Wat moet je Matthijs de Ligt nog leren over tactiek? Best wel wat, aldus Matthijs de Ligt
Vooraf: ik was bijna een week ziek, dus vandaar dat ik nog even geen nieuwe verhalen heb gepubliceerd.
In de tussentijd zat ik wat te denken over de rol van tactiek in het voetbal. Eerst was er Matthijs de Ligt – die op zijn achtste in de jeugdopleiding van Ajax terechtkwam - die aan Voetbal International vertelde dat hij bij Ajax vooral ‘op gogme’ verdedigde. ‘[I]k deed gewoon wat ik dacht.’ Bij zijn nieuwe club Juventus hoopt hij tactisch bij te leren.
En toen was er FC Groningens Azor Matusiwa – die zijn hele jeugd bij Ajax speelde – die vertelde dat hij nog nooit met zoneverdediging had gespeeld (maar wel met mandekking). Dat lijkt toch een vrij basaal tactisch concept – hoe kan hij er nog nooit mee hebben gespeeld of er uitleg over hebben gekregen?
Misschien is tactiek ook iets wat je deels onbewust toepast, maar opvallend vond ik de uitspraken wel
Misschien is tactiek ook iets wat je deels onbewust toepast, en in zijn eerste expliciete tactische bijles bij Juventus leerde De Ligt naar eigen zeggen niets nieuws, maar opvallend vond ik de uitspraken wel. Gezien Ajax’ roem om zijn technisch en tactisch hoogstaande opleiding, en gezien De Ligts intelligentie (Matusiwa ken ik nauwelijks), zou je verwachten dat hij óól bewust bekwaam is. (Het lijkt nu zelfs andersom te zijn: De Ligt is zich bewust van zijn onbekwaamheid.) Misschien kan hij er nog eens meer over vertellen.
Ik moest er ook aan denken toen ik Diego Maradona zag, de documentaire over, nou ja, Diego Maradona. (De film is een absolute kijktip.) Zou Maradona ooit willens en wetens een tactische opdracht hebben uitgevoerd? Tussen het cocaïne snuiven en het ontsnappen aan fans en media – Diego’s voornaamste bezigheden in de film – kan er nauwelijks tijd en concentratie zijn geweest om zich daarmee bezig te houden. Of was dat in die tijd nog niet nodig? En in hoeverre is het nu wel nodig?
Vragen, vragen.
Spelregelcolumns en spelregelfilms
Ik zag ook een andere film: Infinite Football, een bekroonde en geroemde Roemeense documentaire over een ambtenaar met een loeisaaie baan die zijn vrije tijd de spelregels van het voetbal wil veranderen. (Hij voelt zich als Clark Kent: van 9 tot 5 nutteloos, daarbuiten Superman.) Een wonderlijke film.
De VAR is geïntroduceerd in de Premier League, en het voelt een beetje als Groundhog Day: in Engeland vinden exact dezelfde discussies plaats als bij ons in de eerste maanden.
Het levert boze en mooie en onterechte stukjes op – en stukjes die dit alles combineren. Ken Early – de schrijver van dit magistrale stuk over het moois dat modern voetbal brengt – klaagt bijvoorbeeld dat de VAR in naam een assistent is, maar in de praktijk de baas. De VAR corrigeert niet alleen duidelijke (‘clear and obvious’) fouten, zoals het criterium luidt, hij doet veel meer, aldus Early.
Case in point: de afgekeurde goal van City in blessuretijd. De handsbal van Aymeric Laporte, die leidde tot balbezit van Gabriel Jesus, die daarop scoorde, was verre van ‘clear and obvious’ – en toch greep de VAR in. Ziedaar de ‘zinloze pedanterie’ van de VAR, aldus Early. Ofwel: het overschrijden van zijn mandaat.
Hoe fraai geschreven ook, toch gaat Early hier – clear and obvious, hehe – de fout in. De VAR bleef hier wel degelijk binnen zijn mandaat; niet omdat het ging om een ‘clear and obvious’ error, maar om een ‘missed incident’, zoals in de regels beschreven. Ofwel: volgens de regels correct. Dan kun je nog steeds de regels niks vinden, maar dan moet je weer bedenken dat dit soort incidenten zeer zeldzaam zijn, net zoals VAR-ingrepen in het algemeen zeldzaam zullen zijn.
Nu gun ik iedereen zijn afkeuring van de VAR, ik ben zelf geen groot fan, maar de angstbeelden die worden opgeroepen, lijken me overtrokken. Het is denk ik een beetje zoals met de introductie van ‘beste reizigers’ door de NS. Korte maar hevige ophef, waarna het business as usual wordt. In voetbaltermen: gezeik op de VAR zal blijven, maar dat gezeik zal niet significant groter zijn dan het gezeik op de scheidsrechter vóór de VAR.
Lees-, kijk-, luistertips
- De discussie over de mogelijkheden en onmogelijkheden van training – in jargon: deliberate practice – gaat door. The Guardian schrijft over nieuw onderzoek van Brooke Macnamara, die al eerder kritiek leverde op studies van Anders Ericsson. Tl;dr: Ericsson denkt dat je met training heel ver kunt komen, en dat dit het verschil is tussen heel goed en verschrikkelijk goed; Macnamara denkt dat het een veel kleiner deel verklaart. Ergens dit jaar probeer ik hierover de diepte in te gaan.
- Ross Tucker nam met Mike Finch een uitstekende podcast op over talentherkenning en talentontwikkeling. Er zitten wel wat (ogenschijnlijke) inconsistenties en versimpelingen in – geen misdaad overigens – maar Tucker en Finch geven een prima overzicht van enkele ideeën in (sorry) 'het veld'.
- ESPN schreef over onderzoek naar de financiële kosten van sport voor kinderen in de Verenigde Staten. Dit is een thema dat ik de komende maanden zeker meeneem. In hoeverre bepaalt wat in beleidskringen 'SES' wordt genoemd – sociaal-economische status, of je ouders wel of niet genoeg geld hebben dus – sportsucces?
- De site Cano Football vertaalde het interview dat 90 Minutes had met Pep Guardiola in vier delen. Deel 1 staat hier , de overige delen van het interview vind je onderaan het stuk.
- The Athletic publiceerde in drie delen een interview van Raphael Honigsteins interview met Liverpools assistent-trainer Peter Krawietz. Deel 1, deel 2, deel 3.
- De Wall Street Journal schreef over een jongensboek. Een amateur mocht in de pauze van een MLB-wedstrijd een paar ballen in een snelheidsmeter gooien, en bleek harder te kunnen gooien dan menig profpitcher, zonder ogenschijnlijke training. Niet veel later contracteerden de Oakland Athletics hem.
- Rutger Bregman heeft binnenkort een nieuw boek uit, en het eerste hoofdstuk staat inmiddels online. In Rutgers stuk staan verwijzingen naar twee verhalen die ik al kende uit een geweldige podcast en een geweldig artikel: Revisionist History over de collectieve hysterie over zogenaamd vervuilde Coca-Cola in België, en de New York Times over de hysterie over vermeende wantoestanden in New Orleans na Katrina. In beide gevallen creëren media – zie ook: de VAR – een angstaanjagend beeld van de werkelijkheid dat niet klopt.
- Ik zag deze week de schitterende documentaire Three Identical Strangers, over een drieling die bij geboorte werd gescheiden waarna de broers los van elkaar werden geadopteerd. Twee van hen komen elkaar op hun negentiende per toeval tegen, waarna ze wereldnieuws worden en ook de derde drieling zich meldt. Een feel-good-verhaal, zo lijkt het aanvankelijk. Dat is tenminste het voor de hand liggende verhaal voor kranten en televisie: wat geweldig dat jullie elkaar hebben gevonden! En wat hebben jullie allemaal gemeen? Aan de oppervlakte veel. Maar daaronder? Niet zo veel, blijkt naarmate de ongelooflijke documentaire vordert.
P.S. Heb ik iets lezenswaardigs gemist? Stuur het me, en ik tip het volgende week.