld gebruiken voor hun raadswerk voor de helft te besteden aan contact met burgers.

Ook toen was het advies: voorkom overmatige politisering, zorg voor de democratische kwaliteit van de besluitvorming. Het komt allemaal neer op luisteren en vertalen. Het raadslid als gemeentelijk gespreksleider.

Hoe hoe lastiger dat kan zijn. Aan de andere kant: in een kleine gemeente is het aantal raadsleden ook kleiner, terwijl het aantal onderwerpen dat niet altijd is.

Opdracht voor nieuwe raadsleden: verdedig de dichtbije democratie

De bijna negenduizend raadsleden die op 21 maart 2018 worden gekozen wachten spannende tijden. Zij nemen letterlijk het bestuur van hun gemeente ter hand. Ook al staat er van alles vast, zijn er gevestigde belangen, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, ervaren wethouders en veel wettelijke voorschriften, de raad is de baas in de gemeente.

Voor de nieuwe raadsleden geldt: maak je snel de spelregels eigen, laat je vertellen hoe de traditie er bij jullie uitziet, maar voel je vrij die zo nodig

In een meeslepend nieuw beschrijven de Leidse staatsrechtgeleerden Wim Voermans en Geerten Waling (die binnenkort door Lex Bohlmeijer worden geïnterviewd) de wortels van het gemeentelijk bestuur in Nederland. Het is echt van de burgers en door de burgers.

Het is verplichte literatuur voor iedereen die zich afvraagt wat het bestaansrecht is van gemeenten en met hoeveel recht zij zich soms verweren tegen Haagse instructies.

Met doordachte twijfel stemmen is beter dan thuisblijven

Voermans en Waling zijn fel en overtuigend in hun veroordeling van het schaalvergrotingsdenken dat nog steeds onverminderd door Den Haag én sommige provinciebesturen wordt opgelegd aan gemeenten. In actuele gevallen in Landgraaf, Hoeksche Waard, Haren en Laren/Huizen/Blaricum zijn fusies gewenst of doorgedrukt door het Rijk (vaak op advies van de provincie), terwijl daar onder de bevolking nauwelijks draagvlak voor was.

Het zijn voorbeelden van de volgens Voermans en Waling en het Groningse onbewezen stelling dat gemeentelijke fusies leiden tot meer bestuurskracht en efficiëntere omgang met publieke middelen.

Inhoudelijk weerwerk leveren tegen het ahistorisch bedrijfsmatig denken over lokaal bestuur. Het is een pittige opgave voor nieuwe én ervaren raadsleden. Maar het welzijn van onze dichtbije democratie staat op het spel. Het is de moeite waard.

Daar komt de complexiteit van de financiële verhoudingen tussen Gemeente en Rijk nog bij, zoals ik al beschreef in het eerste stuk in deze serie. Geld telt, het is wettelijk verboden voor gemeentes om een tekortbegroting te hebben. Maar zichtbaar afwegingen en keuzes maken, dát is de kerntaak van de gemeenteraad.

Gemeenteraadsleden zijn pioniers van de Nederlandse democratie. Zij kunnen Den Haag laten zien hoe je dat doet in 2018. Minder naar adviesbureaus en bestuurlijke modes van gisteren luisteren, en meer naar burgers.

En voor hen geldt: met doordachte twijfel stemmen is beter dan thuisblijven. Over hoe je je stem het best kunt bepalen lees je meer in deel 3.