Hoeren

Femke Halsema
Correspondent Samenleving & cultuur

‘Ik wilde niet weg,’ zegt actrice Veena Malik. ‘Pakistan is mijn land, ik had er een toekomst.’ Het mocht niet zo zijn. Voor de conservatieve moslims in haar land had Malik de ‘onvergeeflijke’ fout gemaakt mee te doen aan de Indiase realityserie Big Boss en daarin te zwemmen en te zoenen met een huisgenoot.

In een op de Pakistaanse tv sprak een moefti vervolgens een fatwa over haar uit, die zij moedig en eloquent pareerde. Sindsdien, nu ruim twee jaar, pendelt ze tussen Dubai en Bombay en leeft ze uit koffers.

Een paar weken geleden sprak ik haar in Bombay voor een documentaireserie over vrouwen in de islam. Ze voelt zich redelijk veilig, zegt ze, maar of ze ooit terug kan weet ze niet. Ze probeert niet haatdragend te zijn, hoe moeilijk dat ook is. De moefti heeft haar alles afgenomen, en dat niet alleen: hij heeft een storm tegen haar ontketend. ‘Elke dag,’ zegt ze, ‘word ik op internet uitgescholden en geïntimideerd. Ik word een hoer genoemd. Mensen schrijven dat ik het verdien om verkracht te worden. Mensen die ik niet ken. Alleen omdat ik een bikini draag en dwars ben.’ ‘Dat maakt me verdrietig,’ zegt ze, ‘ik ben een moslim én ik hou van entertainment.’

Helaas, de conservatieve islam en vrouwenonderdrukking horen bij elkaar als boven- en onderstukje, als vrouw en stofzuiger ( ). En terecht roept dat woede op, bijvoorbeeld bij de selectieve exotica-feministen waarbij emancipatieliefde gelijke tred houdt met islamhaat. Deze, meestal mannelijke stukjesschrijvers bij Elsevier, de Telegraaf, GeenStijl en De Dagelijkse Standaard hebben namelijk ongeacht hun nogal doorzichtige motieven, wel gelijk: de schending van vrouwenrechten is in een aantal islamitische landen ongeëvenaard. 

Dit gezegd hebbende is het mij vast vergund om een verwant, stekeliger onderwerp aan te snijden en op de warme belangstelling te mogen rekenen van diezelfde gelegenheidsfeministen. Toen de documentaireserie over vrouwen in de islam in de media werd aangekondigd werd ik in een blog een ‘nazi-islamitische hoer’ genoemd. De malloot die dit schreef wil ik verder geen aandacht geven, maar van een omschrijving als ‘hoer’ of ‘frigide trut’, vergezeld van de aanbeveling dat ‘ik eens goed genomen moet worden,’ kijk ik nauwelijks meer op.

Een aselecte steekproef op GeenStijl op de namen Neelie Kroes, Jeanine Hennis en haar ideologische tegenvoeter Mariska de Haas levert een schat aan ‘reaguurder’-wijsheden op: ‘stinkhoer met der dikke laag plamuur’, ‘VVD-hoer’, ‘rimpelkut’ enzovoort. Zonder instemming hebben deze vrouwen ‘een dubbele penetratie zonder glijmiddel’ of een ‘harde beurt met een bal in der bek’ nodig en moeten ze ‘op de knieën’. En dan zwijg ik maar over de harde, ongevraagde seks die vrouwelijke entertainers, of ze nou Sylvie Meis, Heleen van Royen of  Yvon Jaspers heten, zouden verdienen: ver voorbij het stadium van onschuldige, wat kreupele complimentjes als ‘lekker wijv’ of ‘goeie tiete’ waarmee op GeenStijl of op de site van de Telegraaf de vrijheid van meningsuiting wordt gevierd. 

Vrouwen die opvallen, verbazen of ergeren mogen blijkbaar in het gareel worden getrapt met seksuele beledigingen en vernederingen. Het is natuurlijk vloeken in de kerk, maar ik zie een verband tussen de woorden van de moefti en de eindeloze stroom vuilnis die over vrouwen wordt uitgestort op de platforms die nu juist bestrijding van de islam tot hun core business rekenen. In beide gevallen is sprake van een achterlijke seksuele moraal die zich uit in het vernederen en intimideren van eigenzinnige vrouwen.

Veena Malik gaf de moefti die haar voor hoer uitmaakte een superieur antwoord: ‘Zo spreek je niet over vrouwen, liefdadigheid begint thuis.’ Mij lijkt het zonde als haar wijsheid zich tot de islamitische wereld beperkt.