Dit is het slechtste zelfhulpboek aller tijden – en toch moet je het lezen
Striptekenaar Randall Munroe, bekend van zijn absurdistische cartoons met stokpoppetjes, schreef ‘het minst nuttige zelfhulpboek ter wereld’. Waarom we het dan toch moeten lezen? Ik vroeg het hem.
Stel: een drone vliegt boven je hoofd. Misschien is ergens in de buurt een huwelijk, of is een fanatieke sporter zichzelf van boven aan het filmen.
Wat als je de drone wilt vangen?
Je kunt een schepnet gebruiken.
Je kunt een roofvogel inschakelen.
Maar je kunt natuurlijk ook gewoon aan Serena Williams vragen of ze de drone uit de lucht wil slaan met een tennisbal.
Dit is wat Randall Munroe deed voor een hoofdstuk uit zijn nieuwe boek Hoe dan? Hij wilde weten of je met sportspullen een drone uit de lucht kon halen. Dus hij nam contact op met Williams, misschien wel de beste tennisster aller tijden.
Tot zijn verbazing wilde Williams meedoen. Haar man had nog een oude drone liggen. De eerste bal was mis. De tweede ook. Maar de derde raakte een propeller. Nog even tolde het vliegtuigje rond en stortte toen ter aarde.
Een boek vol slechte ideeën
‘Dit is een boek vol slechte ideeën’, schrijft Munroe aan het begin van Hoe dan?, dat op 3 september verschijnt. De 34-jarige Amerikaan bouwde ooit robots voor NASA, maar ging vanaf 2006 fulltime aan de slag als striptekenaar.
Zijn webstrip xkcd – met de kenmerkende stokfiguurtjes – behandelt uiteenlopende onderwerpen: van daten tot spreadsheets, van Tsjernobyl tot gastro-enterologie. Maar alle stripjes hebben één ding gemeen: ze zijn lekker nerdy.
Munroe groeide al snel uit tot een cultheld – met merchandise, een speciale website die elk van zijn stripjes uitlegt en fans die zijn tekeningen in het echt nadoen. Munroe’s boek Wat als? uit 2014 werd een bestseller en in 2015 verscheen Dingen uitlegger.
En nu dus: Hoe dan? – een boek over alledaagse problemen. In korte hoofdstukken, geïllustreerd met zijn bekende stokfiguurtjes, zoekt hij oplossingen voor vragen als: Hoe verhuis je? Hoe speel je piano? Hoe maak je een selfie?
Nou ja, ‘oplossing’ is niet het goede woord. Bij de vraag hoe je een poolparty organiseert, rekent Munroe uit hoe je van gruyèrekaas een zwembad kan bouwen. Wil je weten hoe je een rivier over moet steken, dan lees je hier hoe je met miljoenen fluitketels het water kunt laten verdampen. En wil je op tijd komen op een afspraak, dan adviseert het boek je het concept van tijd aan te passen.
Door de absurditeit en de vrolijke tekeningen voelt het boek vederlicht, maar toch leer je veel. Over raketten, over vlinders, over geschiedenis. En je leert vooral om met de onverzadigbaar nieuwsgierige blik van Munroe naar de wereld te kijken.
Ik sprak Munroe over zijn boek in een Skype-gesprek.
Hoe je dingen gooit
Wat hebben we aan een boek vol slechte ideeën?
‘Om te beginnen is het leuk. Ik denk dat waarschijnlijk elk idee dat ik ooit in een Looney Tunes tekenfilm heb gezien een slecht idee is, maar het is toch leuk om te kijken wat er gebeurt.’
‘Maar het is ook leuk omdat een slecht idee je op een onverwachte plek brengt of je iets cools leert dat je niet had verwacht. Natuurlijk zou ik het niet altijd zelf doen, maar erover nadenken maakt de gevolgen beter te begrijpen.’
Tsja, je zou zelf niet zo snel een zwembad bouwen van Zwitserse kaas. Maar zijn er dingen die je wel hebt uitgeprobeerd?
‘De meeste niet. Ik schrijf zelfs over doodnormale dingen die ik zelf nauwelijks heb gedaan. Er is een heel hoofdstuk over skiën, maar ik heb in mijn hele leven nog nooit geskied. Ik ben opgegroeid in het zuiden van Virginia, daar zijn niet bepaald veel bergen of sneeuw.’
‘Maar in een paar gevallen wilde ik weten of ik gelijk had en de makkelijkste manier was om het gewoon te proberen. Er is een hoofdstuk over ‘Hoe gooi je dingen?’, waarvoor ik een belachelijk eenvoudig model heb bedacht. Die formule bleek best goed te voorspellen hoe ver atleten sportprojectielen [zoals een honkbal, SB] zouden gooien.’
‘Toen dacht ik: dat betekent dat ik van alles in die formule kan gooien. Hoe ver zou iemand een blender kunnen gooien? Dus een vriend en ik haalden allerlei objecten uit zijn kelder: een fietswiel, een decoratief houten blok dat als deurstopper diende, een fles water en een paar lichte voorwerpen zoals een pingpongbal. We gingen een veld in om te zien hoe ver we ze konden gooien en checkten de afstand met de voorspelling van de formule. Dat zat er best dichtbij.’
Orcs gaan niet opzij
Je zei dat het uitzoeken van slechte ideeën je nieuwe dingen kan leren. Wat is het coolste dat je hebt geleerd bij het schrijven van dit boek?
‘Het is een beetje zot, maar ik was nieuwsgierig naar die scène in Return of the King [de derde Lord of the Rings film, SB] waarin paardrijders door een massa orcs stormen en eindeloos doorgaan. Ik vroeg me altijd al af of dat echt kon of dat ze zich uiteindelijk zouden vastlopen.’
‘Ik vond het geweldig dat ik door dit boek een excuus had om dat uit te zoeken, om de berekening te maken en erachter te komen: Nee, een paard kan niet zo’n hoge snelheid volhouden als het galoppeert door een menigte orcs.’
Wat een teleurstelling.
‘Ja, maar het is belangrijk om te weten als je ooit op een paard een leger orcs wilt aanvallen.’
Wat moet ik dan wel doen als ik een orcleger tegenkom?
‘Je kunt het best de ring in een vulkaan gooien in plaats van al die orcs een voor een aan te vallen. Maar als je ergens moet komen en het is toevallig aan de andere kant van een menigte orcs, dan kun je er maar beter omheen gaan.’
Of je kunt landen op een skischans of onderzeeboot
Wat is je favoriete hoofdstuk?
‘Ik denk mijn interview met de astronaut en testpiloot Chris Hadfield, die ik sprak voor het hoofdstuk ‘Hoe maak je een noodlanding?’ Ik was niet van plan om het als een vraaggesprek op te schrijven, maar zijn antwoorden waren zo pittig en beknopt.’
‘Mijn eerste vraag was hoe je kunt landen als je alleen maar landbouwgrond ziet. “Op welk gewas kun je dan het best mikken?” vroeg ik, om eraan toe te voegen: “Ik weet dat mijn vragen belachelijk zijn.” En toen zei hij “Nou, dat is helemaal geen belachelijke vraag. Ik vlieg met kleine vliegtuigen en dit is iets waar we altijd over nadenken.” En hij begon alle gewassen op te noemen waarop je kunt landen en in welke tijd van het jaar.’
‘Met sommige vragen had hij meer moeite dan ik had verwacht. Ik vroeg of je kon landen op een skischans en daar twijfelde hij het meest over. Maar toen ik vroeg of je op een onderzeeboot kon landen, zei hij “Oh, natuurlijk, bedenk gewoon dat het een korte erg natte landingsbaan is.”’
Een lavagracht tegen mieren
Hoe kom je aan je vragen?
‘Soms bedacht ik voor een eenvoudige taak alle interessante manieren om het te doen en keek ik welke grappig waren. Ik bedenk een heel slechte manier om iets te doen en bedenk dan wat er allemaal zou kunnen gebeuren.’
‘Maar in andere gevallen kwam ik heel interessant onderzoek tegen dat ik wilde delen. En dan bedacht ik: “Hoe kan ik dit toepassen op een normale huishoudelijke taak?”’
‘Ik ging bijvoorbeeld een keer naar een lezing over de migratie van vlinders en waar ik steil van achterover sloeg was dat de distelvlinder bij de migratie tussen Europa en Centraal-Afrika de hele Sahara non-stop oversteekt. Die hele woestijn over, zonder pauzes voor nectar, geen eten, al die duizenden mijlen in één lange sprint!’
‘Dus ik vroeg me af: “Als je iets over de Sahara wil sturen, zou je dan een vlinder kunnen gebruiken?” Ik gebruikte dat voor het hoofdstuk “Hoe verstuur je een bestand?” Je kunt zo’n vlinder labelen met een computerchip met een beetje geheugen erop.’
Soms benaderen mensen je met een bepaalde vraag, toch? Zoals bij ‘Hoe leg je een lavagracht aan?’.
‘Een man stuurde me op een dag een bericht. Hij woont in een plattelandsgebied en had al heel lang last van mieren in zijn huis. Dus hij vroeg: “Ik wil gewoon iets om mijn huis heen waarvan ik zeker weet dat het alle mieren tegenhoudt. Ze kunnen zeker niet over lava heen kruipen, toch? Hoe duur zou dat zijn?”
‘Ik was best verbaasd dat een lavagracht niet zo duur was als ik dacht. Als een miljardair – supermiljardair misschien – kun je het best betalen, het was iets van 30.000 dollar per dag. Er zijn duizenden potentiële slechte miljardairs of duivelse genieën die dat zo kunnen betalen.’
Niet robots zijn potentieel gevaarlijk, maar de mens achter de knoppen
Wat vind je van de ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie (AI) van de afgelopen jaren?
‘Ik heb het gevoel dat er altijd veel claims worden gemaakt over hoe op elk moment AI een grote doorbraak zal hebben, waarbij we denkende schepsels creëren waarmee we omgaan als gelijken of vijanden. Het lijkt altijd op het punt staan te gebeuren, maar tot nu toe is dat niet het geval geweest.’
‘Ik maak me meer zorgen over de mensen die de macht krijgen dankzij deze technologieën. Het enge aan drones is niet dat de robots ons gaan beheersen vanuit de lucht en dat wij moeten doen wat ze zeggen, het enge is dat er mensen zijn die die robot besturen met een druk op de knop. Dat is niet per se beter of slechter, maar het is wel een ander probleem.’
Als je een hoofdstuk zou schrijven ‘Hoe bouw je een superintelligente robot?’, hoe zou je dat doen?
‘Het eerste wat ik zou doen is contact opnemen met Kate Darling, de robot-ethicus die ik sprak voor het hoofdstuk over Serena Williams. Zij denkt veel na over hoe mensen zich tot robots en computers verhouden.’
‘Ik vind het persoonlijk al lastig genoeg om me te verhouden tot andere mensen, die dezelfde hersenen hebben als ik. Misschien was het moeilijkste hoofdstuk om te schrijven dat over hoe je vrienden kunt maken. Ik heb daar allerlei interessant uitzoekwerk voor gedaan, maar toch, ik worstel daar net zo mee als iedereen.’
‘Dus wat ik denk over superintelligentie: “Die technici die de Go robot bouwen, wat doen zij? Wie is de baas over hun projecten? Hoe voelen ze zich over hun werk? Het lijkt me veel logischer om naar de mensen erachter te kijken dan naar de technologie zelf.’
Schrijf je daarom ook aan het eind van het hoofdstuk over Serena Williams dat je beter kunt mikken op de mens met de afstandsbediening dan op de drone zelf?
‘Ja. Ik vroeg haar trouwens na afloop wat ze van mijn idee vond om drones neer te halen met een tennisbal. Ze antwoordde: “Best wel een slecht idee.”’