In deze roman leggen mannen vrouwen uit hoe ze moeten leven
De Amerikaanse schrijfster Rachel Kushner schreef met The Flamethrowers een fantastische roman over motorrijden, kunst en mannen die dingen uitleggen aan vrouwen. Onlangs is de Nederlandse vertaling verschenen en deze week vertelt ze erover in Amsterdam. Een aanrader.
Een van de mooiste boeken die ik de laatste tijd heb gelezen, was The Flamethrowers van de Amerikaanse schrijfster Rachel Kushner. De roman werd een literaire sensatie in de Verenigde Staten – lyrische recensies, belangrijke nominaties, en een plek bovenaan alle eindejaarslijstjes - en is nu ook in het Nederlands vertaald als De Vlammenwerpers.
De Vlammenwerpers is groots en stoer. Kushner vervlecht het Italiaanse futurisme van begin twintigste eeuw met de kunstenaarskringen van New York in de jaren zeventig – en ook motorrijden, politiek protest, en wat het betekent om een jonge vrouw in een grote stad te zijn, komen aan bod.
Het moest riskant zijn, echt riskant
Verteller en hoofdpersoon Reno is begin twintig wanneer ze, in de tweede helft van de jaren zeventig, naar New York verhuist om kunstenaar te worden. Wat voor kunst ze precies gaat maken weet ze nog niet, maar wel dat het groots en intens moet zijn: ‘Ik vond dat kunst moest voortkomen uit tobberige eenzaamheid,’ vertelt ze. ‘Het moest riskant zijn, echt riskant.’
In afwachting van een concreet idee treedt ze alvast toe tot de kunstscène, die juist op dat moment in de leegstaande pakhuizen en fabriekspanden van de wijk SoHo ontstaat – het industriële tijdperk loopt op z’n eind, de conceptuele kunst komt op. Reno krijgt een relatie met een Italiaanse kunstenaar genaamd Sandro, komt namens het autobandenbedrijf van diens familie uit op een motorrace in Nevada, is getuige van de plunderingen tijdens de grote stroomuitval in New York in 1977 en raakt betrokken bij een anti-kapitalistische protestbeweging in Rome.
Kushner, die onder meer redacteur was van het kunsttijdschrift BOMB, stelt niet alleen historische kennis en een kritische maar geamuseerde kijk op kunst en het kunstenaarschap tentoon, ook heeft ze een scherp gevoel voor man-vrouwverhoudingen.
Het feit dat Reno een mooie, jonge vrouw is met een persoonlijkheid die zich nog moet vormen, maakt haar een aantrekkelijk scherm waarop allerhande mannen hun ideeën kunnen projecteren. Haar geliefde, diens beste vriend Ronnie, en ook de andere kunstenaars en schrijvers die ze tegenkomt op de openingen en etentjes in downtown Manhattan: allemaal vinden ze het nodig Reno te vertellen wie ze is, wat ze moet doen, en, in bredere zin, hoe de wereld in elkaar steekt.
Mannen die dingen uitleggen
Wat die projecterende mannen betreft deed De Vlammenwerpers me denken aan het essay ‘Men Explain Things To Me,’ van de Amerikaanse schrijfster Rebecca Solnit. Daarin beschrijft Solnit een feestje waar de gastheer haar dingen uitlegt over de fotograaf Eadweard Muybridge. Dat Rebecca net een boek over Muybridge heeft geschreven, lijkt de man in kwestie niet te deren.
Wie het eenmaal heeft gelezen ziet mansplaining overal aan het werk
Die ervaring staat voor Solnit symbool voor iets wat zij al haar hele leven ondervindt: ‘Men explain things to me and other women, whether or not they know what they’re talking about.’
Natuurlijk, schrijft ze, zijn niet álle mannen zo, maar het gebeurt wel vaak genoeg om het als patroon te herkennen. ‘Uitleggende mannen,’ schrijft Solnit, ‘gaan ervanuit dat ik een leeg omhulsel ben dat gevuld moet worden met hun wijsheid en kennis.’
Sinds de publicatie van het essay, in 2008, is de Engelse taal een woord rijker: ‘mansplaining.’ Wie het eenmaal heeft gelezen, ziet mansplaining overal aan het werk – op feestjes en in vergaderzalen, bij De Wereld Draait Door en bij Pauw & Witteman.
Kushner is in Nederland
En ook in De Vlammenwerpers wordt dus veel gemansplaind. Bijvoorbeeld door de Engelse schrijver die Reno uitlegt hoe ze moet skieën, juist nadat ze verteld heeft dat ze vroeger op semi-professioneel niveau heeft geskied. Maar ook door Sandro, die zegt dat ze voorlopig niets hoeft te maken, omdat het voor een jonge vrouw al genoeg is om gewoon te zijn.
Kushner heeft een scherp oog voor deze genderverhoudingen, en toont de werking ervan – zonder bitter commentaar en met humor. Dit subtiele lijntje maakt een toch al rijke roman over inspiratie, kunst en historie nog rijker - en de moeite van het lezen meer dan waard.
Deze week is Kushner in Amsterdam ter gelegenheid van het verschijnen van de Nederlandse vertaling van haar roman. Morgen gaat ze met literatuurrecensent Joost de Vries in gesprek in Museum Werf ’t Kromhout in Amsterdam, en donderdag schuift ze aan bij de Seksistische Talkshow van Niña Weijers en Simone van Saarloos, in Odeon. Tijdens deze literaire avond voeren vrouwen het woord en mogen mannen in het publiek zitten – ‘omdat ze zulke mooie ogen hebben,’ zoals bij een vorige editie ludiek werd vermeld.
De rolverdeling tussen mannen en vrouwen zal niet de hoofdlijn vormen van het gesprek. Aangezien ook de Nederlandse kunstenares Sarah van Sonsbeeck te gast is, zal de avond eerder over kunst gaan, en kunstenaars – en het schrijverschap allicht. Ik ben benieuwd naar Rachel Kushners explanations.