Deze ontruimde camping was een paradijselijk broeinest van ellende

Vera Mulder
Correspondent Emotie
Foto: Merlin Daleman

Voor sommige vaste gasten was camping Fort Oranje een paradijsje in Noord-Brabant. Maar het was ook een park waar criminelen onderdoken en waar gemeenten en justitie hulpbehoevenden en ex-gedetineerden heen stuurden. De camping werd zo het symbool voor een tekortschietende overheid.

Als de gemeente Zundert in juni 2017 aankondigt familiecamping Fort Oranje te gaan ontruimen, ontdekken Louise Schneider en haar collega’s van de gemeente en politie opeens overal gaten in het hekwerk. Repareren ze er een, zitten er de volgende ochtend twee nieuwe. 

Schneider werkt voor de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en voert het woord namens de gemeente en de plaatselijke hulpdiensten sinds de situatie op het vakantiepark dusdanig was verslechterd dat die ging heten. Jargon voor ‘grote, regio-overstijgende crisis’.

‘Fort Oranje moest stoppen’, zegt Schneider, ‘anders waren er mensen aan onderdoor gegaan.’

Meteen na de aankondiging verschijnen de eerste gaten. De gemeente belooft de bewoners van de camping namelijk: we gaan ontruimen, maar we regelen zorg en vervangende woonruimte voor alle bewoners die dat nodig hebben. Het aantal campingbewoners in een paar weken tijd. Zeshonderd mensen sluipen Fort Oranje op en doen alsof ook zij er wonen, hopend op hulp.

Volgens Schneider waren er twee redenen voor de ontruiming. Het helpen van tientallen kwetsbare gezinnen die er onder erbarmelijke omstandigheden woonden. En het neerslaan van zogeheten een term die de politie gebruikt wanneer sprake zou zijn van een situatie waarin de boven- en onderwereld met elkaar vermengd raken en bewoners en bestuurders worden bedreigd en afgeperst.

Fort Oranje illustreert perfect welke situaties ervoor kunnen zorgen dat mensen permanent verblijven op een vakantiepark: schulden, woningnood of simpelweg het verlangen niet gevonden te worden. En gemeenten, maatschappelijke organisaties en de Dienst Justitiële Inrichtingen hielden de situatie actief in stand door er hun probleemgevallen

Diepgewortelde politieke en maatschappelijke problemen die zich allemaal tegelijk manifesteerden op 24 hectare camping, zevenhonderd staanplaatsen groot.

Foto: Merlin Daleman

Hoe het park verloederde

In de jaren tachtig en negentig was Fort Oranje een Er verbleven permanent gasten, maar de meeste mensen waren er alleen in het weekend: stadsmensen met een camper of chalet op het Brabantse platteland.

In 2002 kocht Cees Engel, toen nog een omstreden pandenbaas in Rotterdam, de camping. Vanaf 2004 ontving de gemeente Zundert meldingen over onrust en criminaliteit op het terrein. Vanaf 2009 vonden er geregeld grote controles plaats door de gemeente, politie en Belastingdienst.

Vanaf 2012 liepen er meerdere rechtszaken tussen Engel en de gemeente. Criminaliteit, vechtpartijen, schrijnende armoede: het aantal misstanden op Fort Oranje bleef toenemen, tot de burgemeester van Zundert op 9 juni 2017 tijdens een persconferentie aankondigt dat de camping moet sluiten.

In reactie daarop kondigt campingeigenaar Cees Engel aan dat hij dan zelf gaat stoppen met de camping – en snel ook: op 3 juli, dreigt hij, gaan het gas, het water en de stroom eraf voor alle bewoners. Hierop besluit de gemeente het beheer van de camping over te nemen en een jaar uit te trekken voor de ontruiming, veld voor veld.

Het verhaal van Fort Oranje staat voor de vakantieparkenproblematiek

Fort Oranje toont hoe moeilijk het is om een eenmaal verloederd vakantiepark weer op de rit te krijgen – inclusief de bewoners. Want binnen datzelfde verknipte hekwerk zaten ook mensen die helemaal niet weg wilden. Die hun persoonlijke paradijs hadden gebouwd tussen de Zundertse weilanden en zich het slachtoffer voelen van ongenuanceerd ingrijpen van de instanties. 

Fort Oranje is nu twee jaar dicht en één jaar leeg, de ontruiming van het terrein besloeg in totaal een jaar. In de afgelopen twee jaar verwerd de naam zowel tot voorbeeld – in de aanpak voor andere gemeenten met probleemcampings – als tot schrikbeeld – voor gemeenten, mensen die zelf op vakantieparken wonen of er een uitbaten. 

In Zundert en omstreken zijn tientallen mensen nog altijd bezig met dit inmiddels ultieme symbool van vakantieparkenproblematiek. 

klagen de gemeente nu aan alle kanten aan: die zou te lomp, te hardhandig en bovendien onrechtmatig hun terrein hebben platgegooid. De gemeente eist ook nog eens dat de familie Engel de miljoenen euro’s die dat gekost heeft zélf ophoest, maar de familie Engel vindt op haar beurt dat de gemeente hun een paar miljoen verschuldigd is. Er lopen tig rechtszaken over. 

Een deel van de gasten zit nog steeds achter spullen aan die zijn verdwenen of vernield, of heeft nog altijd geen vervangende woonruimte gevonden.

De slag om Fort Oranje is verre van voorbij.

Foto: Merlin Daleman

De oud-beheerder mist Fort Oranje nog elke dag

Het Oranje Legioen, zo noemen ze zichzelf. Ze woonden samen op Fort Oranje. Na de ontruiming hielden ze contact, want ze werken allemaal bij het rioolbedrijf van Jimmy van der Bleek, die op de camping woonde en werkte als beheerder en dat nog elke dag mist. Op het Zundertse bloemencorso verschenen ze in Fort Oranje-shirts – Op vrijdagavond drinken de mannen bier. Vanavond bij iemand uit de groep die na wat omzwervingen een opknaphuis net over de grens met België heeft gevonden. 

Na de sluiting op 22 juni 2017 stelde de gemeente een avondklok en registratieplicht in op de camping, om te voorkomen dat nieuwe mensen het terrein op slopen of dat er mensen terugkeerden die al ontruimd waren. Had je geen ID-kaart bij je en probeerde je toch het terrein op te komen, dan werd je ingerekend door de politie. Meerdere oud-bewoners hielden er een strafblad aan over. 

Van der Bleek herinnert zich die periode vooral als chaotisch: ‘Vrouw in paniek, kinderen bang. Ik erken ook wel dat er dingen aan de hand waren, maar de camping was zo groot als een woonwijk en in welke woonwijk is er nooit wat aan de hand? Wij hebben nooit iets misdaan. Tijdens een eerdere rechtszaak kregen we een lijst te zien met alle incidenten waar de hulpdiensten op hadden gereageerd, dat was dan bewijs dat het er heel slecht ging. Maar op die lijst stonden ook mensen die ziek waren en een ambulance hadden gebeld – wat heeft dat met criminaliteit te maken?’

Zelfs de kont van mijn paard is gefotografeerd

‘Ik heb bezwaar aangetekend tegen de ontruiming, maar het bleef klinken als: iedereen moet weg, gewoon wegwezen.’ Zo ook de dieren die Van der Bleek op het vakantiepark hield. ‘Die moest ik allemaal op gaan halen, dat heeft een kapitaal gekost. Mijn spullen werden allemaal gefotografeerd, zelfs de kont van mijn paard is gefotografeerd.’

Niet iederéén had het er slecht, maar de gevaren waren te groot

Als ik Schneider van de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant vraag of algeheel ontruimen niet een te rigoureuze maatregel was, beaamt ze dat sommige bewoners de dupe zijn geworden van de ontmanteling – dat er ook mensen zaten die het er goed hadden. Die mooie woonwagens hadden, er niet weg wilden. 

Maar ze blijft bij haar eerdere punt: de situatie was onhoudbaar. De GGD noemde de omstandigheden van sommige gezinnen drie maanden voor de ontruiming: ‘complex, schrijnend, uitzichtloos’. Onderzoekers troffen bij herhaaldelijke controles zoals een kind dat op een houten plank moest slapen en een Hongaar die in een kippenhok verbleef. Ook uit het laatste GGD-rapport: ‘GGD West-Brabant concludeert dat de leefsituatie en leefomgeving van een deel van de bewoners van Fort Oranje niet in overeenstemming is met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.’

Schneider: ‘Er zaten mensen die niet te eten hadden, mensen in slechte gezondheid die in klamme, koude caravans woonden. En de camping was vruchtbare grond voor criminelen. Je kunt je voorstellen dat een kwetsbare nieuwe bewoner niet zal weigeren als mensen die al op de camping wonen hem bedreigen en zeggen: je mag hier best komen wonen, maar dan moet je wel even dit en dat klusje voor me opknappen.’

Het zijn volgens Schneider verhalen die ze veelvuldig hoorde in het jaar (juni 2017-juni 2018) dat ze veel op de camping rondliep.

Hoe heeft het zover kunnen komen? Dat is de eerste en laatste vraag die je kunt stellen over de saga en er bestaat alleen een vaag, veel te breed, antwoord op: door ‘de politiek’ en ‘de maatschappij’.

Want wat zich hier heeft afgespeeld, is de optelsom van wankel woonbeleid, verlammende schuldenproblematiek, een gebrek aan toezicht vanuit zorginstanties, discutabele bedrijfsvoering, de complexe wisselwerking tussen kwetsbare mensen en criminaliteit en het langdurig gedogen van officieel illegale permanente bewoning.

Foto: Merlin Daleman

Het vakantiepark van Cees Engel was een paradijs én een broeinest van criminaliteit

Een vraag die je wel kunt beantwoorden: hoe was het daar? Ik kreeg er grofweg twee antwoorden op toen ik sprak met oud-bewoners, de eigenaars en de gemeente. 

Op Fort Oranje kon je de kinderen na het eten gerust nog buiten laten spelen – de buren letten op, iedereen wist waar je woonde, welk kind bij welke standplaats hoorde. Er was een disco waar de bewoners om de beurt bardienst draaiden. Er was een speeltuin, een trapveldje. Er waren veranda’s versierd met kerstlichtjes, weelderige achtertuinen met bubbelbaden. Er was een zwembad met een glijbaan.

Maar er was ook criminaliteit. Er waren wietplanten in schuurtjes. Er was illegale prostitutie in tochtige caravans. Het terrein was op plekken onbegaanbaar, sommige chalets waren verzakt en beschimmeld. En in dat zwembad lagen steeds meer tuinstoelen en vuilniszakken.

Hoeveel wietplanten precies? Hoeveel gastarbeiders in dezelfde caravan? Hoeveel uitgebuite mensen? Moeilijk te bepalen. Omdat het privéterrein was, hadden de instanties geen goed zicht op wie waar en hoe verbleef. 

De eigenaar van het park, Cees Engel, en zijn zoon Jan, hebben een complexe verstandhouding met verschillende gemeentes. Cees, of Engel senior, stond jarenlang bekend als waar hij krakkemikkige panden bezat en die verhuurde aan minima die verder nergens terechtkonden. Helpende hand volgens de een, huisjesmelker volgens de ander. De gemeente Rotterdam kocht hem in 2007 uit voor 13 miljoen euro. Hij moest zijn 110 panden overdragen en beloven er nooit meer vastgoed te bezitten. 

Een paar jaar daarvoor, in 2002, kocht hij Fort Oranje. Rond die tijd begon het park ook achteruit te gaan. De vakantiewoningen en caravans werden slecht onderhouden, toch ging de verhuur door.

Naar eigen zeggen wilde de familie Engel mensen er gewoon onderdak bieden. ‘Onzin’, meent Schneider van de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. ‘Die deken van altruïsme klinkt goed, maar de familie Engel wilde gewoon geld verdienen aan de allerzwaksten.’

In 2009, 2011 en 2013 greep de gemeente al in, maar dat haalde weinig uit

Jan Engel: ‘Mijn vader is autistisch en dat deed zijn administratie geen goed. Zijn denkpatroon is anders. Als hij de administratie doet, kijkt hij niet naar het geld dat daadwerkelijk in zijn hand ligt. Hij denkt: Pietje daar op veld vijf moet me nog drieduizend euro aan achterstallige huur betalen, dat gaat-ie vast doen. En dat geld telt hij dan gewoon mee in zijn begroting. Dan zit je zo in de problemen.’

En dat gebeurde inderdaad.

De gemeente Zundert had nauwelijks zicht op de omstandigheden op de camping, maar wat wel duidelijk was: het aantal meldingen van criminaliteit steeg. Die werden volgens Schneider vaak gedaan door bewoners zelf. In 2009, 2011 en 2013 greep de gemeente al in, maar dat haalde weinig uit.

Foto: Merlin Daleman

Voor gemeentes en de Dienst Justitiële Inrichtingen was het vakantiepark een uitkomst 

Nobel of opportunistisch, dat de familie Engel onderdak bood aan mensen die elders nergens terechtkonden, is ontegenzeggelijk waar. Daar komt nog bij dat verschillende gemeentes, en het ministerie van Veiligheid en Justitie, dit op hun eigen manier zelfs aanmoedigden. 

Onder meer de gemeentes Rotterdam en Den Haag stuurden mensen naar de camping, wetend dat Engel aan hen zou verhuren. Kwetsbare gezinnen, naar de camping verwezen door ambtenaren die, vanwege een combinatie van woningnood en complexe zorgvragen, niet wisten wat ze anders moesten. De Dienst Justitiële Inrichtingen deed jarenlang hetzelfde. Ex-gedetineerden, die in Nederland vaak moeite hebben een fatsoenlijke woonruimte te vinden, kregen na hun vrijlating het adres van Fort Oranje mee. Leny Poppe-de Looff, toenmalig burgemeester van Zundert, zei dit alles aan tafel bij

Daarbovenop komt nog het landelijk falen – of toch in elk geval het disproportioneel straffen van kwetsbare bewoners – op het gebied van huurwetten. Word je bijvoorbeeld gesnapt met een wietplant op zolder? Dan krijg je bij veel woningcorporaties een huurverbod van vijf jaar en ben je aangewezen op een koopwoning (vaak onmogelijk) of particuliere huur (vaak veel te duur). 

Behalve bij exploitanten als Engel dus. En dan wordt het moeilijk te bepalen waar het probleem eigenlijk zit: in het systeem of in het gerafelde vangnet.

Als je ziet dat een situatie verslechtert en je wilt dat oplossen, maar de eigenaar werkt niet mee, dan ga je op andere knopjes duwen

Voor oud-bewoner Jimmy van de Bleek is het duidelijk waar de schuld ligt. Hij denkt dat de gemeente Zundert iedereen gewoon wilde wegjagen: ‘Waarschijnlijk omdat ze het terrein willen gebruiken voor iets anders. Of omdat ze een hekel hebben aan Cees. Toen kwamen ze ineens met allerlei onzinnige extra controles. Brandveiligheid, riolering, was het allemaal wel goed geregeld? Maar we wisten gewoon dat ze ergens anders naar op zoek waren. Ze hebben ons gecriminaliseerd.’

Ik vraag het Louise Schneider, die het als volgt uitlegt: ‘Als je steeds meldingen krijgt van misstanden, maar je krijgt er moeilijk zicht op omdat het een privéterrein is, moet je andere manieren zoeken om toegang te krijgen tot het terrein. Dus daar hebben we toen inderdaad het milieu-aspect en de brandveiligheid bij ingezet. Het haalde alleen niks uit. Als je ziet dat een situatie verslechtert en je probeert dat op te lossen, maar de eigenaar wil niet meewerken, ga je op andere knopjes duwen.’

Als het aantal meldingen van misstanden blijft stijgen, onderzoekt de lokale GGD de leefsituatie op het park. Schneider: ‘We hebben in 2013 de GGD gevraagd een inventarisatie te doen: wie woont daar, en hoe? Ik kan je verhalen vertellen... de kindjes op blote voeten buiten in de winter, de burenruzies, de ongevallen. De situatie was onveilig. We zagen hoe kwetsbare bewoners meteen bij aankomst op de camping werden benaderd door criminele buren. Toen is een samenwerking ontstaan tussen alle lokale hulpdiensten.’ 

Die aanpak werd wereldberoemd in vakantieparkenland, maar de Engelen zijn niet blij

Fort Oranje spreekt nogal tot de verbeelding. Er kwam een SBS6-serie, En in de aanpak van vakantieparken in Nederland bestaat er intussen een van vóór Fort Oranje en een van erna.

Op de Top Vitale Vakantieparken, die afgelopen november werd georganiseerd op de Veluwe, werd een plan gepresenteerd om van de pakweg 5.400 ‘niet-vitale’ vakantieparken in Nederland weer aantrekkelijke vakantiebestemmingen te maken. Daar werd de aanpak rond Fort Oranje, waarbij de gemeente, politie, brandweer en GGD nauw samenwerkten, unaniem geprezen: dáár was doorgewerkt.

Jan Engel, zoon van campingeigenaar Cees, juicht niet mee. De zogenaamde ‘integrale aanpak ondermijnende criminaliteit’, die werd toegepast op Fort Oranje, deugt volgens hem niet. Die aanpak is een samenwerking tussen politie, justitie en gemeente, waarbij het doel is lastig te ontmantelen criminaliteit de kop in te drukken door onderling kennis en informatie uit te wisselen. 

Hij tikt tegen zijn slaap en knipoogt: ‘Het gevaarlijkste wapen kan altijd mee naar binnen, dat zit hier’

Maar, meent Engel, zo’n manier van handhaven maakt het voor bijvoorbeeld (met als slogan: ‘Een georganiseerde overheid tegen georganiseerde criminaliteit’) om disproportioneel of onrechtmatig in te grijpen. Zeker als er, zoals Engel meent, sprake is van een persoonlijke vete. ‘In het plan van aanpak rond de ontruiming zei de gemeente steeds: in de toekomst gaan we dit en dat doen "met de nieuwe eigenaar". Dat impliceert dus dat ze specifiek mijn vader daar weg wilden hebben, in plaats van dat ze de bewoners wilden helpen.’

Volgens Engel leidt het samenwerken van zo veel instanties ertoe dat niemand nog verantwoording hoeft af te leggen: alle lokale overheden werken immers samen naar eenzelfde doel. Hij voert er nog altijd rechtszaken over. Volgens hem waren er geen duidelijke bewijzen op grond waarvan werd ingegrepen. Hij vindt dat zijn privacy en die van bewoners is geschaad. 

Een paar maanden na dit gesprek, in juni 2019, staat Jan Engel zijn zakken leeg te maken voor de beveiligingspoortjes van de rechtbank in Den Haag. Hij tikt tegen zijn slaap en knipoogt: ‘Het gevaarlijkste wapen kan altijd mee naar binnen, dat zit hier.’

Vandaag is er een voorbereidende zitting over een onderzoek dat Jan Engel wil laten uitvoeren naar het RIEC en de manier waarop het met privégegevens van zijn vader is omgesprongen tijdens de ontruiming. Het is een van de twintig zaken die hij en zijn advocaat Jeroen Pols hebben lopen tegen onder meer de gemeente en haar sluitingsbesluit, de Belastingdienst, een advocaat van de gemeente en een curator.

Als we worden opgehaald om naar de rechtszaal te gaan, laten Engel en zijn advocaat uit protest geen ID-bewijs zien. ‘We hebben recht op

Naar verwachting duurt het nog jaren voordat in alle zaken een uitspraak is gedaan. Een van de heetste hangijzers: wie gaat de ontruiming – ruim 5 miljoen euro – betalen? Jan zou niet weten waarom zijn vader dat zou doen, die wilde de camping aanvankelijk helemaal niet sluiten. De gemeente bepleit echter dat het wanbeleid van Engel voor de rampsituatie heeft gezorgd en stelt hem aansprakelijk.

Foto: Merlin Daleman

Waarom Fort Oranje het symbool werd

‘Als het hier maar geen Fort Oranje wordt’, of ‘het is hier heus geen Fort Oranje’, hoorden collega Johannes Visser en ik constant tijdens ons onderzoek naar bewoonde vakantieparken. Op elke camping die we bezochten, groot of klein, vreedzaam of problematisch, viel steeds dezelfde naam als doemscenario. 

Maar dat ultieme symbool uit Zundert is in de praktijk minder zwart-wit. Een complexe opstapeling van maatschappelijke problemen met een even zo complexe oplossing – het ontruimen van het terrein is maar een deel van het verhaal.

Veel oud-bewoners van Fort Oranje zitten nu op een camping vijf kilometer verderop, ’t Oekeltje. Anderen kregen een huurhuis of zijn op zichzelf aangewezen. De eigenaars van Fort Oranje en de gemeente Zundert zijn de komende jaren nog niet van elkaar af. Dus in hoeverre is de aanpak van Fort Oranje geslaagd?

De eigenaars van Fort Oranje en de gemeente Zundert zijn de komende jaren nog niet van elkaar af

Schneider: ‘Het is moeilijk te bepalen wat succes is. Stel, je haalt iemand uit een tochtige, vochtige camper en zet hem in een schone galerijflat met centrale verwarming... Dan kun je dat zelf een verbetering vinden, maar als die persoon zit weg te kwijnen en zijn buurtjes mist, heb je het voor diegene dan goed gedaan?’

Toch is ze trots op de aanpak. ‘Het enige wat ik anders had gewild, was de informatie die we vooraf hadden. We kregen pas na de overname van het beheer goed zicht op waar we aan waren begonnen.’

Tussen de brokstukken van Fort Oranje ligt de symboliek voor het oprapen. Een familie genaamd Engel die onderdak biedt aan mensen die verder nergens heen kunnen, maar die ook een hoop weerstand oproept. Wanhopige gemeentes die hun burgers wegsturen en vervolgens de bestemming zien transformeren in de onneembare vesting Fort Oranje.

Voorbeeld of schrikbeeld, hemel of hel: Fort Oranje is alles tegelijk. De enige overlap in de visies van de familie Engel, de oud-bewoners en de gemeente is even onbevredigend als oplosbaar op de lange termijn. Het is de samenvatting van het hele verhaal over verloederende vakantieparken: dit is een maatschappelijk probleem. 

Meer lezen?