Afgelopen september ging in de Bollenstreek, Amsterdam en Haarlem een experimentele voetbalcompetitie van start met drie alternatieve spelregels: de intrap (in plaats van de inworp), de selfpass (waarbij spelers een vrije trap op zichzelf kunnen nemen) en tijdstraffen (bij gele en rode kaarten).

Die competitie – de Future Rules Football League – was een uitvloeisel van van Sander IJtsma en mij en de reactie van voetbalblogger Teun Meurs op dat artikel. Sander en ik maakten ons hard voor een alternatieve strafschopregel; Teun had al ervaring met een toernooi met alternatieve regels. Zou het niet mooi zijn om die strafschopregel en enkele andere nieuwe regels te testen in een wedstrijd?

Die vraag mondde uit in   (FC Lisse-Quick Boys, november 2017), gevolgd door nog een wedstrijd (Fortuna Sittard tegen de Suriprofs, de  mei 2018). Beide trokken onverwacht veel belangstelling, behalve van allerlei media ook van de KNVB, die een groter experiment wel wilde ondersteunen.

En voilà: na enkele vergaderingen en ettelijke telefoontjes kon de Future Rules Football League (FRFL) van start, gespeeld door de Onder 23-elftallen van enkele grote amateurclubs uit het westen van het land. De vraag die we stelden was of de regels het voetbal sneller, eerlijker en aantrekkelijker zouden maken.

Acht maanden later is de competitie ten einde. Alle wedstrijddata zijn verzameld, de ervaringen van spelers, trainers en scheidsrechters zijn vastgelegd, en beide zijn vervat in een rapport dat gisteren werd gepresenteerd en op de KNVB Campus in Zeist, in aanwezigheid van onder anderen en hockeycoach Marc Lammers.

Meer zuivere speeltijd, minder ruw spel

En, wat leverde de competitie op?

Het is natuurlijk extreem makkelijk om zonder voorbehouden, nuances en inachtneming van de context, enkele snelle en sappige conclusies te trekken over de effecten van ‘onze’ spelregels op het spel.

Dus laat ik dat bij dezen doen.

  • De zuivere speeltijd – de tijd waarin de bal daadwerkelijk in het spel is – neemt onder de nieuwe regels toe. Bij wedstrijden uit de FRFL was er gemiddeld 65 minuten zuivere speeltijd; bij was dat 60 minuten. De verklaring ligt vermoedelijk bij de selfpass en de intrap, die een snelle hervatting van het spel vergemakkelijken. Met name ‘geselfpasste’ hoekschoppen leveren veel tijdwinst op.
  • De selfpass – waarbij een speler een vrije trap op zichzelf mag nemen, zie de video’s hieronder – verhoogt het tempo van het spel zelf nauwelijks. Dus: de bal komt wel weer sneller in het spel, maar het heeft geen snellere aanvallen tot gevolg. De mogelijkheid tot versneld spel bestaat wel, zoals de eerste video hieronder aantoont. In de praktijk gebeurde dat zelden, zoals de tweede video laat zien.
Vimeo
Overtreding, selfpass, doelpunt.
Vimeo
Een compilatie van selfpasses tijdens de Future Rules Football League.
  • De wedstrijden van de FRFL zijn eerlijker/sportiever. Er zijn minder serieuze overtredingen dan in controlewedstrijden. Dat komt vermoedelijk door de afschrikwekkende werking van de tijdstraffen – vijf minuten bij een gele kaart, tien minuten bij een rode kaart. Niemand wil vijf minuten met een man minder spelen.
  • De intrap – die de inworp verving – wordt door spelers, trainers, en scheidsrechters als zeer Inworpen kosten vaak tijd en leveren balverlies op, maar de intrap wordt als natuurlijker en voordeliger ervaren, zo blijkt uit de interviews die bij spelers, trainers en scheidsrechters zijn afgenomen.
  • Intrappen en vrije-trappen-met-selfpass zijn succesvoller dan inworpen en ‘ouderwetse’ vrije trappen. Ploegen blijven vaker in balbezit na een selfpass of intrap. De nieuwe regels zijn een voordeel voor de aanvallende partij.
Vimeo
Enkele voorbeelden van selfpasses tijdens de Future Rules Football League.

‘Ja, maar...’ – nuances bij de uitkomsten

Nu dan het voorbehoud, de nuance, en de context bij de uitkomsten van de FRFL. (Het hele rapport, met veel meer nuance, context, uitkomsten en een theoretisch kader, alles erop en eraan kortom, kun je lezen.)

De meest voor de hand liggende beperking is dat de FRFL een vriendschappelijke competitie betreft. Vriendschappelijke wedstrijden worden, de naam zegt het al, vriendschappelijker gespeeld dan gewone wedstrijden. Niet de tijdstraffen, maar de vrijblijvendheid verklaart de toegenomen fair play.

Ook is het mogelijk dat scheidsrechters aarzelen om tijdstraffen uit te delen, omdat dit een forse straf is die de wedstrijd zal beïnvloeden. Daarnaast weten we zeker dat sommige scheidsrechters in vriendschappelijke wedstrijden ‘milder’ fluiten, zoals enkelen in interviews stelden. Hoeveel welk aspect eraan bijdroeg, en wat het ‘echte’ effect is van de tijdstraf, is daarmee moeilijk te zeggen.

Een andere grote beperkende factor bij het interpreteren van de resultaten is de onbekendheid met de regels. De spelers die deelnamen aan de FRFL – een doordeweekse competitie – speelden in het weekend gewoon met officiële regels. Hun trainingen waren ook met de gewone regels. Daardoor raak je nooit helemaal gewend aan de alternatieve regels, en benut je ze dus ook niet optimaal.

Hetzelfde gold voor scheidsrechters: soms vergaten ze, vanuit een automatisme, dat een vrije trap snel met een selfpass mocht worden genomen en legden ze het spel stil. Samenvattend: als de wedstrijden niet volledig menens worden gespeeld – in officieel competitieverband dus – is het lastig te weten wat het effect zal zijn als het wel menens is.

Het nut van officiële experimenten met nieuwe spelregels

Nu is deze laatste constatering geen verrassing. De KNVB en mijn mede-initiatiefnemers en ik hadden dan ook het liefste een officiële competitie gebruikt als proeftuin. Dan trainen en spelen de ploegen fulltime onder de experimentele regels, en zal worden over de werking van de regels.

Alleen: zonder toestemming van de spelregelcommissie IFAB kun je niet zomaar andere regels hanteren in een officiële competitie/wedstrijd. En uit informele contacten met de IFAB werd duidelijk dat die toestemming er voor zo’n experiment niet zou komen.

Terwijl het toch zo zinnig lijkt om meer te experimenteren. Het stikt van de grote en kleine ergernissen onder spelers en toeschouwers over spelregels. Als je experimenteert met regels die deze ergernissen zouden kunnen wegnemen, weet je beter wat werkt en wat niet. En zo voorkom je plotse en riskante regelwijzingen, zoals in 1992 met de terugspeelregel – op basis van slechts één experimentje.

Aan ideeën voor mogelijke experimentele regels geen gebrek: niet praten tegen de scheidsrechter. Spelen met twee keer dertig minuten zuivere speeltijd. Of de strafschopregel veranderen – een onderwerp dat Sander IJtsma en ik in maart 2017 aansneden, maar   geen onderdeel werd van de Future Rules Football League. Of wat gebeurt er nu echt als je buitenspel afschaft?

En zo zijn er tal van regelexperimenten denkbaar. Laat maar weten in de bijdragen wat jij zou willen veranderen en getest zou willen zien.

Zijn meer experimenten haalbaar?

Maar is dat eigenlijk wel haalbaar – meer experimenten?

Een van de mensen die invloed heeft op deze zaken, was woensdagavond aanwezig bij de presentatie van de resultaten van de Future Rules Football League:  de jonge voorman van de spelregelcommissie Ik vroeg hem: vindt hij meer spelregelexperimenten zoals het onze een goed idee?

Zijn antwoord in het kort: jein. Ja en nee dus. De manier waarop Brud aanwezig was woensdagavond, maakt zijn ambigue houding duidelijk: hij was nieuwsgierig genoeg om aanwezig te zijn in Zeist, maar hij wilde niet aan een debat over de regels meedoen. Hij wilde voorkomen dat het zou kunnen lijken alsof de IFAB regels steunt en de conclusies deelt.

Enerzijds, zo legde Brud me uit, vindt hij een initiatief als de Future Rules Football League mooi: voetballiefhebbers die zich bekommeren over het spel. Ook vindt hij het nuttig: experimenten leveren de IFAB bruikbare data op. ‘[Zulke experimenten] geven ons voorinformatie om in te schatten of een officieel experiment zinvol is.’

De resultaten met de intrap lijken interessant om verder te onderzoeken

De resultaten van de intrap, waarover veel spelers en trainers enthousiast waren, zei Brud, vormen bijvoorbeeld een aanwijzing ‘dat [de intrap] interessant is om verder te onderzoeken’.

Anderzijds ziet de IFAB liever niet dat officieuze experimenten zoals het onze veel navolging krijgen. (De FRFL zit in een grijs gebied van wat de IFAB toestaat – geen officiële competitie, wel KNVB-geaccrediteerde scheidsrechters – en werd dus oogluikend toegestaan.) De reden?

‘Je krijgt chaos: die [bond] wil dat, die wil dat, en die wil dat’, zegt Brud. ‘Het is goed dat een klein aantal bonden steeds verder blijven denken, zoals de KNVB doet. Maar als meer bonden hun eigen experimenten gaan uitvoeren, dan wordt het ingewikkeld, en wordt het

‘Stel dat uit zo’n experiment blijkt dat een bepaalde regel goed lijkt te werken. Zo’n experiment creëert dan een druk, een bepaalde verwachting, dat die regel ook wordt ingevoerd. En dat willen we voorkomen. Want alleen omdat een regel in één land werkt, wil nog niet zeggen dat die regel ook in andere voetbalculturen werkt.’

Meer officiële experimenten dan? Dat ziet Brud ook niet direct zitten. De IFAB experimenteert al veel vaker dan vijf jaar geleden, zegt hij, maar er zit een limiet op. Want: ‘We moeten elk experiment goed opzetten: wat onderzoeken we, wie onderzoekt het, hoe onderzoeken we het? Dat moet je zorgvuldig doen, zodat je de juiste data verzamelt.’

Een spelregelexperiment, aldus Brud, moet je in diverse continenten uitvoeren. Want: de regels gelden overal, maar elke voetbalcultuur werkt anders. Maar zo’n deugdelijke, brede opzet, waar je het alleen maar eens kunt zijn, heeft weer een groot nadeel. Brud: ‘Als je ergens mee experimenteert, krijg je te maken met expectation management. Kun je dan nog wel terug? De deur is dan zo ver opengezet voor zo’n nieuwe regel, dat dat heel lastig wordt om te zeggen: we voeren hem toch niet in.’

Maar bovenal, zegt Brud, is er de afgelopen tijd al behoorlijk veel veranderd aan de spelregels. ‘Denk aan de handsregel, denk aan de VAR, denk aan de En er komen op het gebied van nog wat aanpassingen aan. Maar op een zeker moment moet je tijdelijk een rem op veranderingen zetten. Dan is het even genoeg.’

Puur toevallig bleek een dag na de presentatie van de FRFL-resultaten exact wat Brud bedoelde – hoeveel problemen nieuwe spelregels kunnen opleveren. Keepers moeten voortaan bij strafschoppen minimaal één voet op de doellijn houden. De videoscheidsrechter VAR controleert dat. Als de keeper geen voet op de lijn hield, en de bal gaat er niet in, dan moet de strafschop worden overgenomen. Op het WK in Frankrijk leidde dit al tot controversiële incidenten, toen een strafschop moest worden overgenomen.

Dit geval leverde zo veel controverse op, dat de Engelse Premier League aankondigde deze spelregel in het aanstaande seizoen Openlijke rebellie door de prominentste competitie ter wereld. En dus hing Brud de hele middag aan de telefoon met journalisten, om het besluit van de IFAB toe te lichten. De volgende dag zou niet anders zijn, zei Brud, waarna hij een werkelijk magnifieke zucht liet.

Meer lezen?

We moeten het over de strafschop hebben. Want die straf is veel te hoog Met Sander IJtsma maakte ik een analyse van het probleem van de huidige strafschopregel en deden we een voorstel voor een nieuwe strafschopregel. Lees het stuk hier terug Snapshot van het voetbal van de toekomst: meer zuivere speeltijd, meer lol voor de aanvaller Afgelopen december hielden we een tussentijdse evaluatie van de Future Rules Football League. Daar schreef ik iets over in dit artikel. Lees het stuk hier terug