Hoe Feyenoord de (nu al) grootste kopkans van het jaar creëerde en verprutste
Ik ben terug van vakantie, en dit keer was het een echte vakantie, in die zin dat ik niet bezig was met werk. (Buiten enkele reacties op reacties op mijn stuk over vroeg specialiseren en laat specialiseren, dat in het begin van mijn vakantie online kwam.)
Wat ik dan wel deed: lezen. Minder dan ik had gehoopt, maar wel een paar artikelen (zie onder), enkele wetenschappelijke papers over talentontwikkeling (dat is leuker dan het klinkt), en een boek, Naked Statistics van Charles Wheelan, een introductie in de statistiek. Een aanrader: leesbaar, grappig, leerzaam.
De merkwaardige corner in Feyenoord-Sparta
Ik was dus precies op tijd terug om het begin van de Eredivisie te kunnen zien. En de eerste speelronde leverde een curieuze scène op. Zo vrij als Steven Berghuis van Feyenoord staat bij een corner tegen Sparta: dat zie je niet vaak.
Dit (screenshot hierboven) is de uitgangspositie voordat Orkun Kokcü de bal trapt. Sparta dekt deels zone (de ruimte) en deels de man (de sterke koppers van Feyenoord: Burger, Van der Heijden, Botteghin en Fer).
Maar als de bal wordt getrapt, lopen die sterke koppers niet naar voren, om de bal in te koppen, maar naar achteren, om ruimte te maken. Je ziet hierboven goed dat Botteghin en vooral Fer een paar meter van de goal af zijn gelopen. En waarom? Om ruimte te maken voor kleine, frêle, iele, verwaarloosbare niet-kopper Steven Berghuis.
In het eerste screenshot staat Berghuis nog met de handen in zijn zij. Hierboven heeft hij een vrije kopkans, midden voor de goal, op vijf meter afstand. En dan? Dan bewijst hij waarom hij geen aangewezen mandekker had, want hij weet de meest vrije kopkans die je dit seizoen zult zien tegen de paal te werken.
Het idee van Feyenoord was vermoedelijk om Sparta’s mandekking uit te buiten, om een één-tegen-één-situatie te creëren. Als alle vaste koppers van Feyenoord niets doen, dan doen hun mandekkers ook niets. Wat overblijft: een gevecht tussen de Feyenoorder die wel wat doet (Berghuis) tegen de speler van Sparta die hem al dan niet gaat dekken. En Mohamed Rayhi (nummer 8) ging Berghuis níét dekken, ik denk omdat hij met dit scenario geen rekening hield.
Bekijk de scène een paar keer, en het ziet er telkens gekker uit: alles en iedereen staat zo’n beetje stil, behalve Steven Berghuis, alsof hij de andere spelers op pauze heeft gezet. Slim van Feyenoord, of slecht van Sparta/Rayhi? Of een pleidooi voor zonedekking (want dit kan gebeuren bij strikte mandekking)? Kijk de scène bij FOX terug in de samenvatting, vanaf 2:15 minuut.
P.S. 1: Let op het rechterbeen van Kokcü nadat hij de bal raakt.
P.S. 2: Ik heb Sparta’s trainer Henk Fräser een mail gestuurd met de vraag hoe hij de situatie ziet, maar geen antwoord gekregen.
P.S. 3: Laat me weten hoe jij de situatie inschat.
Lees-, kijk-, luistertips
- The Athletic schrijft sinds deze maand ook over de Premier League en heeft de afgelopen maanden à la Real Madrid zwaar geïnvesteerd in min of meer bekende journalisten. Een voorbeeld is dit stuk van Raphaël Honigstein met Peter Krawietz, de assistent/tegenstanderanalist van Liverpools trainer Jürgen Klopp, die bij zijn oude werkgever Borussia Dortmund de bijnaam Das Auge had, Het Oog. Michael Cox en Sam Lee over Manchester City's verdediging is ook de moeite. (Achter de betaalmuur.)
- Het Duitse Sportschau had een mooie uitzending over spelersmakelaars. Met daarin ook Christian Heidel, de voormalig technisch directeur van Schalke over wie ik eerder schreef. In maart stapte hij op bij Schalke, maar buitenlandse spelersmakelaars hebben dat gemist, kennelijk. 'Nog elke dag krijg ik spelers aangeboden.'
- Rory Smith schreef over het werk van Sevilla's technisch directeur Ramón Rodríguez Verdejo, beter bekend als Monchi. Sevilla doet het al jaren goed op de transfermarkt, en dat moet haast wel het werk van Monchi zijn, dacht Smith. Een halfuur kreeg hij hem te spreken, en er staat er eigenlijk niets bijzonders in het stuk, in de zin dat Monchi behalve hard en logisch werken weinig opmerkelijks doet. Toch boeit het. Een professional laten vertellen hoe hij/zij zijn/haar dagelijks werk doet, en dat met vaart opschrijven, blijft wat mij betreft een prima recept voor een verhaal – ook als het onderwerp niet alles of zelfs veel wil vertellen.
- Patrick Eibenberger, kracht- en conditietrainer van Borussia Mönchengladbach (ex-Red Bull Salzburg), gaf een TED Talk in Innsbruck. Hij is een beetje nerveus – logisch, want wat een hel is het format voor de spreker – maar interessant is het wel.
- Jane Mayer van The New Yorker schreef een prachtig verhaal over de #MeToo-beschuldigingen tegen Al Franken, een Democratisch politicus. Eind 2017 – #MeToo was zich volop aan het ontwikkelen – volgden enkele beschuldigingen aan Frankens adres zich snel op. Van een afstandje leek het duidelijk: foute boel. Franken verweerde zich onhandig, en twee weken later stapte hij gedwongen/vrijwillig op. Mayer hield de beschuldigingen tegen Franken tegen het licht, en er blijft weinig van over. De slogan/gedachte '(Always) Believe the Victim', die begrijpelijkerwijze opkwam omdat zo weinig gevallen van seksuele intimidatie leidden tot veroordelingen, blijkt hier toch geen beste raadgever. ( Lees hier een kritiek op Mayers stuk, van Matthew Yglesias, dat ik vrij vreemd vond. Het komt erop dat Frankens aftreden goed was voor zijn partij en dus de juiste keuze.)
- Het deed me denken aan de drie laatste afleveringen van Malcolm Gladwells podcastserie Revisionist History. Dat drieluik gaat over een oude manier om naar de wereld te kijken: Jezuïtische casuïstiek. De kern: niet alle problemen laten zich oplossen aan de hand van principes. Bepaalde problemen, nieuwe problemen, moet je van geval tot geval behandelen. Dit seizoen van Revisionist History vind ik zelf niet supersterk, maar de derde aflevering van dit drieluik wel, over een jongeman die wordt neergeschoten door een groep politieagenten.
- Collega Rutger Bregman bekritiseerde overigens (terecht) op Twitter de reclames in Gladwells podcast. Niet omdat het reclame is, maar omdat Gladwell en anderen (ook Michael Lewis bijvoorbeeld, die dolenthousiast is over een tandenborstel) ze inspreken alsof ze er gek op zijn. En dat terwijl sommige reclames vrij overduidelijk misleidend en onwaar zijn, zoals de claims die Gladwell maakt over een thuisalarmsysteem.
- Dit interview met acteur Nicholas Cage is een van de vreemdste en grappigste stukken die ik dit jaar las.