Hoe slim is kunstmatige intelligentie?
‘Stop toch eens met het AI noemen’, snauwde een vriend, data-analist bij een multinational, toen ik hem vorige week sprak. ‘Niemand noemt het zo.’
Het is een reactie die ik vaker tegen ben gekomen de afgelopen weken in gesprekken die ik voerde over kunstmatige intelligentie (AI). Experts reageerden niet per se geërgerd, maar wel laconiek als ik vroeg: ‘Wat is AI?’
Er werden schouders opgehaald, er werd gegniffeld en soms kreeg ik hakkelend een definitie. Maar de kern was bijna altijd: AI, tja...
Een onderzoeker vertelde dat hij zijn onderzoeksveld een paar jaar geleden niet ‘AI’ zou hebben genoemd, maar nu doen velen dat wel. Het waren vooral de journalisten die die term overal op wilden plakken.
Een ondernemer vertelde dat hij tegen zijn investeerders zei dat hij AI gebruikte, maar ach, vaak waren het vrij eenvoudige statistische modellen die hij gebruikte.
En die vriend van mij, die geïrriteerd was dat ik het woord gebruikte, die had het liever over machine learning. Want dat is waar bijna alle AI-berichtgeving over gaat, over machines die iets leren zonder precieze commando’s te krijgen.
Vragen, vragen, vragen
Na al die gesprekken besloot ik de schade op te maken in een artikel: ‘Iedereen heeft het over kunstmatige intelligentie. Maar wat ís het?’ Is er een goede definitie te vinden? Wat zijn neurale netwerken? En gaan robots de wereld overnemen?
Het zijn vragen die op zijn minst een eigen artikel verdienen, dus ik laat het zeker niet bij dit ene stuk. Ik zal nog wel even blijven schrijven over AI en over de vraag – die velen van jullie in de bijdragen stelden – ‘Wat is intelligentie?’
Laat me vooral in de bijdragen onder het stuk weten wat jij graag zou willen lezen over AI. En lees vooral ook de bijdrage van oud-onderzoeker Daan Vreeswijk, die goed uitlegt waarom het zo lastig is om het spel go door een computer te laten spelen (en hoe het programma AlphaGo er toch in slaagde om te winnen van de wereldkampioen).
This White Person Does not Exist
Het beeld bij het stuk komt van This Person Does not Exist, waar ik eerder over schreef. Door middel van machine learning genereert een programma beelden van mensen die niet bestaan.
Met developer Joeri Bakker en beeldredacteur Lise Straatsma vernieuwde ik eindeloos de site, afwisselend hard lachend om de fouten die gemaakt worden en onder de indruk van de realiteit van de gezichten.

Maar na een tijdje ging ons iets opvallen: er kwamen wel heel veel witte mensen langs. Had het programma misschien last van vooringenomenheid, een probleem waar ik nota bene over schrijf in het stuk?
Ja, bleek toen ik navraag deed bij de man achter de website. Het programma is getraind op een dataset van 70.000 foto’s van het platform Flickr. En die zijn niet bepaald representatief voor de hele wereldbevolking.
Een veelvoorkomend probleem, dat er bijvoorbeeld toe leidt dat zelfs de beste gezichtsherkenningsprogramma’s witte mensen beter herkennen dan zwarte.
Zo slim is AI dus ook weer niet.
Tot slot...
...staat er weer een nieuwe aflevering online van Het bestbeluisterde boek ooit (met deze titel)! Deze week: oorzaak en gevolg, en de dubieuze praktijken van de tabaksindustrie.